De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 9 september pagina 4

9 september 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Waarom niet Nederlandsch fabrikaat 1 WAT van verre komt, is lekker zegt men wel eens en de verschillende instanties schijnen hierover ook zoo te denken wanneer het op het aankoopen van vliegtuigen aankomt. Ons Leger Vliegkorps in Indiëgebruikt Amerikaansche bommen werpers en verkenners, de Marine bestelde driemotorige vliegbooten in Duitschland, waarvan welis waar een deel hier zou worden gemaakt, doch men gaf de voorkeur aan een buitenlandsch ontwerp. S>esterberg krijgt over eenigen tijd Amerikaansche verkenners, de K.L.M, en de K.N.I.L.M. vliegen sedert jaar en dag reeds met Amerikaansche verkeers vliegtuigen en tegen het einde van dit jaar wordt de vloot der KLM uitgebreid met wederom vijf toe stellen van Amerikaansche origine. Al deze bestellingen zijn natuurlijk nog van voor den oorlog". Afgezien nog van de practische mogelijkheid van levering, blijft de vraag bes aan of dit noodig was. Ja, zeggen de officieele instanties, want de Nederlandsche vliegtuigindustrie is noch voldoende uitgerust, noch voldoende onderlegd om in de Nederlandsche behoefte aan militaire- en ver keersvliegtuigen te voorzien. Buitendien, zegt men, de inzichten omtrent tactisch en strategisch gebruik wijzigen zich herhaaldelijk en het is niet mogelijk om geruimen tijd van te voren te zeggen, waaraan zoo straks behoefte zal zijn. Men" kan dus niet nauwkeurig omschreven eischen formuleeren en ze in een bestek vastleggen opdat de industrie het vliegtuigtype in kwestie kan gaan bouwen. En ook de verkeersvliegerij kan niet lang van te voren zeggen, welke machine zij noodig zal hebben. M.a.w., men verkeert in de noodzakelijkheid om achter de markt aan te loopen en dat te koopen wat men op een gegeven oogenblik kan krijgen. Volgens deze redeneering zou het buitenland dus steeds gelijk hebben en zou men daar ook in de toekomst kunnen zien, zelfs min of meer aan tooverij doen, want blijkbaar is men daar wel tot het volkomen onmogelijke in staat, n.l. het tijdig formuleeren van nauwkeurig omschreven eischen voor nieuwe vliegtuigtypes. Natuurlijk is dit heelemaal niet het geval en de chefs der buitenlandsche luchtmachten, de directeuren der buitenlandsche luchtverkeersmaatschappijen zitten net zoo goed als wij voor de groote moeilijkheid om vandaag te moeten zeggen wat zij straks noodig zullen hebben. Alleen, men neemt daar op een gegeven oogenblik een besluit en hoopt dan maar, dat men zich niet heeft vergist. Natuurlijk komen vergissingen wel eens voor; een jaar of drie geleden bijv. dachten de groote Amerikaansche luchtverkeersmaatschappijen dat het verkeer zoo sterk zou toenemen, dat men in 1940 behoefte zou hebben aan groote viermotorige vliegtuigen voor 40 passagiers. Men vormde een syndicaat en de bouw van het prototype van den Douglas DC-4 werd hieruit gefinancierd. Intusschen is echter gebleken, dat het Amerikaansche binnenlandsche luchtverkeer voorloopig dergelijke groote vliegtuigen nog niet noodig heeft en dat de geringe toename van dit verkeer gemakkelijk en ook beter kan worden opgevangen door een wat hoogere frequentie der diensten met kleinere machines, welke dan steeds behoorlijk bezet zijn. Het is na tuurlijk niet prettig, zich te vergissen, doch het is altijd nog beter dan in het geheel geen besluit te nemen. En wat militaire vliegtuigen betreft: het type, dat vandaag in serie wordt gemaakt, is twee drie jaar oud en, zoo snel gaat de vliegtuigtechniek zeker thans vooruit verouderd. Een betere, moder nere machine is reeds ontworpen, tien tegen n bestaat het prototype reeds ervan. Tegen den tijd, dat de laatste machine der huidige serie de fabriek verlaat, zijn alle voorbereidingen reeds getroffen om het nieuwe" type, dat dan ook al weer is ver ouderd, in serie te gaan fabriceeren. Zou men dus slechts het allernieuwste willen hebben, dan kreeg men nimmer iets en men moet dan ook op een gegeven oogenblik besluiten een bestek te maken voor een bepaald vliegtuigtype op grond van de huidige kennis en inzichten, wetende, dat de toestellen, eerst over twee, drie jaar bij de troep zullen kunnen zijn «n dat men dan over vliegtuigen beschikt, welk min of meer verouderd zijn en welke misschien niet heelemaal meer overeenstemmen met de dan heerschende inzichten. En dit alles geldt dan nog alleen maar voor vredestijd. DIT alles maakt, dat het aanschaffen van zoo wel militaire als verkeersvliegtuigen een moei lijke zaak is, die van de bestellers niet alleen een groote technische kennis vereischt, doch ook een vooruitziende blik. Nochtans blijft het bestellen een gok" en het gevaar wordt niet bezworen door te gaan varen op het kompas van anderen: door in het buitenland te gaan koopen. Want die anderen kun nen zich zeer goed vergissen. Buitendien, de om standigheden waaronder hier moet worden gevlogen, kunnen zooveel verschillen van die waaronder men in het buitenland vliegt, dat een vliegtuig, dat daar voldoet, hier een mislukking kan zijn. Om een voorbeeld te noemen: wij onderhouden een dienst op Indiëmet machines, ontworpen voor het Amerikaansche binnenlandsche luchtverkeer. Door de inrichting van de kajuit te veranderen,zijn deze toestellen min of meer geschikt gemaakt voor het lange-afstandsverkeer, doch werkelijk comfor tabel zijn ze niet. Er is geen promenadedek, er is geen bar, men moet in zijn stoel blijven zitten of liggen, er mag niet worden gerookt aan boord, kortom, het zijn gén vliegtuigen, geschikt voor reizen, die verscheidene dagen duren en zij deugen dan ook feitelijk niet voor die Indië-lijn ook al zijn het prima vliegmachines. Er is dus alles voor te zeggen, dat men" zich tijdig verstaat met de vliegtuigconstructeurs in eigen land en tezamen met hen een project uit werkt, dat aan de eischen voldoet, welke wij moeten stellen. Niemand zal willen beweren, dat het den leidenden officieren der Militaire en Marine Lucht vaart en den leiders der K.L.M, en K.N.I.L.M. aan de noodige kennis ontbreekt, terwijl een bewering als zouden onze vliegtuigconstructeurs niet voldoende zijn onderlegd en niet beschikken over een goed productieapparaat, door de feiten direct wordt weerlegd. Vliegtuigen als de Fokker G. i, D. 21, D. 23, T.8.W., T. 9, C. 14. W, de Koolhoven FK. 58, FK. 56, enz. leveren stuk voor stuk het bewijs van hun kunnen, want deze toestellen kunnen iedere vergelijking met gelijksoortige machines in het buitenland verdragen. En wat het productie-appa raat betreft: iedereen, die wel eens een bezoek heeft gebracht aan de huidige fabrieken van Fokker en Koolhoven zal moeten toegeven, dat wij hier te maken hebben met goed ingerichte en goed georga niseerde bedrijven. Door de bijzondere relaties met Douglas, North American Aviation en Consolidated is Fokker in staat geweest kennis te nemen van de door deze drie fabrieken in de loop der jaren ont wikkelde metaalconstructies en heeft hij hiervan kunnen overnemen, wat voor zijn bedrijf het meest geschikt was, zonder te behoeven vervallen in allerlei kostbare en tijdroovende proefnemingen. Buiten dien bouwde Fokker zelf zestien jaren geleden reeds geheel metalen rompen voor vliegbooten en heeft hij sindsdien ontelbare metalen drijvers en andere onderdeden vervaardigd, zoodat die ervaring van anderen slechts heeft behoeven te dienen om zijn eigen ervaring te completeeren. De opvatting als zou dit bedrijf niet in staat zijn om geheel me talen vliegtuigen in serie te vervaardigen, is dan ook onjuist. L'HISTOIRE se répète. Het miskennen van het kunnen der eigen industrie maakten wij inder tijd reeds mede bij de scheepvaart en de spoor wegen. Jaren lang heeft men de offertes der eigen werven en machinefabrieken genegeerd, weigerde men mede te werken aan den opbouw der eigen industrie. Slechts de Engelsche werven konden goede zeeschepen bouwen, slechts de Engelsche en Duit sche industrie kon goede locomotieven maken, alleen het buitenland kon bruikbare wagons leve ren. De menschen hier hadden onvoldoende erva ring, zij konden niet voorzien in de behoefte der Nederlandsche scheepvaart en spoorwegen. Het heeft heeft heel lang geduurd voor men tot andere inzichten kwam en de eerste orders werden met angst in het hart gegeven. Tegen iedere verwachting in echter, bleken de producten der Nederlandsche industrie niet alleen die van het buitenland te evenaren, in vele gevallen waren zij zelfs van betere kwaliteit. Vandaag zal niemand er meer aan denken, het kunnen onzer werven en machinefabrieken in twijfel te trekken en scheepvaart en spoorwegen werken dan ook intensief met hen samen, stellen hen tijdig op de hoogte van hetgeen zij noodig hebben. De resultaten dezer samenwerking zien wij in onze Diesel- en electrische treinen, in een Oranje" en andere schepen, en die resultaten zijn goed l Evenmin als die scheepswerven en machine fabrieken staan onze vliegtuigfabrieken in kennis en ervaring achter bij het buitenland en er behoefde dan ook vrijwel nimmer reden te zijn om de voor keur te geven aan buitenlandsch materiaal. En zooveel meer dringt dit thans, nu de omstandig heden onzen argumenten de klem bijzetten, die ze onwederlegbaar zal doen zijn. Het tempo van een Hoe Duitscfiland zijn strijd tegen Van onzen militairen medewerker. IN den nacht van 31 Augustus op i September 1939 of althans in den morgen van laatst genoemden dag, is een Duitsche krijgsmacht tot den aanval op Polen overgegaan tot den tegen aanval", naar de zienswijze van de leiders in Duitschland en daarmede is de eerste daadwer kelijke actie verricht, welke leiden moet tot de zoo gevreesde ramp, die men aanduidt met het woord wereldoorlog". Jarenlang heeft men die verschrik king zien aankomen en ontelbare malen heeft men gewezen op het afschuwelijke daarvan niet alleen, maar op het feit, dat uit het Armageddon" niets dan ellende en noch voor den overwonnene noch voor den overwinnaar ooit iets anders dan ramp spoed kan voortkomen. In het verre Oosten van ons werelddeel aan de grenzen van Duitschland en Polen is de strijd ont brand, die gedoemd is, om geheel Europa in vuur en vlam te zetten en het is zeker de bedoeling van de Duitsche legerleiding, om deze actie zoo snel mogelijk te doen verloopen, teneinde in het Oosten de handen zooveel mogelijk vrij te krijgen voor het voeren van den oorlog tegen de veel machtiger tegenstanders Engeland en Frankrijk. Hoe de worsteling tegen de Westelijke mogendheden zich zal ontwikkelen, is thans nog niet te begrooten de gebeurtenissen van de eerstvolgende weken zullen daaromtrent wel het een en ander te zien geven maar aanvankelijk is het voorspel", de aanvalsoorlog tegen de Poolsche strijdkrachten, het voornaamste gebeuren óp het strijdtooneel en als zoodanig houdt het thans ieders aandacht ten volle gespannen. De Duitsche troepen zijn hier strategisch en voorloopig ook tactisch, volledig in den aanval en men kan er verzekerd van zijn, dat dit offensief zóó krachtig zal worden in- en doorgezet als maar eenigszins mogelijk is. Hoe spoediger de aanvaller hier het voorloopig gestelde doel zal hebben bereikt, des te gunstiger zal zulks voor hem zijn. Hoe langer toch de strijd in Polen duurt des te meer kans Duitschland loopt, om gedwongen te zijn, om op twee fronten te moeten vechten, hetgeen uiteraard een strategisch nadeel is. Duitschland geniet bij zijn actie tegen Polen verscheiden voordeelen. Het kan met overmacht van troepen en wapenen optreden, het heeft de gelegenheid, om van uit eigen gebied op verschil lende plaatsen de Polen concentrisch aan te vallen en de bondgenooten van den verdediger zijn voor loopig niet bij machte, om dezen met troepen directen steun te verleenen. Bijna alle factoren, welke ten gunste van den aanvaller kunnen mede tellen zijn aanwezig en de gegevens voor het met succes voeren van een z.g. Blitzkrieg" zijri in dit geval bij uitstek voorhanden, al vormt de geogra fische gesteldheid van Polen, met zijn moeilijk terrein en schaarschte aan wegen een zeker nadeel. ER is echter n groote ongunstige factor, die steeds, in het geval van eenigszins gelijk waardige tegenstanders, op de creditzijde van den verdediger voorkomt en dat is de zooveel grooter kracht, welke in den modernen oorlog, in het defensief gelegen is. De geweldige vooruitgang van de techniek heeft den invloed van mensch en dier in het gevecht zeer aanzienlijk doen verminderen. Op het gevechtsveld is thans het hoogste woord aan de machine en terwijl het paard nagenoeg geheel uit de oorlogvoering is verdwenen is de mensch in hoofdzaak daar, om de machine behoorlijk tot haar recht te doen komen. Aangezien de aan valler zijn doel niet bereikt heeft, zoolang zijn troepen het gestelde doel niet metterdaad in bezit hebben genomen en de verdediger niet als ver slagen" kan worden beschouwd, zoolang dit laatste succes niet is bereikt, is de kans op succes van het defensief in het algemeen, door het voortschrijden der techniek op geweldige wijze toegenomen. Omtrent de krachtsverhouding op het Poolsche oorlogstooneel zijn nog niet voldoende gegevens voorhanden, maar men mag aannemen dat de Duitsche legerleiding, die goed bekend is met de UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken nu over meer dan een half millioen gegeveni. Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen, stam1 boomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier, Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen. PAG. ?< DE GROENE N». 3249

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl