De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 september pagina 20

16 september 1939 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

DE KLEINE KRANT: Rukt nooit in DE KLEINE KRANT (J\aa/ï( wal nocfi DE KLEINE KRANT: Altijd ruk! latten land DE TOESTAND door Opmercator Elke Week STALIN, de Führer van de So w j etUnie, zeide mij eens, toen. wij samen wandelden langs het smalle weggetje, dat het Kremlin verbindt met het Newa Prospekt: Beste ka meraad Opmerkatorowitsch, als jij in mijn schoenen stond, kreeg je eksteroogen l" Kras uitgedrukt, maar niet zonder beeldenden zin l De machtige Leider wilde daarmee ongeveer zeggen: Als de Europeesche machtsverhoudingen Rusland eens zouden dwingen in te grijpen, doe ik dat, waar ik het wil." (het Russische woord voor eksteroog" heeft het zelfde letterbeeld als het woord voor gewetensconflict"; het was dus een fijne woordspeling I) En als ik het wil, dan zal ik het doen ook." Op dit maxime heeft de Russische politiek gedreven _ sedert 1937 en hieruit valt ook vee) af te leiden van hetgeen er den laatsten tijd geschied is, en, wie weet, van wat nog geschieden zal. Ik zal,nooit zijn vergenoegd en zelf tevreden lachje vergeten, toen hij het woord eksteroogen" uitsprak l Was het een voorteeken? tatir DE OLIFANT VAN MUSOLINI Stefani meldt uit Rome, dat de olifant van Mussolini bezig is op de uniformknoopen der fascistische militie af te tellen: ja, nee, ja, nee, ja, nee, ja» nee, ja, nee...." Bladvulling CORRESPONDENTIE MR. G. H. TE U., Dank voor Uw briefje. Wij hebben de kwestie ter bevoegder plaatse voorgelegd. De Pre ferente Bewijzen Albaneesche Staats schuld moet U afschrijven. BESTE PIET, Daar ik op het oogenblik zoo gauw geen postzegel kan vinden, schrijf ik je zoo maar even; neem mij niet kwalijk I Mijn oordeel is dit: als jij die kar voor weinig geld kunt krijgen, moet je het niet laten. Maar laat hem eerst even goed na kijken. En als hij vroeger voor haringverkoop is gebruikt, moet je hem «tvnkvrij laten opleveren. Marie zegt Mk, -'dat je voorzichtig moet zijn. Ze beeft de laatote -dagen wat last van hoofdpijn maar laat je overigens vrien. En hoe is het met tante ~~ li-weer terug? Wensch e. Ik Heb. nooit veel met '?'opgehad (Fifi). Nu, het i je, Christiaan Karel Guichelaar. Door plaatsgebrek moet deze week helaas de andere correspondentie bij liggen. £g«Wijk groeten. JOB,?- - UIT HET DIERENRIJK ,,'k Word er stil van" ONZE INTERVIEWER KAN HET NIET MEER LATEN I Op bezoek bij den vijfhonderdduizendsten Hagenaar . Ter verantwoording Onze interviewer krijgt een weeksalaris van, afgezien van tantièmes, ruim ? 110.?. Wij kunnen hem dus niet renteloos laten liggen. Daarom moet hij elke week een interview schrijven. En waarom juist van den vijfhonderdduizendsten Hagenaar? zult U vragen. Omdat hij te lui is voor de overige vierhonderddui zendnegenhonderdnegenennegentig. Ludwig Johannes van Stralen laat zich uit over den toestand Wij vonden den jeugdigen hof stad bewoner in zijn aardig, met roze lintjes opgemaakt wiegje in een zachten sluimer. Wtet zijn rammelaar wisten wij Ludwig JohanneS alras een beetje wakker te krijgen. Ons'gespreh Ludwig Johannes", aldus onze eerste vraag, wat zijn Uw indrukken van den toestand, waarin gij deze wereld gevonden hebt?" Een zonnige glimlach gleed over het rozige gelaat van den jongen hofstadbewoner. En direct uitte hij zich: Niejèiejèaaoieoeèie" klonk het dui delijk. Inderdaad, Excellentie," zeiden wij, treurig en verward. Maar hoe staat het met onze neutraliteit? Daar Uw grootvader aan het Plein immers sigaren verkoopt aan Minister van Koleffens moet gij ons daarover dus inside information kunnen geven?" | Geanimeerd debat Nu werd het gesprek direct levendig. Van Stralen J r. had hierover ook heel wat te vertellen: Niejèngae, nijahn iea, niejenghaeiang", aldus deze jonge, energieke sigaret. Prect«leerlng Maar de geallieerden", aldus onze vraag, wat zal hun houding zijn? Of moogt gij u hierover niet uitlaten ? Een plotselinge, energieke beweging deed Ludwig de jeugdige vuist j es sluiten. Wij begrepen, dat wij een faux pas gemaakt hadden. Het bleef stil. En de Duitschers?" Toen kwam de baker yeor het luiertje.. ' '^ffv UIT DE DE TIJDSCHRIFTEN Revne Peyloglslq»*, Maart '38' In een hoofdartikel-zet Prof. Knappart het verschil uiteen tusschèn mijn" en dijn". Volgens Zijne Hooggeleerde moet men in dezen tijd onderscheiden tusschèn het gewone mijn" en tus schèn staatsmijn", waarvoor de regels niet gelden. Hij bespreekt: de uitbrei ding, eventueel, tot zeemijnen en land mijnen. Boekbespreking en een adver tentie voor het reizen in Zwitserland besluiten dit nummer. Tijdschrift voor Huls en Hof Het tijdschrift voor Huis en Hof bespreekt de noodzaak van etiquetten voor den inmaak in huis en ook van de etiquette aan het hof. Patronen voor het borduren en festonneeren van zandzakken benevens een verhaal uit de hoogere kringen besluiten dit interessante nummer. Journalie JOURNALIË'S HOUDING IN HET EUROPEESCH CONFLICT Volstrekte neutraliteit De Journalische Rijkspersdienst seint : PRAATSBURG, 15 SEPTEMBER TN een plechtige zitting der beide ?*? Huizen van het Parlement heeft Z. M. Decorius I, koning van Journalie en Keizer van Papyriëhet decreet van de volstrekte neutraliteit van Journalie afgekondigd. De koning was vergezeld van Zijn Ge malin, H. M. Requisita en van Zijn beide zonen, den Prins van Sportanje en den Graaf van Domenlui. Vele diplomaten woonden deze zitting bij. Onder hen merkten wij o.a. op den Nederlandschen gezant bij het Hof te Praatsburg, Jhr. C. Y. M. I. van Talckema Ciersteyn. De Premier Stourbonck leidde de beide vorsten binnen, waarna de koning, geholpen door zijn adjudant, Generaal Manteau de Combat, het spreekgestoelte besteeg. Een donderend Hiep Hoerra-geroep verwelkoomde hem. De koning was zichtbaar aangedaan of misschien verkouden en moest eenige malen Zijn neus snuiten. Met gaandeweg vastere stem las hij de honderdveertien arti kelen bevattende verklaring voor, tot dat hij weggaande onvaster werd. Klokgeroffel en tromgelui kondigde het einde van de verklaring aan. De Koningin had in een honderdvijftiende artikel de hartelijke groeten aan den Agha Kahn, die een achterneef van haar is, bijgevoegd. Nentraliteitsfeesten Op de openbare pleinen der stad hadden vervolgens groote neutral iteitsfeesten plaats (Noot van de redactie: Journalie ligt vierhonderdduizend lichtmijlen van het strijdtooneel verwijderd, hemelsbreed gemeten). Geweldige beurs tikkers maakten vroolijke marschmuziek, op de lunaparken stegen de koersen en de bevolking gaf luide uiting aan haar voor- en afkeuren voor bepaalde landen en regeeringstelsels (zie onze noot hierboven). Boodschap per radio Per radio is vervolgens de neutraliteitsverklaring aan de betreffende re geeringen voorgelezen. Aansluitend werd het weerbericht doorgegeven, dat voor het geheele Journalische gebied zeer gunstig is, met kans op onweer. In het Noorden lichte regenval, in het Zuiden zonnestraal. (J.R.P.) Eenvoudige levenswijsheid * Zoo donker als de gracht, zoo donker is mijn ziel. Wie er in baggert is gemeen. * De glimlach van het minnend paartje op een bank in het park is als een windvlaagjêover den vijver; en het water rimpelt. Hebt gij den orkaan gekend? * De haat is een sterkere band dan de liefde. Doch liefde kan bandeloos zijn.... * Donkere wolken boven ons hoofd geven de regen, na de zonneschijn. Geen zonneschijn zonder regen. Geen regen zonder Bartelmans paraplu's. * Hoe dieper in den afgrond, hoe harder men moet schreeuwen. Vandaar de radio en kanonnen. Uit de natuur MAAR WEER AAN IETS ANDERS DENKEN HET wandelen in de vrije natuur is juist in de Septembermaanden een heerlijke bezigheid. Wij zetten alle nare gedachten opzij, denken niet aan oorlog en ellende, en gaan met een heerlijk, vrij hoofd de natuur in. Wij willen nu eens een oegenblik niet bepeinzen, dat diezelfde herfstige bosschen, waarin wij wandelen, in andere landen thans het tooneel van vreeselijke krijgsverrichtingen zijn, maar wij willen onze ledematen eens strekken en met flinken pas langs stille paden wandelen, daarbij van ons afzettend, dat wellicht thans op het Westfront ook menschen loopen door boschpaden op de vlucht voor den gruwelijken krijg. Nee, nu willen wij daar niet aan denken. Wij leven hier nog in vrede. Wij hoeven niet elk uur van den dag ons af te vragen, hoe het volgende uur zal zijn. Ziet hoe de teere berken boompjes hun herfstig loof tegen de varende wolkengevaarten afteekenen. Eén bom . . Maar nee, geen sombere overpeinzingen. Een merel zingt zijn lied, een kraai hupt voor ons uit. Welk een somber oorlogsdier. Maar wij zijn hier buiten om onbezorgd te genieten. Ach, hoezeer wenschten wij, dat allen dat konden. Wij willen slechts blijde wandelen. Een frissche, prikkelende geur van herfstig loof en niet de walm van kruit en smook komt in onze neusgaten. Wij halen diep adem. Hier geen gasmaskers. Flauwe nevelen kruipen over de heide. Tijd van terugkeeren naar onze veilige huizen, waar niet het gevaar loert. En heerlijk verkwikt komen wij weer thuis, een smakelijke kop thee, om dan weer verfrischt de zware berichten uit de avondbladen te lezen. Historiedicuul ONZE SOUVENIRS TVTU het honderd jaar geleden is, l » dat de eerste trein ons land doorzeulde, nu mogen wij ook wel eens aan een ander souvenir herinneren. Vandaag is het immers juist zooveel jaar ongeveer geleden, dat Heemskerk en Barents op hun scheurbuik van Holland naar Nova-Zembla kropen. Dat was een barre onderneming, want centrale verwarming en kilometer tellers kende men toen nog niet. Alles moest dus op het gevoel af geschieden en bij onbewaakte overwegen moest Barents steeds omzichtig naar links en Heemskerk stoutmoedig den ande ren kant opkijken. Ondanks alle ontberingen werd toch trouw het journaal bijgehouden, zoo wel het ochtend- als het avondblad. Vooral om de opruimingsadvertenties lachten de koene mannen zich een kriek. Slechts Zondags werd gepauseerd dan keerden beide wereldreizigers zich om en gingen zitten, ieder op zijn eigen plaats. Menig hachelijk avonduur werd beleefd. Halfweg Scandinaviëmoesten de ondernemende ontdekkingsreizigers de Noorsche romanliteratuur in drie dikke deelen doorworstelen. Dat was een ware verschrikking. Doch ook dit doorstonden zij en tenslotte bereikten zij, eenigszins klam bezweet, het doel van hun tocht, Nova-Zembla, waar zij allerhartelijkst door den burgemees ter Tollens worden toegesproken. Het verwonderde ons onlangs dan ook niet, te vernemen, dat de twee waaghalzen niet meer in leven zijn. N.V. Amsterd. Boek- en Steendrukkerij v/h ELLERMAN, HARMS& Co. PAG. 20 DE GROENE No. 3250

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl