De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 21 oktober pagina 18

21 oktober 1939 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

Kleine perikelen WIJ behoeven slechts een ge dachte, een kleine sugges tie, een voorstel in de dagbladen te lezen, betrekking hebbend op de ontspanning en het ontwikkelingspeil onzer gemobiliseerden en ons gezin is er oogenblikkelijk bij. Dat is juist het mooie in de ge meenschap, dat zij, tot dusverre zich weinig bekommerend om de ontspanning en de ontwikkeling onzer jeugd, zich dadelijk met deze zaken gaat bezig houden, zoodra van die jeugd verwacht wordt dat zij onze grenzen be hoedt, onze onafhankelijkheid be waart en al zulke dingen meer, waar wij zelf op de een of andere manier niet voor kunnen zorgen; zonder leger tenminste niet. En het is duidelijk dat een soldaat, die ontspannen en ontwikkeld is, zich met belangrijk meer toewij ding zal werpen op deze groote taak. Wij hadden alreeds onze erva ring met den soldaat op de thee en om nu eens voor de ontwikkeling te zorgen, vroegen wij een sol daat om met ons mee te gaan naar den schouwburg. Het was ditmaal geen advocaat en wij wa ren in het onzekere wat onze nieuwe soldaat in de burgermaat schappij uitvoert. Wij hadden een aardig stuk gekozen, waarvan ik den titel niet noem, hetgeen ook niet noodig is, want wij betaalden onze plaatsen. Onze soldaat be keek met belangstelling den Stads schouwburg, zooals daze is op geknapt en veredeld hij vond de stoelen fijn en keek ook met bijzondere belangstelling naar de loges van B en W en de Kunst commissie, hoewel het mij af en toe scheen dat de interesse zich meer richtte naar de levensgroote figuren die daar aangebracht zijn en uiterlijk zoo weinig gelijken op kolonels van de infanterie. Het was een stuk mat drie echt paren die hun zilveren bruiloft vieren en bij dis gelegenheid blijkt dat zij door een kleine technische fout in de huwelijksceremonie eigenlijk altijd niet getrouwd ge weest zijn. Dat geeft aanleiding tot een verschrikkelijke verwik keling. Ik begrijp het niet," zei de soldaat tegen Gisse. Misschien willen ze hun geld terug hebben." Gisse begon het geval uit te leggen, doch achter ons werd sssttt geroepen en de soldaat keerde zich uitdagend om en zei luid: St jullie zelf!" Vervolgens boog hij zich naar ons over en vroeg nadere inlichtingen. Als die lui nou vijf en twintig jaar getrouwd zijn en ze waren niet getrouwd, dan boffen ze toch effe ! Dan hebben ze al die tijd voor niks ruzie gehad en nou is de keet afgeloopen, want waarom zou je ruzie maken als je niet getrouwd bent?" In de pauze hebben wij nog het geval nader besproken en na het stuk gingen wij naar American, om nog wat te genieten van het stuk en onze gedachten er over te laten gaan. Onze soldaat was een ruim man en misschien zijn zijn huwelijkstheorieën niet ge heel overeenstemmend met de gangbare moraal. In dienst wor je ook over geplaatst, zonder dat er een haan naar kraait," zeide hij en Gisse begreep niet goed de gedachtengang van onzen gast. Wij hebben hem op de thee gevraagd, in ieder geval. J.VAN HOORN IHIIIIIIIIIIIIIlUllltltltllllllHIIUUIIHIItlUHUUIUIIIUIHUUUIUUUUUUUHIMUUUUnllllUHHIIIlUIIIHIIIIIIUHUIlUHUHItHfr> Tijdverdrijf De gebroken wijzerplaat Oplossing In bovenstaande teekening loopen de barsten in de wijzerplaat dus danig, dat de som der cijfers op ieder stuk 20 bedraagt. Het stilleven Nieuwe opgave Een buitengewoon knap kunstschil der beweert, dat hij het hierbij af gebeelde stilleven met n lijn kan teekenen zonder het potlood van het papier op te lichten, en zonder de lijn ergens te verdubbelen. Kunt u dat ook ? Oplossing de volgende week. liiilliiiiiiiiiiliniiiiiiiHiiiiiiiitliiiiiifililiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiitifiiiniiiiiiiilMiiiiillHiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii j Garage , .AUTOPAN" Amsterdam Bartholomeus Ruloffstraat 5 bil Jac. Obreehtpl. Telefoon 22622-95754 MODERN GROOT GARAGEBEDRIJF OFF SUB.DEALER .VOOR AMSTERDAM DE SCHRIK DER KOMETEN /DOEDEN dagh Mr. Abraham, ,,^J mijn oude kennis en man van ervarentheyt: by u kome ick om een weynigh geleert en onderwesen te worden in saecken voor mijn en meest al de werelt duyster. Indien mijn pre sentie in een winterse-avondt niet ver veelden, soude ick u versoecken in mijn huys te willen komen om wat te avont kouten". Wel, goeden nabuyr Justinus, ick ga soo met u mede". Gelieft mij dan te volgen, Mr. Abraham". Ick hoore geerne vragen, waerde Justinus: en sal na mijn beste kennisse op alles antwoorden". Is 't u dan bekent, weerden Vrient, dat voor omtrent een maandt geleden op verscheyde dagen na den anderen 's morgens aan den Hemel is gesien een nieuw licht dat men een Steertsterre noemt, en dat het selve nader hant is verdwenen: en nu siet men des avonts na den onderganck der Sonne weder een ander licht doch wonderlijck grooter als 't voorgaende, soo dat ick en duysende met mij niet weten wat sulcx magh zijn of beduyt: en also ghy meerder kennisse van die saeken hebt als andere, soo versoeck ich U E. goedt gevoelen daer over te hooren"'. Met dezen gemoedelijken dialoog tusschen twee fictieve personen, den onwetenden, nieuwsgierigen Justinus en den alwetenden, mededeelzamen mr. Abraham begint een pamflet uit het jaar 1681 tot Dordrecht verschenen bij Mattheus van Nispen, Boeck-verkooper by de Nieuwbrugh in de Sonnewijser, en 'tsamen gestelt door M. v. N., geheeten Comeet-gespreck tusschen mr. Abraham ende Justinus, Aengaende de hedendaegsche Steert-Sterre, waer inne oock verhandelt wort van den loop der Cometen, mitsgaders of men uyt de selve yets Voorseggen kan. De onwetende Justinus deelde mede, dat ongeveer een maand geleden een Steertsterre 's morgens was verschenen en dat eenzelfde Steertsterre nu 's avonds kon worden gezien. Het was een en de selve Steertsterre, zei de alwetende mr. Abraham. Justinus dan, wenste wel geerne u gevoelens te hooren of de Cometen in 't generaal wat quaets voorspellen of niet, waarop mr. Abraham hem zeide dat doorgaens alle oude en nieuwe schrijvers van gevoelen zijn, dat de Cometen ofte Steertsterren voorteekenen zijn van aenstaende onheylen als van veranderinge van Rijcken en Staten, van oorlogen, van Pestilenties, van groote Watervloeden, van Hongersnoot en soo voorts; en voor mijn, aldus mr. Abraham, ick soude oock meest na die kant hellen, want dat den Almachtigen Godt te vergeefs sulcke Teeckenen aen den Hemel soude laten komen en dat niet voor een dagh of weeck, maer voor maenden langh, en dat niet kleyn en gering, maar genoeghzaem vreeselijck als zijnde een steen van dese die wij nu sien, licht meer dan vijftigh duysent mijlen langh dat, segh ick, kan in mijn hooft niet komen ofte moet oock sijne reden hebben. Op een vraag van Justinus zette mr. Abraham voorts uiteen uit welke stof die kometen samengesteld waren. Sommige geleerden beschouwden ze als een aytwerpinge van de Sonne. Anderen zeiden dat boven in het firmament een geheel subtile christalline vochtigheyt was en dat de zon door een opening daarin haar stralen zond, zoodat een lichtbundel ontstond, als door een kerkruit, dien men komeet" noemde. VOLGENS zijn zeggen had Justinus bij deze en dergelijke uiteen zettingen van mr. Abraham smakelijck toegeluystert, maar graag wilde hij nog weten of ook uit de historie bleek dat kometen onheil voorspelden. Mr. Abra ham kon het reeds bewijzen op grond van de vaderlandsche geschiedenis van de laatste vijftig jaar. Telkens als er oorlog uitbrak, had een komeet het aangekondigd. In 1664, het jaar vóór den tweeden Engelschen zee-oorlog, was bijvoorbeeld een komeet aan den hemel verschenen, en toen had de Poet J. de Decker dit rijmgedicht gemaakt: Waerom keert dese Ster haar bleecken Steert na 't Westen, En waerom wederom het helder Oosten toef Of dreyghtse mogelijck die beyderley gewesten, Bij beurt te keer te gaen, met haer getackte Roe! Godt geve, aldus besloot dan ook de pessimistische mr. Abraham, dat dese Comeet geen sloffe schaft van melancholijcken discoursen met den andere hier naer te hebben, maer dat alles ten besten mogt uytvallen. NA dit discours volgen nog eenige observaties gedaen aen dese Comeet, doch mits de nijpende koude niet soo accuraet als 't wel behoorde, echter na des tijds gelegentheyt en plaetse aldus bevonden en tenslotte, eenige speculaties op diverse Cometen, bij d'oude schrijvers genomen. Zij moeten ten overvloede bewijzen dat kometen beteekenen dat er iets groots op komst is. Als Julius Caesar vermaan was, bij voorbeeld, deed sich op een Comeet, volgens Suetonius' schrijven, die eenige dagen helder scheen. Men seyden toen, dat de ziel van Caesar ten hemel opge togen wiert. Anno 603 een tweede voorbeeld wiert gesien een Sweert-Comeet aen den Hemel, en wiert op dien tijt ge boren den valschen Propheet Mahomet. Anno 1607 een astronomische mededeeling sach Kepierus te Praag een Comeet welcke seer hoogh van d'aerde stont; soo hy seght: omtrent 20.000.000 mijlen. Dat echter ongelooflijck schijnt. Hoe zou onze goede mr. Abraham huiveren bij de afstanden die men thans aanneemt, en die zoo groot zijn, dat men ze slechts in lichtjaren kan uitdrukken ! KUNT U DE DAGBLADEN NIET MEER BIJHOUDEN? LEES DAN t&eue PAG. 18 DE GROENE No. 3255

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl