Historisch Archief 1877-1940
DE KLEINE KRANT:
Rukt nooit in
DE KLEINE KRANT
(J\aa/ï( wal nocfi
DE KLEINE KRANT:
Altijd ruk!
latten
land
DE TOESTAND
door Opmercator Elke Week
STALIN, de Führer van de So w j
etUnie, zeide mij eens, toen. wij
samen wandelden langs het smalle
weggetje, dat het Kremlin verbindt
met het Newa Prospekt: Beste ka
meraad Opmerkatorowitsch, als jij in
mijn schoenen stond, kreeg je
eksteroogen l"
Kras uitgedrukt, maar niet zonder
beeldenden zin l De machtige Leider
wilde daarmee ongeveer zeggen: Als
de Europeesche machtsverhoudingen
Rusland eens zouden dwingen in te
grijpen, doe ik dat, waar ik het wil."
(het Russische woord voor eksteroog"
heeft het zelfde letterbeeld als het
woord voor gewetensconflict"; het
was dus een fijne woordspeling I) En
als ik het wil, dan zal ik het doen ook."
Op dit maxime heeft de Russische
politiek gedreven _ sedert 1937 en
hieruit valt ook vee) af te leiden van
hetgeen er den laatsten tijd geschied is,
en, wie weet, van wat nog geschieden
zal. Ik zal,nooit zijn vergenoegd en
zelf tevreden lachje vergeten, toen hij
het woord eksteroogen" uitsprak l
Was het een voorteeken?
tatir
DE OLIFANT VAN MUSOLINI
Stefani meldt uit Rome, dat de
olifant van Mussolini bezig is op de
uniformknoopen der fascistische militie
af te tellen: ja, nee, ja, nee, ja, nee,
ja» nee, ja, nee...."
Bladvulling
CORRESPONDENTIE
MR. G. H. TE U., Dank voor Uw
briefje. Wij hebben de kwestie ter
bevoegder plaatse voorgelegd. De Pre
ferente Bewijzen Albaneesche Staats
schuld moet U afschrijven.
BESTE PIET, Daar ik op het
oogenblik zoo gauw geen postzegel kan
vinden, schrijf ik je zoo maar even;
neem mij niet kwalijk I Mijn oordeel
is dit: als jij die kar voor weinig geld
kunt krijgen, moet je het niet laten.
Maar laat hem eerst even goed na
kijken. En als hij vroeger voor
haringverkoop is gebruikt, moet je hem
«tvnkvrij laten opleveren. Marie zegt
Mk, -'dat je voorzichtig moet zijn. Ze
beeft de laatote -dagen wat last van
hoofdpijn maar laat je overigens
vrien. En hoe is het met tante
~~ li-weer terug? Wensch
e. Ik Heb. nooit veel met
'?'opgehad (Fifi). Nu, het
i je, Christiaan Karel Guichelaar.
Door plaatsgebrek moet deze week
helaas de andere correspondentie bij
liggen.
£g«Wijk groeten.
JOB,?- -
UIT HET DIERENRIJK
,,'k Word er stil van"
ONZE INTERVIEWER KAN HET
NIET MEER LATEN I
Op bezoek bij den
vijfhonderdduizendsten Hagenaar
. Ter verantwoording
Onze interviewer krijgt een
weeksalaris van, afgezien van
tantièmes, ruim ? 110.?. Wij
kunnen hem dus niet renteloos
laten liggen. Daarom moet hij
elke week een interview schrijven.
En waarom juist van den
vijfhonderdduizendsten Hagenaar?
zult U vragen. Omdat hij te lui is
voor de overige
vierhonderddui
zendnegenhonderdnegenennegentig.
Ludwig Johannes van Stralen laat
zich uit over den toestand
Wij vonden den jeugdigen hof stad
bewoner in zijn aardig, met roze
lintjes opgemaakt wiegje in een zachten
sluimer. Wtet zijn rammelaar wisten
wij Ludwig JohanneS alras een beetje
wakker te krijgen.
Ons'gespreh
Ludwig Johannes", aldus onze
eerste vraag, wat zijn Uw indrukken
van den toestand, waarin gij deze
wereld gevonden hebt?"
Een zonnige glimlach gleed over het
rozige gelaat van den jongen
hofstadbewoner. En direct uitte hij zich:
Niejèiejèaaoieoeèie" klonk het dui
delijk.
Inderdaad, Excellentie," zeiden wij,
treurig en verward. Maar hoe staat
het met onze neutraliteit? Daar Uw
grootvader aan het Plein immers
sigaren verkoopt aan Minister van
Koleffens moet gij ons daarover dus
inside information kunnen geven?"
| Geanimeerd debat
Nu werd het gesprek direct levendig.
Van Stralen J r. had hierover ook heel
wat te vertellen: Niejèngae, nijahn
iea, niejenghaeiang", aldus deze jonge,
energieke sigaret.
Prect«leerlng
Maar de geallieerden", aldus onze
vraag, wat zal hun houding zijn?
Of moogt gij u hierover niet uitlaten ?
Een plotselinge, energieke beweging
deed Ludwig de jeugdige vuist j es
sluiten. Wij begrepen, dat wij een
faux pas gemaakt hadden. Het bleef
stil.
En de Duitschers?"
Toen kwam de baker yeor het
luiertje.. ' '^ffv
UIT DE DE TIJDSCHRIFTEN
Revne Peyloglslq»*, Maart '38'
In een hoofdartikel-zet Prof.
Knappart het verschil uiteen tusschèn mijn"
en dijn". Volgens Zijne Hooggeleerde
moet men in dezen tijd onderscheiden
tusschèn het gewone mijn" en tus
schèn staatsmijn", waarvoor de regels
niet gelden. Hij bespreekt: de uitbrei
ding, eventueel, tot zeemijnen en land
mijnen. Boekbespreking en een adver
tentie voor het reizen in Zwitserland
besluiten dit nummer.
Tijdschrift voor Huls en Hof
Het tijdschrift voor Huis en Hof
bespreekt de noodzaak van etiquetten
voor den inmaak in huis en ook van
de etiquette aan het hof. Patronen
voor het borduren en festonneeren van
zandzakken benevens een verhaal uit
de hoogere kringen besluiten dit
interessante nummer.
Journalie
JOURNALIË'S HOUDING IN HET
EUROPEESCH CONFLICT
Volstrekte neutraliteit
De Journalische Rijkspersdienst seint :
PRAATSBURG, 15 SEPTEMBER
TN een plechtige zitting der beide
?*? Huizen van het Parlement heeft
Z. M. Decorius I, koning van Journalie
en Keizer van Papyriëhet decreet van
de volstrekte neutraliteit van Journalie
afgekondigd.
De koning was vergezeld van Zijn Ge
malin, H. M. Requisita en van Zijn
beide zonen, den Prins van Sportanje
en den Graaf van Domenlui. Vele
diplomaten woonden deze zitting bij.
Onder hen merkten wij o.a. op den
Nederlandschen gezant bij het Hof te
Praatsburg, Jhr. C. Y. M. I. van
Talckema Ciersteyn.
De Premier Stourbonck leidde de
beide vorsten binnen, waarna de
koning, geholpen door zijn adjudant,
Generaal Manteau de Combat, het
spreekgestoelte besteeg.
Een donderend Hiep Hoerra-geroep
verwelkoomde hem. De koning was
zichtbaar aangedaan of misschien
verkouden en moest eenige malen Zijn
neus snuiten. Met gaandeweg vastere
stem las hij de honderdveertien arti
kelen bevattende verklaring voor, tot
dat hij weggaande onvaster werd.
Klokgeroffel en tromgelui kondigde het
einde van de verklaring aan. De
Koningin had in een honderdvijftiende
artikel de hartelijke groeten aan den
Agha Kahn, die een achterneef van
haar is, bijgevoegd.
Nentraliteitsfeesten
Op de openbare pleinen der stad
hadden vervolgens groote neutral
iteitsfeesten plaats (Noot van de redactie:
Journalie ligt vierhonderdduizend
lichtmijlen van het strijdtooneel verwijderd,
hemelsbreed gemeten). Geweldige beurs
tikkers maakten vroolijke
marschmuziek, op de lunaparken stegen de
koersen en de bevolking gaf luide
uiting aan haar voor- en afkeuren voor
bepaalde landen en regeeringstelsels
(zie onze noot hierboven).
Boodschap per radio
Per radio is vervolgens de
neutraliteitsverklaring aan de betreffende re
geeringen voorgelezen. Aansluitend
werd het weerbericht doorgegeven, dat
voor het geheele Journalische gebied
zeer gunstig is, met kans op onweer.
In het Noorden lichte regenval, in het
Zuiden zonnestraal. (J.R.P.)
Eenvoudige levenswijsheid
*
Zoo donker als de gracht, zoo donker is
mijn ziel.
Wie er in baggert is gemeen.
*
De glimlach van het minnend paartje
op een bank in het park is als een
windvlaagjêover den vijver; en het
water rimpelt. Hebt gij den orkaan
gekend?
*
De haat is een sterkere band dan de
liefde. Doch liefde kan bandeloos
zijn....
*
Donkere wolken boven ons hoofd
geven de regen, na de zonneschijn.
Geen zonneschijn zonder regen. Geen
regen zonder Bartelmans paraplu's.
*
Hoe dieper in den afgrond, hoe
harder men moet schreeuwen. Vandaar
de radio en kanonnen.
Uit de natuur
MAAR WEER AAN IETS ANDERS
DENKEN
HET wandelen in de vrije natuur is
juist in de Septembermaanden
een heerlijke bezigheid. Wij zetten
alle nare gedachten opzij, denken niet
aan oorlog en ellende, en gaan met een
heerlijk, vrij hoofd de natuur in. Wij
willen nu eens een oegenblik niet
bepeinzen, dat diezelfde herfstige
bosschen, waarin wij wandelen, in andere
landen thans het tooneel van vreeselijke
krijgsverrichtingen zijn, maar wij
willen onze ledematen eens strekken
en met flinken pas langs stille paden
wandelen, daarbij van ons afzettend,
dat wellicht thans op het Westfront
ook menschen loopen door boschpaden
op de vlucht voor den gruwelijken krijg.
Nee, nu willen wij daar niet aan
denken. Wij leven hier nog in vrede.
Wij hoeven niet elk uur van den dag
ons af te vragen, hoe het volgende uur
zal zijn. Ziet hoe de teere berken
boompjes hun herfstig loof tegen de
varende wolkengevaarten afteekenen.
Eén bom . . Maar nee, geen sombere
overpeinzingen. Een merel zingt zijn
lied, een kraai hupt voor ons uit. Welk
een somber oorlogsdier. Maar wij zijn
hier buiten om onbezorgd te genieten.
Ach, hoezeer wenschten wij, dat allen
dat konden. Wij willen slechts blijde
wandelen. Een frissche, prikkelende
geur van herfstig loof en niet de walm
van kruit en smook komt in onze
neusgaten. Wij halen diep adem. Hier
geen gasmaskers. Flauwe nevelen
kruipen over de heide. Tijd van
terugkeeren naar onze veilige huizen, waar
niet het gevaar loert. En heerlijk
verkwikt komen wij weer thuis, een
smakelijke kop thee, om dan weer
verfrischt de zware berichten uit de
avondbladen te lezen.
Historiedicuul
ONZE SOUVENIRS
TVTU het honderd jaar geleden is,
l » dat de eerste trein ons land
doorzeulde, nu mogen wij ook wel eens
aan een ander souvenir herinneren.
Vandaag is het immers juist zooveel
jaar ongeveer geleden, dat Heemskerk
en Barents op hun scheurbuik van
Holland naar Nova-Zembla kropen.
Dat was een barre onderneming, want
centrale verwarming en kilometer
tellers kende men toen nog niet. Alles
moest dus op het gevoel af geschieden
en bij onbewaakte overwegen moest
Barents steeds omzichtig naar links
en Heemskerk stoutmoedig den ande
ren kant opkijken.
Ondanks alle ontberingen werd toch
trouw het journaal bijgehouden, zoo
wel het ochtend- als het avondblad.
Vooral om de opruimingsadvertenties
lachten de koene mannen zich een
kriek. Slechts Zondags werd gepauseerd
dan keerden beide wereldreizigers zich
om en gingen zitten, ieder op zijn
eigen plaats.
Menig hachelijk avonduur werd
beleefd. Halfweg Scandinaviëmoesten
de ondernemende ontdekkingsreizigers
de Noorsche romanliteratuur in drie
dikke deelen doorworstelen. Dat was
een ware verschrikking. Doch ook dit
doorstonden zij en tenslotte bereikten
zij, eenigszins klam bezweet, het doel
van hun tocht, Nova-Zembla, waar
zij allerhartelijkst door den burgemees
ter Tollens worden toegesproken.
Het verwonderde ons onlangs dan
ook niet, te vernemen, dat de twee
waaghalzen niet meer in leven zijn.
N.V. Amsterd. Boek- en Steendrukkerij
v/h ELLERMAN, HARMS& Co.
PAG. 20 DE GROENE No. 3250