De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 september pagina 17

16 september 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

STMaar dat was Mary, haar handen -raakten hem aan, haar handen lagen op zijn schouders, zij trok hem naar zich toe. Kom, zei ze, kom dan eindelijk. Maar hij wist dat achter het Singapore -deurtje die oude vrouw lag op een houten brits met het olielampje en- de lange zwartgebrande opiumpijp, die een slobberig geluid gaf als zij eraan trok. C'est toute ma vie, zei ze en lachte. Een vreeselijke, hopelooze lach. Dan stond hij voor de troep. Thérèse's vader, zijn kolonel, trad op hem toe. Dégradé, zei hij, en trok de strepen van zijn mouw, rukte aan zijn epauletten. Nooit mijn degen, dacht Arthur, maar toen hij eraan wou trekken, liet de schede niet los. Drie geweerloopen lagen op hem gericht. Nog twee seconden, dacht Arthur, als ik mijn sabel heb, ben ik gered. Was dat slapen geweest? Moe en verslagen was 'lij opgestaan en naar Mary's kamer gegaan. Hij had nog een half uur om te ontbijten. Zij liet hem binnen. De kamer geurde, haar geur. Valory stelde zich deze kamer voor in het maanlicht, als alles stil was en hij geruischloos zou zijn binnengekomen en zij haar handen op zijn gezicht had gelegd terwijl hij neerknielde voor het bed. En opeens sprong de zekerheid hem in het gezicht : te laat. Nooit, nooit komt dit terug. Waar was nu de vreugde om de bewaarde zuiverheid, het licht blauwe gevoel van een zedelijke overwinning? uur 's middags: de Cap St. Jacques. Om | vijf uur lag de Joie" aan de kade. Louis en Gustave stonden te wachten. Alles wel in het garnizoen? Volmaakt. Thérèse? Uitstekend. Zij verlangt naar je, maar kon niet komen. De kolonel verwacht je van avond. Gedrieën reden zij naar Valory's hotel op de Boulevard Miche. Tot van avond, Arthur. Adieu, tot van avond. Valory pakte uit. Hier waren al de oude her inneringen van 6 jaar officiersleven in de tropen. Vier jaren ervan had hij gewoond in deze twee ruime kamers, die uitzagen op de heerlijke gazons van de breede boulevard. Maar was alles niet anders geworden? Madame kwam hem verwelkomen. Het was stil geweest in huis zonder hem. En nu zou zij den luitenant wel zeer gauw kwijt raken aan Mademoiselle Thérèse. Ja, dat kon wel zoo zijn. Dan kwam zijn boy, stralend, maakte een diepe buiging en ging weer zijn gang, zwijgend, geruischloos als vroeger. Kolonel Bromet gaf een receptie ter eere van Arthur Valory. Toen deze aankwam was er al een groot aantal gasten, die hem hartelijk begroetten. De kolonel sloeg hem vriendschappelijk op den schouder. Mijn eerste luitenant", zei hij lachend. Arthur keek uit naar Thérèse. Zij maakt toilet Voor je, mijn jongen", fluisterde Bromet. Van de breede trap daalde een jong meisje af met donkere, krullende haren, een bleek, smal gezichtje en oogen, waaruit groote levenslust straalde. Valory liep op haar toe, nam haar beide handen. Zij trok hem mee naar een stille kamer, omhelsde hem, ,,0, Arthur, wat ben ik blij dat je weer hier bent, Arthur, Arthur". Valory tilde haar lachend omhoog. Zij spartelde met haar beenen, haar handen woelden in zijn haar. Zooals vroeger, net zooals vroeger", lachte zij. Kom, wij gaan dansen". Arthur voelde hoe de rust in hem weerkeerde. Hier toch hoorde hij thuis. Hier was zijn roeping, hier waren zijn vrienden, hier was zijn meisje, dat van hem hield, hier was zijn toekomst. O, ik heb je veel te vertellen, Thérèse", zei hij onder het dansen. Natuurlijk Arthur, natuurlijk. Ga in den tuin, naar de bank, weet je nog wel, ik ?kom dadelijk bij je". De avondlijke stemming in den grooten villatuin. Acht maanden vervaagden. Het was Arthur of hij nooit was weg geweest. Was dat wel mogelijk ? En had hij niet, toen hij Thérèse kuste, een verraad gevoeld, aan zich zelve gepleegd, aan een geheim dat hij meedroeg. Waarom verraad? Gevoelens zijn wonderlijk. Langzaam liep hij langs de bloemperken. Daar was het bruggetje over de kleine stroom, die dwars ',. door den tuin liep. Hij bleef even staan, boog over : de leuning. Het water stroomde zacht, het spiegelde licht van de sterren, dat nauwelijks werd bewogen. Zijn hand tastte in zijn zak naar een klein voorwerp. Hij hield het voor zich uit, een hand beschuttend er achter, gelijk hij Nilu had zien doen. Daar blonk het roode lichtje van de robijn. Maar het steentje werd een traan, het werd een oog, er kwam een , ?gezicht omheen, een mond die zacht en welluidend \sprak; Arthur" met Mary's Engelsen accent. Toen liet Valory den ring vallen. Het gaf even een heldere tik in het water, alsof er iets brak, een stukje fijn glas. En een paar rimpels deden de lichtjes golven. Eén seconde maar. Dan was alles veer effen en onbewogen. Toerisme Vier Zondagen geleden * * * Volksgebruiken langs de mondaine kust DAT was, voordat een ultima tum drie groote westelijke mogendheden in een bitteren strijd gewikkeld had. Het was vier Zondagen er voor. De kust van de Middellandsche Zee, nu grimmig bezet met forten en mitrailleurnesten, lag toen nog als een schoone vrouw te braden in de zon. Een oude vrouw, want de eerste steunpunten der be schaving waren daar; en tegelijk een heel jonge vrouw, ijdel, coquet, liefe lijk en schoon. De zee en de lucht zijn hier hardblauw, het strand heeft keien en grint, de lucht is warm en koelt ook in den nacht niet sterk af. Kleine haventjes liggen er, gevormd door een natuur lijke baai versterkt met pieren van natuurlijke keien, afgebakend met vuurtorentjes, die al schijnen sedert Phoeniciërs en Romeinen hier kwamen handel drijven en die uitgedoofd werden toen de Noormannen kwamen plunderen en wellicht, straks, als een andereMiddellandscheZee-mogendheid zijn tactische neutraliteit zal op geven. Maar toen, vier Zondagen geleden, dacht men daar nog niet aan. De visschersbootjes in het haventje lagen zachtjes te deinen, de kreeftenkorven waren duidelijk zichtbaar in het glasheldere water, een enkel zeil jacht kwam met zijn witte zeil aange streken op de zachte middagbries. En toen, in de stilte van den Zondag middag, nu vier weken geleden, barstte het plotseling los. Al vier dagen waren ze aan het bouwen ge weest, vlak langs de blauwe zee waar de golven op het grint van het strandje spoelden. Uit de heele streek van de Provence, van Nice tot aan Marseille, uit Avignon, uit Arles, overal van daan waren de kermiswagens ge komen. Een draaimolen was er opge bouwd en de zongebruinde en schaarsch ^lllllllllllllllllltlllllllllllllllllMlllllllllllllltllllllllllllltlllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllltllllllllMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Verrassende mededeelingen Duitschland krijgt Londen niet op zijn knie". (Nijm. C.) Tallooze firma's kunnen haar klanten niet meer bedienen omdat haar wagens met beslag zijn be.egd". ======= (H.) Paindeluxe-brood ,,Dit verplaatst ons honderd jaar terug in het verleden". f.lfsfcj ,,De oude dienst blijft eveneens gehandhaafd". (Volk) Het juiste woord op de juiste plaats Het is een waagstuk dat onaf wijsbare gevolgen meebrengt". (H.) Haar zoon is niet bij machte ook maar een voetstap te verzetten". (T.) Schrille tegenstellingen Gem. Kamers aangeboden aan Heer of Militair". (Adv. R.) Zij liep verwondingen, zoowel aan de beide beeneu als aan een der knieën op". (T.) CHARI VA RIA Der Geist der stets verneint De oorzaak was dat niet alle nietroodc fracties niet bereid bleken die cischen in te willigen". (Msh.) Geslachtelijke moeilijkheden Daarna kwam zij tegen de Hon,gaarsche niej. Somogyi en moest het tegen diens vaste spel afleggen''. (H.) Der schone Blaue Don.au". (Pr. O;,'. Zw. C.) Sanitas novum, Utrecht". (Int. Tclcfonng.) Op de glibberige paden Verwacht men van ons, dat wij de klok weer eeuwen terug willen zetten?" (I-:, tl. D.) Hij heeft reeds in zijn eerste ant woord mijn hand afgeslagen"? (H.) Men. diene er zich rekenschap van te geven''. (H.) Maar dit moete men niet schrijven. De .Joute", het tournooi te water, het volksspel aan de Fransche Middellandsche Zee-kust bekleede badgastjes waren er, met hun badtasch bungelend, nieuwsgierig voor bij gedrenteld en hadden met de vele bruingebrande jonge mannen een nieuw onderwerp voor gesprek in het loome zonnebad. Een schiettent was er neergezet, een kraam met een loterij, waar pendules, flesschen wijn, poppen en teddybeeren gewonnen kun nen worden. Een mooi vergulde draai molen voor kinderen, een paleis, waar electrische wagentjes met de bumpers tegen elkaar aan zouden denderen. Heel de kade langs de blauwe zee was er door bezet en een zwart volkje van zigeuners was er in drukke gebaren en onverstaanbare uitroepen hard in de weer geweest, drie, vier dagen lang, totdat iedere badgast er over sprak. En toen, op dien Zondag middag barstte het los. Een trompetsein van de plaatselijke harmonie luidde het jaarlijksche feest in. Onmid dellijk attaqueerde het orkest een forschen marsch, en nog een en nog een. De drie cafés langs de kade vulden zich met gasten en enkele bewoners. Maar de meesten stelden zich op rond om de dansvloer voor het gemeente huis, waar straks het openluchtbal zou beginnen, dat vijf dagen lang niet op zou houden. En na het concert be klom de harmonie de muziektent en bleek een goedmoedig maar slag vaardig jazzorkest te vormen. En daar begon het dansen. Jonge visschers, jonge meisjes, ouders aan den kant, n bonte menigte van kleurige doeken en jurken, van bruingebrande, vroolijke gezichten. En tegelijk begon de kermis te draaien, met luidpijpende orgels, met gebel en gefluit, met geschiet in de tenten, met uitroepen en luidsprekersgeschreeuw. 's Middags om vijf uur. En 's nachts om n uur was het nog precies zoo. Het heele jaar werkt de zuiderling in Frankrijk hard, hard dan voor zijn begrippen in die soms. moordende warmte. Maar vijf dagen is er feest. Dan doet hij niets dan geld opmaken, dansen, wijn drinken en onbezorgd vroolijk zijn. ELKE plaats langs de cóte d'azure, of het nu nog zoo'n mondaine bad plaats is, heeft nog zijn eigen bevol king, die, soms ongemerkt, toch nog de eigen gebruiken heeft vastge houden. En in dit nog niet zoo mondaine, visschersplaatsje kan de bevolking nog een overmachtige rol spelen. Want al behoort op andere dagen het stadje, met de kleine winkeltjes en de drie cafés aan de haven aan den gast, aan de bruine ruggen en beenen van de in short gekleede vrouwen, aan de fantastische, luchtige kleedij der man nen, van 's morgens tot 's nachts, als het feest is, regeert de bevolking. Eiken dag is er iets te doen. Den tweeden dag worden er in de haven ridderspelen gehouden, overblijfsel »van de tourniers: twee visschersschepen met motor varen langs elkaar; boven op een ladder op elk schip staat een visscher met lange lans, om den anderen er af te gooien. De partij, die de meesten der anderen in het water doet tuimelen, heeft gewonnen. Dichtopeengepakt aan de wal staan de menschen te kijken, 's Ochtends hebben de jongens in de haven jacht mogen maken op tamme eenden, die zij, al zwemmend, moeten vangen. En zoo gaat het door. Vijf dagen lang staat de kermis te draaien, wordt er geschoten en gegooid, gedraaid en gereden. De vrouw zonder hoofd, de man, naar wiens kop je drie maal mag gooien, de waarzegster, alles is er en vijf dagen lang is er vreugde onder de zon, aan het blauwe water van het haventje, met de kleurige havenhuizen en het uitzicht op de wijde, blauwe zee, met, ver in de verte, de roode rotsen en er boven de felle zon in de blauwe lucht. Dat was vier Zondagen geleden .... iimmiimiiiiimiiiiiiiiiimimiiiimiiuiiiiii i ui (muur; Hij loochenstrafte de geruchten"' i (Volksbl.) | ,,Leuchens !" riep hij. = Wij dachten aan Barbcrtje. Naar = wij hopen zal zij niet behoeven te = hangen, nu niet en nimmer". (T.) | Zij heeft trouwens nooit gevaar | geloopen. Zie Max Havelaar. | E Twee bekentenissen Vóór den rechercheur heeft de. verdachte bekend". (!?) Kent u een verzoekschrift op stellen?" (Afl-c. G.'.s Vraatfiaali) , TREIN-GESPREÜ= Eerste juffrouw. Ik geloof dat ik | u kan, juffrouw. | Tweede juffrouw. Da. ken. | Steenen des aanstoots f l', te A. Telegramstijl makkelijk | maar berichten zien uit of kindcr- of = negertaai is. l.ees in Telegraaf: | Arbeider stak oude vrouw met mes. | Ken van vierjarigen tweeling voor -j "ogen van moeder doodgereden." = nu IIIIIHIIIIII tiiiiiiiiimiiiimmiiimii fiiimin t I1IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi. PAG. 17 DE GROENE No. 3150

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl