De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 2 september pagina 5

2 september 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

9II1CH A.N.P. een stoot in hun ribben voelen? Neen. Maar om geheel te kunnen begrijpen hoe het wel in zijn werk gaat, moet U iets weten van de werkzaamheid van het Algemeen Nederlandsch Persbureau. In 1934 werd dit bureau opgericht door de Vereeniging van Directeuren van Dagbladen in Nederland. Het beoogt te zijn een onpartijdig en onafhankelijk bureau ter verstrekking aan de Nederlandsche pers van binnenen buitenlandsch nieuws en van nieuws uit de overzeesche gewesten. Dat klinkt eenvoudig. Het lijkt ingewikkeld en ziet er toch weer eenvoudig uit dank zij een feillooze organisatie en installatie. Want hoe verricht het bureau zijn taak ? In dezen tijd van hoogspanning is die werkmethode dubbel de aandacht waard. Klim dus in het zeer ruime dubbele grachtenhuis tot de hoogste verdieping, waar in een lage kamer aan de tuinzijde op tafels langs de wanden een aantal zwarte kastjes staan, waaruit lange, met paars betikte linten kronkelen. Het woord Heli-toestellen zegt U niet veel. Maar wel wordt U getroffen door een losse opmerking: dat is het toestel van Reuter uit Londen, daarnaast staat Havas uit Parijs te tikken, daar staat Stefani uit Rome, ginds is Warschau bezig en dit hier is het Deutsches Nachrichten Büro en die meneer, die luistert aan die kortegolfontvanger, is bezig naar het persbureau Domei uit Japan te luisteren en daarnaast staat Tass uit Moskou. Die toestellen worden van die steden uit draadloos en automatisch in werking gesteld als men gaat zenden. Men zendt radioseinen uit, maar het toestel werkt het hier zelf om in letters en teekens, zoodat je van elke strook den tekst in de betreffende taal kan aflezen. Hier krijgt het A.N.P. zijn buitenlandsch nieuws. Uit Londen, Parijs, Berlijn, Warschau, Tokio, Moskou, Rome, waar de bureaux natuurlijk weer centrales zijn voor het heele land. Net zoo, als het A.N.P. met zijn Haagsche bijkantoor, weer de Centrale is voor Nederland. De passieve centrale, als ontvanger van al het nieuws, en de actieve centrale: als uitzender van het nieuws. Ditmaal niet per radio, maar per telex-toestel, de verreschrijver per draad, die de door de redactie vertaalde en geschifte teksten van de buitenlandsche persbureaux onmiddellijk aan de kranten doorgeeft ter publicatie. Soms worden die teksten direct met de hand op de telex, de verreschrijfmachine, getikt, soms ook worden er eerst geponste strooken van vervaardigd, die automatisch veel sneller verzonden kunnen wor den, waardoor er over de lijnen per uur meer be richten kunnen gaan. Lijkt dit ingewikkeld? Wellicht. Maar het gaat bliksemsnel. Neem het bericht van de mobilisatie. Precies om 13 uur 14 tikte het ontvangtoestel, dat het Haagsche bijkantoor verbindt met het Amsterdamsche hoofdkantoor, het nieuws, dat door de regeering aan het bijkantoor was verstrekt. Om 13 uur 15, kwart over n, werd het nieuws als eerste bericht opgenomen in de middaguitzending der nieuwsberichten. Natuurlijk kregen de Europeesche hoofdsteden van het bericht kennis via het A.N.P. En precies tien minuten later seinde Reuter uit Londen via zijn Heli-toestel naar de boven-tuin kamer van het A.N.P. Nederlandsche regeering besloot onmiddellijk te mobiliseeren". En tegelijk bereikte dat bericht alle andere hoofdsteden van Europa. Is het niet schitterend, hoe snel berichten de wereld omvliegen? Jammer alleen, dat het zulke slechte berichten zijn, meestal. OM 13 uur 14 kwam het bericht van de mobili satie per huislijn", per telex, van kantoor Den Haag, naar kantoor Amsterdam. Hoe komt dat nu in Uw huiskamer ? De radionieuwsberichtendienst heeft twee paladijnen, twee verzorgers, niet geheeten omroepers", maar redacteuren" wat ook juister is. Want zij verzorgen hun eigen rubriek: de radionieuwsberichten. Zij zijn redacteuren van het A.N.P., evenals hun collega's daar met de ver antwoordelijkheid voor de berichtgeving in hun vaderland. De eene, met den baardelijken tooi, heeft zijn pied a terre op de redactie buitenland. Alle berichten die van de radiokamer op die redac tie komen, krijgt hij onmiddellijk in handen. Hij bekijkt ze, oordeelt ze al of niet van belang voor Om 13 uur 15, n minuut na de ontvangst van het faer/cht, deelde de radioredacteur van het A.N.P. de mobilisatie aan de luisteraars mede. Uit deze cabine spreekt hij vier a zes maal daags tot Nederland. In de lessenaar de microfoon, rechts boven het lampje, dat gaat branden als er nog een belangrijk bericht voor hem binnengekomen is. zijn uitzending en behoudt ze eventueel. Zijn col lega, de andere, zit op binnenland en redigeert dus de radioberichten binnenland. Dan confereeren ze samen en stellen ze hun radiokrantje" samen, nummeren de berichten en wachten af, tot het uur van, zenden gekomen is. Neem aan, het zal kwart over n zijn. Dus extra-uitzending, een service, die het A.N.P. den Nederlandschen luisteraars biedt. De berichten staan om kwart voor n al vast. Maar nu komt er om vijf voor n een zeer belangrijk bericht. Een grensincident, een nota, een communiqué. Voeg het er maar tusschen, als no. ia. En om n uur komt een aanvulling, die het weer minder belangrijk doet schijnen. Gooi het om en breng de berichten als 6a en 6b. Op de lijst van berichten een warboel van cijfers van volgorde. De omroeper gaat in zijn cel. Hij is niet nerveus. Alleen zich bewust van zijn gewichtige taak. De eene en de andere praten wat met elkaar, de zware, geluiddichte deuren staan nog open. In het midden een lessenaar, met er onder een microfoon. Zoo liggen de papieren hooger dan het gevoelige blokje en is er geen last van storend geritsel. Er naast een telefoontoestel. Hier bellen zij hun omroepvereeniging. Nu is het tien minuten over n. Hallo, mijne heeren van de radio, komt er nog wat van?" U moet begrijpen, dat, als technici van radiocontrólekamers uit en redacteuren van een nieuws bureau, vier, vijf maal per dag met elkaar over de lijn spreken, dat de dialogen iets van hun zakelijken ernst inboeten. Hallo meneer, bent U d'r al f Dat is vlug. U suist zoo, meneer. Ik zeg, dat U hebt gesozen. Zijn jullie weer te laat met jullie potpourris?" Maar de heeren van de radio laten dat niet op zich zitten: Hallo, meneer, wat wou U eigenlijk van ons?" ,,Ik zou gaarne door de bemiddeling van Uw omroepvereeniging eenige woorden tot het Neder landsche volk richten !" Spreek je lang, is er iets belangrijks?" Ongeveer vijf minuten. Maar belangrijker dan jullie muziek zal het allicht zijn. Hoe lang nog?" Nog een halve minuut. Luister je?" Dan klinkt de stem van den radio-omroeper, die via de controlekamer door de lijn naar Amsterdam gehoord wordt: En thans dames en heeren, volgen de nieuwsberichten van het...." De technicus uit Hilversum zegt: Let op, nog vijf tellen, schakel maar om." De man van het A.N.P. schakelt het telefoon toestel uit en de microfoon aan. Nu luistert Neder land naar dit kleine hokje. Ik zit er in en moet mij beheerschen om niet plotseling in de microfoon boe" te roepen. De redacteur is niet meer de wach tende grappenmaker van daarnet. Hij is een ernstige, geconcentreerde werker geworden. Goeden middag, dames en heeren, hier volgt een extra uitzending van nieuwsberichten door het A.N.P. Publicatie, in welken vorm ook, is verboden." Hij wacht. Hier is het een doodsche, lange stilte. Voor de luidspreker is het een kort oogenblik van angstig verwachten, een snel naar binnen loopen Om 13 uur 14 kwam op op het Amsterdamsche kantoor van het A.N.P. uit Den Haag het bericht binnen van de mobilisatie, dat automatisch doorgegeven werd aan de Nederlandsche dagbladpers. Ook het buitenland werd er van verwittigd. En reeds tien minuten later, om 13 uur 24, seinde Reuter uit Londen het bericht per Hel/-toeste/ door heef Europa, zooals uit bovenstaand te Amsterdam op dat moment ontvangen strook blijkt in de kamer, vóór de berichten beginnen. Hier lijkt nu de rust van elk woord, dat komt, overdreven. In de huiskamer geeft die elk woord de ruimte om in gehoord en begrepen te worden. Maar stel, dat er nu op het oogenblik, dat de berichten aan den gang zijn, nieuws binnenkomt, dat zóó belangrijk is, dat het nog mee moet. Dan brengt de redacteur, die het bewerkt heeft, het onmiddellijk aan den hoofdredacteur. Die heeft naast zijn bureau een knop. Hij drukt de knop in en in de spreekcel gaat een wit lichtje branden. De omroeper" weet, dat er nog een bericht komt. Het wordt hem gebracht. En rustig klinkt zijn stem: Zoo juist komt er nog een bericht binnen uit.... Berlijn. Het D.N.B, meldt, dat...." Zoo is men altijd bij. Al kost het zenuwen. Bericht na bericht verdwijnt van hieruit door het microfoontje de wereld in, om daar zijn werk van onrust of kalmeering te doen. Hier zijn ze nog kleurloos, haast nog zonder beteekenis. Hun zin krijgen ze eerst door de weerklank bij de luisteren den rondom de toestellen. EN daarom ook is het van belang dat zij die die berichten uitspreken, ze zelf ook uitkiezen en opstellen. Zij moeten de verantwoordelijkheid van dit werk voelen. En alleen zij, die het dagelijks ver richten, begrijpen den omvang. Er wordt onderling overleg gepleegd. Bij twijfel wordt raad gevraagd aan de collega's van de buitenland- of binnenland redactie. En in ernstige gevallen wordt den raad in gewonnen van den hoofdredacteur van het A.N.P. Zoo werkt men daar thans onder hoogspanning. 's Ochtends reeds om acht uur wordt de eerste serie uitgesproken. Om half zeven moet daarvoor de redacteur zijn redactie- en verzamelwerk al begin nen. Den heelen dag gaat het werk door, en eerst 's avonds, kwart over twaalf, na de laatste uitzen ding kunnen de bureaux opgeruimd worden. De eene redacteur slaapt dan ook op een kamer op het bureau van het A.N.P. De andere holt naar huis tusschen zijn uitzendingen in. Zoo werken deze beide veel gehoorde Nederlan ders als een onderdeel van die prachtige organisatie, die het A.N.P. uitmaakt. Hun werk is hun ambitie. Zij zijn zich bewust, van de belangstelling, die er voor is. Ook zij worden gegrepen door de gebeurte nissen, die zij verkondigen. Maar zij trachten in hun stem geen emotie te laten doorklinken. Want zij willen alleen maar het medium zijn, waardoor heen het wereldnieuws de luisteraars bereikt. Op het oogenblik staat hun woord hooger aangeschreven dan dat van wijsgeeren en profeten. Want het kan redd;ng of verderf beteekenen. H. B. FORTUIN PAG. S DE GROENE No. 3248

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl