Historisch Archief 1877-1940
Toerisme
Het gejuich der duizend hanen
Een ochtendschemering in Lissabon
WIJ hadden de kamer genomen
omdat wij moe waren. Het
raam gaf uitzicht op de geblakerde
huizen, die van de heuvels naar om
laag daalden in de stad naar de sloppen
en stegen om de marktplaats heen.
De markt had onze achterdocht ge
wekt, maar Maria opperde blijmoedig:
Er zal wel niet eiken dag markt zijn",
wat een overtuigend bewijs van uitput
ting was. Dus zei ik: Goed, engel l"
en voor zestig Escudo's huurden wij de
kamer. De nacht was zwaar en olie
achtig. Wij sloten de bleekgele maan
weg achter de tralies van de open
jalouzieën en strekten ons uit. De mu
ren van de kamer, wit en glanzend kaal,
vingen de schaduwen der
jalouziespijlen, die een zacht bewegend hek
werk vormden.
In onze eerste slaperigheid hoorden
wij een kreet.
Een haan kraaide. Het was onmis
kenbaar een haan. Des nachts om een
uur in Lissabon.
Ze houden hier kippen", zei Maria
aarzelend en sliep weer in.
Even later daalde stilte over de schorre
schreeuw van den eersten haan. Maar
plotseling rechtop en vastberaden, deed
een andere haan met een eigen manne
lijk geluid het nog eens over en dit keer
beter. Het was een signaal. Van hier,
van daar, van hooger en van lager
kwamen de stemmen van vele hanen
uit het onzichtbaar beneden" onder
ons raam. Alle hanenstemmen hadden
een eigen buiging, een volkomen indi
vidueel geschetter, soms laag, soms
hoog, dan oud en ervaren, soms vra
gend het leven tegemoetgaand, soms
kwaadaardig en oorlogszuchtig.
Piephanen waren erbij die zich nog steeds
oefenden in het kraaien, maar een,
dicht bij ons, had in zijn stem een droef
geestige diepte, zijn kreet sidderde
lang en eindigde in een geluid als van
een vuurwerkpijl.
Hanen links en hanen rechts, mid
den in den nacht. Na enkele minuten
kwamen zij wat tot bedaren en wij
hoorden weer het getoeter van de vele
auto's boven de hanenstemmen uit.
Wij moeten maar gewoon gaan
slapen", zei ik.
Lissabon lag om ons heen en wij
sliepen. Maar voortdurend in dezen
lichten slaap bespeurde ik ergens
het herhaalde roepen der hanen.
TOEN, juist 'met het ontwakende
licht, dat de huizen hoog aan
de heuvels begon te omgeven, barstte
de fanfare uit de duizend hanenkelen
los. Nu niet een elkaar aanroepen meer,
een wisseling van klanken tegen de
bezettingen van het marktplein, maar
n gezamenlijke schal: een groote
bazuin van koperen geluid.
En daarmede deed het leven zijn in
trede in de stad.
In de nauwe straat beneden ons
raam kwam plotseling een lange reeks
van tweewielige wagentjes aanrijden,
getrokken door ezeltjes met geduldige
beenen; en daar tusschen af en toe
de logge zware gang van een os, aan
gespannen in het zware tuig van een
boerenkar. Elk van deze lichte wagen
tjes was hoog opgestapeld met allerlei
groenten, bossen witte rapen, het harde
rood van radijs of tomaat, de licht
groene toets van malsche sla; en onder
hooge zeilen stapels maïskolven. Voorop
ieder karretje lag een bosje hooi, de
voorzorg voor den dag voor het ezeltje.
Elk dier werd aan het hoofd
voortgeleid door vrouwen of mannen, die
zwijgzaam met tragen stap hun tocht
naar de markt volbrachten.
Bloemen waren er, groote manden
roze en roode anjers, witte margrieten,
bossen hel-oranje lelies, vuurroode
papavers en zoetgeurende Chineesche
rozen. Bij de markthallen hielden de
karretjes stil; met de rapheid van het
dagelijksche gebaar werden de bloe
men opgehangen aan de tralies van het
vuile kale gebouw van de hallen. De
verroeste ijzeren hekken werden plotse
ling tooverpoorten van kleuren licht;
de vervelooze houten latten begonnen
in het vroege zonlicht te gloeien van
rood, goud en wit. In enkele minuten
was het vuile gebouw der hallen her
schapen in een feestelijke koepel van
bloeiende blaadjes en fonkelende kleu
ren. De stemmen der kooplieden riepen
elkaar toe, de zwijgende boerenvrouwen
die het ezeltje geduldig hadden geleid
tot hier, begonnen te zingen, een een
tonige, dreunende zang, en dit alles
werd opgezwiept en gedragen door het
steeds aanzwellende hanengekraai.
Automobilisme in boekvorm
Zoojuist is er bij de Z. Holl. Uit
gevers Mij. een leerzaam en nuttig boek
voor automobilisten verschenen:
100.000 kilometer, van wielen en wegen,
door H. J. Peppink en Piet Marée. De
automobilist die denkt alles van zijn
wagen af te weten, zal hier nog allerlei
nieuws vinden. Het boek, dat typo
grafisch uitstekend verzorgd is, behelst
naast de duidelijke uiteenzettingen
over constructie, bediening en ver
zorging van de auto en een overzicht
over de geschiedenis van de automo
biel, de verkeersproblemen, het kaart
lezen, wegen- en bruggenbouw, de
autokerkhoven, een met een schuivend
cartonnetje werkende
rijvaardigheidsautomaat en een remtabel.
Niet onvermakelijk zijn de pagina's
over het vakjargon. De lezer die een
tweedehands wagen mocht willen aan
schaffen, vindt hier een aantal ge
bruikelijke omschrijvingen, die in de
volgorde van den ouderdom der wagens
zijn opgesteld.
Hieronder laten wij deze reeksen
volgen:
Beslist geheel fonkelnieuw, splinter
nieuw, als gl. nieuw (gl. = gloed),
zoo goed als nieuw, als nieuw, nog
nieuwe prachtwagen, nog niet van
nieuw te onderscheiden, in staat van
nieuw, geheel in onberispelijken staat
en prima loopend, in- en uitwendig nog
als nieuw, beslist als nieuw, slechts
15000 k. m. geloopen (een grooter aantal
k.m. wordt nooit vermeld!), eenige
malen voor demonstratie gebruikt, vak
kundig ingereden, netjes ingereden,
deskundig bereden.
Zoo kan men ook trappen van ver
gelijking halen uit de manier waarop
het auto-onderhoud wordt omschreven!
In uiterst mooien staat van onder
houd, in buitengewoon mooien staat,
in prachtstaat, in zeer fijnen staat, ge
heel in onberispelijken staat, in zeer
prima conditie, gegarandeerd zeer prima
staat, in prima staat, in prima conditie,
in bijzonderen staat, zeer fijn in orde,
goed onderhouden door importeur, prima
onderhouden, prima staat, in ongesch.
staat, alles in zeer besten staat.
Is er ook op dit gebied niets van het
occasion-koopjes-speciale-aanbod" te
vertellen, dan worden de omschrijvin
gen veel vager: prachtwagen, bijzonder
mooie wagen, iets heel bijzonders, zeer
sportieve wagen, zeer mooi, iets moois,
aardig model, kleur blauw, rijdt i op 10,
laag benzineverbruik, zeer economisch
wagentje. En als er heelemaal niets
over te vertellen valt, dan staat er bij
onverwoestbaar"....
De terrasvormige stad: Lissabon
Geen enkele stem viel nu meer in dit
kraaien te herkennen; nergens een
spoor van onze Hollandsche hanen
stemmen, zooals wij die herkennen in
hun dagelijksche burgerlijkheid. Ook
geen kippen, die in tevreden gekakel
hun bewondering schijnen te uiten,
zooals dat in een Hollandsch kippen
hok gebeurt. Het waren hanen, niets
als hanen en hun stemmen waren vol
en schetterend als een klaroen. Dit
was de aanvang van heel het ontwaken
der stad; het was de inleiding tot het
steeds driftiger lawaai van menschen
en wagens en auto's, tot heel dat ge
luidencomplex, dat beneden ons stond
te koken. En de straten zelf daverden
van het licht, dat fel neerspatte op de
stad. Steeds machtiger werd het geluid
der duizend hanen. Als een stoot van
kracht, als van een veldheer aan het
hoofd der troepen, alles leidend en
beheerschend boven het stadstu
mult.
Lissabon is een driftige stad. Een
stad van mannen, alleen maar mannen,
die den geheelen dag betoogend,
gesticuleerend, elkander overredend, stra
ten, pleinen en café's met hun aan
wezigheid vullen. Een stad van snel,
ongeduldig tempo en heftig bewegen.
Geen Zuidelijke apathie, geen loom
heid of langzaam gebaar. Lissabon is
een stad vol spankracht, een stad vol
tumult, vol individualiteit en drang
tot eigen leven. En heel dit onstuimig
leven schijnt eiken morgen opnieuw
te worden gewekt door het gejuich
van duizend hanen.
E. P. VAN DEN HEUVELHORST
(Jllleen voor fieeren
De man achter de kinderwagen
ER komt een kinderwagen aan
rijden. Er achter loopt een man,
en naast hem zijn vrouw. Hij voelt zich
niet heelemaal op zijn gemak; als ik
hem voorbij ga, ziet hij alleen
maar mijn schoenen. Hij is blijkbaar
bang dat de menschen hem belachelijk
zullen vinden, maar heeft toch nog net
de moed gehad de taak van de vrouw
over te nemen.
In de trein zit een echtpaar, de vrouw
heeft een paar pakjes op haar schoot,
de man het kind. De kostelooze passa
gier brult luidkeels alle onverstaanbare
klanken die denkbaar zijn, en trekt van
pure vreugde de vader aan de neus
alsof het de noodrem is zonder vijf en
twintig gulden boete successievelijk
verwijdering uit den trein. De heele
coupélacht; de vader denkt dat hij
uitgelachen wordt, neemt zijn neus
terug en gaat met een pijnlijke nauw
gezetheid uit het raampje kijken.
Ik ga op bezoek bij kennissen. Als ik
aanbel komt de vrouw uit de keuken
om me open te doen en me de zitkamer
in te laten waar op dat oogenblik de
stofzuiger afgezet wordt. Ja, hij was
even bezig dat ding na te kijken, hij
maakte zoo'n gek geluid, er was iets
niet mee in orde. Ik voelde dat direct
met hem mee, en op mijn initiatief
hebben we het ding finaal uit elkaar
geschroefd. Toen ben ik weg gegaan.
Zoo zijn er allerlei mannen die de
goedheid hebben hun vrouw te helpen
met hun vrouwelijke bezigheden. Het
is een verschijnsel van dezen tijd, sa
mengaande met het verschijnsel dat
de vrouwen rocken en chauffeeren.
Maar wij mannen moeten consequent
zijn; er zijn maar twee houdingen mo
gelijk. Of we moeten geen vinger in de
huishouding uitsteken en de geëman
cipeerde vrouw zelf de huishoudelijke
kastanjes uit het vuur laten halen, of
we moeten haar emancipatie respec
teeren en zonder valsche schaamte
haar af en toe bijstaan in haar vrou
welijke taak. Daarmee zijn wij man
nen nog niet geë-vrouw-cipeerd, om
het zoo maar eens uit te drukken.
HEERENKLEEDING VOOR
VADER EN ZOON
TOT REDELIJKE PRUZEN
ADRIAAN SCHAKEL
HEIUGEWEG ? IEIEFOON 37273
AMSTERDAM
Ik wil alle lasten graag dragen,
Sprak de bruigom, maar iets wil 'k nog vragen,
Al mijn kleeren die koop
Ik bij Schakel en 'k loop
Van mijn leven niet met 'n kinderwagen.
FAG. 18 DE GROENE No 3H8