Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZ1GHEDEN
KV
Voordracht
Filomeentje
MEVROUW Charlotte Kohier heeft
een nieuwe voordracht toege
voegd aan den reeks, die haar een be
wonderend publiek geschonken heb
ben. Ditmaal het lot van een vrouw,
een prachtige novelle, geschreven door
den Belg Marcel Mathijs, die een meisje
doet verhalen, hoe het met veel illu
sies uit de zusterschool komt, met veel
eigendunk, met veel verwachtingen
van God en de menschen, waarbij zij
weigert te aanvaarden, dat die vooze
verwachtingen niet gerealiseerd wor
den. In plaats van haar
schijn-religieuze bevlieging, het klooster, moet
zij uit geldgebrek, werkmeid bij een
schrielen notaris worden, zij vlucht,
als de vermeende avances van den
tuinman door hem geloochend worden
en zij de waarheid niet wil gelooven:
dat zij leelijk is. Slechts haar oom,
ongelukkig in zijn huwelijk, verlangt
haar. Haar ouders sterven, arm; zij
meent zich dan gedurende zeven jaren
onmisbaar in 'n jong, doktersgezin,
totdat de komst van een tweede
meisje" en haar naijver haar verleidt
tot een domheid, waardoor zij het
huis moet verlaten. Zij denkt, nu niet
meer met tegenzin, aan den oom, gaat
naar het huis van haar oom en tante.
Een twist thet de tante doet haar
in drift ontbranden, zij grijpt een strijk
ijzer en doodt de vrouw. De oom dringt
haar tot vluchten, maar na een
martelenden dag gaat zij zichzelf aangeven.
Eerbied dwingt Charlotte Kohier af
voor de prestatie, zulk een vrouw voor
ons op te roepen. De aard van een der
gelijke voordracht brengt mee, dat op
den uiterlijken levensgang, het steeds
tragischer, verder afdrijven dezer een
zaam opgroeiende vrouw, de meeste
nadruk viel, wellicht eenigszins ten
koste van de toch ook aanwezige
innerHjken groei en loutering. Maar dat zijn
beschouwingen die men slechts kan
doen hooren als men allereerst erkent
de bewonderenswaardige prestatie van
ejn bewonderenswaardige actrice.
K.K.O.
Radiofilm
Tooneel
Kriebeltje's hoogtepunt
(Holl. Schonwburg)
JAREN geleden werd het
volkstooneel een paar huizen verder ge
geven, in den Plantage-Schouwburg en
er is een tijd geweest, dat de auto's daar
in file voor de deur stonden. Thans
waren er meer scènes op het tooneel
dan menschen in de zaal. Wat niet ten
nadeele van het volkstooneel moet
worden uitgelegd, dat onder Bouber's
leiding nog zeer levendig is gebleven,
al kan ik mij een sterker stuk voor
stellen dan dit in scènes geknipte boek
van van lependaal. Kriebeltje is half
Boefje", half Merijntje Gijzen" toen
deze klassebewust ging worden, maar
dat behoeft niemand af te schrikken,
want lependaal is geestiger dan A. M.
de Jong en Bouber zorgde voor betere
tooneeldialogen dan er in Boefje"
voorkomen. En bovendien kan men
goed tooneel zien van acteurs, die men
niet of weinig op de officieele plan
ken ziet, Bouber, Ezerman, Freddy
de Rooy, Rientje Blaaser.
En dit alles loont de moeite om er
heelemaal voor naar den Hollandschen
Schouwburg te gaan. Bovendien deze
is makkelijker te bereiken dan de
vroegere Plantage en hij is veel com
fortabeler.
Cabaret
De Spijskaart"
(Leidscheplein Theater)
DE ster van dit ensemble is de
Tsjechische chansonnière Olga
Rinnebach, een liefelijke, rijzige vrouw,
met een mooie stem, veel humor en
veel sentiment. Zij zingt Fransche,
Engelsche en Duitsche liedjes, alles
met goeden smaak, schalks en waar
dig. Haar optreden , begeleid door de
talentvolle Katinka Kuster, is een
verheugen.
Naast deze internationale chansons
op internationaal peil, doet de rest van
het ensemble on-internationaal aan.
Niet alle spijzen van deze kaart zijn
even smakelijk, om in de mij opge
drongen beeldspraak te blijven.
Folkert Kramer confereert met op
gewektheid en draagt een somber zee
manslied voor, Marcel Barger zingt
zijn Fransche chansons en imiteert
beroemdheden, en eenige jongere en
oudere krachten werken vol animo mee.
Film
De spooktrein (Tuschinski)
VROEGER zag je hem op het
tooneel, nu rijdt hij over het witte
doek. Het zijn niet dezelfde acteurs van
toen en niet dezelfde regisseur, maar
het is nog dezelfde spanning en het
zijn zoo ongeveer dezelfde grapjes. En
die goede Spooktrein doet het nog heel
goed, al is alles in de herinnering
blijkbaar mooier dan in de werke
lijkheid.
Het stuk speelde in n decor: de
wachtkamer van het verlaten station
netje; en wat voor een tooneelstuk
om verschillende redenen (o.a. gén
changementen) een voordeel is, valt
als gunstige omstandigheid weg bij
de film, die het juist van beweging
en verschillende milieux hebben moet.
En een zekere tooneelmatige toon
bij de acteurs schijnt meestal inhaerent
aan tooneelspel maar hoort in geen
geval bij filmspel. Maar van een
Tsechischen regisseur mag men zooveel
kennis van de Nederlandsche taal niet
verwachten. Een super-kundige dia
loogregisseur schijnt in zoo'n geval
geen luxe.
Voor het overige zal het publiek
zich over deze film verheugen: het
ligt prettig in het begrip, de humor
is niet te subtiel en de dialogen stellen
gean enkelen eisch aan intelligentie
of geest. En het is een prettig gezicht
de acteur waarvoor men blijkbaar
niet naar den schouwburg gaat toch
in de bioscoop te kunnen zien. Borel,
met het Engelsche contract, is niet
meegevallen. Fien de la Mar, vooral
Piet Rienks waren goed van toon,
Engers was soms te grappig, Sara
Heyblom, Chris Baa> niet onverma
kelijk, Cissy van Bennekom aardig,
Jan Musch indrukwekkend. Het
levendst werd de film bij de opname van
den rijdenden trein door den nacht.
Wie is de vader? (Alhambra)
DE keuring heeft zeker bezwaar ge
maakt tegen den titel Wie is de
Moeder?", maar dit is toch het eenige
en groote probleem in deze film, waarin
Ginger Rogers als het door en door
fatsoenlijke winkelmeisje Polly Parrish
aangezien wordt voor de moeder van
een te vondeling gelegde baby. Ginger
ontkent energiek, maar de baby lacht
alleen in haar nabijheid en dat is een
overtuigend, zij het ook niet weten
schappelijk bewijs. Het kind wordt
haar dan ook overal achterna gebracht,
tot in een dancing, waar Ginger juist
den eersten prijs in een danstournooi
wegsleept (en dat nog wel zonder Fred
Astaire !) en ten einde raad adopteert
zij de baby en wint daardoor de sym
pathie van haar onderdirecteur en nog
een heeleboel complimentjes, die ein
digen in een gelukkig huwelijk en
een voor de buitenwereld voorbarig
kind. Maar het publiek weet wel beter
en geniet ongechoqueerd van een van
die vederlichte comedies, waarvan
Hollywood alleen het recept kent.
ORTHOPEDARJUM
SOKIN 101'AMsiaaaM
PAG. U OE GROENE No. 3253
KLEINE
PERIKELEN
NAAR doorluchtig voorbeeld
heb ik een bezoek gebracht
aan een der vele schuilplaatsen
die in Amsterdam en trouwens
ook elders zijn ingericht. Zij zijn
uiterst geriefelijk, wanneer u de
bedoeling in oogenschouw neemt.
In een tram zit je hoogstens een
half uur naast een meneer die
wat luidruchtig gegeten heeft, doch
in een schuilkelder wét je niet
hoe lang je zitten moet, een
vorm die het dichtst komt bij
preventieve hechtenis. In een
tram heb je een behoorlijke zit
plaats en de conducteur kijkt
uit dat een minimum aantal
personen het elkander lastig
maakt, doch in de schuilkelder
wordt daar niet zoo op gelet. Het
is er niet zoo aangenaam licht
als in de tram en je gaat nergens
naar toe, tenminste niet als het
een goede schuilkelder is. In
de tram stap je om naar da
Hoogesluis te gaan of het Leidscheplein
in de schuilkelder stap je om
jezelf te blijven en terug te komen.
In zooverre heb je dus niet het
recht teveel te vorderen van de
medemenschen die met dezelfde
bedoelingen de schuilplaats heb
ben opgezocht. Ik noemde ze nu
maar kelder, doch het zijn eigen
lijk houten schuurtjes met zakken
zand er op en er omheen: in
zulke omstandigheden past het
niet er teveel op te letten of de
meneer naast u onder zijn
chambercloak ook zijn bovenpantalon
heeft aangetrokken en of de dame
aan de overzijde tijd gehad heeft
overtollige dingen uit haar coiffure
te verwijderen....
Wij zullen dan namelijk allen
burgers in nood zijn.
Hoe lang dat duren zal en hoe
ver dat zal gaan, staat in de
sterren geschreven en in ieder
geval in de lucht. Ik weet niet
of het millioen al bij elkander is
dat Amsterdam beschermen gaat,
straks, en ik hoop in ieder geval
dat het bijtijds bij elkander is,
zoodat we er nog wat voor kunnen
koopen in afwerenden zin. Want
stel u voor dat het geld er straks
is en de boel is uitverkocht je
kunt naar die vijandelijke vlieg
tuigen toch niet met rijksdaalders
gaan gooien ! Ofschoon de wereld
op dat gebied al heel wat raars
vertoond heeft.
Enfin, nemen wij dan aan dat
wij op dat punt gerust kunnen
zijn en er komt alarm en je
vliegt naar het keldertje. De
eerste keer ben je inschikkelijk
en ga je aan de lus hangen voor
een dame. Ze lijken werkelijk
een beetje op tramwagens, die
dingen. Maar langzamerhand leer
je je menschen kennen je
raakt uitgepraat en ook over je
angst kom je wat heen. Je rekent
uit hoeveel geld de vijand moet
verknoeien om n onschuldig
mensen in een veelbetreurd man
te veranderen en ten slotte gaat
het als met de overvolle trams
je laat het ding passeeren en
je denkt: ik loop maar liever.
Dan blijf je thuis en in bed.
Want niemand gaat voor zijn
tijd en van dat telkens de trap
afrennen en de kou om je beenen
te voelen en dat gemeier van die
menschen wat heb je er aan?
En eerst wanneer dat gevoel over
ons vaardig is, zijn wij alle peri
kelen te boven. J. VAN HOORN
f '