Historisch Archief 1877-1940
urmumGHEDEN
Stadsinventaris
Twee nieuwe stations
A .S. Zondag worden er in Amster
dam Oost twee nieuwe stations
in gebruik genomen. Deze Zaterdag
wordt men in de gelegenheid gesteld
het Amstelstation te bezichtigen. Ui
teraard is het bijna jammer dat dit
station zoo mooi is, omdat de meeste
reizigers altijd haast hebben en er naar
toe gaan om het zoo snel mogelijk te
verlaten. Het gebouw wekt den in
druk dat het te groot is, maar als
de weilanden veranderd zijn in lange
huizenblokken en verkeers-aders zal
het aangepast zijn. Boven den in
gang en bij den uitgang zijn symbo
lische beeldhouwwerken van Theo
van Reyn aangebracht, en in de
groote hal zijn er twee groote muur
schilderingen van Peter Alma.
Bij de loketjes is er centrale ver
warming, zoodat er wellicht klachten
van reizigers in koude dagen zullen
komen, dat zij te gauw geholpen
worden. Zij die het Amstelstation als
eindpunt van hun reis hebben gekozen,
kunnen niet per vergissing in de coup
blijven zitten, want langs de beide
perrons staat er 176 keer te lezen:
Amsterdam Amstelstation. Het ge
bouw is van alle comfort voorzien,
evenals het Muiderpoortstation, dat
bescheidener van formaat en een ge
slaagde oplossing is van een viaducten
en tunnelpuzzle
Voor de bewoners van Oost is het
verdwijnen van de overwegen een
ware zegen. Hoeveel millioen uren
alle menschen samen daar gewacht
hebben, valt niet te zeggen. Maar
nu kunnen ze niet meer achter de
boomen op de Spoorwegen vloeken;
en als ze dan niets anders vinden om
op te vloeken is dat een vooruitgang
van onze civilisatie.
Tooneel
De ernst van Ernst
(Residentie Tooneel)
EEN goed bezette Stadsschouwburg
zag in het begin dezer week een
vermakelijke opvoering van het be
lang van Ernst te zijn". Jan de Meester
heeft het stuk laten spelen in den tijd
van ontstaan. Dit bracht een sierlijke
opvoering met zich mee. De costuums
Een ernst/g moment voor de Ernsten
de l'époque zijn zwierig, de decors
(alles van den regisseur) losjes en
luchtig en toch een goede omsluiting
van de actie. En het doet de satyrieke
geestigheid der dialogen en hun wat
precieuze breedheid niet voorbij"
schijnen maar, in dit milieu en dezen
tijd, brandend actueel, waarbij zij ons
het dubbele genoegen van, ten eerste,
hun werkelijken inhoud en, ten tweede,
hun cultuurhistorische curiositeit ver
schaffen.
Deze opvoering was zuiver van toon
gehouden, zuiver van beeld als een
affiche uit de negentiger jaren. Een
vermakelijke opvoering door o.a. Enny
Meunier, Paul Steenbergen, Fie Carelsen
om nu maar hen te noemen, die o.i.
in dit levende plaatje zich het
levendigst bewogen.
Mijn verloofde Vader!
(Nederlandsch Tooneel)
HOE Dr. Clemens Faber, een
weduwnaar van vijftig, de roes
van een lentewind ondergaat", zoo
omschrijft het programma dit stuk
van Johann von Bokay en het is
een te magere omschrijving, want het
blijspel bevat veel meer. Het behandelt
niet meer en niet minder dan de strijd
de actrice, die het stuk bekend en
geliefd gemaakt heeft, wil verfilmen,
dan was dit ongetwijfeld de beste
manier om het te doen.
Ik geloof, dat dat, waarom het stuk
met Annie van Ees beroemd geworden
is, de warmte die zij in de hoofdrol
De Bree en van Kerckhoven troosten zich
tusschen de oude en de jonge generatie
om de gunst van het vrouwelijk ge
slacht, dat afwisselend bekoord wordt
door de positie en de zelfbewustheid
van den man van vijftig en door de
jeugd en de sportiviteit van een jongere
editie. De jeugd overwint uiteindelijk
wat niet zeer aannemelijk is, daar
zij op het tooneel voorgesteld wordt
door een stotterenden en een niet
zeer geestrijken jongeman en de
ouderdom troost zich door elkaar te
wijzen op de mooie beenen van een
langsloopend meisje. Zoodat ieder
het zijne krijgt en de toeschouwer
zich verbaasd afvraagt, waarom dit
zomerstuk zoo laat in opvoering is
gekomen. Of was het de bedoeling
een gelegenheid te scheppen de jeugd
van ,,Het Nederlandsen Tooneel",
Jenny van Maerlant, Guus Oster,
Hans Bentz van den Berg, den volke
voor te stellen? Constant van Kerck
hoven en Louis de Bree waren de oude
charmeurs, die minder oud en meer
charmeur hadden moeten zijn.
Cabaret
De Witte Molens (La Gaité)
EEN molen is een Hollandsch
symbool en dit is een Hollandsch
cabaretgezelschap. Maar molens, van
welke kleur ook, draaien niet zonder
wind en een cabaret loopt niet zonder
geest.
Deze geestelijke windstilte misstaat
La Gaité, waar in anderen tijd veel
gelachen is en het een en ander gezegd.
Als het publiek evenzeer van de
liefelijkheid, geestigheid, vroolijkheid,
oolijkheid, begaafdheid van de leidster,
Lies de Leeuw, overtuigd was geweest
als zij zelf, was het wellicht een aardig
programma geworden. Nu waren Bas
Robbers, met een bij de guitaar ge
zongen liedje en Dora Schrama, met
een lief stemmetje en een lief gezichtje,
de eenigen die tot het vermaak bijdroe
gen, afgezien van twee danseresjes en
van Han Beuker en Wouter Denijs,
die steeds goede vaklieden blijven,
hoewel zij wel eens beter waren dan bij
deze première.
Film
Boefje (City Theater)
HET vraagstuk: kan er van
Brusse's Boefje" met Mevrouw
Annie van Ees in de hoofdrol een film
gemaakt worden," is opgelost met
de aardige film Boefje" met Annie
van Ees, naar het stuk en het boek
van Brusse. De beelden zijn kundig
gekozen, de dialogen kundig samen
gesteld en de acteurs met kundige
hand geleid. En als men er van uit
gaat, dat men Brusse's Boefje met
Boefjesmoot en Boefje
legt, haar liefde voor haar rol, voor
Boefje", in de film gebleven is. En
dus zal het publiek de film met de
zelfde vriendschap genieten als het
dat met het stuk gedaan heeft. En
daar blijkbaar alle intenties van makers
en artisten vervuld zijn, rest ons niets
dan onze tevredenheid te betuigen.
Operette
De Mikado (Rialto Theater)
EEN operette in een grandioze mon
teering is op het oogenblik te zien
in het Rialto Theater. Het is haast niet
te begrijpen, hoe alles daar op het too
neel kan. Nimmer zag ik zulke groote
koren, zulke smaakvolle en schitte
rende decors, hoorde ik zulke voor
treffelijke zangers en zulk een groote
en goede orkestbezetting. Het is een
Yum?Yum
verrassing, een operette te zien, die na
zooveel jaren nog zoo boeiend is. En
al had je het niet verwacht, je leeft
met het lieve verhaaltje mee, je
genievan de grappige situaties, van de
komiek van den opperrechter-beul en
den met alle ministerambten begif
tigden omkoopbaren kanselier. De kei
zerlijke prins en de liefelijke Yum-Yum
hebben onze vurige sympathie en wij
gruwelen van de wreede en leelijke
vrouw Katinka.
Net als vroeger: de mooie stemmen
de vloeiende muziek, de boeiende
intrigue. Operette op zijn best.
Alleen, u hebt toch begrepen dat
het een operette op de film betreft?
Broadway Serenade
(Corso, Royal)
VROEGER was er alleen revue in
een revuefilm, daarna kwam de
lichte intrigue en thans ook het drama.
Jeannette Mac Donald zingt zich een
carrière en Lew Ayres drinkt er zich
een en het gevolg is, dat zij niet op
hetzelfde maatschappelijke niveau ko
men te staan en een scheiding tus
schen het echtpaar dreigt. Bijtijds
komt de man tot inkeer, hij werpt
de drankflesch terzijde, gaat voor de
piano zitten en componeert een mees
terwerk, dat, volgens zijn leermeester,
van Tsjaikofsky had kunnen zijn.
Jeannette zingt er dan natuurlijk bij
en uit den knipoog tusschen haar en
den dirigent-componist leidt de ge
routineerde toeschouwer een
algeheele verzoening af.
Zoolang er geen intrigue is, heerscht
de revue in allerlei standen en met
veel mooie girls.
KLEINE
PERIKELEN
IN dagen als deze is het aange
naam een passend woord te
hooren en zoo lazen wij dan in
ons gezin gretig de woorden die
wethouder Boekman gesproken
heeft, bij de opening van de
Onafhankelijken". In hetzelfde
blad lees je dan dat ook Finland
een uitnoodiging heeft ontvangen
om er is te komen praten, uit
noodiging die in den loop der
tijden alle charme heeft verloren.
Vroeger ging je graag met iemand
praten, want dat beteekende dat
er nog over te praten viel. Tegen
woordig is alles al in kannen en
kruiken wanneer je komt praten
en waarom zou je er dan nog over
praten, vind ik.
Wethouder Boekman heeft den
kunstenaars moed ingesproken,
doch hij heeft met zijn aangeboren
scherpzinnigheid begrepen dat dit
op zichzelf niet veel hout snijdt.
Je kunt een schilder op den schou
der kloppen en zeggen: Kom
kerel, er zullen wel betere tijden
komen.kop hoog en vooruit maar!"
In zoo'n geval mag je dankbaar
zijn dat de man je wat afwezig
toehoort en niet ronduit zegt:
Stik met je goeie raad, daar
rookt de schoorsteen niet van".
Hij voegde er tevens de opwek
king aan toe: Het is de plicht
van het publiek zich in dezen tijd
niet van de kunst af te wenden!"
Dat was een verstandige op
wekking, want een verstandig
man koopt goede kunst in tijden
van onzekerheid. Het is echter
de kunst om uit te vinden wat
goede kunst is, doch als uw pond
of uw franc in de toekomst slechts
een fractie van de tegenwoordige
waarde beteekent, dan is het nog
altijd beter een aangenaam schil
derij te bezitten, waarbij ik vooral
denk aan stillevens van culinairen
aard. Nu geloof ik niet dat
wij de neiging hebben ons
\»n de kunst af te wenden ?
integendeel. Doch als ik langs het
Rijksmuseum wandel en ik zie
de trieste pogingen dat overigens
niet zeer schoone gebouw in een
fort te veranderen, met een zit
tende suppoost in de open lucht
om gemotoriseerde aanvallen af
te slaan, dan slaat mij de schrik
om het hart. Wat heeft
Rembrandt met de politiek te maken?
Mag ik, nu er niets schoons meer
te zien is in de wereld, zelfs
Rembrandt niet meer zien?
Men heeft tenminste de Stede
lijke musea niet gesloten en daar
om kan ik luisteren naar de woor
den van den wethouder voor
Schoone Kunsten hij sluit
tenminste den boel niet in deze
dagen van miserabele onzeker
heid. Wij kunnen er allen met
elkander toch niets aan verande
ren en het is toch een dwaasheid
in het water te springen als je
bang bent er in te vallen. In ons
Stedelijk museum is vertier ?
men houdt er een schoone ten
toonstelling van Fransche beeld
houwkunst en men heeft deze
zelfs verlengd. Dat is een voor
beeld en hoe ik overigens het
mier heb aan magistraten en
autoriteiten, bewonder ik een
stadsbestuurder dat niet heelemaal
verparagraafd is en het
menschelijke woord zegt: vergeten jullie
elkander niet: kunstenaars en
publiek! Wij gaan verder! Advienne
que pourra! J. VAN HOORN
PAG. U DE GROENE No. 3254