Historisch Archief 1877-1940
9II1CH
A.N.P.
een stoot in hun ribben voelen? Neen. Maar om
geheel te kunnen begrijpen hoe het wel in zijn werk
gaat, moet U iets weten van de werkzaamheid van
het Algemeen Nederlandsch Persbureau. In 1934
werd dit bureau opgericht door de Vereeniging van
Directeuren van Dagbladen in Nederland. Het beoogt
te zijn een onpartijdig en onafhankelijk bureau ter
verstrekking aan de Nederlandsche pers van
binnenen buitenlandsch nieuws en van nieuws uit de
overzeesche gewesten. Dat klinkt eenvoudig. Het lijkt
ingewikkeld en ziet er toch weer eenvoudig uit dank
zij een feillooze organisatie en installatie.
Want hoe verricht het bureau zijn taak ? In dezen
tijd van hoogspanning is die werkmethode dubbel
de aandacht waard. Klim dus in het zeer ruime
dubbele grachtenhuis tot de hoogste verdieping,
waar in een lage kamer aan de tuinzijde op tafels
langs de wanden een aantal zwarte kastjes staan,
waaruit lange, met paars betikte linten kronkelen.
Het woord Heli-toestellen zegt U niet veel. Maar
wel wordt U getroffen door een losse opmerking:
dat is het toestel van Reuter uit Londen, daarnaast
staat Havas uit Parijs te tikken, daar staat Stefani
uit Rome, ginds is Warschau bezig en dit hier is
het Deutsches Nachrichten Büro en die meneer,
die luistert aan die kortegolfontvanger, is bezig naar
het persbureau Domei uit Japan te luisteren en
daarnaast staat Tass uit Moskou. Die toestellen
worden van die steden uit draadloos en automatisch
in werking gesteld als men gaat zenden. Men zendt
radioseinen uit, maar het toestel werkt het hier zelf
om in letters en teekens, zoodat je van elke strook
den tekst in de betreffende taal kan aflezen. Hier
krijgt het A.N.P. zijn buitenlandsch nieuws. Uit
Londen, Parijs, Berlijn, Warschau, Tokio, Moskou,
Rome, waar de bureaux natuurlijk weer centrales
zijn voor het heele land. Net zoo, als het A.N.P. met
zijn Haagsche bijkantoor, weer de Centrale is voor
Nederland. De passieve centrale, als ontvanger van
al het nieuws, en de actieve centrale: als uitzender
van het nieuws. Ditmaal niet per radio, maar per
telex-toestel, de verreschrijver per draad, die de
door de redactie vertaalde en geschifte teksten van
de buitenlandsche persbureaux onmiddellijk aan
de kranten doorgeeft ter publicatie.
Soms worden die teksten direct met de hand op
de telex, de verreschrijfmachine, getikt, soms ook
worden er eerst geponste strooken van vervaardigd,
die automatisch veel sneller verzonden kunnen wor
den, waardoor er over de lijnen per uur meer be
richten kunnen gaan.
Lijkt dit ingewikkeld? Wellicht. Maar het gaat
bliksemsnel. Neem het bericht van de mobilisatie.
Precies om 13 uur 14 tikte het ontvangtoestel, dat
het Haagsche bijkantoor verbindt met het
Amsterdamsche hoofdkantoor, het nieuws, dat door de
regeering aan het bijkantoor was verstrekt. Om 13
uur 15, kwart over n, werd het nieuws als eerste
bericht opgenomen in de middaguitzending der
nieuwsberichten. Natuurlijk kregen de Europeesche
hoofdsteden van het bericht kennis via het A.N.P.
En precies tien minuten later seinde Reuter uit
Londen via zijn Heli-toestel naar de boven-tuin
kamer van het A.N.P. Nederlandsche regeering
besloot onmiddellijk te mobiliseeren". En tegelijk
bereikte dat bericht alle andere hoofdsteden van
Europa. Is het niet schitterend, hoe snel berichten
de wereld omvliegen? Jammer alleen, dat het
zulke slechte berichten zijn, meestal.
OM 13 uur 14 kwam het bericht van de mobili
satie per huislijn", per telex, van kantoor
Den Haag, naar kantoor Amsterdam. Hoe komt
dat nu in Uw huiskamer ? De
radionieuwsberichtendienst heeft twee paladijnen, twee verzorgers, niet
geheeten omroepers", maar redacteuren" wat
ook juister is. Want zij verzorgen hun eigen rubriek:
de radionieuwsberichten. Zij zijn redacteuren van
het A.N.P., evenals hun collega's daar met de ver
antwoordelijkheid voor de berichtgeving in hun
vaderland. De eene, met den baardelijken tooi,
heeft zijn pied a terre op de redactie buitenland.
Alle berichten die van de radiokamer op die redac
tie komen, krijgt hij onmiddellijk in handen. Hij
bekijkt ze, oordeelt ze al of niet van belang voor
Om 13 uur 15, n minuut na de ontvangst van het
faer/cht, deelde de radioredacteur van het A.N.P. de mobilisatie
aan de luisteraars mede. Uit deze cabine spreekt hij vier
a zes maal daags tot Nederland. In de lessenaar de
microfoon, rechts boven het lampje, dat gaat branden als er
nog een belangrijk bericht voor hem binnengekomen is.
zijn uitzending en behoudt ze eventueel. Zijn col
lega, de andere, zit op binnenland en redigeert dus
de radioberichten binnenland. Dan confereeren ze
samen en stellen ze hun radiokrantje" samen,
nummeren de berichten en wachten af, tot het uur
van, zenden gekomen is. Neem aan, het zal kwart
over n zijn. Dus extra-uitzending, een service,
die het A.N.P. den Nederlandschen luisteraars
biedt. De berichten staan om kwart voor n al
vast. Maar nu komt er om vijf voor n een zeer
belangrijk bericht. Een grensincident, een nota,
een communiqué. Voeg het er maar tusschen, als
no. ia. En om n uur komt een aanvulling, die
het weer minder belangrijk doet schijnen. Gooi het
om en breng de berichten als 6a en 6b. Op de lijst
van berichten een warboel van cijfers van volgorde.
De omroeper gaat in zijn cel. Hij is niet nerveus.
Alleen zich bewust van zijn gewichtige taak. De
eene en de andere praten wat met elkaar, de zware,
geluiddichte deuren staan nog open. In het midden
een lessenaar, met er onder een microfoon. Zoo
liggen de papieren hooger dan het gevoelige blokje
en is er geen last van storend geritsel. Er naast een
telefoontoestel. Hier bellen zij hun
omroepvereeniging. Nu is het tien minuten over n. Hallo,
mijne heeren van de radio, komt er nog wat van?"
U moet begrijpen, dat, als technici van
radiocontrólekamers uit en redacteuren van een nieuws
bureau, vier, vijf maal per dag met elkaar over de
lijn spreken, dat de dialogen iets van hun
zakelijken ernst inboeten.
Hallo meneer, bent U d'r al f Dat is vlug. U
suist zoo, meneer. Ik zeg, dat U hebt gesozen. Zijn
jullie weer te laat met jullie potpourris?"
Maar de heeren van de radio laten dat niet op
zich zitten:
Hallo, meneer, wat wou U eigenlijk van ons?"
,,Ik zou gaarne door de bemiddeling van Uw
omroepvereeniging eenige woorden tot het Neder
landsche volk richten !"
Spreek je lang, is er iets belangrijks?" Ongeveer
vijf minuten. Maar belangrijker dan jullie muziek
zal het allicht zijn. Hoe lang nog?" Nog een halve
minuut. Luister je?"
Dan klinkt de stem van den radio-omroeper, die
via de controlekamer door de lijn naar Amsterdam
gehoord wordt: En thans dames en heeren, volgen
de nieuwsberichten van het...."
De technicus uit Hilversum zegt: Let op, nog
vijf tellen, schakel maar om."
De man van het A.N.P. schakelt het telefoon
toestel uit en de microfoon aan. Nu luistert Neder
land naar dit kleine hokje. Ik zit er in en moet mij
beheerschen om niet plotseling in de microfoon
boe" te roepen. De redacteur is niet meer de wach
tende grappenmaker van daarnet. Hij is een ernstige,
geconcentreerde werker geworden.
Goeden middag, dames en heeren, hier volgt
een extra uitzending van nieuwsberichten door het
A.N.P. Publicatie, in welken vorm ook, is verboden."
Hij wacht. Hier is het een doodsche, lange stilte.
Voor de luidspreker is het een kort oogenblik van
angstig verwachten, een snel naar binnen loopen
Om 13 uur 14 kwam op op het Amsterdamsche kantoor
van het A.N.P. uit Den Haag het bericht binnen van
de mobilisatie, dat automatisch doorgegeven werd aan
de Nederlandsche dagbladpers. Ook het buitenland
werd er van verwittigd. En reeds tien minuten later,
om 13 uur 24, seinde Reuter uit Londen het bericht per
Hel/-toeste/ door heef Europa, zooals uit bovenstaand
te Amsterdam op dat moment ontvangen strook blijkt
in de kamer, vóór de berichten beginnen. Hier lijkt
nu de rust van elk woord, dat komt, overdreven.
In de huiskamer geeft die elk woord de ruimte om
in gehoord en begrepen te worden.
Maar stel, dat er nu op het oogenblik, dat de
berichten aan den gang zijn, nieuws binnenkomt,
dat zóó belangrijk is, dat het nog mee moet. Dan
brengt de redacteur, die het bewerkt heeft, het
onmiddellijk aan den hoofdredacteur. Die heeft
naast zijn bureau een knop. Hij drukt de knop in
en in de spreekcel gaat een wit lichtje branden. De
omroeper" weet, dat er nog een bericht komt. Het
wordt hem gebracht. En rustig klinkt zijn stem:
Zoo juist komt er nog een bericht binnen uit....
Berlijn. Het D.N.B, meldt, dat...." Zoo is men
altijd bij. Al kost het zenuwen.
Bericht na bericht verdwijnt van hieruit door
het microfoontje de wereld in, om daar zijn werk
van onrust of kalmeering te doen. Hier zijn ze nog
kleurloos, haast nog zonder beteekenis. Hun zin
krijgen ze eerst door de weerklank bij de luisteren
den rondom de toestellen.
EN daarom ook is het van belang dat zij die die
berichten uitspreken, ze zelf ook uitkiezen en
opstellen. Zij moeten de verantwoordelijkheid van
dit werk voelen. En alleen zij, die het dagelijks ver
richten, begrijpen den omvang. Er wordt onderling
overleg gepleegd. Bij twijfel wordt raad gevraagd
aan de collega's van de buitenland- of binnenland
redactie. En in ernstige gevallen wordt den raad in
gewonnen van den hoofdredacteur van het A.N.P.
Zoo werkt men daar thans onder hoogspanning.
's Ochtends reeds om acht uur wordt de eerste serie
uitgesproken. Om half zeven moet daarvoor de
redacteur zijn redactie- en verzamelwerk al begin
nen. Den heelen dag gaat het werk door, en eerst
's avonds, kwart over twaalf, na de laatste uitzen
ding kunnen de bureaux opgeruimd worden. De
eene redacteur slaapt dan ook op een kamer op het
bureau van het A.N.P. De andere holt naar huis
tusschen zijn uitzendingen in.
Zoo werken deze beide veel gehoorde Nederlan
ders als een onderdeel van die prachtige organisatie,
die het A.N.P. uitmaakt. Hun werk is hun ambitie.
Zij zijn zich bewust, van de belangstelling, die er
voor is. Ook zij worden gegrepen door de gebeurte
nissen, die zij verkondigen. Maar zij trachten in
hun stem geen emotie te laten doorklinken. Want
zij willen alleen maar het medium zijn, waardoor
heen het wereldnieuws de luisteraars bereikt. Op
het oogenblik staat hun woord hooger aangeschreven
dan dat van wijsgeeren en profeten. Want het kan
redd;ng of verderf beteekenen. H. B. FORTUIN
PAG. S DE GROENE No. 3248