De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 7 oktober pagina 11

7 oktober 1939 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

; noodig had om tot zelfstandig uitdrukkingsmiddel uit te groeien. Omstreeks dien zelfden tijd begon men in Itali met het verfilmen van grootsch opgezette historische schouwspelen, die operatraditie verrieden en de superioriteit van de film boven het tooneel, wat betreft massascènes en historische echtheid der scènerie, moesten bewijzen en grooten indruk maakten. De Amerikaansche filmpionier S. Kleine zag in Europa een voorstelling van Quo Vadis", kocht een copie en bracht in April 1913 op grootsche wijze de film uit in het Astor-Theater te New-York op de manier, waarop men tot nu toe alleen tooneelstukken lanceerde. De film liep een jaar lang en beteekende een revolutie in de Amerikaansche filmwereld, waarin men voortaan afzag van het maken van korte films en van het dagelijksch wisselen der bioscoopprogramma's. In dat zelfde jaar werden Adolphe Zukor's Famous Players" en Jesse Lasky's Feature Play Company" samen gevoegd tot de eerste machtige filmmaatschappij, de Paramount", die in het bezit was van talrijke première-theaters en thans overgang tot het invoeren van het weekprogramma en van verhoogde entreeprijzen, maatregelen, die indirect het aanzien der film verhoogden. Maar van meer belang voor Europa was de stand van zaken in de noordelijke landen, waar Dene marken en Zweden een beslissende rol op de filmmarkt speelden. De Deensche Nordisk", stichting van Ole Olsen, verkocht in 1913 van de film ,,Aan de Poort van de Gevangenis" 250 copieën, maar moest omstreeks dienzelfden tijd haar ontdekking Asta Nielsen aan de Duitsche filmindustrie afstaan die juist een groote bloeiperiode inzette met Paul Wegener's Student van Prag" en Der Golem". En in Zweden begonnen Maurice Stiller en Victor Sjöstrom hun zeer persoonlijk stempel te drukken op de Zweedsche film en via deze op de Duitsche. ZOO was ongeveer de internationale filmsituatie toen de oorlog uitbrak, de Fransche en Duitsche industrie lam sloeg en den Italiaanschen, Noorschen en Amerikaanschen producenten de beste kansen verstrekte tot internationale uiti,breiding van hun productie. De Fransche onderL nemingen, die geen eigen productie in leven konden houden, verplaatsten hun aandacht en werden '.^importeurs van buitenlandsche producten; Jacques li'IHaïk zorgde voor een vloedstroom Amerikaansche b films en Pathévoor een niet minder omvangrijke ... Italiaansche import, waartegen eerst in den loop - f Au oorlogsjaren, toen de binnenlandsche produ centen zich herstelden van den eersten slag, protesten oprezen. Evenals in Duitschland kwam toen langzamerhand, naast de oorlogsreportage, de heroïsche en nationale film op den voorgrond, maar toen dit genre begon te vervelen en het publiek liever naar de Amerikaansche film ging, " it deze zich niet om den oorlog bekommerde, het Amerikaansche voorbeeld gevolgd en ging over tot de avonturenfilm, liefst in weeken en met een centrale en populaire figuur Broncho Billy of Rio Jim in de Amerikaansche productie). Zoo maakte Louis Feuillade zijn Ciné-romans als Fantomas", Les Mystères de " en Judex" en werd in Duitschland Mia t Jlay populair in de serie-film, ,Geheimen van Berlijn". BIJ DE AFBEELDINGEN Links boven: Charlie Chaplin in Shoulder Arms" (1918). Rechts boven : Het aangrijpende oogenblik waarmee het eerste deel van ie vervolgfilm Spoken" eindigde. Daar onder: Mary Pickford in haar bloeitijd (1914), buiten de studio. De oorlog bracht geen principieele veranderingen in de Fransche filmproductie, die onder invloed van tooneel en literatuur bleef, en evenmin in de Italiaansche, die bij haar historische onderwerpen bleef; hij was beslissend voor de tijdelijke hegemonie van de Zweedsche film in de Noordelijke landen en hij bracht een groote en blijvende omwenteling in de Amerikaansche industrie, die zich in die jaren organiseerde om de wereld te veroveren. Andere industrieën (om te beginnen de Standard Oil") gingen zich financieel voor de nieuwe onderneming met haar groote mogelijkheden interesseeren, de productiekosten stegen met iedere film en hetzelfde gebeurde met de star"gages. Chaplin verdiende in '14 150 $ per week, eenige maanden later 1250 $ en in het begin van '15 accepteerde hij een contract, waarin het weeksalaris tot $ 10.000 verhoogd was met een aandeel in de winst tot een maximum van $ 150.000. In die geest veranderden ook de salarissen van Mary Pickford, Torn Mix en anderen en met deze duizelingwekkende cijfers werd de periode van de star" ingeluid. Maar tegelijk werd deze periode gekarakteriseerd door het optreden van groote regisseurs, als D. W. Griffith, Cecil B. de Mille en Thomas Ince, door het historische epos (?The Birth of a Nation") de Western" (William S. Hart, Torn Mix), de avonturenfilm (Douglas Fairbanks) en het debut van Charlie Chaplin. Als de oorlog voorbij is, heeft de film definitief de wereld veroverd, Was zij in '16 met eenige moeite nog weg te denken uit het maatschappelijk leven, na '18 was dat onmogelijk. Dan heeft zij reeds haar historische hoogtepunten, haar gestandariseerde sujetten (als de cow-boy, de fatale vrouw, de Sheriff, de ramp"), haar eigen taal, haar eigen logica en haar traditie. Er komen veranderingen in de algemeene constellatie; Duitschland gaat na '19 een tijdlang, cinematographisch gesproken, de Europeesche markt beheerschen; in Frankrijk ontstaat de gefundeerde filmcritiek (Louis Delluc, Moussinac) en met de woorden van Lenin: Volgens mij is van alle kunsten de filmkunst voor Rusland de belangrijkste," begint de Russische filmactiviteit, waarvan de groote prestaties eerst eenige jaren later tot West Europa zullen doordringen. Maar uiteindelijk blijft het Amerikaansche product domineeren en zijn grooten invloed uitoefenen. SINDS de mobilisatie hebben nu de Fransche studio's hun werkzaamheden gestaakt, als in de eerste maanden van 1914, maar er zijn al onderhandelingen gaande tusschen Marcel L'Herbier, president van het Syndicaat der Filmtechnici en Jean Giraudoux, van het Ministerie van Voor lichting over een eventueele propaganda via de film met medewerking van regisseurs als Ren Clair, Julien Duvivier, Jean Renoir en anderen. Iets dergelijks zal vermoedelijk ook in Engeland komen, terwijl Amerika met zijn neutrale amusements productie de markt zal blijven beheerschen. Holly wood heeft een beperking der productie met tien procent aangekondigd en o.a. al zijn anti-Nazi films stopgezet (w. o. Chaplin's Dictator"), maar het zal zeker zoo lang dit mogelijk is, blijven produceeren en blijven voldoen aan de ongetwijfeld stij gende aanvraag in de geallieerde landen. Uit NeuBabelsberg komen berichten over een ononder broken activiteit en grootsche plannen voor een volledige winterproductie, maar deze berichten getuigen van het weinig geloofwaardige optimisme, dat zoovele legerberichten kenmerkt. En zal nu misschien ook de Nederlandsche film profiteeren van de eventueel verminderde buitenlandsche im port, zooals in den vorigen oorlog Italiëof Zweden ? L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl