De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 september pagina 4

16 september 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

i.' o o ^ Z.5 wij later aan dezen tijd zullen terugdenken, 2LJ zullen bij de beelden, die bij ons opkomen, ? ?*? vee/ luidsprekers zijn. Wij zullen voor ons geestesoog zien opdoemen de kamerhoek waar ,,de luidspreker" stond, toen daaruit de stem klonk: .. .. dat Engeland zich van elf uur af met Duitschland in oorlog beschouwt". Zoo zal het mij gaan en velen met mij. De geschiedenis van dezen tijd vindt haar eersten weerklank in de radiotoestellen der huizen. Redevoeringen van Chamberlain, Goering, Hitler, Eden, Daladier hooren wij bij de thee. Alle belang rijke berichten kennen wij eerder als acoustisch dan als visueel beeld. De stem, die in onze kamers spreekt, kluistert ons aan huis en we durven niet den luid spreker te verlaten voor wij onze vier-maal daagsche nieuwsuitzending achter den rug hebben. Dat alles zal later in onze herinnering voortleven, als het al niet overstemd zal worden door gruwelijker en directer beelden. Maar ook dan zal de radio daarbij een integreerende rol spelen. De waarheid is, dat wij ons leven zonder die radio niet meer kunnen denken. De nieuwsberichten van het A.N. P. wijzigen ons wereldbeeld van uur tot uur, de uitzending van nieuws door Brussel Vlaamsen" vele malen daags, brengt ons de ruimere commen taren. En spannender dan film of bridge en detective romans, dieper van zin dan de dichtbundel dien wij wellicht 's avonds plachten te lezen, zijn de uitzen dingen van berichten uit de oorlogvoerende landen. Parijs in het Duitsch, Keulen in het Fransch, Engeland in het Duitsch, met berichten, tegen elkaar gericht, beoogend de tegengestelde propaganda te ontzenuwen, een vlammende rede van een staatsman of generaal, het treft ons meer dan theater en film. Wij willen weten. En wij kunnen weten. TT\E radiotoestelbezitters ondernemen zwerftochten J-J door den Europeeschen aether en berichten den volgenden dag hun vrienden van hun ontdekkingen, die op hun beurt gaan speuren, op zoek naar nieuws. De aangeslotenen bij de radiodistributie wachten af, wat de centrale" hun op de derde of vierde lijn zal brengen, waarbij inderdaad reeds talrijke nieuws berichten zijn. Deze radiodistributie is in dezen tijd van zeer groot belang. In Engeland wordt het net met regeeringssteun uitgebreid, Duitschland neemt dergelijke maatregelen, Belgiëwerkt aan de uitbreiding er van en voor ons land bestaat dezelfde wenschelijkheid. In Amsterdam zijn er zestigduizend aansluitingen, zoodat zestig duizend gezinnen, ook bij zwijgende zenders, bereikt kunnen worden. Wat dit beteekent voor den burger lijken luchtbeschermingsdienst behoeft niet nader uiteengezet te worden. Deze dienst beschikt, in oorlogs tijd, dan ook dag en nacht over de derde lijn. In het algemeen is die dienst van de radiodistributie actueel goed verzorgd. De belangrijke berichten en redevoeringen krijgen de aangeslotenen te hooren. Maar een belangrijke uitbreiding aan deze distributie zou gegeven moeten worden. Het ware wenschelijk, dat een der vier (in enkele gevallen nog drie) lijnen permanent beschikbaar zou zijn voor dergelijke actueele uitzendingen, zoodat, zonder opvullende muziek, den heelen dag de nieuwsberichten en actueele uitzendingen elkaar zouden opvolgen, waarbij het vaak zal voorkomen, dat tusschen eenige uitzendingen pauzes zullen ontstaan. Zoo zal de luisteraar steeds op de hoogte blijven, ook zonder dat hij gedwongen is, zenuwachtig langs de peilschaal van zijn toestel of de draaiknop van zijn distributie te zoeken en zonder dat hij, tot het verkrijgen van het begeerde nieuws, lezingen over den kruisjessteek en potpourris van Weensche walsen over zich heen moet laten gaan. Bezitters van radiotoestellen zouden zich, wat in dezen woeligen tijd met het oog op eventueele waar schuwingen toch al wenschelijk zou zijn, voor deze berichten bij de distributie aansluiten. Kantoren zouden zulk een dienst op prijs stellen. Hierbij aansluitend opperen wij de mogelijkheid om de telefoondiensten der gemeenten bij een nieuws service in te schakelen, zoodat men, door het draaien van een nummer, een korte samenvatting zou kunnen krijgen, zooals men nu reeds den juisten tijd en, in Den Haag, het weerbericht telefonisch kan hooren. Een grammofoonplaat, die om het uur of om de twee uur vernieuwd zou worden, zou duizenden van de laatste berichten doorloopend op de hoogte kunnen brengen. Technische bezwaren zijn zeker geen beletsel. Wat betreft de distributie is een dergelijke concen tratie van nieuws reeds overwogen. Hoewel men ge constateerd heeft, dat de laatste dagen de belangstelling voor de nieuwsberichten, sedert de eerste dagen van September, iets is afgenomen, is men daar bereid een dergelijke uitzending te overwegen. Ons schijnt dit een eisch des tijds. Berichtgeving in oor Van onzen militairen medewerker DE wereldoorlog is nu alweer bijna 14 dagen aan den gang, het onmogelijk geachte is tóch gekomen en het schijnt wel, of de menschen huiverig zijn, om zich het verschrik kelijke daarvan te realiseeren. Voor velen, die den oorlog van 1914?1918 hebben beleefd, lijkt het wel, alsof er tusschen November 1918 en September 1939 geen periode van vrede is geweest. Het inter mezzo tusschen de beide wereldoorlogen lijkt zoo uiterst klein en eiken dag, dat de verschrikking voortgaat, schijnt de rust-pauze in te krimpen. Achteraf gezien moet men erkennen, dat er tusschen 1918 en thans ook eigenlijk geen ware vrede is geweest, maar men hoopte steeds, dat die gebene dijde toestand ten slotte wel zou komen het alternatief was immers onmogelijk! Het onmoge lijke werd echter realiteit, het is er en als het ware schoorvoetend, begint de menschheid zich weer in den oorlogstoestand in te leven. De schuchterheid in het aanvaarden van de beangstigende werkelijkheid, welke zich openbaart in de mentaliteit van het publiek, zoowel in de oor logvoerende als in de neutraal gebleven naties, is óók waarneembaar bij hen, die in den oorlog metterdaad optreden. Behalve in Polen, waar de oorlog op de normale en van ouds bekende wijze zij het dan met ultra moderne middelen wordt gevoerd, gaat het op de fronten" geheel anders dan men het zich had voorgesteld. De veldtocht in Polen is in de groote worsteling slechts een voorspel, een soort hors d'oeuvre", de eigenlijke wereldkrijg zal elders moe ten worden uitgevochten. Daar echter, waar de groote tegenstanders tegen over elkaar zijn komen te staan, wordt een actie ontplooid, die voorloopig van de klassieke krijgsverrichting sterk afwijkt. Aanvankelijk scheen het wel, dat de algemeene verwachting zou worden vervuld en dat de tegen standers zouden beginnen met wanhopige pogingen, om de overmacht in de lucht te behalen. De Britsche luchtmacht ontwikkelde al dadelijk groote bedrij vigheid. Reeds den eersten nacht na het uitbreken van den oorlog, vlogen de vliegtuigen naar Duitsch land, de lucht vervullende met het onheilspellende geraas van de onzichtbare machines, maar het verwachte bombardement volgde niet. Inplaats van bommen, werden millioenen strooibiljetten over het noordwesten van het Duitsche land uit geworpen en in plaats van dood, verderf en ver nietiging brachten zij.... propaganda. Papiertjes, bedrukt met zorgvuldig gekozen zinsneden in de Duitsche taal werden bestemd, om het Duitsche Volk door eene boodschap in den vorm van eene Warming", tot het besef te brengen dat het door zijn eigen leiders wordt bedrogen, zulks in de hoop, dat dit besef de Duitschers er toe zou bewegen het voortzetten van den oorlog op te geven. Of en in hoeverre eene dergelijke actie eenig succes kan opleveren, moet in het midden worden gelaten, maar het opmerkelijke feit is te constateeren, dat al dadelijk begonnen is met het hanteeren van het wapen der propaganda door middel van publicatie, berichtgeving en bestrijding van den vijand met lectuur. IN alle oorlogvoerende landen wordt de bericht geving, welker taak het is het eigen en overig publiek omtrent den toestand van de eigen partij en dien van den tegenstander in te lichten, beheerscht door de propaganda. Deze laatste wordt van zooveel waarde geacht, dat men er veelal toe is overgegaan, om ministeries voor de propaganda te organiseeren, dan wel een staatsdienst in het leven te roepen, die zich uitsluitend met dit reclame achtige werk bezig houdt. De taak van deze or ganen is, om den toestand van de eigen zaak, zoowel wat betreft het gebeuren op het oorlogsterrein als hetgeen in het eigen land voorvalt, voor het eigen volk en het buitenland, zoo gunstig mogelijk voor te stellen. Wie ook maar eenigszins op de hoogte is van de psyche der massa, zal beseffen, dat dit wapen van de propaganda, mits goed gehanteerd, een zeer krachtig middel is, omdat het zulk een sterken invloed oefent op het moreel en dit laatste is in oorlogstijd een factor van zér groote waarde. Voor het deugdelijk hanteeren van dit machtige wapen is aangeboren en door studie ontwikkeld talent noodig. Het gaat er mee als met reclame en adverteeren in vredestijd; ook dit is niet ieders werk, maar wie er aanleg voor heeft, wie reclame weet te maken, die pakt" en een advertentie kan samenstellen, die het doet", bereikt een groot succes. Voor zoover de propaganda zich bezig houdt met het bewerken van het publiek aangaande den inwendigen toestand, doen zich niet meer dan de normale moeilijkheden voor en kan men volstaan met de leiding van iemand, die in vredestijd zijn sporen op dit bijzondere gebied heeft verdiend, doch de taak wordt veel zwaarder, indien men zich op het terrein van de actieve oorlogvoering begeeft. Hier staat men voor de opdracht, om de voor handen zijnde berichten zoodanig voor de publi catie te bewerken, dat men door die vermelding zooveel mogelijk voordeel bereikt dan wel zoo weinig mogelijk nadeel lijdt. De berichten van het krijgsterrein bereiken in eerste instantie de daarvoor bestemde organen van de regeering in het eigen land en meestal zijn dat de bureaux van den inlichtingsdienst. Hier komen de verschillende berichten, meestal in zeer grooten getale, binnen en daar ondergaan zij de eerste bewerking, met het resultaat dat de inlich tingsdienst een rapport kan samenstellen, dat niet te veel van de waarheid afwijkt. Men bedenke, dat alle berichtgeving steeds niet meer is dan een be nadering van de werkelijkheid en wie op dit gebied eenige ervaring heeft, begint te begrijpen wat Multatuli gevoelde, toen hij schreef: Niets is vol komen waar.... en ook dit niet". Het rapport van den inlichtingsdienst, dat voor de eigen regeering of voor de opperste leiding der defensie bestemd is, kan echter maar niet, zooals het daar ligt, wereldkundig worden gemaakt. Zulks gedoogt de propaganda geenszins. Indien het gunstig luidt, dan moet het zooveel mogelijk worden opgeblazen", bevat het daarentegen on gunstige mededeelingen, dan moeten de scherpe kanten er af, zoodat het ten slotte nog als een bevredigend" bericht kan worden gepubli ceerd. Het gevolg hiervan is, dat de oorlogsberichten met voorzichtigheid moeten worden gelezen en dat zulks steeds moet worden gedaan met behulp van den bij het geval passenden bril". Het kan voorkomen, dat de mededeelingen plompweg leugens bevatten, doch dit zal slechts noodgedwongen ge schieden meestal worden er geen feitelijke on juistheden gepubliceerd, doch worden de feiten PAG. 4 DE GROENE No. 3250

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl