Historisch Archief 1877-1940
KRUISER
meerdere van het slagschip moet worden beschouwd,
daaromtrent heeft de ervaring uit dezen oorlog nog
geen beslissing gebracht of althans niet kenbaar
gemaakt. Wel hebben er aanvallen van beide zijden
uit de lucht op vijandelijke schepen plaats gehad,
maar ten eerste zijn de gevallen nog te gering in
aantal, om daaruit reeds nu tot een vaststaande
conclusie te komen en ten tweede laten de berichten
omtrent het resultaat van dien strijd den neutralen
waarnemer nog volkomen in het duister, omdat zij
wederzijds falikant tegenover elkaar staan.
Terwijl de aanvaller uit de lucht beweert, dat
groot succes tegen de schepen werd behaald, ver
klaart de verdediger, dat de aanval ten eenenmale
is mislukt en het trekken van eene conclusie ter
zake is derhalve voor het tegenwoordige absoluut
onmogelijk. Te zijner tijd zal hierover wel voldoende
licht opgaan en waarschijnlijk zal dan wel blijken
dat de waarheid ook hier weer in het midden ligt en
dat de omstandigheden in bepaalde gevallen een
voorname rol spelen.
Indien men over goed geoefende bommenwerpers
beschikt, dan behoeven deze slechts 75 seconden
tijds voor hun laatsten definitieven aanval op een
varend schip. Deze periode lijkt kort, doch het ver
richten van dien aanval is niet gemakkelijk, daar
het vliegtuig gedurende dien tijd, in rechte koers op
ongeveer gelijkblijvende hoogte op het doel moet
aansturen. Deze laatste voorwaarde is in het voor
deel van de luchtafweer, welke het schip in werking
stelt en indien men aan boord van het oorlogsschip
met name wat het afweergeschut betreft, goed ge
oefend is, dan is de kans op succes voor den eenen
bommenwerper gering, doch dit geval zal zich
meestal niet voordoen. Indien de aanval uit de lucht
door verscheidene vliegtuigen uit verschillende rich
tingen en op ongelijke hoogten vliegende, wordt
gedaan, dan wordt het hoogst bezwaarlijk voor het
aangevallen oorlogsschip, om zich hiertegen te ver
dedigen. Men kan zich allerlei gevallen denken,
maar zij leiden alle tot deze slotsom: hoe bekwamer
de vliegeniers, hoe moeilijker de afweer en hoe
meer geperfectionneerd de luchtverdediging, des te
minder kans, om met den aanval uit de lucht succes
te behalen.
Uit bovenstaande beschouwing volgt, dat men
onverstandig zou handelen, indien men in deze
quaestie een definitieve beslissing zou nemen, vóór
dat de oorlogservaring zou hebben geleerd, wat men
... .en de slagkruiser verdedigt zich
van de uitwerking van bommen
werpers op artillerieschepen rede
lijkerwijze mag verwachten.
HET vaststellen van het thans
nog niet bekende antwoord op
deze vraag is voor Nederland
daarom van zulk een bijzonder
belang, omdat daarvan moet af
hangen de beslissing omtrent de
samenstelling en organisatie van
de Nederlandsche vloot, welke be
stemd is, om de verdediging van het
reusachtige en uiterst belangrijke
Nederlandsche gebied in Oost-Indi
tegen een mogelijken aanval van
een buitenlandschen vijand dus
van overzee komende te voeren.
Indien men er zich rekenschap
van geeft, wat de verdediging
en het behoud van
NederlandschIndiëvoor Nederland beteekent,
dan beseft men, dat het hier
bedoelde vraagstuk voor laatst
bedoeld land de waarde van een
levensquastie heeft maar 'dan
moet men ook begrijpen, dat het
uiterst roekeloos en een spotten met
het landsbelang moet worden ge
noemd, indien men, ten aanzien
van de vloot in Oost-Indie, op dit
punt thans reeds eene definitieve
beslissing zou nemen en daarmede
niet zou wachten, tot het ver
moedelijk niet ver verwijderd tijdstip, waarop
de ervaring uit den nu woedenden strijd daarom
trent een duidelijke vingerwijzing zal hebben gegeven.
Het is niet overbodig op deze aangelegenheid
met meer dan gewonen nadruk te wijzen, aangezien
het vraagstuk van de organisatie van de Vloot juist
thans in Nederland aan de orde is en het er daarbij
in de eerste en voornaamste plaats op aankomt, om
te weten of de aanval met bom, luchttorpedo of
mitrailleur, uitgevoerd door vliegtuigen, de werking
van het artillerie-schip kan vervangen. In de groote
rijken, die thans in den strijd gewikkeld, of daarbij
van ter zijde betrokken zijn, doet zich het vraag
stuk niet voor in den acuten vorm, waarin het zich
hier te lande opdringt. In Groot-Britannië, Frank
rijk, Italië, Japan en Amerika acht men den strijd
oorlogsschip" contra bommenwerper" wel hoogst
belangrijk, doch op de
organisatie van de
zeestrijd-krachten in die
rijken heeft de quaestie
niet dien beslissenden
invloed, welke zij op het
Nederlandsche marine
vraagstuk oefent. De
eerst bedoelde Staten
beschikken alle over
artillerieschepen, waar
onder zeekasteelen van
45.000 ton en daarnaast
over lucht slagvloten,
welke zoowel in den
oorlog te land als dien
ter zee worden gebruikt.
Duitschland heeft enkele
slagschepen in z.g. zak
formaat" welke rol
deze zullen kunnen spe
len, blijft nog een open
vraag. Men kan echter
vaststellen, dat een mo
gendheid, die op grooten
afstand van het eigen
grondgebied, over de
zee een beslissenden
aanval op andere Staten
moet kunnen onderne
men en die het meester
schap ter zee wenscht
te verkrijgen of te be
houden, het niet zonder
groote artillerie-schepen
kan stellen. In de vloten
van alle landen, die zich
op een aanvalsoorlog,
als hier bedoeld, heb
ben voorbereid, zijn dan
ook deze artilleriesche
pen in meerdere of min
dere mate vertegen
woordigd.
PAG. S DE GROENE No. 3253
De bommenwerper valt aan in duikvlucht....
Voor Nederland staat de zaak anders. Hier be
staan geen plannen van aanval tegen het grond
gebied van anderen of tegen vloten, die zich ver van
het eigen territoir bevinden. Voor Nederland blijft
het strategisch defensief alpha en omega en hierin
ligt voor ons land zijn moreele kracht en bovendien
zou een strategisch offensieve actie onze macht
te boven gaan.
IN dit licht bezien, behoort men zich voor de
maritieme verdediging van Nederlandsch-Indi
af te vragen, welk maximum bedrag aan geld ter
beschikking kan worden gesteld, om daarna te
beslissen, hoe daardoor op de beste wijze een ver
dedigingsketen kan worden gesmeed, waarin geen
enkele zwakke schakel voorkomt.
Dit vraagstuk is vandaag den dag" bij de Neder
landsche Regeering aan de orde, doch er kan
naar dezerzijdsche meening niet genoeg gewaar
schuwd worden tegen het nemen van eene beslis
sing ten deze, zonder dat met de lessen van den
huidigen oorlog voldoende rekening is gehouden. Het zou
toch hoogst men mag wel zeggen roekeloos
zijn, indien men thans overging tot den bouw van
slagkruisers, die vóór het jaar 1945 zeker geen
effect kunnen sorteeren, zonder eenige zekerheid
te hebben omtrent de uitwerking van bommen
werpers op artillerieschepen. Het moet in dit ver
band een geluk worden geacht, dat de
RegeeringColijn in de laatste jaren, aan de aanschaffing van
bommenwerpers voor de weermacht in Indiëde
voorkeur heeft gegeven boven het op stapel zetten
van groote oorlogsschepen, die thans niet gereed
zouden zijn en die gedurende dezen oorlog hoogst
waarschijnlijk, zoo noodig, gén rol zouden kunnen
spelen. Voor de handhaving van de onzijdigheid in
het uitgebreide Nederlandsche gebied in Oost-Azi
heeft de bommenwerper in ieder geval buiten
gewoon groote waarde. Dit zeer snelle wapen kan
het in bezit nemen door een vijand van oliehavens
en ander belangrijk territoir onmiddellijk beletten,
het maakt landingen onmogelijk en het kan mede
werken tot het verkennen van het eilanden-rijk.
DE Nederlandsche Regeering staat thans voor
eene hoogst belangrijke beslissing. Eene, wel
zér eenzijdig samengestelde commissie, brengt rap
port uit ten aanzien van de vlootquaestie, welke in
zijn eenvoudigsten vorm kan worden teruggebracht
tot de vraag: Slagkruisers of bommenwerpers?
Het is een quaestie waarmede vele en vele millioenen
guldens gemoeid zijn. Het is zeer wel mogelijk, dat
het behoud van Nederlandsch-Indiëhierbij in het
geding komt. Zoo ooit dan is rijp beraad thans ge
boden. Door het oefenen van eenig geduld bestaat
de gelegenheid zooals zich er nooit een heeft voor
gedaan om uit de oorlogservaring te beslissing te
verkrijgen omtrent een strijdvraag, waarover de
deskundigen niet tot een vergelijk kunnen komen.
De Regeering mag zich niet gerechtigd achten,
om deze gelegenheid ongebruikt te laten.