De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 7 oktober pagina 5

7 oktober 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

KRUISER meerdere van het slagschip moet worden beschouwd, daaromtrent heeft de ervaring uit dezen oorlog nog geen beslissing gebracht of althans niet kenbaar gemaakt. Wel hebben er aanvallen van beide zijden uit de lucht op vijandelijke schepen plaats gehad, maar ten eerste zijn de gevallen nog te gering in aantal, om daaruit reeds nu tot een vaststaande conclusie te komen en ten tweede laten de berichten omtrent het resultaat van dien strijd den neutralen waarnemer nog volkomen in het duister, omdat zij wederzijds falikant tegenover elkaar staan. Terwijl de aanvaller uit de lucht beweert, dat groot succes tegen de schepen werd behaald, ver klaart de verdediger, dat de aanval ten eenenmale is mislukt en het trekken van eene conclusie ter zake is derhalve voor het tegenwoordige absoluut onmogelijk. Te zijner tijd zal hierover wel voldoende licht opgaan en waarschijnlijk zal dan wel blijken dat de waarheid ook hier weer in het midden ligt en dat de omstandigheden in bepaalde gevallen een voorname rol spelen. Indien men over goed geoefende bommenwerpers beschikt, dan behoeven deze slechts 75 seconden tijds voor hun laatsten definitieven aanval op een varend schip. Deze periode lijkt kort, doch het ver richten van dien aanval is niet gemakkelijk, daar het vliegtuig gedurende dien tijd, in rechte koers op ongeveer gelijkblijvende hoogte op het doel moet aansturen. Deze laatste voorwaarde is in het voor deel van de luchtafweer, welke het schip in werking stelt en indien men aan boord van het oorlogsschip met name wat het afweergeschut betreft, goed ge oefend is, dan is de kans op succes voor den eenen bommenwerper gering, doch dit geval zal zich meestal niet voordoen. Indien de aanval uit de lucht door verscheidene vliegtuigen uit verschillende rich tingen en op ongelijke hoogten vliegende, wordt gedaan, dan wordt het hoogst bezwaarlijk voor het aangevallen oorlogsschip, om zich hiertegen te ver dedigen. Men kan zich allerlei gevallen denken, maar zij leiden alle tot deze slotsom: hoe bekwamer de vliegeniers, hoe moeilijker de afweer en hoe meer geperfectionneerd de luchtverdediging, des te minder kans, om met den aanval uit de lucht succes te behalen. Uit bovenstaande beschouwing volgt, dat men onverstandig zou handelen, indien men in deze quaestie een definitieve beslissing zou nemen, vóór dat de oorlogservaring zou hebben geleerd, wat men ... .en de slagkruiser verdedigt zich van de uitwerking van bommen werpers op artillerieschepen rede lijkerwijze mag verwachten. HET vaststellen van het thans nog niet bekende antwoord op deze vraag is voor Nederland daarom van zulk een bijzonder belang, omdat daarvan moet af hangen de beslissing omtrent de samenstelling en organisatie van de Nederlandsche vloot, welke be stemd is, om de verdediging van het reusachtige en uiterst belangrijke Nederlandsche gebied in Oost-Indi tegen een mogelijken aanval van een buitenlandschen vijand dus van overzee komende te voeren. Indien men er zich rekenschap van geeft, wat de verdediging en het behoud van NederlandschIndiëvoor Nederland beteekent, dan beseft men, dat het hier bedoelde vraagstuk voor laatst bedoeld land de waarde van een levensquastie heeft maar 'dan moet men ook begrijpen, dat het uiterst roekeloos en een spotten met het landsbelang moet worden ge noemd, indien men, ten aanzien van de vloot in Oost-Indie, op dit punt thans reeds eene definitieve beslissing zou nemen en daarmede niet zou wachten, tot het ver moedelijk niet ver verwijderd tijdstip, waarop de ervaring uit den nu woedenden strijd daarom trent een duidelijke vingerwijzing zal hebben gegeven. Het is niet overbodig op deze aangelegenheid met meer dan gewonen nadruk te wijzen, aangezien het vraagstuk van de organisatie van de Vloot juist thans in Nederland aan de orde is en het er daarbij in de eerste en voornaamste plaats op aankomt, om te weten of de aanval met bom, luchttorpedo of mitrailleur, uitgevoerd door vliegtuigen, de werking van het artillerie-schip kan vervangen. In de groote rijken, die thans in den strijd gewikkeld, of daarbij van ter zijde betrokken zijn, doet zich het vraag stuk niet voor in den acuten vorm, waarin het zich hier te lande opdringt. In Groot-Britannië, Frank rijk, Italië, Japan en Amerika acht men den strijd oorlogsschip" contra bommenwerper" wel hoogst belangrijk, doch op de organisatie van de zeestrijd-krachten in die rijken heeft de quaestie niet dien beslissenden invloed, welke zij op het Nederlandsche marine vraagstuk oefent. De eerst bedoelde Staten beschikken alle over artillerieschepen, waar onder zeekasteelen van 45.000 ton en daarnaast over lucht slagvloten, welke zoowel in den oorlog te land als dien ter zee worden gebruikt. Duitschland heeft enkele slagschepen in z.g. zak formaat" welke rol deze zullen kunnen spe len, blijft nog een open vraag. Men kan echter vaststellen, dat een mo gendheid, die op grooten afstand van het eigen grondgebied, over de zee een beslissenden aanval op andere Staten moet kunnen onderne men en die het meester schap ter zee wenscht te verkrijgen of te be houden, het niet zonder groote artillerie-schepen kan stellen. In de vloten van alle landen, die zich op een aanvalsoorlog, als hier bedoeld, heb ben voorbereid, zijn dan ook deze artilleriesche pen in meerdere of min dere mate vertegen woordigd. PAG. S DE GROENE No. 3253 De bommenwerper valt aan in duikvlucht.... Voor Nederland staat de zaak anders. Hier be staan geen plannen van aanval tegen het grond gebied van anderen of tegen vloten, die zich ver van het eigen territoir bevinden. Voor Nederland blijft het strategisch defensief alpha en omega en hierin ligt voor ons land zijn moreele kracht en bovendien zou een strategisch offensieve actie onze macht te boven gaan. IN dit licht bezien, behoort men zich voor de maritieme verdediging van Nederlandsch-Indi af te vragen, welk maximum bedrag aan geld ter beschikking kan worden gesteld, om daarna te beslissen, hoe daardoor op de beste wijze een ver dedigingsketen kan worden gesmeed, waarin geen enkele zwakke schakel voorkomt. Dit vraagstuk is vandaag den dag" bij de Neder landsche Regeering aan de orde, doch er kan naar dezerzijdsche meening niet genoeg gewaar schuwd worden tegen het nemen van eene beslis sing ten deze, zonder dat met de lessen van den huidigen oorlog voldoende rekening is gehouden. Het zou toch hoogst men mag wel zeggen roekeloos zijn, indien men thans overging tot den bouw van slagkruisers, die vóór het jaar 1945 zeker geen effect kunnen sorteeren, zonder eenige zekerheid te hebben omtrent de uitwerking van bommen werpers op artillerieschepen. Het moet in dit ver band een geluk worden geacht, dat de RegeeringColijn in de laatste jaren, aan de aanschaffing van bommenwerpers voor de weermacht in Indiëde voorkeur heeft gegeven boven het op stapel zetten van groote oorlogsschepen, die thans niet gereed zouden zijn en die gedurende dezen oorlog hoogst waarschijnlijk, zoo noodig, gén rol zouden kunnen spelen. Voor de handhaving van de onzijdigheid in het uitgebreide Nederlandsche gebied in Oost-Azi heeft de bommenwerper in ieder geval buiten gewoon groote waarde. Dit zeer snelle wapen kan het in bezit nemen door een vijand van oliehavens en ander belangrijk territoir onmiddellijk beletten, het maakt landingen onmogelijk en het kan mede werken tot het verkennen van het eilanden-rijk. DE Nederlandsche Regeering staat thans voor eene hoogst belangrijke beslissing. Eene, wel zér eenzijdig samengestelde commissie, brengt rap port uit ten aanzien van de vlootquaestie, welke in zijn eenvoudigsten vorm kan worden teruggebracht tot de vraag: Slagkruisers of bommenwerpers? Het is een quaestie waarmede vele en vele millioenen guldens gemoeid zijn. Het is zeer wel mogelijk, dat het behoud van Nederlandsch-Indiëhierbij in het geding komt. Zoo ooit dan is rijp beraad thans ge boden. Door het oefenen van eenig geduld bestaat de gelegenheid zooals zich er nooit een heeft voor gedaan om uit de oorlogservaring te beslissing te verkrijgen omtrent een strijdvraag, waarover de deskundigen niet tot een vergelijk kunnen komen. De Regeering mag zich niet gerechtigd achten, om deze gelegenheid ongebruikt te laten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl