Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Het is moeilijk (althans: het valt schrijver dezes
moeilijk), aan den oorlog te wennen.
Vreemd: jarenlang kennen wij hem toch. Velen,
ja de meesten onzer, hebben den wereldoorlog mee
gemaakt of bewaren er min of meer vage herinne
ringen aan. Indien wij al geloofd hadden dat deze
wereldoorlog de laatste zou zijn, dan wisten wij
toch reeds dat hij niet de laatste was. Afgezien van
kleine conflicten als die in Zuid-Amerika (maar
dat lag zoo ver weg), hebben wij de verovering door
Japan van Mandsjoerije beleefd. Dat was in 1931.
In Januari 1932 werd Shanghai door de Japanners
gebombardeerd. Drie-en-een-half jaar later, in 1935,
begon Italiëden veldtocht tegen Abessynië, en toen
dook, voor het eerst het woord wereldoorlog" weer
op in de pers. Weer een jaar verder, ontbrandde de
burgeroorlog in Spanje die ons met alle
afzichtelijkheden van den gemoderniseerden oorlog bekend
heeft gemaakt, en nauwelijks waren wederom
twaalf maanden verstreken of Japan begon een
strijd die de verovering van geheel China tot doel
had. September 1938 bracht ons op den rand van
den afgrond. En nu, in de eerste Septemberdagen
van 1939, zijn wij er in gestort.
Wij kenden den oorlog uit beschrijvingen, uit
afbeeldingen, uit films, zwijgend en sprekend
en wij kenden hem eigenlijk niet. Wij kenden hem
als een buiten ons liggende werkelijkheid, en nu hij
een werkelijkheid is geworden die ons raakt (of
bijna raakt), blijkt dat wij er eigenlijk altijd naast"
hebben gestaan. En nóg staan ! Het leven immers
gaat zijn gewonen gang. De post, dekrant, de melk
boer en de slager, de wasscherij en de quitantie van
den huishuur?alles komt op tijd. De vele
oorlogsberichten der laatste jaren hebben ons blijkbaar
afgestompt.
De bulletins der Duitsche legerleiding waarin
van tal van onuitsprekelijke Poolsche plaatsen
sprake is, vervelen ons nu reeds. De prikkels der
afgeloopen maanden waren zoo sterk, dat hél
krachtige prikkels noodig zijn om onze belangstel
ling te wekken. Misschien dat we pas ontwaken als
Londen, Parijs en Berlijn hevig gebombardeerd
worden plaatsen die velen onzer van nabij, en
goed, kennen.
Nu koopen we de extra-edities al niet meer waar
mee de verschillende dagbladen elkaar op z'n
allerhevigst beconcurreeren. En de meneer van het
A.N.P. gaan we straks afzetten: acht uur's morgens
is wel wat vroeg om overvallen te worden met
oorlogsberichten.
Ik zeg niet dat we daarmee gelijk hebben. Deze
struisvogel-politiek is heelemaal niet bewonderens
waardig. Maar het gaat in de Kantteekeningen"
om de eenvoudige beschrijving van de werkelijkheid.
En zoo was deze week de werkelijkheid: Polen is
veraf; in het Westen was de oorlog nog maar nau
welijks begonnen, en daardoor hadden we het
gevoel dat het nog vrede was, al leerden krant en
radio ons anders.
De schuldvraag
Serieuze historici plegen bij den oorlog de z.g.
schuldvraag te splitsen; zij onderscheiden schuld in
ruimeren zin, en schuld in engeren zin. De schuld
in ruimeren zin rust op die mogendheid (of mogend»
heden) die door hun gezindheid en jarenlang streven
het uitbreken van den oorlog in steeds hooger mate
mogelijk heeft gemaakt; de schuld in engeren zin
rust op die mogendheid (of mogendheden) die door
haar handelingen tenslotte den oorlog onvermijdelijk
maakt.
Als elke tegenstelling bevat ook deze een element
van willekeur, en datzelfde element van willekeur
schuilt ook in het feit dat men berhaupt" van
schuld" spreekt. Intusschen schijnt het toekennen
van schuld (of het bepalen der oorzakelijkheid) een
practische behoefte van ons verstand te zijn; reden
waarom wij de schuldvraag hier niet willen voorbij
gaan.
De schuldvraag van den wereldoorlog is nog
steeds niet opgelost. De meeste onderzoekers geven
Duitschland en Rusland het leeuwendeel van de
j woninginrichting
/ meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
schuld in ruimeren zin, terwijl zij beiden met
Oostenrijk-Hongarije meestal als de schuldigen in
engeren zin beschouwd worden. Geheel opgelost zijn
deze quaesties echter niet, en het zou ook onmogelijk
zijn, nu reeds de schuldvraag van den pas uitge
broken oorlog aan te voeren, ware het niet dat een
der mogendheden die er in betrokken is, reeds jaren
lang openlijk naar de hegemonie in Europa streeft,
alle volkeren aan haar wil wenscht te onderwerpen
en daardoor den oorlog steeds dichter bij heeft ge
bracht.
Het toekennen van schuld in engeren zin, is min
der belangrijk, maar ook moeilijker, ja op het
oogenblik volslagen onmogelijk. Het staat vast,
dat Duitschland met den eigenlijken grooten aanval
is begonnen, maar de berichten over Poolsche over
tredingen van de Duitsche grens behoeven niet alle
maal onjuist te zijn. Het is bekend dat de agressieve
stemming onder de Poolsche bevolking de laatste
maanden aanzienlijk is gestegen, en terwijl de
Duitsche pers herhaaldelijk op deelen van Polen
aanspraak maakte, heeft de Poolsche pers van haar
kant meer dan eens van Poolsche rechten op deelen
van het huidige Duitschland geschreven. De historie
moet later maar uitmaken of Polen een deel van
den schuld in engeren zin treft, en, zoo ja, hoeveel.
Het feit van den oorlog zelf maakt dit onderzoek
op het oogenblik onmogelijk.
Duitschland zet door
Door de elkaar tegensprekende mededeelingen
der strijdende regeeringen, is het voorshands on
mogelijk, objectief den overgang van vrede naar
oorlog te schetsen. Een feit is echter, dat Duitsch
land op het oogenblik de eenige staat is die men op
onjuistheden bij de weergave van dezen overgang
heeft kunnen betrappen.
In den loop van Donderdag, vorige week, steeg
de spanning voortdurend, 's Avonds laat werden
zestien Duitsche eischen aan Polen bekend gemaakt.
De Duitsche regeering maakte bekend dat Polen
over deze punten niet wenschte te onderhandelen.
De waarheid was, dat Polen te Berlijn een gezant
had, die de ruimste bevoegdheden tot onderhan
delingen had, doch dat deze gezant van de voor
stellen" eerst kennis kreeg toen ze in de krant met het
woord verworpen" vermeld stonden. Daarop zette
Duitschland door volgens een blijkbaar vooraf tot
in details beraamd plan. De aansluiting van Danzig
bij het Rijk werd geproclameerd. Tegelijk overschre
den in Noord, West en Zuid Polen Duitsche troepen
de Poolsche grenzen. Tal van plaatsen die verder in
het binnenland gelegen waren, werden gebombar
deerd, o.a. Lodz, Lemberg en Warschau.
Deze berichten maakten Vrijdagmorgen een
verpletterenden indruk. Polen deed een beroep op En
geland en Frankrijk, en deze landen zouden zich
stellig niet aan hun verplichtingen kunnen onttrek
ken. Het beste wat zij konden doen, was: te pogen,
alsnog de strijdende partijen aan de conferentietaf el
te brengen. Door den Duitschen onwil, het reeds
bezette gebied te ontruimen, werd dat onmogelijk
gemaakt. Mussolini stelde een
vijf-mogendhedenconferentie voor: Frankrijk en Engeland accepteer
den, maar Duitschland liet niets van zich hooren.
Toen restte den beiden mogendheden niets anders
dan de hen toegeworpen handschoen op te nemen.
Naast deze actie hadden Londen en Parijs hun
ultimatum aan Duitschland gesteld. Zaterdagavond
hoopte Chamberlain nog op antwoord, maar toen
Zondagmorgen om elf uur nog geen bericht ont
vangen was, werd de oorlogstoestand een feit. Zes
uur later volgde Frankrijk dat, als niet alle tee
kenen bedriegen, tot nog grooter concessies dan En
geland bereid was, mits de vrede gehandhaafd bleef
het gegeven voorbeeld.
De Maandag begon met het torpedeeren van een
Britsch passagiersschip waarop meer dan tweehon
derd Amerikanen vervoerd werden. Het spreekt
van zelf dat Duitschland de verantwoordelijkheid
voor deze schanddaad afwees. Dinsdagmorgen be
gon de Engelsche luchtmacht met haar oorlogs
operaties boven West-Duitschland. Intusschen poog
den de Duitsche troepen, verder in Polen door te
dringen.
En zoo begon de eerste groote oorlog na den
Wereldoorlog. Tot dusver een droevig maar wei
nig opwindend begin.
De halve wereld neutraal
Vrijwel alle mogendheden haastten zich, zoo
spoedig mogelijk hun neutraliteit af te kondigen.
Van de grooten onder hen gaf Italiëhet goede voor
beeld. Trouwens, de Führer" had in zijn nerveuze
redevoering in de Rijksdag-zitting van Vrijdagmor
gen (waarin hij Göring en Hess tot eersten resp.
tweeden invaller benoemde) reeds verkondigd, dat
hij het buiten de hulp van den as-genoot kon stellen.
De Italiaansche pers schreef tot dusver merkwaardig
objectief over den strijd.
Ook de Vereenigde Staten houden zich buiten
den strijd. Voor actieve interventie in Europa voelt
de publieke opinie nog maar weinig. Indirecte steun
is iets anders: een wijziging van den
neutraliteitswetgeving in dien zin dat Frankrijk en Engeland in
de Vereenigde Staten hun bestellingen kunnen doen,
is niet uitgesloten, zeker niet wanneer er nog meer
schepen met Amerikaansche schepelingen getorpe
deerd zouden worden.
Japan blijft neutraal. Het heeft trouwens de han
den vol in China, en vreest een agressiever optreden
van de Sowjet-Unie. Met dat al is op het oogenblik
van dien ideologischen driehoek Rome-Berlijn-Tokio
nog maar weinig overgebleven; zij is onder den
druk der practische omstandigheden spoedig be
zweken.
Gelijk sinds korten tijd te verwachten was, wil
ook generaal Franco zich voorloopig buiten den
strijd houden. Dat vergemakkelijkt de positie van
Frankrijk in aanzienlijke mate. Intusschen is het
nog in het geheel niet zeker of, in geval de oorlog
in het Westen zich tot een strijd van de uiterste in
tensiteit ontwikkelt (wat ook in het geheel niet
zeker is!), de neutraliteit van Italiëen Spanje ge
handhaafd zal blijven. Alles hangt af van den duur
van het conflict, en de duur wordt, in het huidig
stadium van den strijd (waarbij Frankrijk en Enge
land niet de activiteit ontwikkelen die zij kunnen
ontplooien) bepaald door de snelheid waarmee de
Duitschers het door hen begeerde deel van Polen
kunnen bezetten.
Ook de Balkan wil zijn neutraliteit niet prijs
geven. Maar ook van deze kleine staten geldt dat
de handhaving van deze neutraliteit geheel afhangt
van de mate en de richting waarin zich de oorlog
ontwikkelt.
Vreemde vliegtuigen boven ons land
Hoe moeilijk het voor ons land zal worden, zijn
neutraliteit niet alleen onbeperkt te handhaven,
maar ook te doen eerbiedigen, is reeds in den eersten
oorlogsnacht gebleken. Tal van Hollanders, zullen
uit den slaap zijn gehouden door de opwindende
berichten van den luchtverdedigingsdienst. Uit
deze berichtgeving bleek echter dat het niet moge
lijk was, op te geven wat voor vliegtuigen boven ons
land koersten, noch hoeveel; laat staan dat men
hen tot dalen kon dwingen.
Hetzelfde verschijnsel heaft zich tijdens de vol
gende nachten herhaald. Het kan zich gedurende
eenigen tijd blijven herhalen. Permanent behoeft
het niet te worden. Immers Engeland heeft, als de
oorlog zich verder ontwikkelt, over eenigen tijd de
Fransche vliegvelden te zijner beschikking, en dan
wordt het voor Duitschland te riskant om over Ne
derland te vliegen: de Nederlandsche berichten zou
den de Engelsche verdedigingsdiensten immers ge
regeld waarschuwen, zij het ook ongewild. Boven
dien heeft Duitschland in Noord-Duitschland groote
bases voor luchtaanvallen op Engeland. Vandaar
zou het, indien het zulks wenschte, gemakkelijk
boven de Wadden-eilanden om naar Londen en de
Engelsche industrie-gebieden koers kunnen zetten.
De distributie-kaarten uitgereikt
Woensdag j.l. hebben wij onze distributie-kaarten
ontvangen: de oorlog greep ook in ons dagelijksch
leven in. Intusschen is dat niet meer dan een voor
zorgsmaatregel. Van eigenlijke distributie is op het
oogenblik geen sprake.
De regeerings-maatregelen tegen het hamsteren
schijnen succes te hebben. Eenige flinke straffen,
aan overtreders uitgedeeld, hebben hun uitwerking
niet gemist.
Van de voorraden waarover Nederland beschikt,
zijn op het oogenblik nog geen volledige gegevens
bekend. Hopen wij derhalve dat er geen ernstige
tekorten op vitale onderdeelen zullen blijken te be
staan.
De mogelijkheid daartoe is echter wel aanwezig,
daar de voorraadvorming i n hoofdzaak aan het parti
culier initiatief overgelaten is, en het particulier initia
tief is uitermate traag met het openen van de beurs.
Wij kunnen echter allen medewerken om de
materieele gevolgen van den noodtoestand zoo
dragelijk mogelijk te doen zijn.
Voor acute ongerustheid is echter, als niet alle
teekenen bedriegen, niet de minste reden.
PAG. 6 DE GROENE No. 3249