De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 2 september pagina 7

2 september 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

OP DE VLUCHT - Belevenissen van een opgejaagd l tourist Donderdag, 24 Aug.: Bern. Durft U verder te rei zen?" had de douanier te Delle gevraagd terwijl hij in m'n triptiek neusde. Ja, hoor, ikke wel; ik ben niet van plan me ook dézen reis te laten afne men door sensatieberichten ! Verleden jaar 28 Sep tember toen met München heb ik me ook al door ,,dè" persberichten laten wegjagen uit Monte Carlo; weg van de zon, van het casino, blauw water, zwarte oogen en van de dolle hors d'oeuvre'tjes.... om niks. Ik ga naar de Landi-tentoonstelling in de Schifflibach varen. Hitler en Polen vechten het samen wel uit of ik nu in Zürich zit of in Amstelveen''. In Bern geef ik den vijf nationalen wapenberen wortels en borstplaat; wat bedelen die koningen van het woud toch bij ons, dagjesmenschen! 's Nachts een telegram: bel terstond Amsterdam op". Jaa, 't is wel goed hoor: morgenochtend. Vrijdagmorgen, 25 Aug.: Bij den portier wachten zes nerveuze toeristen op hetzelfde als ik: aanslui ting. Es kann Stunden dauern". En het dauert ook, Stunden. We krijgen zoo meteen mobilisatie" hoor ik van Amsterdam als ik eindelijk de cel in mag kom terug". Dan snijd de telefooncentrale pardoes af: met mededeelingen in telegramstijl moet vol staan worden, vindt schijnbaar de Zwitsersche P.T.T., er is geen tijd voor conversatie. Geprikkeld geef ik gas terug naar het noorden dus, over Délémont op Basel aan. Hé, de weg is uitgestorven. Ze ze, alle toeristen zijn gisteren en vannacht al.... gevlucht. In Basel doodsche stilte, alleen een kleine invasie van Elzassers, die het oerneutrale Zwitserland veiliger vinden dan het immers altijd al betwistte Alsace Lorraine. Naar ons consulaat: Wat dunkt U van den toe stand? Zou ik hier niet kunnen blijven?" Nein, prompt returnieren" ordert de heer Burckhardt, oorlog of geen oorlog, de grenzen konden weieens dichtgaan en benzine kunt u zeker niet meer krijgen zoodra een eventueele Zwitsersche mobilisatie wordt afgekondigd". Ik tank boordevol plus een stel bus sen in den dicky seat, en steek bij St. Louis de Fransche grens over. WAREMPEL, nu zie ik het ook: er is oorlog ! Dus met 60 in de bocht op Holland aan, als alle anderen. Passeer bij Colmar (vóór '14 Kolmar) drie Nederlandsche touringcars. In den eenen bus zingen ze van eikenhout i-i-i-s hout", in den anderen kijken ze als beleedigde oorwurmen en in den derden staat de reisleider heele toespraken (ge ruststellende) te houden door zijn megafoon. Colonnes, files, slierten, convooien, transporten militair gedoe op den weg. Je kan zoowat niet op schieten. Over Kaysersberg, St. Diévoorwaarts, nonstop. Niemand, behalve de militaire transporten, rijdt onder de tachtig. Van auto tot auto springt de paniekvonk op ons over. Door Raon l'Etape, Lun ville wat een troepenverplaatsingen hier ! dan alweer Nancy. Maar welk een verandering sinds eergisteren ! Toen droomde het. Nu ijlt het. Het wordt avond en het motregent. Maar de straatlantaarns gaan niet aan, zoodat ik de wegwijzers haast niet lezen kan. Aha, daar gaat de routenationale no. 57 naar Metz, die moet ik inslaan. Dat is de weg naar mijn eigen volk. In het pikdon ker door Marbache, Belleville. Ik wil zekerheidsnaar veilig Nederland halve tanken maar de pompbaas houdt zich niet thuis. In de dorpen staan de menschen in rissen langs de stoepen, volgen de uittocht der luxe-vluch telingen en der opgeroepen landgenooten. Overal groepjes eenzaam voortsjokkende kerels elk met een koffertje; dat zijn de jongens voor de opkomst met-spoed. Ze kuieren kalmpjes aan, doodmoe, berustend. Ik neem er een mee, die hartverscheu rend liep te hinken. Om wat van hem te hooren na tuurlijk ook, maar hij slaapt op slag in, zijn mobili satiebevel met een zelfgerold saffiaantje op zijn oor; hij ruikt naar knoflook en bangheid. In Pont a Mousson wordt gestopt om een Paris Soir" te koopen: alle kranten allang uitverkocht; men weet hier niets. Derhalve alles, namelijk, dat er dus oor log moetzijn. ,,Oui, si si, c'est la guerre inévitable, c'est que Henderson a.. .." Die honderden men schen op den Moezelbrug zijn totaal de kluts kwijt. De bakker is ook uitverkocht en dat is voor hem het zekerst bewijs van oorlog, want oorlog is honger. In het volgende gat net zoo. Geen bulletin, geen brood, wél oproepingen bij de vleet. Er is oorlogs stemming onder de lui. Geen spontane, vol lekkere wraak, doch een fatalistische van: als er dan toch gevochten moet worden, dan zullen we het even uitvechten, vooruit maar weer !" Verder de nacht in: geen enkele boerderij verlicht; men vreest lucht aanvallen. Door Champey, Corny en de donkere tusschennesten. In den na-avond: Metz. Ik ga op zoek naar een hotelkamer. De meeste hotels zijn al op nachtslot met het ergerlijk bordje: complet". Wegens staat van beleg zijn de café's gesloten. Waarom gaan al die mannen niet naar hun bestemmingskazernes? Ze zijn er allemaal al geweest de stakkerds ! En er is ze gezegd: morgen terugkomen, ga weg." Is er dan niet op ze gerekend? Ja en neen. De beroemde, in vredestijd zoo char mante, Fransche slag. Een janboel. In een reizigers hotel vind ik een bed: frcs. 75.?. Nog even een rondtoer op jacht naar benzine. In de buitenwijken mag ik ergens tien liter opdoen en nog een reserve bus inslaan. Die bus gaat met de gehamsterde Zwit sersche busschen mee naar boven naar mijn slaap kamer. Voor mijn deur staat een man, half burger half officier. Ik bied honderd francs voor Uw kamer". Ik veins hem niet te verstaan. Ik heb er 400 K.M. opzitten. Dan herinner ik me den slapenden opgeroepene beneden in den wagen. Het zijn er nu vier; ze liggen uitgeput over elkaar heen. Als ik ze eruit gooi, slaan ze mij met wagen en al in gruzelementen. En heel de nacht door het geschuifel van duizenden daklooze voeten. Als bedelaars sjouwen de poilus en héros van morgen vandaag door de straten van hun land, dat ze administratief niet bergen kan. ZATERDAGMORGEN, 26 Aug.: Jakker maar niet zoo, zulle, ge komt er toch niet deur", gilt een Belg, die zonder benzine aan den kant staat. Geen vuiltje aan de lucht, dames en heeren" ora kelt joviaal een Hollandsche reisleider tegen zijn passagiers in een bus. De goede man wil er den moed inhouden. We praten even samen op fluister toon. Het malste is, dat ze den ernst niet willen of kunnen inzien" vertrouwt hij me toe, de meeste deelnemers staren zich nog blind op het feit, dat hun vacantie afgebroken en mislukt is en praten maar over vergoeding van de reissom. Maar met zoo'n touringcar ben je, zoolang je benzine kan Door de Maginotlinie naar huis! Er wordt druk geoefend! krijgen, nog mooi af vergeleken bij de treingroepen. Wie op de perrons verdwaalt zit direct zonder pa pieren want ze reizen op een collectiefpas. Zonder eten en slapen zijn er al groepen sinds twee dagen onderweg uit Nice; daarbij vergeleken maken mijn busmenschen nog onverwacht een interessante reis door den Maginotlijn." Wel thuis". Dan volgt een sterk-militairistisch gebied. Alom versperringen waar soldaten, vooral Marokkanen met gele tulband, aan staan te werken. In Thionville, eertijds Diederichhofen, een bende: hier wordt grootscheeps gehamsterd; de winkelstraten vol vrouwen met tasschen en zakken. Middenop het land, even onder Evrange al nabij Luxemburg.... STOP!" Een onderofficier staat middenop den weg. De sigaar" zucht ik. Mijn pas wordt bekeken; ik krijg een laissez-passer, geldig voor 9 uren. Het wordt op den voorruit gehecht onder den wisser. En zóó, zonder last Frankrijk uit, Luxemburg in. Hè, hè. In Luxemburg, tot voor enkele etmalen hét vaste vacantieoord voor alle, Duitschland liever vermijdende, Hollanders, geen kip of kraai te zien. Alleen wat transito-menschen met haast. Nu op Liège aan. De atmosfeer is hier zoo weinig geladen, dat ik me durf veroorloven even nog de Expo te gaan bezoeken. Ook de Watertentoonstelling is plots een Sahara geworden. De verkoopstands van souvenirs zijn al gesloten; ze kunnen den standhuur niet eens meer opbrengen. Na Luik beginnen de wegwijzers al op het naderend onzijdig veilig Neder land te duiden: Maastricht. Nog maar enkele kilo meters. Zou de grens nog open zijn? Zaterdagavond, 26 Aug. rem ik in Holland's Interlaken: Valkenburg. En ineens, hoe 'raar, is er geen guerre meer! Geen internationale spanningen meer l De wandelstokjes tikken lustig als altijd om dezen tijd van het jaar door de hoofdstraat. Neder land koketteert met zijn onschendbare neutraliteit. Is dat nog maar enkele uren geleden, al die huilende vrouwen, al die uitgeputte opgeroepenen, de stiekum donker gehouden plaatsjes al te dicht bij het front van vannacht of morgenavond? In de serre van hotel Continental zit een zoojuist uit het buiten land gered reisgezelschap na te keuvelen over het avontuurtje; tot besluit, want eind goed al goed, gaan ze met z'n allen naar het Casino en het Pavil joen, waar vanavond bal is met toeters en mutsjes en variété. Het is waar, de Corridor en Danzig liggen wel erg ver van het Geuldal. Zondag 26 Aug. Langs de mijn Maurits en door Roermond, den wagen wringend tusschen de wel zeer nauw op elkaar gezette defensiebuizen met ge vaarlijk goedje erin, door Arnhem en Nijmegen, waar men de bruggen stapvoets moet overtrekken, door Veluwe en Gooi. Prachtweer. Wat deden ze toch overdreven in dat Frankrijk.... Opgewonden standjes, ces Francais! Hoe heb ik me zoo mee kunnen laten sleepen? Er is immers niets aan de hand? Jan Tabak" zit vol leuke lui. En thuis ook; ze zijn er zóó normaal hé, jij al terug?" dat ze me verwijten niet eens gedacht te hebben aan de beleefde cadeautjes uit het buitenland en aan de beloofde flesch Pernod voor de bridgeclub. Maar de wagen riekt nog steeds naar dien viezen vent, den onbekenden soldaat, die meereed van Pont a Mousson naar de soldatenhe!-Metz. DE JOSSELIN DE JONG Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE PAG. 7 DE GROENE No. 3243

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl