De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 2 september pagina 17

2 september 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

JOSEF EN WOTAN Op een berg in Bucoliëzit de adellijke schapenhoeder Josef von Dougashwily, en slaat over het eindeloos-wijde land schap blikkend, zijn kudde gade en met een stokje alle roode klaprozen in zijn nabijheid de koppen af. Met vaste, zij het ook langzame schreden komt de varkenshoeder Adolf Schiklgrubowitsch op hem af, aanstonds ge volgd door zijn trouwe waakhond Tropde-Ribbes, en nagekeken door de on telbare varkens, die mager en ondervoed hun meester achterna wankelen naar de langverwachte Oorden des Overvloeds. Josef doet alsof hij de aankomenden nog niet bemerkt heeft: doch daar er geen klaprozen meer in zijn nabijheid staan, richt hij zich op en rekt zich uit. Josef: O ! eenzaamheid der onuitsprekelijke kazematten; gij kunt geen nieuwe offers meer bevatten. De G. van mijner Gramschaps Grijns, De P. die Paait wanneer ik Peins, wordt, Oe, het eeuwig moorden moe; ik ben nu aan d' ontknooping toe. Adolf: Wat zucht gij edele herder zoo? U groet een vriend uit Gestapo, die herwaarts kwam, wijl uw geklaag past bij het knorren van zijn maag. Sta toe dat ik een vriend begroet, hier in dit Oord van Overvloed. Mocht gij weleer een Wreedaard heeten, ik heb u steeds mijn neef geweten. Josef: Door deze groet ben ik gepact. Dra wordt nu in de pan gehakt wie tegen ons zich durft verzetten. Maar zie, er komt een storm opzetten, mijn schapen willen huiswaarts gaan. Blijft gij hier met uw varkens staan? Adolf: Welaan, wij kunnen saam probeeren des werelds stormen te trotseeren. Mij dunkt, gij zijt niet religieus; vreest gij den toorn van Mars dan heusch ? Josef: O vriend, gij hebt verkeerd gegist, ik ben alleen opportunist. De storm die varkens zal verstrooien, dient om mijn weiland te vermooien. Adolf: Er klinkt veel zelfzucht in uw woorden. Wij zijn tóch Makkers in het Moorden ? Josef: Dat is wel zoo, maar mijn natuur is toch wel bang voor hemelvuur. Durft gij 't bestaan? Adolf: En meer dan dat. Ik heb steeds groot plezier gehad door onverschrokken te braveeren de hoogmoed van wat vreemde heeren. Want spreekt er eentje al te fier, hij krijgt een glaasje Münchener bier, en heeft zoo'n moeite dat te slikken, dat hij er bijkans aan moet stikken. De goden hebben allen dorst, ik offer hun een staat of vorst, en kan weer rustig voor een tijdje gaan neuzen op een ruimer weitje. Josef: En is je kudde nooit verzaad? Adolf: Je weet hoe 't ons Dictators gaat, die zulk een bende met geweld regeeren moeten, zonder geld. Wij moeten hen steeds bezighouden want anders zijn we zelf verkouden. Want ons bestaan heeft enkel duur door 't onophoudelijk avontuur. Josef: Ik wil slechts rust; mijn vee moet grazen. De storm komt op; ik ga. Adolf: De mazen der netten die 'k u heb gespannen omsluiten u. En wat in Tannenberg is geschied, vergat ik niet. Mijn varkens vielen door 't geschiet van uwe schapen. Desondanks krenkt het krakeel des Brits en Franks mij meer dan al uw theorie, waarbij 'k toch mijn practijken zie. Blijf bij me dus; wij zijn familie o edele heer Von Dougashwily, En samen zullen wij bevechten het heir der democratische knechten. Josef: Waar is mijn veldheer ? Waar mijn staf van officieren? Uit het graf haal ik geen mannen die de rampen van zulk een oorlogsstorm bekampen. In 't Westen dreigen donderkoppen. Adolf: Een Herdervorst weet niet van stoppen. Zijt gij een zoon van Dsjenghis Khan? Blijf ! Wie kan Attila weerstaan? Josef: Is 't samenblijven dan geen grap? Wil Mussipup en wil de Jap, wil de Maraan en d'as haar kern dat ik bij allen kom intern? Kunt gij het enkel zoo nog rooien? Adolf: 't Is om den vijand te verstrooien, de kennels en de ezelskudden, de bullenstal flink te doen schudden, zoodat de democraatsche horden gedweeëhazen voor ons worden, en wij den vetten grond verdeelen voor wie met ons het spel wou spelen. Josef: Vermetele! Zie, het eerste vlagen komt onze kudden al verjagen. Ik heb geen waakhond meer, en de uwen zullen voor opstand zich niet schuwen. Der wereld geest verzet zich tegen dit ondernemen, zal ons vegen van de aarde. Hoed u! Adolf: Slechts de laffen zijn bang dat goden hen bestraffen. Er is geen wereldgeest, slechts haat die iedereen met blindheid slaat, zoodat zij die den storm bestaan, met voordeel weer naar huis toe gaan. Josef: 'k Bewonder uw verwatenheid, maar moet mij wapenen. Wacht een tijd, beproef uw kracht met Münchener bier in plaats van bloed. Ge wont al schier alwat uw stoutste droom verzon, en lafheid bluffers laten kon. Adolf: Neen, tienmaal neen! 't Moet er van komen dat eindelijk hecatomben stroomen. Niet langer wordt mijn dorst gelescht door al wat men te München flescht. Ik ben een god, alleen te paaien met menschenbloed, der steden laaien, der joden geld, der vrijen dood, der kindren schrik, der vrouwen nood. Mijn naam is Wotan, en deze aarde volledig mijn domein. Ik baarde de nood en droefenis der tijden. En nu verbinden wij ons beiden, het oude leed nog duizendmaal in stad en stulp, op groote schaal te zaaien. Josef: Goed dan, het is goed.... Ofschoon misschien.... Maar als het moet, wanneer ge werkelijk Wotan zijt, is 't goed dat Dsjenghis met u strijdt, en liever vóór dan tegen u. Adolf: Kom aan mijn borst, vriend, 'k zegen u.... Losse notities uit mijn Amerikaansch dagboek Mr. E. Elias OOK in journalistieken zin maakt de afstand vele dingen kleiner. In Nederland zou een groot deel van mijn belangstelling zijn uitgegaan naar de moeilijkheden met de kabinets formatie. De hoofdzaken ervan lazen wij in de New-York-Times en daaraan hebt ge hier dan voldoende. Tien dagen later komen de Nederlandsche kranten met de kolommen commentaar op een kabinet dat alweer is afgetreden. Het heeft dan alleen nog curiositeitswaarde die commentaar te lezen. Vele hoog gestemde woorden, kranig gedane voor spellingen, zalig betoon van tevreden heid, toornend slingeren van bliksem schichten vergaat tot ijlte in de ijlte. Zoo is het dikwijls met de politiek van den dag, die een kind van een dag kan zijn. Journalistieke verscheiden heid is een eigenschap die de grondslag vormt voor journalistiek verantwoor delijkheidsbesef. Dit wordt in de goede Amerikaansche journalistiek terdege begrepen en toegepast. Dit land is een land van uitersten in ieder opzicht. Zoo ongekend voortreffelijk als bladen als de New-York Times", de Herald Tribune", de Washington Post" en de Christian Science Monitor" zijn, zoo ongekend ploertig zijn andere, kleinere en.... veel meer verspreide bladen. Onlangs sprong een Tsjechische emigrante met haar twee kinderen uit de hoogste verdieping van haar hotel. Alle drie verpletterd. De Daily News" komt met plaatjes: n daarvan ver toont het schoentje van de beide jongetjes.. .. die vergeefs wachten". Het dochtertje van een dominéwordt vermoord gevonden. De Daily News" beeldt in close up het van smart vertrokken gelaat van den vader af. Frontpage-news. En iederen dag brengt dit soort bladen een onwelriekende vuilnishoop onder de oogen van millioenen: echtscheiding, chantage, mis daad, critiek, nachtclub-sensatie. DE aanstaande presidentsverkie zing werpt haar diepe schaduwen vooruit. Eerste vraag: Ambieert Roosevelt een derden termijn? Tweede vraag: Zoo ja, zal hij dan door zijn eigen Democratische Partij candidaat worden gesteld ? Of zullen de AntiNew-Dealers in de Democratische Par tij hem niet weer candidaat stellen? Derde vraag: Als Roosevelt geen Democratisch candidaat wordt, wie dan wel ? Farley, de gladde Ir. Damme van Amerika" ? de borstelige en steke lige Cactus" Garner? de gebruinde, witharige Snow-white" Mc.Nutt? Vierde vraag: Als Roosevelt geen Democratisch candidaat wordt, zal er dan een splitsing in de Democratische Partij komen en zal hij dan door de afgespletenen toch worden gesteld? Vijfde vraag: Wie wordt Republikeinsch candidaat? De grootste kans makers in dit kamp: Dewey, de jonge officier van justitie die de rackets" te lijf is gegaan (hij houdt, uiterlijk, het midden tusschen Anthony Eden en Clark Gable); Robert Taft (zoon van zijn vader); Vandenberg, steil rechtsconservatief. DE tweede brandende kwestie in Amerika: Zal Lepke worden gevonden? Lepke" is de schurk Buchalter. Leider van geweldige rac kets. Millionair geworden door chan tage. Hij legde eventueele verklikkers het zwijgen op door kalme G-men hun tikkerende automatische revolvers op hen te doen richten. Maar n G-meneer schoot niet zoo erg goed. Verwondde slechts, zij het zwaar. Maar toen de adspirant-verklikker bijgespijkerd was, kenden zijn woede en verklikzin dan ook geen grenzen en Thom Dewey (zie boven en spreek uit: Djoewie) had er voordeel van. Nu is er een prijs van 20.000 dollar op het levende of doode hoofd van Lepke gesteld. En heel New York wordt uitgekamd om Lepke voor de tanden te laten hangen. Wanneer de kam niet helpt, zullen de 20.000 dollars 't wel klaar spelen. Het New-Yorksche milieu" is niet zoo chevaleresque als het Oss'sche. En de electrische stoel is geduldig. Geduldiger dan Dewey, die van Lepke's doode of levende hoofd steun verwacht voor de vervulling zijner politieke adspiraties. (Lepke heeft zich inmiddels vrij willig" bij de politie aangemeld. Red. Groene"). DERDE brandende kwestie: de tentoonstelling. Zal zij een ge weldige financieele strop worden of alleen maar een financieele strop? Tot nu toe is het bezoek de helft onder de verwachting gebleven. Excusez du peu: de verwachting was zestig millioen en excusez du peu: er zullen toch in ieder geval wel 30.000.000 bezoekers komen. Maar het valt geweldig tegen. Er zijn nu jazz-bands aan het werk om de jeugd erheen te trekken. En de week-end-entree is van 75 op 50 cent gebracht. Er is personeel ontslagen en alle werknemers kregen een salaris korting van 10 procent. Te beginnen met den koning van de wereld van morgen: Grover A. Whalen. Aardige man: knap om te zien, bruin-gebrand, eeuwige glimlach om pepsodent-metirium-tanden, kranig organisator. Jaarlijksch salaris voor de Wereld van Morgen: $ 100.000. Jaarlijksch salaris als groot-man van het warenhuis Wanamaker: g 100.000. Na de korting blijft er nog maar 190.000 over. NEW York is een reusachtige stad van felle contrasten. Dit is geen origineele opmerking. Maar ge wordt er voortdurend door getroffen. Diepe eerbied voor het menschelijke leven en zenuwachtige koorts om Lepke op de electrische stoel te krijgen. Duizen den menschen die naar het amusements-gedeelte van de tentoonstelling gaan om zich de oogen uit te kijken naar zielig-bloote meisjes, vrouwen met de baard en de koe met zes pooten en een menigte van 20.000 in het openlucht-stadion onder den Zomernachthemel, luisterend naar de zingen de Stradivarius van Heifetz; een prach tig tooneel en vlooientheaters, beide bloeiende; zenuwachtige, al-maar haas tige menschen achter schrijfmachines, in liften en heete Subway-Schachten en, langs de Hudson op duizenden bankjes, menschen die, over het breede, koele water staren; kerken en kermis sen, boeven en rechters, eenzaamheid en menschenmin; hot-dog en kouzon Hashlama. Welk een fascineerende stad, dit New York ! Wordt vervolgd binnen enkele dagen. HERMAN WACHTER deze week in de uitkijk": geprolongeerd: de reprise van frank capra's film, naar een scenario van robert riskïn. it happened one night met clark gjable, claudctte colbert, walter connolly, il lau lialr, jumcson thomas, roscoe kanis. toegang eiken leeftijd PAG. 17 DE GROENE No. 3248

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl