Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
£
De Russische beer leidt den Fiihrer"
De demarcatielijn die Polen verdeelt, is een groot
succes voor de Sowjet-Unie geworden. De Duitsche
legerberichten blijven melden dat de Duitsche troe
pen hun bewegingen naar de demarcatielijn voort
zetten". Wat zij echter niet melden, is, dat deze
beweging achterwaarts gericht is; de Duitsche
troepen moeten in sommige gevallen-honderden
kilometers terugtrekken. In de Baltische staten
waar men van nabij de gebeurtenissen volgt, be
schouwt men dan ook algemeen de Sowjet-Unie
als den overwinnaar van den oorlog, niet
Duitschland. Het Duitsche gevaar is voor de leidende kringen
in sommige Baltische staten vervangen door het
Russische, temeer nu de bolsjewisatie van het be
zette deel van Polen in een uitermate snel tempo zijn
beslag heeft gekregen. Nu de Sowjet-Unie blijkbaar
van te' voren een afspraak met Duitschland heeft
gemaakt met het doel, gebieden te heroveren die
zij in de bedreigde eerste jaren van haar bestaan
heeft moeten prijs geven, is er reden om aan te
nemen dat ook Estland, Litauen, Letland en
Finland tot de desiderata van Moskou behooren.
Deze week bracht ons reeds berichten over
Moskou'sche eischen aan Estland dat over bruik
bare Oostzeehavens beschikt, terwijl ook aan de
Finsche grens Russische troepen worden gecon
centreerd.
De troepen van de Sowjet-Unie zijn ook in
ZuidPolen verder opgerukt dan voor Hitler aangenaam
is. Het Poolsche petrcleumgebied ontgaat hem. De
rechtstreeksche toegang tot Roemeniëis hem ver
sperd. Dat zijn verschijnselen die in Parijs en
Londen een zeker optimisme hebben gewekt. Men
ziet er een mogelijkheid in van latere conflicten
tusschen de Sowjet-Unie en het Derde Rijk, en op
het oogenblik een aanwijzing dat ook voor Moskou
geldt dat het communistische hemd nader is dan de
nationaal-socialistische rok.
Dat Londen en Parijs in de gegeven omstandig
heden de Russische bezetting van Polen niet met
een oorlogsverklaring hebben beantwoord, is dan
ook alleszins begrijpelijk. Duitschland is en blijft
de hoofdvijand. Waarom zou men in zijn kaart
spelen? Om de moreele positie der democratieën
te verbeteren? De oorlog gaat niet om moraal. Hij
is een machtsconflict.
Vredesgeruchten
De oorlog is deze week op den ouden voet voort
gezet: Duitsche acties in Polen en wederzijdsche
kanonnade's en plaatselijke aanvallen aan de
Fransch-Duitsche grens. Ter zee was het deze week
rustig, behalve voor de neutralen wien het door
Duitsche onderzeeërs steeds lastiger wordt ge
maakt.
Door deze betrekkelijke kalmte (Generaal
Gamelin voelt niets voor een onbeheerscht offensief
tegen de Siegfried-Linie) konden weer tal van
vredesgeruchten ontstaan. Het heet dat Hitler na de
pacificatie" van Polen vrede zal aanbieden onder
bedreiging met het nieuwe verschrikkelijke wapen
waarop hij ook reeds in zijn redevoering te Danzig
zinspeelde. Volgens anderen zal het vredesvoorstel
van Mussolini komen, die op de bemiddeling van
Roosevelt een beroep zal doen. Ook de naam van
Koning Leopold van Belgiëwordt in dat verband
genoemd.
Er zijn echter vooralsnog geen aanwijzingen dat
men te Londen en Parijs van zins is, over vrede te
gaan onderhandelen. Het Fransche bewind wordt
steeds steviger. Het heeft de communistische partij
ontbonden die trouwens reeds danig verzwakt was
(Wellicht was deze maatregel een concessie aan
rechts" wegens het aftreden van Bonnet). Ook de
Engelsche regeering denkt niet aan toegeven.
Chamberlain's woorden bij het wekelijksch over
zicht in het Lagerhuis, Woensdag j.l., waren
energieker van toon dan ooit te voren. Ook Churchill
toonde groote vastberadenheid.
De positie van de democratieën is trouwens ver
sterkt door de wijziging der Amerikaansche
neutraliteits-wetgcving die wel binnenkort een feit zal
zijn. Daarmee krijgen zij de economisch-sterkste
staat ter wereld aan hun zijde. Dit was weliswaar
van te voren reeds verdisconteerd, maar is toch een
welkom bericht voor Londen en Parijs.
En zoo gaan wij den eersten oorlogswinter tege
moet.
Schoten knallen in Roemeni
Als tastbaar bewijs voor de spanningen die de
oorlog ook in het bedreigde Roemenie heeft opge
wekt, mag de moord op den minister-president
gelden. Calinescu liet Donderdag 21 September j.l.
het leven ten gevolge van een aanslag van leden der
vroegere Ijzeren Garde. Als weerwraakmaatregel
zijn de plegers van den moord en plein public"
terechtgesteld (men liet de lijken een dag lang op
straat liggen). De regeering liet het daar echter niet
bij zitten. Nog driehonderd leden van de Ijzeren
Garde hebben den geslaagden aanslag op Calinescu
met hun leven moeten boeten. Generaal
Marinescu, de nieuwe minister van binnenlandsche zaken
heeft gestrenge maatregelen aangekondigd. Onbe
grijpelijk is zulks niet. Het Roemeensche regime
staat verre van stevig. Het land is door begeerige
buren omgeven. In het Zuiden handhaven de Boel
garen hun aanspraken, in het Noorden ligt de
Sowjet-Unie met haar vér-gaande eischen, in
het Noordwesten ligt Hongarije dat nog steeds
de oogen op het verloren gegane Zevenburgen ge
vestigd houdt. Ook binnenslands dreigen gevaren.
De Ijzeren Garde tegen welke reeds bijna twee
jaar geleden gestrenge maatregelen waren ge
nomen (haar leider, Codreanoe is op de vlucht"
doodgeschoten), blijkt onuitroeibaar, hetgeen in een
land met een wanhopige intelligentsia als Roemenië,
alleszins logisch is. Des te gevaarlijker is het voor
de regeering dat Duitschland reeds lang van deze
Ijzeren Garde gebruik maakt. De economische
greep van het Derde Rijk op Roemeniëwordt blij
kens de jongste gegevens ook steeds vaster. Ten
slotte is er de Sowjet-Unie waarvan het ingrijpen
althans het Duitsche gevaar verminderd heeft,
maar tegelijk het gevaar voor het Roemeensche be
wind vergroot.
Of dit bewind zich zal kunnen handhaven, hangt
uitsluitend van de ontwikkeling der binnenlandsche
verhoudingen af. In het land zelf heeft het weinig
steun bij de groote massa der bevolking. Van dan
reeds genoemden nieuwen minister van binnenland
sche zaken werd dezer dagen bericht, dat hij in het
doodarme land een paleis van een politie-bureau
heeft laten neerzetten waarvan hij het geld ver
kregen heeft door een rechtstreeksche heffing op
de in Boekarest woonachtige buitenlanders en door
een extra-belasting op de zeshonderd bordeelen ter
plaatse. Wanneer 's lands bestuur aan dergelijke
figuren opgedragen is, doet men er goed aan zich
over de interne weerstandskracht van een staat,
die bovendien over geringe militaire
machtsmidddelen beschikt, niet al te veel illusies te maken.
t
f
Mussolini stelt de beslissing uit
Eindelijk heeft de Duce het geheimzinnig stil
zwijgen verbroken waarin .hij zich sinds het uitbre
ken der vijandelijkheden had gehuld. Men wordt
chter Uit de redevoering die hij Zaterdag j.l. ge
houden heeft, niet veel wijzer. Het eenig concrete
dat hij zeide, was dat hij de beslissing had uitgesteld.
Italiëbleef, zeide hij, voorloopig neutraal in over
eenstemming met het Duitsche verlangen, den strijd
zooveel mogelijk te localiseeren.
Mag men daar de omgekeerde conclusie uit trek
ken: dat Italiëzich in den strijd zal mengen, zoodra
dat den Duitschers gelegen komt, bijvoorbeeld wan
neer zij in het verder verloop van den oorlog een
groote aanval aan het Westelijk front zullen wagen ?
Uitgesloten is dat niet. Aan den anderen kant zal
de Duce ook wel weten dat er meer kans op is dat
hij zijn machtspositie handhaaft en versterkt, wan
neer hij zich aan de zijde van Londen en Parijs stelt
dan wanneer hij Duitschland aan de hegemonie in
Europa helpt. Men kan er trouwens zeker van zijn
(er zijn tal van aanwijzingen in die richting) dat
achter de schermen stevig onderhandeld wordt over
Italië's positie. Wellicht weten wij daar spoedig
meer van.
De Fransche pers bewaart een angstvallig stil
zwijgen over alles wat met Italiëiets te maken heeft.
Ook Engeland is uitermate voorzichtig. Het bloote
feit echter, dat Italiëneutraal blijft, is een geringe
overwinning voor Frankrijk en Engeland. Immers,
de mogelijkheid van een snellen nederlaag van den
kwetsbaren fascistischen staat is aanzienlijk grooter
dan de mogelijkheid van een vlugge overwinning
op Duitschland. Speciaal de grondstoffen-situatie
van Mussolini's regime is uiterst precair. Geen
spaarzaamheid kan daarin een fundamenteele ver
andering brengen.
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DUJOURENALACARTE
MET het oog op de luchtbescherming in ons
eigen land kan het van belang zijn, mede te
deelen, wat mij dezer dagen verteld werd door
personen die uit de grensstreek terugkeerden en
contact hadden gehad met menschenuit Westfalen.
Het schijnt dat de Engelsche vliegtuigen ook na de
dagen dat zij (vermoedelijk waren zij het althans)
's nachts over ons land hebben gevlogen, nog her
haaldelijk boven West-Duitschland zijn verschenen.
Keer op keer is de burgerbevolking gealarmeerd.
In het holst van den nacht moest elk zijn bed ver
laten en temidden van huilende kinderen een toe
vlucht zoeken in de schuilplaatsen. Men verdroeg
dat n nacht, twee nachten, zonder morren. Maar
toen men vier, vijf nachten achter elkaar, soms
meerdere keeren per nacht, door het luchtalarm
was gestoord, hadden velen er schoon genoeg van.
Door de slechte nachtrust steeg trouwens de
nerveusiteit.
Gevolg was dat de vrouwen na korten tijd alge
meen begonnen te protesteeren tegen de nachtelijke
ontruimingen. Het kan ons niets meer schelen",
zeiden ze, laat ons maar liggen. Als we getroffen
worden, weten we nergens meer van, en in elk
geval is alles beter dan het voortdurend opstaan,
naar de schuilplaats rennen, daar een paar uur
zitten, weer terugkeeren en niet meer in slaap
kunnen komen. Dan blijven we liever thuis". De
politie stond dat echter niet toe.
Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat wij deze
reactie in Amsterdam ook bij velen zullen opmerken,
zoo de nood aan den man komt. De openbare
schuilplaatsen die thans her en der verrijzen
(waarom zijn zij kaarsrecht aangelegd in plaats
van in maeander-vorm?), zien er verre van
geriefelijk uit. Zij zullen trouwens spoedig propvol
zijn. Daar midden in den winter enkele uren in
het pikkedonker te moeten doorbrengen, zal op
den duur maar weinigen aantrekken, vrees ik.
HET schijnt dat de positie van ons land op
grondstoffen-gebied ons zekere moeilijkheden
niet zal onthouden, hoewel voor acute ongerustheid
geen reden is. Van groot, hoewel niet van vitaal
belang is daarbij de situatie wat de
textiel-grondstoffen betreft.
Het treft bijzonder ongelukkig dat de katoen
voorraad volgens deskundigen aanzienlijk kleiner
is dan in normale omstandigheden het geval pleegt
te zijn. De onzekere marktsituatie van de laatste
jaren heeft de ondernemers kopschuw gemaakt, er
groote voorraden op na te houden. Wat de katoen
uit de Vereenigde Staten aangaat, trof het onge
lukkig dat wij juist tusschen twee oogsten in zaten.
Bovendien verwachtte men dat Washington per
i September een export-premie voor katoen zou
instellen: alle exporteurs hadden dus met de ver
schepingen gewacht tot die datum was aangebro
ken .... en het te laat was.
Nederland ontving voorts, in het algemeen voor
verwerking in zwaardere katoenen artikelen, aan
zienlijke hoeveelheden katoen uit Britsch-Indië. Deze
katoen werd echter hoofdzakelijk in Duitsche
vrachtschepen vervoerd: hun vrachten waren lager;
bovendien was de Duitsche haven Bremen een be
langrijke katoen-markt. Het ongeluk (beter: de
oorlog) wil dat de groote Indische katoen-versche
pingen die onderweg zijn, alle zijn opgehouden
wegens het vervoer in Duitsche schepen.
Men ziet: een ongelukkige samenloop van omstan
digheden. Heelemaal toeval is het helaas echter
niet dat de voorraden thans zoo klein zijn. Een
van onze eerste deskundigen op textielgebied heeft
de regeering-Colijn nog in Mei van dit jaar aan
geraden, een groote katoen-reserve te vormen; met
nadruk wees hij Den Haag op het gevaar van acuut
katoengebrek, zoodra de verbindingen verstoord wer
den. De regeering-Colijn heeft zijn waarschuwingen
echter in den wind geslagen.
PAG. 6 DE GROENE No. 3252