Historisch Archief 1877-1940
Losse notities uit mijn Amerikaansch dagboek
DE hitte van den zomer is verkoeld
tot de heerlijkheid van den herfst.
We hebben dat wel verdiend. Want
New-York was een kokende, ziedende,
sissende braadpan. Het heeft ons zestig
dagen met straaltjes over rug en voor
hoofd geloopen. Wie in de gloeiende
mollengangen van de subway ging was
een held. Adonis stierf op slag in een
onflatteus kort schillerhemdje met
korte mouwtjes en in slacks: een dun
ne slobberbroek in rare kleuren. Wie
zóó door de Kalverstraat zou loopen,
zou een schervengericht ontketenen.
Don Juan gaf ijlings den geest. Wie
taalt er naar behagen in zulk een kle
verige wereld? Zestig dagen hebben
we door een oliebad gewaad. Alleen
ons rooie hoofd stak er nog nét boven
uit. In twee maanden ben ik aan de
kens en pyjama ontwend.... Nu is
alles beter. Deze herfst is verrukkelijk.
De wolkenkrabbers, de lange avenues,
de diepe straten, deze heele recht-an
recht-uite blokkendoos New-York is
onze vijand niet meer.
De prachtige etalages van Fifth Ave
nue toonen stillevens van bont en bi
zarre grandes-dames. Ik waag me weer
twee uur onder den grond om een bood
schap van tien minuten op Battery
Place te doen. Coney Island en z'n
kleine zusje The Palissades zijn den
winterslaap begonnen. Het eerste
tooneelleven bloeit open in veertig schouw
burgen. De Coca-Cola-stroom wordt
smaller. De room-ijsbergen smelten
weg. De Hudson wordt dampig in den
avond en het plantsoen langs haar oe
ver geurt in duizend verrukkingen. Wij
zijn uit de zomersene verdooving ont
waakt in een koelen herfst en in den
oorlog.
DE oorlog kwam tot mij in den
nacht. Een harde, knetterende
stem: WAR! WAR! WAR! Ik ont
waakte verschrikt. Voor mijn open
raam stond een leege auto. En uit die
auto klonk die verschrikkelijke stem:
de radio. Drie dagen lang hebben wij
aan onze radio gezeten. De
Amerikaansche omroep-maatschappijen heb
ben in alle Europeesche hoofdsteden
hun correspondenten. De organisatie
klopte alleen zooals een
Amerikaansche organisatie kloppen kan. I'll bring
you now to the Capitals of Europe....
go ahead, London...." Na Londen
kwamen Parijs, Berlijn, Warschau,
Rome, Boedapest. Dan de telegrammen
van Associated Press en de andere
agentschappen. En onmiddellijk daarna
de buitenlandsche-Commentatoren die
alles samenvatten en gestalte aan den
chaos trachtten te geven. De beste dezer
commentatoren is J. V. Kalïenborn
een vaderlijke, menschelijke, vriende
lijke stem. Op hem volgt Gram
Swing. Scherp, venijnig, pakkend.
Zoo goed als de Amerikaansche
kranten-journalistiek is, zoo goed is
zijn goede radio-journalistiek. Maar ik
heb er aan moeten wennen dat onmid
dellijk na de vermoeide stem uit
Downingstreet 10, een geestdriftig heer ons
kwam vertellen hoe geurig, hoe heer
lijk, hoe meesleepend Koga-Koffie is
en dat direct na het klare, humane be
toog van Franklin Delano Roosevelt
een verrukte mannenstem de zonnige
zaligheid van Kreml-haarwater kwam
aanprijzen. De Athenia is gezonken,
maar wij hebben Hoffman-bier, that
creamy, juicy, clean and rich-flavored
Hoffman-bier in bottles".
NU zwijgt ons tooverkastje aan den
wand al weer drie weken.
Kaltenborn en Swing commentarieeren nog
vier of vijf maal daags. En de hoofd
steden in Europa komen voortdurend
voor den mike. Maar de korte en de
Een mierenhoop: Coney Island in Juli.
Dit beroemde vocontieoord^is in herfst en winter uitgestorven.
lange golven zijn gepermanent door
papa Censuur. En de kleurigheid der
vroegere betoogen is door moedertje
Propaganda overgeschilderd met de
twee kleuren van haar palet: engelach
tig wit en duivelsch nachtzwart. Maar
toch gaan we iederen nacht om twaalf
uur ons stukje upper-Broadway op om
de eerste editie van de New-York-Times
te halen.
Er wonen hier veel Duitsche emi
granten in de buurt en andere
nogversche Europeanen. Immigratievisum
noch first-papers hebben het Europee
sche hart 't zwijgen opgelegd. De hooge
stapels van Times" en Tribune"
slinken schielijk weg. We leggen onze
drie centen neer en veroveren zoo'n
dikke krant van 52 groote bladzijden
met all the news that 's fit. to print".
Maar wat fit to print is", wordt ?teed^
minder, De krant wordt met den dag
onbelangrijker. De groote correspon
denten zijn krijgsgevangen gemaakt
door vader Censuur en Moeder Propa
ganda. Gedye en Duranty in Moskou;
Philip en Archambault in Parijs; Kuhn
in Londen; Szapiro ergens aan de
Poolsch-Roemeensche grens;
Cianfarra in Rome; Tolischus in Berlijn
geven door wat zij mogen doorgeven.
Knickerbocker zwijgt in honderd talen.
Wij krijgen alleen scheve beelden te
zien en moeten zelf trachten die recht
te zetten. Augur, Pertinax, Sauerwein,
Günther, Mowrer, Tabouis maken de
drukinkt pikant.
Maar de 52 pagina's kunnen den
weg niet meer wijzen en naarstig
zoeken we naar kleine berichtjes onder
kleine kopjes: nieuws uit het heel
kleine, heel dierbare Nederland. De
mensch wordt egocentrisch in het
geweld der wereld. Het lot van Neder
land is, in alle verschrikking en ellende,
het eerste en het laatste dat ons aan
't hart gaat. We hebben, uit tien weg
gestopte regels in de Times, de kreet
van Koningin Wilhelmina vernomen:
Leve het vaderland!" We zijn er
door ontroerd geweest en we hebben
innig mee ingestemd.
ZAL Amerika buiten den oorlog blij
ven ? "Iedereen hier stelt die vraag.
Velen zeggen: Ja, als Roosevelt wil
en als Borah zijn zin krijgt." Velen
zeggen: neen, we zijn er binnen
't half jaar in." Maar in ieder geval:
de bange vraag ligt op aller lippen.
Amerika voelt Europa vél dichter bij,
dan Europa Amerika. Wij Europeanen
in Amerika voelen ons midden in
Europa. Maar de Amerikanen zeggen:
Amerika ligt op den drempel van
Europa. Alleen de isolationisten vinden
dat die drieduizend Atlantische zee
mijlen breed en ver genoeg zijn. In
99.99 procent van de Amerikanen
willen er buiten blijven. De
isolationisten zeggen: Als we willen,kunnen wij
het ook." William Hearst, de
krantenrragnaat, die groote oplagen dirigeeit
naar alle streken van dit geweldige
!and, doch wiens gezag van dag tot dag
afneemt, is hun hartstochtelijkste
kampioen.
Anderen zeggen: Wij willen wél
maar of we 't kunnen is een andere
vraag." Pessimisten, die den val van het
Britsche Imperium zien als uiterste
consequentie van wat komen kan, zien
tegelijkertijd: totalitaire invloeden in
Carada, bij het Panama-Kanaal en in
Zuid-Amerika. Het verhaal van Augur
over Duitsche U-bootp!annen met het
Fransche Martinique is hier in breede
kringen ingeslagen. Men weet daar
c*at de verste fantasie morgen als
tastbare werkelijkheid voor de deur
kan staan. De strijd om de beperking
of de uitbreiding van de
NeutralityAct is ingezet. Het Witte Huis, het
Capitol en Wall-street staan aan het
geschut. Zal Amerika buiten den
oorlog blijven?" Die vraag heeft al
het andere verdrongen. Zelfs de
baseballwedstrijden. Zelfs Roosevelt's der
den termijn. Zelfs Reno en Hollywood,
de bedevaartplaatsen onzer
dagdroomen.
MAAR de herfst is er nu. Er is
iets tintelends over New-York
gekomen. De nachtclubs kondigen
hun winterprogramrra's aan. Op
de roofgardens van de groote ho
tels versterven de laatste
saxofoonkreten boven het geraas van deze
grootsche stad. De Society-debutantes
staan in rij en gelid. Hollywood komt
met zijn eerste big-hits. Ik zag Golden
Boy" en kon vergelijkingen maken
met de interpretatie van het Centraal
Tooneel, die zeer ten voordeele van den
Amstelstraat uitvielen. In den Schouw
burg vervolgen ,,American Way",
..Tobacco Road". ..Little Foxes" hun
lange via tnomfahs. In het lichtere en
lichtste soort: Leave it to me" en
Hellz' apoppin' ". Billy Rose's Dia
mond Horse Shoe bar vervolgt zijn
schouwspel der happy iSgo'ers. Billy
Rose de Barnum der zoste eeuw
is zelf óók happy. Zijn aquacade is nog
steeds de gebeurtenis van de Tentoon
stelling. Netto winst voor Billy:
S 80.000 per week: Billy Rose heeft
minder zorgen dan Franklin Delano
Roosevelt.
PAG. 19 DE GROENE No. 3257
f