De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 30 september pagina 12

30 september 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Het Waarom hechten wij in deze spannende dagen zoo spoedig geloof aan geruchten? IN deze vreemde dagen van uitbun dige, bijna losbandige zomer, late zomer al, waarin het overrijpe de na derende herfst aankondigt en waarin blauwe vezels en de geur van paddestoe len een dampkring over de aarde leggen van vochtige ontbinding en dreigend vergaan, in deze dagen was de wereld vol van 't naderende onheil. En wij menschen droegen in onze gedachten 't weten van vergaan, van rampen, van de dreiging van dood en verderf, die alle maatstaven van ons bestaan, die voor- en achtergrond van onze existen tie nu al doet veranderen. Die nu al de dag van morgen voor ons verkerft en die alle zekerheid van continuïteit, die voor onze ontplooiing voorwaarde is, doet afbreken en ons doet toeven voor onbekende grenzen, die geen muren zijn, waartegen wij botsen zooals wij dat allen in ons leven kennen en waartegen wij in zekeren zin gewapend zijn , maar die bestaan uit moerassen en afgronden, uit ont zaglijke holten. In deze vreemde dagen, waarin de tijd zijn voortgezette gang schijnt af te breken leeft de mensch anders dan anders: hij leeft in het moment. In het moment, waarin de tijd schijnt stil te staan, zoekt hij de zekerheid van zijn bestaan, nu de voortgang der dingen waarin zijn eigen levenspers pectief was afgeteekend, verbroken is. Zoo heeft de constellatie van de wereld, voor ons als voor alle anderen, reeds nu een diep-inwerkenden invloed op ons eigen leven gekregen. Het heeft het aspect van de wereld en de groot heden van tijd en ruimte waarin onze bestaansvorm is uitgedrukt, sterk aan gegrepen. Want wanneer de mensch leeft in het moment, dan leeft hij in het statische, en overheerscht het ruimtelijke aspect van de wereld. En daarin is de onrust van onzekere krachtsverhoudingen, daarin is de wereld geworden tot momentane ont hulling van het machtelooze ik, tot dreiging. Wanneer de zekerheid van de eigen voortgang ontbreekt en het tijdselement als het ware vervlogen is, dan wordt de wereld, in plaats van mogelijkheid om het eigen leven vorm te geven, tot ruimtelijke dreiging. IN deze dagen is de mensch meer dan anders op den ander aange wezen. Wij zien, hoe de menschen tot groepen samenklonteren, hoe zij elkaar zoeken, eikaars nabijheid behoeven, hoe zij contact zoeken om met elkaar stil te staan en het nieuwe moment verwachten: de uitzendingen, de krant, het nieuwtje. Onder deze voorwaarden tiert welig het onkruid van het gerucht. Wij kennen het allen even goed, dit wonderlijke verschijnsel: het onge controleerde, oncontroleerbare praatje, waarvan wij weten dat het een gerucht is, en wat ons toch even aangrijpt. omdat het de ban breekt van onze afsluiting, van onze benauwenis, omdat het de wereld weer toegankelijk zou kunnen maken. Maar het is schijn, en wij weten, dat het schijn is. Het gerucht heeft altijd n ken merk : het draagt een wenschkarakter, zooals de droom een wenschkarakter heeft. En zooals de droom alleen voor komt, wanneer het zelf-bewuste ik zijn heerschappij in het zieleleven heeft prijsgegeven in de slaap , zoo komt het gerucht alleen voor, wanneer een andere levenssituatie is ingetreden, wanneer in het overheerschen van het ruimtelijke levensaspect, de zelfwerk zaamheid van het ik is verlamd. Het gerucht is het kind, of misschien beter via de angstige verachting het klein kind van de paniek, en dan het manne lijke klein-kind, zooals de vlucht of het zich verstoppen het vrouwelijke klein-kind genoemd zou kunnen wor den. Het gerucht dringt onder de menschen als een loopend vuurtje, het wordt als een zelfstandige groot heid. Zeggen wij niet: het gerucht wil, dat....", en bedoelen wij dan niet dat wij met het expansieve en het opgeblazene van het gerucht zelf niets te maken willen hebben? Dat is het merkwaardige van het gerucht: het is onpersoonlijk, het is het on dit". Het wordt kritiekloos aanvaard, omdat het ontspanning brengt, waar naar de mensch hongert, omdat het de vrucht is van het wenschleven waarin het collectieve sterker naar voren komt naarmate de bedreiging meer gezamenlijk wordt ondergaan maar vooral wordt het kritiekloos aanvaard omdat de mensch in de mo mentane levenssituatie niet tot zelf bewuste kritiek in staat is, zooals in Bont Over bont zijn lijvige boekdeelen vol geschreven. Niet zonder reden, als men bedenkt dat de alleroudste kleedingstukken, en de allernieuwste, van den mensch van bont gemaakt waren, zijn en zullen zijn. In den winter natuur lijk; uit den term zomerbont" en bontgarneering" kan men alleen maar op maken, hoe gecompliceerd het leven geworden is, daar wij ons er niet meer mee tevreden stellen, dit materiaal uit sluitend ter verwarming te gebruiken, maar het ook tot onze (echte of ver meende) verfraaiing aanwenden. Ik stel me trouwens toch wel voor, dat lieve jonge holbewoners-meisjes elkaar óók al beconcurreerd hebben met de bentvellen, die haar aanbidders voor haar meebrachten, en dat bij voorbeeld een wolfsvel op een graadje minder liefde wees dan een panterhuidje ! Hoe dit ook zij, het helpt weinig of wij ons al verdiepen in de onbedorven heid onzer vroegste voorouders; wij zijn niet meer zoo, en wij zetten reepen bont op gedeelten van onze kleeding, waaraan zij nooit gedacht zouden heb ben. Best mogelijk, dat deze dame (foto) het verrukkelijk warm heeft met haar gilet" van nutria, dat de sluiting vormt van de beige wollen mantel, door middel van een rij lange houten knoopen Andere menschen zoeken het in enkele bontmouwen, weer anderen nemen een rus van bont, en een derde soort een kraag en zakken. De logica speelt er maar een ondergeschikte rol bij, en dat alleen al geeft een rechtgeaarde vrouw een heimelijke voldoening. En u zult moeten toegeven dat, voor onze on-primitieve 2oste eeuwsche oogen het effect allercharmantst is ! UIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Aan onze lezeressen Naar men elders op onze pagina's ,, Vrouwen en Vrouwen leven" zal kunnen constateeren, begint De Groene" weer met de publicatie van zijn befaamde recepten. Ter geruststelling der lezeressen wenscht de redactie er op te wijzen, dat alle recepten met de uiterste zorg beproefd zijn, en met weinig moeite kunnen worden nagemaakt. Het is aanbevelenswaardig, ze uit te knippen en op te plakken. U kunt er dan jarenlang plezier van hebben. En nu: smakelijk eten! iïllllllmlIllllllllmlIIIM IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHIIIIHHHK den droom, en zichzelve vrijspreekt omdat het gerucht onpersoonlijk is. Het is gehoord, van een ander ver nomen, het is de zelfstandige grootheid geworden, waarvan wij zeggen: als dat eens waar was". ZOO is het gerucht een ontlading, die even een uitzicht opent, zooals een bliksemstraal dat kan doen bij een nachtelijk onweer, waarin óók de wereld een statisch aspect heeft. Wij geven het gerucht door, met onze eigen woorden en even aangezet in eigen kleur en wij genieten even van het effect bij den ander, een steriele speling van ons machtsverlangen. En wij hebben het gevoel even ons aandeel in den loop der historie naar voren te hebben kunnen brengen: wij hebben ons even boven de historie zelve gesteld, zooals een jongen aan het stuur van een stilstaande auto zit te draaien, en zich daarbij de koning van de weg voelt. Zoo spelen wij met de realiteit, die meer dan ooit in deze dagen voor ons onvatbaar en onindenkbaar is, wij voelen ons er machteloos buiten staan, en plegen het gerucht. Recept van De Groene' X X >? X c < o U ' d Meloen in ham 'T'ER afwisseling voor de herfstdagen ?L is een nieuwe hors-d'oeuvre voor uw dinertje heusch wel eens iets om te probeeren.... Zoek daarvoor een zoet meloentje uit en laat uw slager nette plakjes ham be zorgen (erg vette randen daarvan af halen) . Snijd uit de stukken meloen het meloen-vleesch en wikkel ieder stuk in een plakje ham. Neem gemakshalve voor iedere gast een bordje, waarop dit omwikkelde stukje meloen op een bescheiden blaadje sla neergevleid wordt (uit kleur-overwegingen doet een schijfje tomaat boven op het goed). Deze meloen-hors d'oeuvre dient wel op het laatste uur voor het opdienen gemaakt te worden, anders verliezen meloen plus sla hun eerste frischheid. Het geheel is vlug en eenvoudig in elkaar te zetten en tusschen de traditioneele vischgerechten een frissche oase l PAG. \l DE GROENE No. 3252

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl