De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 2 september pagina 18

2 september 1939 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

Toerisme Het gejuich der duizend hanen Een ochtendschemering in Lissabon WIJ hadden de kamer genomen omdat wij moe waren. Het raam gaf uitzicht op de geblakerde huizen, die van de heuvels naar om laag daalden in de stad naar de sloppen en stegen om de marktplaats heen. De markt had onze achterdocht ge wekt, maar Maria opperde blijmoedig: Er zal wel niet eiken dag markt zijn", wat een overtuigend bewijs van uitput ting was. Dus zei ik: Goed, engel l" en voor zestig Escudo's huurden wij de kamer. De nacht was zwaar en olie achtig. Wij sloten de bleekgele maan weg achter de tralies van de open jalouzieën en strekten ons uit. De mu ren van de kamer, wit en glanzend kaal, vingen de schaduwen der jalouziespijlen, die een zacht bewegend hek werk vormden. In onze eerste slaperigheid hoorden wij een kreet. Een haan kraaide. Het was onmis kenbaar een haan. Des nachts om een uur in Lissabon. Ze houden hier kippen", zei Maria aarzelend en sliep weer in. Even later daalde stilte over de schorre schreeuw van den eersten haan. Maar plotseling rechtop en vastberaden, deed een andere haan met een eigen manne lijk geluid het nog eens over en dit keer beter. Het was een signaal. Van hier, van daar, van hooger en van lager kwamen de stemmen van vele hanen uit het onzichtbaar beneden" onder ons raam. Alle hanenstemmen hadden een eigen buiging, een volkomen indi vidueel geschetter, soms laag, soms hoog, dan oud en ervaren, soms vra gend het leven tegemoetgaand, soms kwaadaardig en oorlogszuchtig. Piephanen waren erbij die zich nog steeds oefenden in het kraaien, maar een, dicht bij ons, had in zijn stem een droef geestige diepte, zijn kreet sidderde lang en eindigde in een geluid als van een vuurwerkpijl. Hanen links en hanen rechts, mid den in den nacht. Na enkele minuten kwamen zij wat tot bedaren en wij hoorden weer het getoeter van de vele auto's boven de hanenstemmen uit. Wij moeten maar gewoon gaan slapen", zei ik. Lissabon lag om ons heen en wij sliepen. Maar voortdurend in dezen lichten slaap bespeurde ik ergens het herhaalde roepen der hanen. TOEN, juist 'met het ontwakende licht, dat de huizen hoog aan de heuvels begon te omgeven, barstte de fanfare uit de duizend hanenkelen los. Nu niet een elkaar aanroepen meer, een wisseling van klanken tegen de bezettingen van het marktplein, maar n gezamenlijke schal: een groote bazuin van koperen geluid. En daarmede deed het leven zijn in trede in de stad. In de nauwe straat beneden ons raam kwam plotseling een lange reeks van tweewielige wagentjes aanrijden, getrokken door ezeltjes met geduldige beenen; en daar tusschen af en toe de logge zware gang van een os, aan gespannen in het zware tuig van een boerenkar. Elk van deze lichte wagen tjes was hoog opgestapeld met allerlei groenten, bossen witte rapen, het harde rood van radijs of tomaat, de licht groene toets van malsche sla; en onder hooge zeilen stapels maïskolven. Voorop ieder karretje lag een bosje hooi, de voorzorg voor den dag voor het ezeltje. Elk dier werd aan het hoofd voortgeleid door vrouwen of mannen, die zwijgzaam met tragen stap hun tocht naar de markt volbrachten. Bloemen waren er, groote manden roze en roode anjers, witte margrieten, bossen hel-oranje lelies, vuurroode papavers en zoetgeurende Chineesche rozen. Bij de markthallen hielden de karretjes stil; met de rapheid van het dagelijksche gebaar werden de bloe men opgehangen aan de tralies van het vuile kale gebouw van de hallen. De verroeste ijzeren hekken werden plotse ling tooverpoorten van kleuren licht; de vervelooze houten latten begonnen in het vroege zonlicht te gloeien van rood, goud en wit. In enkele minuten was het vuile gebouw der hallen her schapen in een feestelijke koepel van bloeiende blaadjes en fonkelende kleu ren. De stemmen der kooplieden riepen elkaar toe, de zwijgende boerenvrouwen die het ezeltje geduldig hadden geleid tot hier, begonnen te zingen, een een tonige, dreunende zang, en dit alles werd opgezwiept en gedragen door het steeds aanzwellende hanengekraai. Automobilisme in boekvorm Zoojuist is er bij de Z. Holl. Uit gevers Mij. een leerzaam en nuttig boek voor automobilisten verschenen: 100.000 kilometer, van wielen en wegen, door H. J. Peppink en Piet Marée. De automobilist die denkt alles van zijn wagen af te weten, zal hier nog allerlei nieuws vinden. Het boek, dat typo grafisch uitstekend verzorgd is, behelst naast de duidelijke uiteenzettingen over constructie, bediening en ver zorging van de auto en een overzicht over de geschiedenis van de automo biel, de verkeersproblemen, het kaart lezen, wegen- en bruggenbouw, de autokerkhoven, een met een schuivend cartonnetje werkende rijvaardigheidsautomaat en een remtabel. Niet onvermakelijk zijn de pagina's over het vakjargon. De lezer die een tweedehands wagen mocht willen aan schaffen, vindt hier een aantal ge bruikelijke omschrijvingen, die in de volgorde van den ouderdom der wagens zijn opgesteld. Hieronder laten wij deze reeksen volgen: Beslist geheel fonkelnieuw, splinter nieuw, als gl. nieuw (gl. = gloed), zoo goed als nieuw, als nieuw, nog nieuwe prachtwagen, nog niet van nieuw te onderscheiden, in staat van nieuw, geheel in onberispelijken staat en prima loopend, in- en uitwendig nog als nieuw, beslist als nieuw, slechts 15000 k. m. geloopen (een grooter aantal k.m. wordt nooit vermeld!), eenige malen voor demonstratie gebruikt, vak kundig ingereden, netjes ingereden, deskundig bereden. Zoo kan men ook trappen van ver gelijking halen uit de manier waarop het auto-onderhoud wordt omschreven! In uiterst mooien staat van onder houd, in buitengewoon mooien staat, in prachtstaat, in zeer fijnen staat, ge heel in onberispelijken staat, in zeer prima conditie, gegarandeerd zeer prima staat, in prima staat, in prima conditie, in bijzonderen staat, zeer fijn in orde, goed onderhouden door importeur, prima onderhouden, prima staat, in ongesch. staat, alles in zeer besten staat. Is er ook op dit gebied niets van het occasion-koopjes-speciale-aanbod" te vertellen, dan worden de omschrijvin gen veel vager: prachtwagen, bijzonder mooie wagen, iets heel bijzonders, zeer sportieve wagen, zeer mooi, iets moois, aardig model, kleur blauw, rijdt i op 10, laag benzineverbruik, zeer economisch wagentje. En als er heelemaal niets over te vertellen valt, dan staat er bij onverwoestbaar".... De terrasvormige stad: Lissabon Geen enkele stem viel nu meer in dit kraaien te herkennen; nergens een spoor van onze Hollandsche hanen stemmen, zooals wij die herkennen in hun dagelijksche burgerlijkheid. Ook geen kippen, die in tevreden gekakel hun bewondering schijnen te uiten, zooals dat in een Hollandsch kippen hok gebeurt. Het waren hanen, niets als hanen en hun stemmen waren vol en schetterend als een klaroen. Dit was de aanvang van heel het ontwaken der stad; het was de inleiding tot het steeds driftiger lawaai van menschen en wagens en auto's, tot heel dat ge luidencomplex, dat beneden ons stond te koken. En de straten zelf daverden van het licht, dat fel neerspatte op de stad. Steeds machtiger werd het geluid der duizend hanen. Als een stoot van kracht, als van een veldheer aan het hoofd der troepen, alles leidend en beheerschend boven het stadstu mult. Lissabon is een driftige stad. Een stad van mannen, alleen maar mannen, die den geheelen dag betoogend, gesticuleerend, elkander overredend, stra ten, pleinen en café's met hun aan wezigheid vullen. Een stad van snel, ongeduldig tempo en heftig bewegen. Geen Zuidelijke apathie, geen loom heid of langzaam gebaar. Lissabon is een stad vol spankracht, een stad vol tumult, vol individualiteit en drang tot eigen leven. En heel dit onstuimig leven schijnt eiken morgen opnieuw te worden gewekt door het gejuich van duizend hanen. E. P. VAN DEN HEUVELHORST (Jllleen voor fieeren De man achter de kinderwagen ER komt een kinderwagen aan rijden. Er achter loopt een man, en naast hem zijn vrouw. Hij voelt zich niet heelemaal op zijn gemak; als ik hem voorbij ga, ziet hij alleen maar mijn schoenen. Hij is blijkbaar bang dat de menschen hem belachelijk zullen vinden, maar heeft toch nog net de moed gehad de taak van de vrouw over te nemen. In de trein zit een echtpaar, de vrouw heeft een paar pakjes op haar schoot, de man het kind. De kostelooze passa gier brult luidkeels alle onverstaanbare klanken die denkbaar zijn, en trekt van pure vreugde de vader aan de neus alsof het de noodrem is zonder vijf en twintig gulden boete successievelijk verwijdering uit den trein. De heele coupélacht; de vader denkt dat hij uitgelachen wordt, neemt zijn neus terug en gaat met een pijnlijke nauw gezetheid uit het raampje kijken. Ik ga op bezoek bij kennissen. Als ik aanbel komt de vrouw uit de keuken om me open te doen en me de zitkamer in te laten waar op dat oogenblik de stofzuiger afgezet wordt. Ja, hij was even bezig dat ding na te kijken, hij maakte zoo'n gek geluid, er was iets niet mee in orde. Ik voelde dat direct met hem mee, en op mijn initiatief hebben we het ding finaal uit elkaar geschroefd. Toen ben ik weg gegaan. Zoo zijn er allerlei mannen die de goedheid hebben hun vrouw te helpen met hun vrouwelijke bezigheden. Het is een verschijnsel van dezen tijd, sa mengaande met het verschijnsel dat de vrouwen rocken en chauffeeren. Maar wij mannen moeten consequent zijn; er zijn maar twee houdingen mo gelijk. Of we moeten geen vinger in de huishouding uitsteken en de geëman cipeerde vrouw zelf de huishoudelijke kastanjes uit het vuur laten halen, of we moeten haar emancipatie respec teeren en zonder valsche schaamte haar af en toe bijstaan in haar vrou welijke taak. Daarmee zijn wij man nen nog niet geë-vrouw-cipeerd, om het zoo maar eens uit te drukken. HEERENKLEEDING VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEN ADRIAAN SCHAKEL HEIUGEWEG ? IEIEFOON 37273 AMSTERDAM Ik wil alle lasten graag dragen, Sprak de bruigom, maar iets wil 'k nog vragen, Al mijn kleeren die koop Ik bij Schakel en 'k loop Van mijn leven niet met 'n kinderwagen. FAG. 18 DE GROENE No 3H8

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl