De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 september pagina 9

16 september 1939 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

de Franco New York aankwam, stond op haar pas poort Matumoto, hetgeen mij groote moeite veroorzaakte bij de douane. (Asia, New York) Gesol met Franco Er zijn twee belangrijke groepen in Spanje die hun best doen, Franco van een te nauwe samenwerking met de as RomeBerlijn terug te houden. Dat zijn de ban kiers en de kerk. Onder de bankiers is Juan March, goed zaken man als hij is, voor het onderhouden van nauwe financiëele en economi sche relaties met Londen en tegen een militair ver^ band met de as. Hij wil, dat Spanje in den oorlog neutraal zou blijven. De kerk, die zeer actief is, gelooft dat, nu de oorlog geëindigd is, iets minder fascisme en iets meer natio nalisme gewenscht is. De Aceion Catolica, die tijdens den oorlog onder leiding stond van leeken, is thans weer toevertrouwd aan kardinaal Goma, primaat van Spanje. Dat beteekent een nederlaag voor de fascistische Falange. (Voice of Spain, Londen) Kinderlijk Amerika De wijze waarop wij op het leven reageeren, is in veel opzichten eerder kinderlijk dan volwassen. Het kind denkt dat zijn vreugde en zijn verdriet eeuwig zullen duren; vandaar de intensiteiten de snelle wisseling van zijn gevoelens. De jaren 1929 en 1939 toonen aan, dat ons volk even zoo reageert. In 1929 waren wij zoo kinderlijk, te gelooven, dat onze voorspoed nooit zou eindigen en dat een zorgelooze wereld was ontstaan. Nu hebben wij het gevoel dat de depressie eeuwig zal duren. Dit is kinderlijk. Een volwassen man zou zijn fouten inzien, beseffen dat hij zijn taak nog niet beheerschte en op nieuw de handen uit de mouw steken. (James Truslow Adams in New York Times Magazine") Welnlg-lezend Engeland Wanneer gij een vreemdeling zoudt hooren verklaren dat de Britten een ras van ignoranten en onontwikkelden vor men, dan zoudt ge aanvankelijk sprake loos staan van verontwaardiging. Ver volgens zoudt ge den impertinenten vreemdeling wijzen op ons systeem van opvoeding, op de wonderen onzer open bare bibliotheken enzoovoorts. Eindelijk zoudt ge triomfantelijk de aandacht vestigen op het feit dat wij het laatste jaar zestien duizend werken publiceerden. En dan? Veronderstel dat de vast houdende vreemdeling u , br le-pourpoint vraagt, welk gebruik de Natie van deze enorme litteraire productie maakt. Wat zoudt ge antwoorden? Toch is de vraag loyaal, want de cultuurgraad eener natie is niet enkel af te meten naar de productie harer schrijvers, maar nog meer naar de reactie van het volk daarop Niemand weet helaas ! hoeveel de natie jaarlijks uitgeeft voor boeken. Ik schat deze som tennaastebij op tien millioen pond, dat wil zeggen, het vierhonderdste onzer gezamenlijke jaarlijksche uitgaven. Zeg dit getal niet aan den vreemdeling; hij zou u kunnen opmerken dat, als deze som al de liefde der Engelschen voor hun boeken vertegenwoordigt, zij een zestien maal zoo groote sympathie hebben voor tabak, een zesentwintig maal zoo groote voor alcoholische dranken. (Bulletin of the National Book Council, Londen) Nederland en Indl De verguizing van het economisch be lang van Indiëvoor Nederland vindt goeddeels haar verklaring in een eeuwen oude koloniale historie, die belast is met de onhoudbare eenzijdigheid, waarbij alles en allen aan het uitsluitend handels belang werd ondergeschikt gemaakt. Het behoeft daarom niet te zeer te ver bazen, dat deze eenzijdigheid als tegen overgesteld in het leven riep de ver oordeeling onzer koloniale heerschappij. Maar beide eenzijdigheden zijn onhoud baar. De eene eenzijdigheid (de compagnie's-geest) werd en wordt over wonnen. Daarmee heeft de andere een zijdigheid haar rol vervuld, en het is thans de hoogste tijd dat wij van haar verlost worden. Het is een van de kwalijkste vruchten van Nederland's wel vaart dank zij Indië, dat men zoo van de werkelijkheid is af komen te staan, dat men meent rustig ons koloniaal gezag te mogen ondermijnen met on vruchtbare critiek, terwijl men even zoo goed kalm zijn Indische sigaar rookt, zijn Indische thee en koffie drinkt en mogelijk nog allerlei eischen stelt aan de Nederlandsche regeering, die alleen te ver vullen zijn dank zij het aandeel van Indiëin de Nederlandsche schatkist. (H. Schokking in Het Gemeenebest", Haarlem) Hltler Intlme" Hier volgt een interessant kijkje op het karakter van den Führer". Ik heb het uit de eerste hand gehoord. Toen het vraagstuk van de stoffeering der nieuwe Rijkskanselarij te Berlijn be sproken werd, stelde Hitler, als gewoon lijk, belang in alle details. Hij beval de groote zaal te behangen met tapijten en gaf een makelaar opdracht, terstond tapijten ter waarde van / 200.000 te koopen. De makelaar zeide, dat dat tijd zou kosten (men kan tapijten niet en gros koopen) en wees er op dat zeven honderd tapijten opgeslagen waren in het Weensche Museum. Waarom zou de Führer die niet gebruiken ? Het Museum zou ze gaarne in bruikleen afstaan". Hitler bleef zitten peinzen en sloeg het voorstel bruusk af. Nein ! Nein ! Die behooren het Duitsche volk toe. En waarschijnlijk zal mijn opvolger het weer heelemaal veranderen". (?Critic" in de New Statesman and Nation", Londen) WIJ IMPORTEEREN DIRECT, DUS ONVERSNEDEN Prijscourant wordt f a* rn ? to*c«zond*n HUNGARIA" WIJNIMPORT - HEERENGRACHT 338 - TEL. 31040 Heel vriendelijk van U, maar we mogen geen fooien aannemen". (Esquire, Chicago) Ik heb den directeur om opslag gevraagd, zooals jij gezegd hebt, en hij heeft mij ont slagen, zooals ik ge zegd heb". (College Humour, New York) Ik rijd nu al drie weken en ik heb nog niets van belang geraakt". (New Yorker) Kijk lieveling, al die kapotte sokken heb ik opgespaard voor jou nijvere handjes". (Possing Show, Londen) PAG. 9 DE GROENE No. 3250

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl