De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 september pagina 15

16 september 1939 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

~t Van mitrailleur tot stoomketel Alsmede iets over een ketel die eigenlijk een machine is i 5 ALS U ooit moet kiezen welke van deze twee vragen U wilt beant woorden: Wat is een mitrailleur?" of Wat is een stoomketel ?", kiest U dan voor alle zekerheid de eerste. Omtrent een mitrailleur wordt Uw kennis im mers doorloopend op peil gehouden. U kent hem van de fotopagina en het filmjournaal. Bovendien kent U zijn verschrikkelijke uitwerking, dus ook zijn rendement". Een associatie bij een stoomketel begint bij een fluitketel, duikt dan even omlaag naar speelgoedtreintjes en speelgoedketeltjes, iets hooger naar de laatste paragrafen van het natuur kundeboek om ten slotte bij een kracht zin te eindigen van de gedaante: de machtige verstuwingsinstallatie van de Queen Mary", voorzien van hoogdrukketels, enz Maar wat is een stoomketel eigen lijk r Een stoomketel is een gesloten vat om water met behulp van toegevoerde warmte om te zetten in damp of stoom, zegt U misschien weifelend. Dit antwoord is wat poover. Daarom zullen we er aan toevoegen: een stoom ketel is een inrichting om verbrandings gassen af te koelen. Het lijkt min of meer op een omkee ring van de eerste definitie, doch het is in werkelijkheid een zeer principieele omschrijving. Door de laatste formuleering wordt Uw aandacht immers direct gericht op de verbrandingsgassen welke afgekoeld worden. D.w.z.: de warmte, ontstaan door de verbranding van de brandstof b.v. steenkool, willen we zooveel mo gelijk overbrengen in het water. Ge begrijpt het al: hier is sprake van een rendement. Als we 100 warmteeenheden ontwikkelen bij de verbran ding van de steenkool en 80 eenheden komen terecht in het water dan is het rendement 80%. Behoudens enkele kleinere verliezen komen deze ontbre kende 20% via de schoorsteen in de buitenwereld terecht. Men spreekt dan van een schoorsteen-verlies van 20%. Dit schoorsteenverlies beteekent na tuurlijk een danige tekortkoming in onze afkoelpogingen. Het listige afkoelings-probleem ver toont bepaalde hebbelijkheden. Neem b.v. een klein stukje gloeiend ijzer en werp dit in koud water. U zult dan wel zoo verstandig zijn het er niet direct weer uit te halen. Het heeft namelijk tijd noodig om af te koelen en aangezien time money" is, ontdekt U hier de eerste hebbelijkheid. U had natuurlijk ook een groot stuk warm ijzer, dus niet gloeiend, kunnen nemen waarin zich evenveel warmte bevindt als in het eerstbedoelde kleine stukje. Het koude water zal dan ten slotte wel warm worden doch lang zamer dan in het eerste geval. Ziedaar de tweede hebbelijkheid. De derde hebbelijkheid van het afkoelingsprobleem leert ons de mitrail leur. Eindelijk" stamelt de lezer met zin voor een logische opzet van een artikel: Wat heeft in hemelsnaam een mitrailleur met een ketel te maken!" DEZEN lezer verzoek ik dan in gedachten den loop van een geweer vast te houden onmiddellijk nadat geschoten is. Hij voelt dan een uitgesproken temperatuurstijging. Welnu, bij een mitrailleur waar zoo veel kogels per minuut de loop verlaten, wordt deze temperatuurstijging der mate bezwaarlijk dat afkoeling met water moet worden toegepast. De verklaring ligt nogal voor de hand. De verbrandingsgassen ont wikkelen zeer veel warmte die in het bijzonder de ontbrandingskamer ver hitten doch ook den loop. Hierbij doet zich echter een merkwaardig feit voor waarop vooral in den vorigen oorlog het licht gevallen is. Het koelwater verdampt buitenge woon snel. De ketelconstructeur die op grond van dit feit een nieuw ketel type geconstrueerd zou hebben, zou inderdaad een genie geweest zijn. Dit genie is echter niet geboren geworden. We zouden dan ook rakelings langs een belangrijke uitvinding voorbij ge gaan zijn, indien dit merkwaardige feit niet tegelijkertijd ergens anders opgevallen was. Het geldt hier de firma Brown Boveri in Winterthur welke sedert jaren experimenteerde met gasturbines en voortdurend stuitte op het typische feit dat de warmte-overdracht van een gas door een ijzeren wand in sterke mate beïnvloed werd door de snelheid van de gassen. Nu was ons dit ver schijnsel niet geheel onbekend. De constructeurs die met stroomende vloeistoffen of gassen te maken hadden, hielden wel degelijk rekening met de snelheid waarmee oppervlakken wer den gepasseerd. De variaties in het warmte-transport waren echter niet zeer groot. Deze ervaring met gasturbines voer de de firma Brown Boveri ten slotte tot een weldoordacht experiment. Men bepaalde de warmteoverdracht door een wand in afhankelijkheid van de snelheid van een gas. Laat ik Uw voorstelling "fixeeren op de volgende proef. Door een ijzeren buis stroomen heete gassen, terwijl de buis omringd is door water, waarin een thermometer hangt. Wij voeren de snelheid van de gassen op en letten daarbij op den thermometer. Het blijkt dan dat de overdracht van warmte vrij plotseling zeer hoog wordt, n.l. indien de snelheid V2 a i maal de geluidsnelheid is. (Thans zien we ineens de verklaring van het snelle warm worden van den mitrailleurloop: Hier ontsnappen de gassen met zeer hooge snelheden die zelfs grooter zijn dan de geluidssnelheid.). Redeneeren wij even door: indien we de warmte uit de verbrandings gassen der steenkolen snel op het water willen overbrengen, dan moet de temperatuur hoog zijn en de snelheid groot. Deze -conclusie bracht de reeds genoemde fabriek er toe om een vol komen nieuw type stoomketel te bouwen, die in alle détails verschilt van den doorsnee-stoomketel. De snelheid of velocitas" speelt daarin de eerste rol, vandaar de naam: Velox-ketel. DE afmetingen van dezen ketel zijn zeer klein: de ketel heeft onge veer 1/30 van de inhoud van een normale ketel. Het is dan ook niet meer noodzakelijk een apart ketelhuis te bouwen. De afmetingen zijn kleiner dan de bijbehoorende stoommachine, ja zelfs kleiner dan de stoomturbine. De veloxketel die bovendien het uiter lijk van een machine heeft gekregen wordt dan ook rustig in de machine kamer opgesteld en vormt een orga nisch geheel met de hoofdmachine. De gelijkenis van den Veloxketel met een machine is echter niet alleen uiter lijk. Ook de inwendige bouw gaat in de richting van een machine. De brandstof met de hoogste ver brandingswaarde en het kleinste volu me, en die het gemakkelijkste in het gebruik is, is de olie. Het spreekt dus vanzelf dat de olie de ideale brandstof vormt voor den Veloxketel. De oliebranders ontvangen van een Een Velox-hoogedruk-stoomketel in het gebouw van het Provinciaal Electrisch Bedrijf te Velsen specialen lucht-compressor versche verbrandingslucht van 3 atmosfeer druk. De verbrandingsgassen hebben dus naast de hooge temperatuur een voor een ketel ongewonen hoogen druk. (De drukverschillen in een normale ketel worden gevormd door de schoorsteentrek die in uiterste gevallen 1/25 atmosfeer bedraagt). De drie atmos feer geven zeer hooge snelheden: ongeveer 300 Meter per seconde. De verbrandingsgassen schieten met die snelheid door de ijzeren pijpen. De warmte passeert zoo vlug door den pijpwand, dat het omringende water onmiddellijk overgaat in stoom. De pijp wordt dan minder goed gekoeld en zou doorbranden. Daarom wordt het water dat verhit moet worden met kracht langs den pijpwand geperst. Men plaatst daartoe eenige van deze pijpen in een wijdere buis waardoor heen een centrifugaal-pomp het ketel water perst. Zoo dwingt men het water te circuleeren. De opstelling van deze buis is verticaal, zoodat de stoom gemakkelijk naar boven mee genomen kan worden. De gassen ontsnappen na afkoeling niet zonder meer door de schoorsteen. Ze hebben namelijk wel een lagere temperatuur gekregen doch de druk is nog aanzienlijk. Men kan de energie die met dezen druk overeenkomt, uit de rookgassen vrij maken door middel van een gas turbine. Daarin raken de gassen vrij wel de rest van hun temperatuur en druk kwijt, zoodat de schoorsteen weinig laat ontwijken, m. a. w. het schoorsteenverlies laag is. De gasturbine drijft de diverse pompen die boven genoemd zijn. De opmerking dat deze ketel, wat inwendige bouw betreft, op een machine gelijkt, is hiermede voldoende toege licht. Men is zelfs bezig met een nieuwer type, waarbij in den verbrandingshaard regelmatig explosies plaats vin den zooals in een verbrandingsmotor. Kleppen voltooien de machine-voor stelling volkomen. Men zou hier kunnen spreken van een ketel die zooveel slagen per minuut maakt. Terugkomende op het rendement van een ketel blijkt, dat de Velox ketel een rendement haalt van ruim 92% en in de nieuwere uitvoeringen de 100% gaat naderen. Met den Velox ketel is het ketelprobleem dus defini tief opgelost. Ten slotte pleit n omstandigheid zeer ten gunste voor dit type n.l.: men heeft den Velox-ketel met succes toegepast aan boord van schepen. Hij gaat stellig nog een groote toekomst tegemoet. IR. J. BETHLEM Nieuwe uitgaven WIJ lazen een boek van F. M. Huebner: De Geheimtaal der Ziel. (Uitgave Boucher, 's-Gravenhage 1939). Een ander boek van Huebner heet: Menschen als Vergif en Medi cijn", en tot deze menschensoort moet de schrijver zelve ook gerekend worden, want hij kan een medicijn zijn voor de goedgeloovigen, die meenen, dat uit de verschillende geheimtalen der ziel Huebner verstaat daaronder onder meer de adem, de uitdrukking der handen, het schrift, de stem, gang en lichaamshouding, en andere fysiognomische kenmerken een algemeen geldig Esperanto samengesteld zou kunnen worden. En hij kan gemak kelijk genoeg een vergif zijn voor die eenvoudigen van ziel, die zijn opper vlakkige bewegingen en lichtvaardige conclusies zouden willen bezigen tot een levensleer. Dit blijkt genoeg uit een zinnetje als dit: Pneumatische psychologie brengt haar waarde-oor deel niet in betrekking tot de ikbegaafdheid van een mensch, maar tot diens gij-vermogen." Larie en bombarie, die de deur dichtdoen. PAG. 15 DE GROENE No. 3250

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl