De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 21 oktober pagina 4

21 oktober 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Bergson tachtig jaar Prof dr. H. J. Pos DE vermaardste denker onder de levenden in Europa wordt dezer dagen tachtig jaar. Uit alle delen der wereld zullen de gelukwensen van leerlingen en vereerders hem bereiken en talloos velen die niet het voorrecht hebben met hem in persoonlijke verbinding te staan, zullen op dien dag hun gedachten richten op hem en wat hij voor de tegenwoordige wereld betekent. Want Bergson's invloed is zo groot, dat hij tot ver buiten den kring der vakgenoten wordt gelezen, zooals destijds zijn colleges zijn bezocht door mensen van elke leeftijd, stand en ontwikkeling. Niet alle grote denkers hebben tijdens hun leven een invloed geoefend, die met hun betekenis overeen kwam: Descartes achtte het geraden zich schuil te houden in het toen zo voorlijke Holland, waar de officiële wetenschap hem verketterde en bestookte. Het eerherstel van Spinoza is eerst gekomen met Jacobi, Goethe en Hegel. Anders Bergson: in de jaren vóór den groten oorlog groeide zijn aanzien tot over de gehele beschaafde wereld, was in het College de France geen gehoorzaal ruim genoeg om de toehoorders te bevatten. De aantrekking die van hem uitging moge voor meelopers en sen satiezoekenden gelegen hebben in zijn welsprekend heid; maar de diepere grond was, dat in hem de filosofische geest des tijds tot kristalheldere bewust heid kwam, dat een reusachtig intellect hier den vorm n de argumenten bood, die de stemming en het geloof van zijn tijdperk tot uitdrukking brach ten. Die stemming en dat geloof herkenden zich in scheppende ontwikkeling" en levensstuwing". De jubel er van was te dieper doordat hij opwelde uit een bevrijding: de negentiende eeuw had den mens zelf gevangen in het net der oorzakelijke bepaaldheid, dat op de stoffelijke dingen aanwend baar was gebleken. Het verstandelijk werktuig der verklaring uit wet en oorzaak had zich gekeerd tegen zijn uitvinder, en de mens was zichzelf gaan opvatten als gelijksoortig met de dingen in de ruimte, als deze onderworpen aan druk en stoot. Een binnen de natuurwetenschap houdbaar en vruchtbaar gezichtspunt had, tot alomvattende wereldbeschouwing uitgebreid, een determinisme opgeleverd waarin geen plaats meer was voor de innerlijke en onweersprekelijke ervaring die de mens van zich zelf heeft: dat hij een vrij wezen is. Bergson werd de denker, die, meer dan een der tijd genoten die innerlijke ervaring in haar rechten zou herstellen, er den zin opnieuw van zou bepalen. Niet rechtstreeks, maar langs den omweg van het tegendeel ging zijn innerlijke rijping: de briljante leerling der Ecole Normale, de vriend en klasgenoot van Jaurès begon zijn loopbaan als materialist. De jeugdige student Bergson zou aan het materialisme en mathematisme van den tijdgeest de volle tol betalen, voordat hij het overwon. De kracht en de ongeëvenaarde schoonheid van zijn werk doen vermoeden, hoe fel die worsteling aan het begin geweest moet zijn. Henri Bergson IN het eerste werk Essai sur les données imm diates de la conscience" (1889) is de overwin ning behaald en voorgoed de baan gekozen, die tot steeds hooger visies zou opvoeren. Het bewustzijn wordt hier aangewezen als een werkelijkheid, waarop het natuurwetenschappelijk ingesteld ver stand geen vat heeft. Tracht het toch, naar analogie van de materiele wereld, deze realiteit te vatten, zo ontstaat een verminkt beeld. Klassiek is in dit Essai de aanwijzing van de illusie die optreedt, wan neer we trachten de toeneming van een zintuigelijke gewaarwording in getallen uit te drukken, misleid als we daarbij worden door de wetenschap, dat de prikkel die de gewaarwording veroorzaakt, zoveel malen is versterkt: ons denken is zó vertrouwd met ruimtelijke, meetbare dingen, dat we ook in de inwendige doorleving de eigenschap der meetbaar heid menen te onderkennen, terwijl in werkelijk heid van de puur kwalitatieve gewaarwordingen de uitdrukking: zoveel maal sterker, geen zin heeft! Wanneer we ons denken door de natuurwetenschap laten beheersen, het bewustzijn naar analogie van de ruimtelijke wereld trachten te vatten, misvormen we het onmiddellijk doorleefde. Bergson's bevrijdende daad was, dat hij den toe gang tot die onmiddellijke gegevenheden herstelde. In de eerste plaats heeft ons innerlijk niet de aard van een ruimtelijk ding: het is veeleer een stroom. Maar ook dit beeld bergt nog het gevaar van een al te uitwendige opvatting: een stroom is in den tijd en terwijl we ons ons innerlijk voorstellen als iets dat in den tijd is, dreigt opnieuw het meest eigenlijke te worden voorbij gezien. Immers voor gesteld in den tijd der natuurwetenschap wordt ons innerlijk toch weer tot een materieel iets, dat een reeks van toestanden doorloopt, waarin de vorige de volgende bepaalt. Zo is de tijd een uit wendig schema, dat afloopt in gelijke delen en blijft buiten de inhouden die erin optreden en ver anderen. In dezen gelijkdeligen tijd zijn juist de dingen der dode natuur; deze tijd is een schaduw beeld van de gelijkdelige ruimte, die ons in staat stelt de gedragingen der dingen te berekenen en te beheersen. Maar dit is niet de tijd van ons inner lijk; in onderscheid van de tijd der klok heeft Bergson hem durée" genoemd. De durée" is niet een tijd, die van buiten af en als onverschillig langs het gebeuren heenglijdt, maar innig met dit laatste vervlochten. De bewustzijns-tijd valt niet uiteen in de welonderscheiden punten van heden, ver leden en toekomst. Ons levend bewustzijn is zo weinig in het ondeelbaar ogenblik van nu gebannen als de klank uit de melodie, die op dit ogenblik ons oor treft, afzonderlijk, losgemaakt van het voor afgaande en het komende kan worden vastgehouden. Wanneer het onderscheidend verstand de een heid der beweging in de opeenvolging van een aantal rustende punten heeft opgelost, dan is de beweging gebleken een schijn te zijn, hadden Griekse denkers geconcludeerd. De tegenstelling tussen de ervaren en doorleefde reële eenheid der beweging en haar onbestaanbaarheid voor het onderscheidende denken was onopgelost gebleven. Immers een beweging i's een eenheid en niet een rij van stilstanden, een melodie is een geheel en niet een reeks van klanken. Zulke eenheden en gehelen ervaren we in ons en om ons.Men weet hoe Bergson dit probleem heeft op gelost : hij keerde de rollen om; kan het verstand de beweging niet vatten, zo is deze er niet minder werkelijk om, en de moeilijkheid komt ten laste van het verstand, niet van de beweging. Wanneer de natuurwetenschap haar verstandelijk beeld der dingen voor het ware houdt en daarbij alle bewe ging tot stilstand herleidt, vergist ze zich ten aan zien van de betekenis, die ze aan haar arbeid toe schrijft: geen diepere kennis van de dingen is in dit beeld vervat, maar de mogelijkheid van tech nische beheersing. De ware kennis der dingen ligt echter niet in het schematisme der mathematische analyse, maar in de intuïtie. Naar binnen gericht doet de intuïtie ons onze scheppende vrijheid ken nen: wij leven niet in een mechanisch bepaalde wereld, maar kunnen vrij handelen. Er is vrijheid, wanneer onze volledige persoon een handeling draagt, en onvrijheid naarmate dit minder het ge/al is. De eigenlijke strekking van Bergson's kritiek op het mechanistisch denken komt hier te voorschijn. Haar grote vruchtbaarheid kan al leen door de studie van zijn werken worden begrepen. DE intuïtie opent den weg tot het wezenlijke van ons zelf; tegelijk doet ze ons de omringen de wereld anders zien, doordat ze het contact met deze herstelt. De materie is niet een bouwstof waaruit door een onbegrijpelijke complicatie het leven zou zijn ontstaan, maar omgekeerd: ze is die zijde van het alomvattende Leven, waaruit het Nederland Strategische problemen van een schending onzer Van onzen militairen medewerker. IN den Europeeschen oorlog, die thans tusschen Duitschland eenerzijds en Frankrijk en GrootBrittanniëaan den anderen kant wordt gevoerd, zijn de staten Belgiëen Nederland neutraal. De territoiren van deze beide landen zijn onzijdig gebied en de regeringen en volken, zoowel van Belgiëals van Nederland, wenschen deze onzijdigheid gedu rende het geheele conflict, te handhaven. Na het beëindigen van den oorlog van 1914?1918 is Belgiëgedurende geruimen tijd door een mili tair verdrag met Frankrijk verbonden geweest. Het land had daardoor van tevoren, in een mogelijk conflict, partij aan de zijde van laatstgenoemd rijk gekozen. Eenige jaren geleden bijna te elfder ure is het verdrag opgezegd en sindsdien ver keert Belgiëten opzichte van de oorlogvoerende partijen in dezelfde positie als Nederland. De bevol king in het land van onze Zuidelijke naburen moge ten aanzien van de neutraliteit niet zulk een eens gezinde houding vertoonen als zulks ten onzent het geval is de Belgische regeering is vastbesloten om de onzijdigheid van het land te handhaven en zij vindt daarbij feitelijken steun in de tegenstel lingen, welke verband houden met de aanwezigheid van eene gemengde bevolking. Beide onzijdige Staten worden aan alle kanten omringd door de oorlogvoerende machten, wier actie in Westelijk Europa weliswaar nog niet tot eene uitbarsting is gekomen, maar die toch en men gevoelt het als eene verschrikkelijke beklem ming gereed staan, om elkaar elk oogenblik op de meest felle wijze te lijf te gaan. Nog steeds worden onderhandelingen over een mogelijken vrede gevoerd, schier hopelooze pogingen worden hier en daar nog gewaagd om het Arma geddon af te wenden, maar steeds nader ziet men het oogenblik komen, dat dit alles zal hebben ge faald en dat het tot stand komen van een vergelijk definitief en onherroepelijk uitgesloten zal zijn ge bleken. Met angst en beven vraagt men zich ook in de neutrale Staten af, wat de onderscheidenlijk achter Siegfried-stelling en Maginot-linie opgestelde, geweldige krijgsmachten dan zullen gaan doen. Beide verdedigingsstelsels zijn zóó uitermate sterk, dat men eigenlijk niet kan aannemen, dat n der partijen erjtoe zou willen overgaan, om haar tanden" op het vestingwerk van den vijand kapot te bijten", en de ontzettende verliezen, aan zulk een onderneming verbonden, te risqueeren met de groote kans op een voor zichzelf hoogst gevaarlijk leven zich heeft teruggetrokken, ze is ontzield leven, dat verworden is tot traagheid en uitbreiding. De mechanische evolutieleer ziet in de rij der dier soorten een product van blinde causaliteit en mits dien iets toevalligs: de intuïtie herkent in deze orden de scheppingen van de tastende levens stuwing, die in den mens het hoogste heeft bereikt. De krachten om ons en in ons zijn dezelfde: traag heid overwinnend en vrijheid verwerkelijkend heeft het lan vital in den mens zich losgemaakt van het instinct om zich toe te vertrouwen aan de scheppende intuïtie. De opgang die in Evolution créatrice" met meesterschap geschilderd is dit werk bewijst Bergson's uitspraak dat de intuïtie niet zonder uitgebreide détailkennis kan te werk gaan herhaalt zich binnen de mensheid in de twee trap pen der moraal, die van de mechanisch aandoende plichtmatigheid zich ontwikkelt tot de schenkende liefde, welke in de hoogste vertegenwoordigers der mensheid is belichaamd (?Les deux sources de la morale et de la religion", 1932). Een filosofie als deze, waaraan men naturalisme heeft verweten, terwijl ze zich uiteindelijk als leer van het hoogste leven onthult, waarin sommigen aestheticisme zien, terwijl ze in waarheid is de dithyrambe van een tegen elke ontmoediging bestande, wijl alle bevrijdingen kennende blijdschap, is een der kostelijkste lichtbronnen in de overhand nemende duisternis van heden. En te bedenken dat de mens die aan dit onoverwinnelijk, maar nooit pralend of gewelddadig levensgevoel een uitdrukking heeft geschonken, die voorgoed in de schatkamer der beschaving is opgenomen, nog in leven is, is in een tijd waarin wat tegen den mens pleit over vloedig en wat hem zal rechtvaardigen in het oog van latere geslachten schaars is, een troost en een vreugde. PAG. 4 DE GROENE No. 3255

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl