De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 9 september pagina 7

9 september 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

De reportage van de week Onze luchtbescherniing Wat men" zegt PLOTSELING is ieder losgebarsten in angstige vragen over luchtbescherming". En zulk een actueel onderwerp vindt evenveel be oordeelingen als er burgers in een stad zijn. Onzin", lapmiddel", waardeloos", maar ook: doeltref fende zelfbescherming", afdoende beveiliging". Het is niet onze bedoeling, een critische beschouwing te geven over de waarde van de bescherming, zooals die op het oogenblik voorbereid is. Er zijn zooveel factoren, die dat bepalen, dat de objectieve waarde bezwaarlijk vastgesteld kan worden. Wij willen ook niet in de controverse gasmaskers contra gasdichte ruimten treden. De bespiegeling zou thans wat laat schijnen. Maar wat zegt het publiek" er van? En hier doen zich merkwaar dige feiten voor. Personen, die tot nu toe doof waren voor alle oproepen der daartoe aangewezen instan ties, blijken plotseling van een beschermingskoorts bezeten, en weten van zenuwachtigheid niet meer, wat zij moeten doen. Anderen hebben hun leven niet gebeterd, blijven critisch en sceptisch, zonder hun critiek ook maar in werkelijkheid aan de practijk te toetsen. Tenslotte zijn er fatalisten: als het moet komen, komt het toch, daar helpt niets tegen." De officieele opvattingen van den Amsterdamschen Luchtbeschermingsdienst zijn thans reeds vele malen in dit blad en ook in de dagbladpers uiteengezet. De peiler van den dienst is de vrijwillig heid. Er heerscht geen dwang. Maar de staat van beleg zou die vrijwilligheid onmiddellijk kunnen veranderen in verplichte en gesanctionneerde mede werking. De resultaten van die vrijwilligheid zijn zeer ge deeltelijk. Een deel van de menschen hebben zich geïnteresseerd, een deel niet. Maar de laatste dagen hebben hier een wijziging ten goede gebracht. Een wijziging ook is te constateeren in de houding der overheid, die thans de vroeger niet of te gering gevoteerde bedragen ruim heeft toegestaan. Mate riaal kan dan thans eindelijk in voldoende hoeveel heid aangeschaft worden. Amsterdam beschikt over de vereischte zesendertig speciale luchtbeschermingsmotorspuiten, over het vereischte opruimings materiaal, over de benoodigde hoeveelheden ver band- en verplegingsmateriaal. Dat deed de overheid. Maar de particulieren werkten niet zoo ernstig mede. Ligt dit wellicht in de methode der vrijwillig heid, die zelfs voor het vrije Nederland te zeer een illusie zou zijn? Het personeel is, over het algemeen, behoorlijk geoefend. Maar van de 800 uit particuliere middelen aan te schaffen blokbrandweerspuiten zijn er slechts 100 gekocht en geleverd. Is het systesm van de vrijwilligheid dan toch onvoldoende? Moet de overheid ingrijpen? Of zouden we, nu de zaken zoo staan, dan maar zelf aan den slag moeten gaan, zonder te wachten op wetsbepaling, crediet en belasting ? VOOR een deel zegt het publiek nog onwetend te zijn. Vraag eens aan een aantal menschen, wat ze gedaan hebben voor de luchtbescherming. Een bankdirecteur zei: Luchtbescherming? Ik heb een van de heeren van kantoor opdracht gegeven er samen met de conciërge voor te zorgen. Zij hebben een van onze kelderruimten laten keuren door den Luchtbeschermingsdienst der Gemeente en alles volgens voorschrift in orde gemaakt". Een theaterdirecteur zei: Ik bestudeer hoe ik kan verduisteren en toch spelen. Ik heb wel een kelder, maar die staat vol decor". Een juffrouw uit een broodjeswinkel": Spreekt u me er niet van. Ik ben toch al zoo zenuwachtig." Een bediende in een grooten papierwinkel: Alles is hier glas en hout. Beschermen zal niet gaan. We moeten maar geluk hebben." Een kruidenier: Meneer, zegt u nou, wat moet ik doen ? Ik heb twee groote ruiten aan de straat en dit huis is zoo zwak als ik weet niet wat. Als er iets gebeurt vlucht ik de straat op." In een winkel van radioartikelen: Meneer, we kruipen wel onder de toonbank". De vrouw van een kunstschilder: Wat ik doe? Niets ! Ik geloof er niet aan". Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE De fietsenmaker: Ik loop wel naar een schuil kelder van de gemeente". Een vader van drie kinderen: Ik heb door den timmerman ons portaaltje laten versterken. En nu zal mijn vrouw met mijn oudsten tochtstrips aan brengen tegen het gas". DE luchtbeschermingsdienst heeft in Amsterdam thans gele kaarten laten uitreiken, waarop de te nemen maatregelen staan aangegeven: in vredes tijd, bij dreigend oorlogsgevaar en bij luchtalarm. Dagbladen vertellen eiken dag, hoe men zich heeft te gedragen. Antwoorden op vragen in de radio houden zich er steeds mee bezig. Geregeld gaat de dienst door, de noodige oefeningen en cursussen te houden. Vele winkels hebben verduisteringslampen en -papier in voorraad. Maar zal dat in critieke oogenblikken genoeg zijn? Thans verduisterings oefeningen te houden zou gevaarlijk zijn. Het onder scheid tusschen licht en donker duidt in den nacht de grens aan tusschen vijandelijk en neutraal gebied. Maar ieder dient thans zelf thuis de noodige maat regelen te nemen, opdat bij het eerste sein de totale verduistering een feit is. Openbare schuilplaatsen worden gebouwd en ook in gereedheid gebracht. Zij zullen echter eerst bij dreigend oorlogsgevaar, dreigend voor ons land, kenbaar gemaakt worden. Op 23 September wordt een luchtbeschermingstentoonstelling gehouden. Als U zoolang kunt wachten", gaf men een vraagster aan het loket bij den Luchtbeschermingsdienst ten antwoord, kunt U precies zien welke maatregelen U moet nemen." Aan mij zal het niet liggen," sprak de nuchtere. Amsterdamsche ad rem, ik kan wel wachten ..." ZOO is het. Wat ons betreft heeft het geen haast Maar het hangt niet zoo erg van ons af. Het eenige, dat wij kunnen doen, is vertrouwen in den dienst der Luchtbescherming en zijn aanwijzingen opvolgen. Tegen brand verzekert men zijn huis", aldus de opvatting van de leidende personen van den dienst, niemand spoort U daartoe aan, geen in stantie gebiedt het U. Gij doet het van zelf. Zoo moet gij ook zorgen voor de bescherming van Uw gezin en Uw huis. De middelen die wij aangeven zijn in de gegeven omstandigheden de meest doel treffende. Voert ze uit. Dat is alles wat wij kunnen zeggen . Wij willen U adviseeren, maar het initia tief voor de zelfbescherming moet van de menschen zelf uitgaan. Wij kunnen U niet gebieden iets te doen, net zoo min als iemand U kan verbieden midden op den rijweg te gaan loopen." Laten wij ons dus niet gaan afvragen, of er voor ons wel iets gebeurt. Wat men voor ons zegt te zullen doen, komt in orde. En dat, wat volgens de heerschende opvatting door ons zelf moet geschieden, wel, laten we dat dan ook zelf maar gaan doen. F. fliimii iimmiiiiii i iiiimmnim i umin iiiiiiiiin 111112 i f l Onbeschermde bescherming ] l ~pR werd gebeld. \ = ?" Ik deed open. \ l We komen van de luchtbescherming", klonk | | het van beneden, kunt u mij ook zeggen uit hoe- \ = veel personen uw gezin bestaat?" Aangezien ik | | alleen woon, kostte het mij weinig moeite, de ge- | | vraagde inlichting aan een naar schatting twintig- i l jarig meisje te geven. Ik vroeg mij echter af, of f l deze inlichting niet beter bij het Bevolkingsregister | | te verkrijgen was. = | Denzelfden avond werd mijn oog bij het lezen | i van de krant getroffen door een groote advertentie f | waarin huisbewonend Amsterdam werd verzocht l = een klein gedeelte van de huurwaarde der bewoonde | woningen te storten ten behoeve van het aanschaf- l | fen van luchtafweergeschut. Deze advertentie zag i | ik misschien voor de tiende keer. = Den volgenden dag vertelde mij een kennis | | wiens mededeelingen ik kan vertrouwen, dat bij | een blok waar wat men noemt de gegoede Amster- | dammers" wonen in totaal een lachwekkend- | | laag bedrag ingezameld was voor het aanschaffen i | van een brandspuit (die voorloopig bediend moest | | worden door twee vrijwillige brandweerlieden, | = waarvan een inmiddels was verhuisd). = | Dat alles doet niets af en dat schrijven wij l | met nadruk aan onze waardeering voor het | | werk dat reeds verricht is. Maar dit werk is blijk- | | baar'toch onvoldoende. De leiding van de Amster- i | damsche luchtbescherming schijnt te meenen dat | | luchtbescherming een zaak is, die door het particu- | | lier initiatief en niet door het openbaar gezag be- = l hartigd moet worden. Zeker, het particuliere initia- | = tief verdient de minachting niet waarmee het | | veelal wordt bejegend, maar zoomin als men thans i | de organisatie van leger en vloot aan dat parti- | | culier initiatief zal kunnen overlaten, zoomin | | geldt dat van luchtbescherming en luchtverde- = l diging. i | Het Nederlandsche publiek interesseert zich | l niet voor de luchtbescherming, althans niet vol- | | doende. Waarom dan huis aan huis geld in te i | zamelen voor een brandspuit, in plaats van vast f l te stellen: zooveel brandspuiten heeft de gemeente | | Amsterdam noodig; zooveel andere minimum- i | maatregelen zijn gewenscht (zijn alle lichten vol- i = doend afgeschermd?) dat alles kost zooveel; | | de gemeente laat deze minimum-maatregelen zoo i | spoedig mogelijk uitvoeren, en het totaal bedrag l l wordt door enkele opcenten op de personeele belas- f | t ing gevonden. | | Deze methode bespoedigt de uitvoering; bov n- i | dien verdeelt zij de lasten op billijke wijze. Intus-. l schen vraagt zij actieve medewerking van D n Haag | Het nieuwe kabinet zal er goed aan doen, wanneer | het ook op dit punt toont, van een anderen geest i bezield te zijn dan zijn voorgangers ! J. ?ïiiiiiiiiimiiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiif iimiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiii HIK l\ieme /t-'e'ukeien H' l ET was niet aangenaam, na onze vacantie terug te keeren in een hoogst ernstigen toestand, als u me begrijpt, en vooral trof ons het bericht dat in Polen Duitsche vliegers gearresteerd waren door de politie, omdat zij bommen hadden laten vallen. Dat komt hen toe en ik hoop dat de veroordeeling die er op volgen zal, een afschrikwekkend voorbeeld zal zijn voor verdere euveldoeners. Het wil met den wereldoorlog niet vlotten, op dit oogenblik. Want ik mag wel zoo listig zijn er bij te voegen dat ik dit op 5 September schrijf kleine truc die ik over genomen heb van de overzicht schrijvers, die het gemotoriseerde wereldgebeuren ten slotte evenmin bij kunnen houden. Wat is dat voor een wereldoorlog van: hou-mevast - of - ik - bega - een - Weltkrieg ! Wij mogen echter met vol doening de aarzeling constateeren van de verschillende volkeren elkan der den hals af te snijden. Zij vragen zich onderling natuurlijk af ten wiens behoeve en op wiens aan drang de reuzenellende eigenlijk begonnen is en hoe wij er een einde aan kunnen maken, voor wij te ver gegaan zijn. Ten slotte hebben de Engelschen het goed begrepen en pamfletjes uitgezonden, die voor een groot deel in de buurt van Assen terecht zijn gekomen, waar iedereen toch al overtuigd was. De Engelschen waren nooit sterk in geografie. Maar iedereen heeft ge dacht: stel u voor dat het een bom geweest was. De menschen in Assen eveneens en wie kan het hen kwalijk nemen ? Wij hebben, overeenkomstig de voorschriften, zakken met zand, emmers met water, schoppen en andere dingen op onze verdiepingen geplaatst en ik moet zeggen dat deze maatregelen de volle instem ming hebben van ons gezin en vooral van de kinderen die in enkele stonden van ons huis iets gemaakt hebben dat op Zandvoort gelijkt. Het tragische is dat de kinderjuffrouw zich opgegeven heeft voor een organisatie die de vrouwelijke kracht n zoo veel moge lijk vereenigt, ten einde in ge vallen van gevaar hulp te bieden. Wij zoeken thans een vrijwilligster die onze vrijwilligster in tijden van barnende gevaren en nood kan vervangen, wat niet zoo gemak kelijk is, omdat de luchtbescher ming eveneens alle krachten vor dert. Met het hamsteren is het, gode zij dank, afgeloopen. In den vorigen wereldoorlog mocht het niet en deed men het. Daarna was het toe gestaan, en deed men het niet. Nu is het wederom verboden en pro beert men het toch te doen. Wij hebben zes pond thee in huis en een baal rijst, dewelke onder het bed van de meid ligt. Wij zijn den laatsten tijd goed met haar, omdat je verrader nooit slaapt en tegen den tijd dat wij haar opzeggen, hebben wij natuurlijk allemaal rijstbuikjes. Het is niet zoo aangenaam in onze buurt omdat natuurlijk ieder een naar de radiouitzendingen luistert, ook naar die welke van hoogerhand gestoord worden, en zoo is het af en toe of op iedere tage een paar fluitketels aan den gang zijn. Enfin, wij zijn dan weer thuis, zooals ik u zeide. J. VAN HOORN PAG. 7 DE GROENE No. 3249

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl