Historisch Archief 1877-1940
?edreigd?
ransch-Engehche of Duitsche
mtrahteit
echec en met de wetenschap tevens, dat het behalen
van eene beslissende overwinning, zelfs na een geluk
ten aanval op de stelling, nog verre van zeker is.
Deze overwegingen hebben bij velen het denk
beeld doen ontstaan, en vaak zelfs de overtuiging
gevestigd, dat de tegenstanders aan de
FranschDuitsche grenzen er wel toe gedwongen zullen zijn,
om met schending van de neutrale gebieden van
Belgiëen Nederland, de onneembare stellingen aan
genoemde grens te omtrekken en daardoor die
positie's hare waarde te ontnemen.
Alvorens deze quaestie aan een nadere beschou
wing te onderwerpen, moet er aan worden herin
nerd, dat alle oorlogvoerende partijen nadrukkelijk
en bij herhaling hebben verklaard, dat harerzijds
eene schending van onzijdig gebied als uitgesloten
mag worden beschouwd, onder beding, dat de tegen
partij de neutraliteit evenzeer zal eerbiedigen. Het
is echter gewoonte geworden, om aan dergelijke
plechtige verklaringen niet veel practische waarde
te hechten en het moet erkend worden, dat de argu
menten vóór het koesteren van deze cynische mee
ning niet altijd gemakkelijk te ontzenuwen zijn. Met
de vermelding volledigheidshalve van de
afgelegde beloften moge thans worden volstaan,
om het vraagstuk van eene gewelddadige schending
van het onzijdig gebied van Nederland (en dat van
België) aan een onderzoek te onderwerpen.
INDIEN men de mogelijkheid van eene zoodanige
| schending aanneemt, dan kan men zich ver
schillende gevallen denken, waarin zulks zou kunnen
geschieden, waarbij men er zich steeds rekenschap
van moet geven, dat de schending van gebied auto
matisch aan het slachtoffer den steun verzekert van
de tegenpartij van den schender.
De veronderstelling is mogelijk, dat een Britsche
macht eene landing aan de Nederlandsche kust of
in Nederlandsche havens zou willen ondernemen,
om met gebruikmaking van ons gebied in
Duitschland te vallen; zulks al of niet gepaard gaande met
een poging van Fransche zijde, om door Belgiëen
Nederland hetzelfde te doen. Hoewel van Duitsche
zijde op deze mogelijkheid dikwijls de aandacht wordt
gevestigd, verdient zij deze belangstelling geenszins,
daar eene onderneming als hier bedoeld, een van de
hachelijkste is, welke men zich denken kan en eene
militaire actie zou zijn, welke al zeer weinig kans op
succes zou hebben. Een aanval van Britsche zijde
tegen de Nederlandsche kusten is betrekkelijk ge
makkelijk te verhinderen en zij wordt ten eenenmale
onmogelijk indien door den aanvaller niet beschikt
wordt over het absolute meesterschap in de lucht
boven het terrein van actie. Aangezien door Neder
land onmiddellijk beschikt zou kunnen worden over
steun van Duitsche zijde, kan de uitslag van zulk
een expeditie niet twijfelachtig zijn en het is ondenk
baar, dat het plan voor een zoodanigen aanval door
de Britsche legerleiding ooit in ernstige overweging
zou worden genomen. Een mislukte poging zou
bovendien voor den verderen duur van den oorlog
aan Duitsche troepen en vaar- en vliegtuigen vrijen
toegang op Nederlandsch gebied verleenen, met al
de voor Groot-Brittanniëongunstige factoren daar
aan verbonden.
Minder gevaarlijk en hopeloos zou de veronder
stelde aanval van Fransche troepen door Belgi
en Nederland tegen Duitschland zijn. Maar toch
indien de Franschen te eeniger tijd zouden meenen,
dat zij gerechtigd waren om hunne beloften ten
aanzien van de neutrale landen te verbreken en tot
de hier bedoelde onderneming zouden overgaan,
dan zouden daaraan geweldige bezwaren verbonden
zijn. Allereerst vermeerderde men daardoor reeds
dadelijk het aantal tegenstanders met een tweetal
Belgiëen Nederland en moet men beginnen mït
den tegenstand van de krijgsmachten dezer rijken
te breken. Dit optreden drijft deze nieuwe tegen
standers in de armen van de ongetwijfeld terstond
toesnellende Duitsche troepen en de
FranschBritsche aanvallers zouden al strijdende het uit
gestrekte terrein moeten doorschrijden, dat gelegen
is. tusschen de Fransch-Belgische grens en de
Belgisch- en Nederlandsch-Duitsche grens, waarbij
zij op gestaag aangroeiende tegenstand zouden
stuiten, om ten slotte, in het allergunstigste geval,
op Duitsch terrein weder te land te komen tegen
over de verlengde Siegfriedstelling.
. Deze enkele overwegingen, voor welker beoor
deeling volstrekt geen bijzonder strategisch inzicht
vereischt wordt, zijn reeds ruim voldoende, om de
onwaarschijnlijkheid van het bestaan van een plan,
Boven: Kustbewaking ergens in het Westen".
Rechts: Grensbewaking ergens in het Oosten"
als hier bedoeld, aan te toonen. Wie zonder meer
beweert, dat er groote kans bestaat op eene om
trekking van Fransche troepen door Belgiëen
Nederland, bewijst, dal hij zich geenszins reken
schap heeft gegeven van de bezwaren en conse
quenties, welke daaraan verbonden zouden zijn.
HET ernstigste van de schrikbeelden, die den
toch al ,,eingeschüchterte" bevolkingen van de
kleine neutrale landen voor oogen worden gesteld,
is de mogelijkheid van een omtrekkenden aanval van
de andere zijde en wel eene schending van Neder
landsch en Belgisch gebied door Duitsche troepen,
met het doel, om de Fransch-Britsche krijgsmacht
achter de Maginot-linie op de flank aan te tasten.
De gangbare redeneering, om deze veronderstelling
aannemelijk te maken, klinkt eenvoudig. De
Duitschers zoo luidt het dan zijn er de lieden niet
naar, om werkeloos hun noodlot af te wachten. Zij
zullen zoo spoedig mogelijk na het definitief afsprin
gen van vredesonderhandelingen eene beslissing
op het Westelijk front forceeren en indien zij
wat natuurlijk is van een aanval op de
Maginotlinie niet voldoende succes verwachten, dan zullen
zij door een snellen opmarsch om n of beide vleu
gels van de vijandelijke opstelling, hun hoofdaanval
doen. Gedane beloften spelen hierbij geen rol
nood breekt wet. In 1914 hebben zij het gedaan,
waarom zouden zij het thans nalaten ? Nederland en
België, op den linkervleugel der bondgenootschap
pelijke legers in het Westen gelegen, komen o.a.
a1s opmarschgebied in aanmerking men zij op
zijn hoede !
Welnu, Nederland is op zijn hoede. Het heeft zijne
weermacht gemobiliseerd, de grensbewaking reeds
lang te bestemder plaatse gebracht, de liniën in ge
reedheid en het veldleger paraat gesteld. Alle troepen
zijn voortdurend werkzaam, om hunne positie te
verbeteren. Men heeft gedaan en doet, wat men kan
en mocht n der partijen, van welke zijde ook,
de neutraliteit bedreigen, dan zal men zich zoo
krachtig mogelijk te weer stellen.
Indien de schending van Nederlandsch gebied
uit het Oosten komt, dan zal de aanvaller ook weer
het getal van zijn tegenstanders vergrooten en hij
moet eerst met het Nederlandsche veldleger finaal
afrekenen. Met zeer veel grond mag worden ver
wacht, dat de Vesting-Holland voor Holland behouden
zal blijven. Daartegen zal Duitschland een vrij
sterk contingent ter observatie moeten achterlaten,
maar bovendien moet het overige Nederlandsche
gebied buiten de Vesting-Holland met name dat
van de Noordelijke provinciën, krachtig worden
bezet. Het niet door Duitschers bezette gebied zal
beschikbaar blijven ten minste voor de Brit
sche luchtmacht.
Deze actie tegen Nederland kan den Duitschers
gelukken evenzeer als zulks in 1914 tegen de Belgen
met succes is volbracht, maar dit vormt slechts
het voorspel van de groote onderneming. Want nu
gaat het verder op Belgiëaan. De weermacht van
dit land, dat naar het Oosten reeds sterk staat, en
daar zeker, in het hier bedoelde geval, op steun van
Frankrijk kan rekenen, zal zich aan de
NederlandschBelgische grens zeg bijv. achter het
Albertkanaal voor tegenweer gereed hebben gesteld
en men mag in ieder geval aannemen, dat de eerste
weerstandslijn zal liggen ongeveer in de lijn
LuikAntwerpen, waar de Franschen en Britten in allerijl
de noodige versterkingen in steeds toenemende mate
kunnen heenzenden. Het moet ook voor een
Duitschen st'ateeg niet onwaarschijnlijk zijn, dat d;
geheele actie ten slotte zal neerkomen op eene her
haling van het drama van 1914?1918, maar thans
op een veel kleiner, dus voor hem ongunstiger, grond
en met de mogelijkheid van vijandelijke actie in
den rug van den aanvaller uit het Noorden.
OOK in dit veronderstelde geval leidt eene rus
tige beschouwing tot grooten twijfel aan
gaande de uitvoering, waarmede natuurlijk niet is
gezegd, dat deze onmogelijk is. Niemand vermag in
de toekomst te zien en er is een bekende uitdruk
king, welke inhoudt, dat het altijd weer anders
gaat dan men denkt". Men moet echter ook nim
mer onnoodige zorgsn hebben en zoolang er .geen
enkele aanwijzing te vinden is, die ook maar
eenigszins op eene voorbereiding, van welke zijde dan ook,
zou wijzen, is ongerustheid voor het behoud van de
onzijdigheid van Nederland volkomen ongewettigd.
Aan het bestaan van het neutrale gebied in het
Noord-Westen van Europa zijn voor alle strijdende
partijen groote economische en strategische
voordeelen verbonden en er moeten wel zér dringende re
denen aanwezig zijn, om een dezer partijen er toe te
brengen, om willens en wetens die voordeelen prijs
te geven. Zulke overwegende motieven zijn, bij den
tegenwoordigen stand van zaken, niet te vinden.
Onrustige tijden: Onrustige gedachten
zijn van nadeeligen invloed op Uw zenuwen. Kalmeer en sterk ze door Mijnhardt's Zenuw
tabletten. Deze werken zenuwstillend, zenuwsterkend. Huisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
PAG. 5 DE GROENE No.3255