De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 4 november pagina 19

4 november 1939 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Losse notities uit mijn Amerikaansch dagboek DE hitte van den zomer is verkoeld tot de heerlijkheid van den herfst. We hebben dat wel verdiend. Want New-York was een kokende, ziedende, sissende braadpan. Het heeft ons zestig dagen met straaltjes over rug en voor hoofd geloopen. Wie in de gloeiende mollengangen van de subway ging was een held. Adonis stierf op slag in een onflatteus kort schillerhemdje met korte mouwtjes en in slacks: een dun ne slobberbroek in rare kleuren. Wie zóó door de Kalverstraat zou loopen, zou een schervengericht ontketenen. Don Juan gaf ijlings den geest. Wie taalt er naar behagen in zulk een kle verige wereld? Zestig dagen hebben we door een oliebad gewaad. Alleen ons rooie hoofd stak er nog nét boven uit. In twee maanden ben ik aan de kens en pyjama ontwend.... Nu is alles beter. Deze herfst is verrukkelijk. De wolkenkrabbers, de lange avenues, de diepe straten, deze heele recht-an recht-uite blokkendoos New-York is onze vijand niet meer. De prachtige etalages van Fifth Ave nue toonen stillevens van bont en bi zarre grandes-dames. Ik waag me weer twee uur onder den grond om een bood schap van tien minuten op Battery Place te doen. Coney Island en z'n kleine zusje The Palissades zijn den winterslaap begonnen. Het eerste tooneelleven bloeit open in veertig schouw burgen. De Coca-Cola-stroom wordt smaller. De room-ijsbergen smelten weg. De Hudson wordt dampig in den avond en het plantsoen langs haar oe ver geurt in duizend verrukkingen. Wij zijn uit de zomersene verdooving ont waakt in een koelen herfst en in den oorlog. DE oorlog kwam tot mij in den nacht. Een harde, knetterende stem: WAR! WAR! WAR! Ik ont waakte verschrikt. Voor mijn open raam stond een leege auto. En uit die auto klonk die verschrikkelijke stem: de radio. Drie dagen lang hebben wij aan onze radio gezeten. De Amerikaansche omroep-maatschappijen heb ben in alle Europeesche hoofdsteden hun correspondenten. De organisatie klopte alleen zooals een Amerikaansche organisatie kloppen kan. I'll bring you now to the Capitals of Europe.... go ahead, London...." Na Londen kwamen Parijs, Berlijn, Warschau, Rome, Boedapest. Dan de telegrammen van Associated Press en de andere agentschappen. En onmiddellijk daarna de buitenlandsche-Commentatoren die alles samenvatten en gestalte aan den chaos trachtten te geven. De beste dezer commentatoren is J. V. Kalïenborn een vaderlijke, menschelijke, vriende lijke stem. Op hem volgt Gram Swing. Scherp, venijnig, pakkend. Zoo goed als de Amerikaansche kranten-journalistiek is, zoo goed is zijn goede radio-journalistiek. Maar ik heb er aan moeten wennen dat onmid dellijk na de vermoeide stem uit Downingstreet 10, een geestdriftig heer ons kwam vertellen hoe geurig, hoe heer lijk, hoe meesleepend Koga-Koffie is en dat direct na het klare, humane be toog van Franklin Delano Roosevelt een verrukte mannenstem de zonnige zaligheid van Kreml-haarwater kwam aanprijzen. De Athenia is gezonken, maar wij hebben Hoffman-bier, that creamy, juicy, clean and rich-flavored Hoffman-bier in bottles". NU zwijgt ons tooverkastje aan den wand al weer drie weken. Kaltenborn en Swing commentarieeren nog vier of vijf maal daags. En de hoofd steden in Europa komen voortdurend voor den mike. Maar de korte en de Een mierenhoop: Coney Island in Juli. Dit beroemde vocontieoord^is in herfst en winter uitgestorven. lange golven zijn gepermanent door papa Censuur. En de kleurigheid der vroegere betoogen is door moedertje Propaganda overgeschilderd met de twee kleuren van haar palet: engelach tig wit en duivelsch nachtzwart. Maar toch gaan we iederen nacht om twaalf uur ons stukje upper-Broadway op om de eerste editie van de New-York-Times te halen. Er wonen hier veel Duitsche emi granten in de buurt en andere nogversche Europeanen. Immigratievisum noch first-papers hebben het Europee sche hart 't zwijgen opgelegd. De hooge stapels van Times" en Tribune" slinken schielijk weg. We leggen onze drie centen neer en veroveren zoo'n dikke krant van 52 groote bladzijden met all the news that 's fit. to print". Maar wat fit to print is", wordt ?teed^ minder, De krant wordt met den dag onbelangrijker. De groote correspon denten zijn krijgsgevangen gemaakt door vader Censuur en Moeder Propa ganda. Gedye en Duranty in Moskou; Philip en Archambault in Parijs; Kuhn in Londen; Szapiro ergens aan de Poolsch-Roemeensche grens; Cianfarra in Rome; Tolischus in Berlijn geven door wat zij mogen doorgeven. Knickerbocker zwijgt in honderd talen. Wij krijgen alleen scheve beelden te zien en moeten zelf trachten die recht te zetten. Augur, Pertinax, Sauerwein, Günther, Mowrer, Tabouis maken de drukinkt pikant. Maar de 52 pagina's kunnen den weg niet meer wijzen en naarstig zoeken we naar kleine berichtjes onder kleine kopjes: nieuws uit het heel kleine, heel dierbare Nederland. De mensch wordt egocentrisch in het geweld der wereld. Het lot van Neder land is, in alle verschrikking en ellende, het eerste en het laatste dat ons aan 't hart gaat. We hebben, uit tien weg gestopte regels in de Times, de kreet van Koningin Wilhelmina vernomen: Leve het vaderland!" We zijn er door ontroerd geweest en we hebben innig mee ingestemd. ZAL Amerika buiten den oorlog blij ven ? "Iedereen hier stelt die vraag. Velen zeggen: Ja, als Roosevelt wil en als Borah zijn zin krijgt." Velen zeggen: neen, we zijn er binnen 't half jaar in." Maar in ieder geval: de bange vraag ligt op aller lippen. Amerika voelt Europa vél dichter bij, dan Europa Amerika. Wij Europeanen in Amerika voelen ons midden in Europa. Maar de Amerikanen zeggen: Amerika ligt op den drempel van Europa. Alleen de isolationisten vinden dat die drieduizend Atlantische zee mijlen breed en ver genoeg zijn. In 99.99 procent van de Amerikanen willen er buiten blijven. De isolationisten zeggen: Als we willen,kunnen wij het ook." William Hearst, de krantenrragnaat, die groote oplagen dirigeeit naar alle streken van dit geweldige !and, doch wiens gezag van dag tot dag afneemt, is hun hartstochtelijkste kampioen. Anderen zeggen: Wij willen wél maar of we 't kunnen is een andere vraag." Pessimisten, die den val van het Britsche Imperium zien als uiterste consequentie van wat komen kan, zien tegelijkertijd: totalitaire invloeden in Carada, bij het Panama-Kanaal en in Zuid-Amerika. Het verhaal van Augur over Duitsche U-bootp!annen met het Fransche Martinique is hier in breede kringen ingeslagen. Men weet daar c*at de verste fantasie morgen als tastbare werkelijkheid voor de deur kan staan. De strijd om de beperking of de uitbreiding van de NeutralityAct is ingezet. Het Witte Huis, het Capitol en Wall-street staan aan het geschut. Zal Amerika buiten den oorlog blijven?" Die vraag heeft al het andere verdrongen. Zelfs de baseballwedstrijden. Zelfs Roosevelt's der den termijn. Zelfs Reno en Hollywood, de bedevaartplaatsen onzer dagdroomen. MAAR de herfst is er nu. Er is iets tintelends over New-York gekomen. De nachtclubs kondigen hun winterprogramrra's aan. Op de roofgardens van de groote ho tels versterven de laatste saxofoonkreten boven het geraas van deze grootsche stad. De Society-debutantes staan in rij en gelid. Hollywood komt met zijn eerste big-hits. Ik zag Golden Boy" en kon vergelijkingen maken met de interpretatie van het Centraal Tooneel, die zeer ten voordeele van den Amstelstraat uitvielen. In den Schouw burg vervolgen ,,American Way", ..Tobacco Road". ..Little Foxes" hun lange via tnomfahs. In het lichtere en lichtste soort: Leave it to me" en Hellz' apoppin' ". Billy Rose's Dia mond Horse Shoe bar vervolgt zijn schouwspel der happy iSgo'ers. Billy Rose de Barnum der zoste eeuw is zelf óók happy. Zijn aquacade is nog steeds de gebeurtenis van de Tentoon stelling. Netto winst voor Billy: S 80.000 per week: Billy Rose heeft minder zorgen dan Franklin Delano Roosevelt. PAG. 19 DE GROENE No. 3257 f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl