De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 14 oktober pagina 11

14 oktober 1939 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Stefan Zwelg: J_n memoriam Oigmund Treuo Op 26 September j.l. heeft de schrijver Stefan Zweig bij de crematie van professor Sigmund Freud eenige woorden van warme vereering en diepe dank baarheid gesproken. ,,De Groene" rekent het zich tot eer, zijn simpele redevoering in Nederlandsche vertaling te doen verschijnen. Deze publicatie, die getuigenis aflegt van het onovertroffen meesterschap van den Oostenrijkschen romancier, zij eerbiedig opgedragen aan de nagedachtenis van den grooten doode. \' ?J HET zij mij vergund uit naam van zijn vrienden uit Weenen, uit Oostenrijk en uit de geheele wereld, hier aan dit roemrijke graf enkele woorden van ontroerden dank te spreken, in die taal welke Sigmund Freud door zijn oeuvre zoo verrijkt en veredeld heeft. Laten wij er in de eerste plaats van doordrongen zijn dat wij, hier samengekomen in gemeenschappelijken rouw, een historisch oogenblik beleven, een oogenblik zooals ons wellicht geen tweede geschonken zal worden. Wij weten wat sterven beteekent, wij weten dat meestal het be staan van den overledene in de weinige minuten waarin het lichaam afkoelt, onherroepelijk eindigt, dat hij niet meer een der onzen is. Bij hem echter aan wiens baar wij staan, bij dezen uitzonderlijken mensch in den troosteloozen tijd dien wij beleven) heeft de dood slechts een vluchtige en bijna onwezenlijke gedaante. Hier is het afscheid van ons geen einde, het is geen onverhoedsche afsluiting, maar zachte overgang van sterfelijkheid tot on sterfelijkheid. Het vergankelijke lichaam moaten wij vandaag met smart verliezen; de onverganke lijkheid van zijn werk en zijn wezen is gered; wij allen die hier bij elkaar zijn, die nog ademen en leven, spreken en luisteren kunnen, wij allen be zitten, in geestelijk opzicht, nog niet een duizendste van het leven dat deze groote doode op zijn kleine aardsche baar behouden heeft. Gij zult niet van mij verwachten dat ik hier leven en werk van Sigmund Freud ga verhalen. Gij weet wat hij gewrocht heeft, en wie weet dat niet ? Is er iemand van onze generatie die niet innerlijk door hem gevormd en veranderd is ? Zijn grootsche ont dekking der menschelijke ziel leeft als een onver gankelijke sproke voort in alle talen, en dat in let terlijken zin. Want waar is de taal die de begrippen en de woorden die hij aan de schemering van het half-bewuste ontworsteld heeft, nu weer zou kunnen missen en ontberen? Moraal, opvoeding, philosophie en dichtkunst, schilderkunst en psychologie, alle bestaande vormen van geestelijk arbeiden en schep pen en van geestelijk contact zijn sinds twee, drie generaties als door geen tweede in onzen tijd door hem verrijkt en gerevolutioneerd. Zelfs zij die van zijn werk niets afweten of zich verzetten tegen zijn ontdekkingen, zelfs zij die zijn naam nooit hebben i fe gehoord, zijn hem onbewust dank ver schuldigd en aan zijn geestelijken wil onderworpen. Ieder van ons, menschen van de twintigste eeuw, zou zonder hem anders zijn geweest in denken en begrijpen; ieder van ons zou bekrompener, onvrijer, en onrechtvaardiger oordeelen en gevoe len, als hij niet voor ons vooruit-gedacht had, als hij ons niet den drang naar ons diepste innerlijk had gegeven. En waar wij ook pogen, in het labyrinth van het menschelijk hart door te dringen, steeds zal zijn geestelijk licht op onzen weg schijnen. ALLES wat Sigmund Freud als leeraar en leider tot stand gebracht en voor speld heeft, zal in de toekomst met ons zijn; n enkel iets heeft ons verlaten de man zelf, de kostbare en niet te vervangen vriend. Ik geloof, dat wij allen zonder onderscheid, hoe verschillend we ook mogen zijn, in onze jeugd naar niets zoo gesmacht hebben als n maal in de gestalte van vleesch en bloed datgene voor ons te zien wat Schopenhauer de hoogste bestaansvorm noemde , een moreele figuur, een heroïsche levensloop. Wij hebben allen in onze jongelingsjaren gedroomd dat wij zoo een geestelijken held zouden ontmoeten, die ons innerlijk zou vormen en verrijken, een man die onaantastbaar was voor de verlokkingen van roem en ijdelheid, iemand die zich uit de volheid van hart en verantwoor delijkheidsgevoel slechts aan zijn taak gaf, een taak waarmee hij niet zichzelf maar de geheele menschheid tot nut was. Deze enthousiast; droom uit onzen j ongenstijd, deze steeds strengere norm uit onze mannenjaren, daaraan heeft deze doode met zijn leven op onvergetelijke wijze beantwoord. Hij heeft ons daarmee een weergaloos geestelijk geluk ge schonken. Hier leefde hij in een ijdelen en vergeetachtigen tijd: de onverstoorbare, de zuivere waarheidszoeker wien slechts het absolute en bestendige ter harte ging. Hier leefde hij voor onze oogen, voor ons eerbiedig hart, de edele, de volmaakte onderzoeker met zijn eeuwige tweespalt aan den eenen kant uitermate voorzichtig, zorgvuldig onderzoekend, telkens opnieuw over leggend, en twijfelend aan zich ze!f zoolang hij niet zeker van een inzicht was, maar dan ook, zoodra hij een overtuiging had veroverd, zich ver dedigend tegen den weerstand van de geheele wereld. Zijn voorbeeld heeft ons en onzen tijd geleerd dat er geen heerlijker moed op aarde bestaat dan die van den vrijen, onafhankelijken, denkenden mensch. Onvergankelijk zal in onze herinnering blijven zijn moed om inzichten te vinden die voor anderen verborgen bleven omdat ze deze niet durfden vinden, laat staan uitspreken en verkondigen. Hij echter heeft het gedurfd en gedurfd, en hij is steeds opnieuw, eenzaam, met allen tegen zich, onbekende paden opgegaan tot aan den laatsten dag van zijn leven. Welk een voorbeeld heeft hij ons ge geven met zijn geestelijke dapperheid in den strijd om kennis dien de mensch heid voert! Maar wij, die hem gekend hebben, weten ook dat hij niet alleen moedig was, maar ook ontroerend bescheiden, en dat hij, de geestelijke reus, meer begrip had dan wie ook, voor de gees telijke zwakheden van anderen. Dit samengaan van geestelijke strengheid en goedheid des harten, gaf hem aan het einde van zijn leven de volmaakste harmonie die in de geesteswereld ?»t-#v^x*^$^ .."" V «? ., *? A v =.»T,->*.?$% »i Sigmund Freud Stefan Zweig verworven kan worden: een heldere, klare en herfstachtige wijsheid. Wie hem in zijn laatste jaren gekend heeft, vond bij hem troost in een vertrouwelijk gesprek over den weerzinwekkenden waanzin van onze wereld, en vaak koesterde ik in zulke uren de wensen dat ook jonge opgroeiende menschen ze zouden mogen beleven opdat zij in een tijd waarin wij niet meer van de geestelijke grootheid van dezen man getuigenis kunnen af leggen, trots zouden kunnen zeggen: ,,Ik heb een waarachtig wijs man gezien, ik heb Sigmund Freud gekend." LAAT ons op dit oogenblik dit tot troost zijn: hij heeft zijn werk en zichzelf innerlijk voltooid; hij overwon den aartsvijand van het leven, de physieke pijn, omdat zijn geest onwrikbaar en zijn ziel lijdzaam was. Hij overwon in den strijd tegen het eigen lijden zooals hij tijdens zijn leven over winnaar was in den strijd tegen het lijden der menschheid. Daarom was hij tot het laatste bittere oogenblik een voorbeeldig arts en wijsgeer. Heb dank voor zulk een voorbeeld, geliefde, ver eerde vriend. Heb dank voor uw grootsch scheppend leven. Heb dank voor wat ge geweest zijt en wat ge ons geschonken hebt. Heb dank voor de wereld die ge voor ons ontsloten hebt en waarin wij nu alleen, zonder leidsman, ronddwalen, wij die u steeds trouw blijven en immer rnet eerbied zullen gedenken, gij kostbare vriend, geliefde meester, Sigmund Freud! Als U geregeld losse nummers koopt hebt U kans dat juist het nummer dat U speciaal interesseert U door een of andere oorzaak ontgaat Neem liever . 'n abonnement

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl