De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 4 november pagina 5

4 november 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

i K' Onze politici thuis Op bezoek bij prof. Telders Voorzitter van de Liberale Staatspartij HET was in het jaar 1937 dat de moeilijkheden die ontstaan waren tusschen mr. Wendelaar, den voorzitter van de Liberale Staatspartij, en het bestuur dier Partij, er toe leidden dat de eerste vrijwillig aftrad om plaats te maken voor een jongere kracht die de organisatorische spanningen in de Liberale Staatspartij zou opheffen. In Septem ber van dat jaar werd prof. mr. B. M. Telders tot voorzitter van deze partij gekozen. Zoozeer als de candidaatstelling hem verraste, zoozeer verraste zijn benoeming de buitenwacht. De eenige reden daarvan was, dat de nieuwe voor zitter der liberale partij zich tot dusverre in het openbaar nimmer met de politiek had bezigge houden. Overigens gaf de benoeming geen aan leiding tot verwondering. Want op de moeilijke, maar eervolle post van voorzitter van een van Nederland's invloedrijkste politieke partijen, had iemand met de schitterende carrière van prof. Telders zeker recht: op vier-en-twintigjarigen leef tijd was hij te Leiden tot doctor in de rechtsweten schappen gepromoveerd; nauwelijks acht-en-twintig jaar oud was hij er buitengewoon hoogleeraar in het volkenrecht en de inleiding tot de rechts wetenschap geworden. Sinsdien heeft hij het land in tal van commissies en bij vele internationale geschillen gediend. Eenige degelijke juridische werken en een reeks van artikelen in verschillende tijdschriften staan op zijn naam. Men ziet: zonder klank was zijn naam niet, toen hij tot voorzitter van de Liberale Staatspartij werd gekozen. ER gaat van Telders een zekere behagelijke rust uit. Wanneer hij spreekt, blijft hij zitten. Zijn antwoorden komen snel, maar zijn welover wogen. Zelden behoeft hij een woord te corrigeeren. De dorheid die velen zoo gaarne den hoog leeraar verwijten, is hem vreemd. Men heeft het gevoel, tegenover een levend mensch te zitten. De behagelijke rust komt niet slechts tot uiting in hetgeen hij zegt, maar ook in het milieu dat hij zich gekozen heeft. Het woord gekozen" is wellicht niet geheel juist. Geschapen" is beter. Want prof. Telders die langen tijd op het Rapenburg no. 50 heeft gewoond, is kort geleden verhuisd naar den overkant, op no. 45, waar hij een honderden jaren oude, Leidsche patriciërswoning met verfijnden smaak voor zich heeft ingericht. Hij heeft er stellig jarenlang antiquiteiten voor verzameld die nu elk hun passende plaats hebben gekregen. In de gang beneden treft het eenvoudigste gebruiksvoorwerp door een uitgelezen patine, die het geheel een persoonlijk cachet geeft (hier en daar zelfs hél persoonlijk: de fraaie kapstok hangt zoo hoog, dat hij slechts voor menschen van prof. Telders' respec tabele lengte gemakkelijk te gebruiken is) op de benedenverdieping treft verder een kamer die voor de seminaria met de studenten is ingericht en die door een oud houten koorhek bijzonder fraai wordt afgesloten. Naar de bovenverdieping voert een antieke trap van zeldzame schoonheid, die jarenlang op de zolders van het museum De Lakenhal" was verstopt. Op deze bovenverdieping, vanwaar men een ruim uitzicht heeft op het stille, professorale Rapenburg, zijn de muren van drie kamers doorge broken, zoodat n vertrek met balken zoldering van zeer ruime afmetingen is ontstaan. Daarin is aan de voorzijde plaats voor een fraai bureau en een gezellige boekenkast met boven in de complete werken van den vereerden Couperus (die een oud oom was van prof. Telders); in het midden wordt de groote ruimte op gelukkige wijze door een vleugel in tweeën gedeeld (prof. Telders is een hartstochte lijk muziekliefhebber, die zich ter verpoozing zelve ook gaarne achter den vleugel zet), terwijl zich achterin de kamer waar een raam uitzicht biedt op een binnenplaats, een ouderwetsche schouw bevindt, versierd met een prachtig tegeltafreel. De koperen pot is gevuld met houtblokken waarvan de vlammen des avonds dansende schaduwen zullen werpen op de wanden. De vloer van het vertrek wordt bedekt door een Oostersch tapijt, eenvoudig van teekening en warm van kleur, terwijl aan de muren van deze toch zoo ouderwetsch ingerichte woonruimte enkele ultra-moderne schilderijen han gen en niet misstaan. Links van den schouw prijkt een levendige Sterling. Ik heb boven nog een paar Sévérini's", zegt de professor, die óók een groot schilderijen-liefhebber is. Zoo groot dat hij zich in het jaar 1928 naar de Sowj et-Unie heeft begeven, niet om er het Vijfjarenplan te bestudeeren maar om er zes weken lang van de schilderijenverzamelingen (en tooneelvoorstellingen!) te genieten. DEZELFDE sfeer die in deze door hem herschapen woning heerscht, gaat van den persoon van prof. Telders uit. Het is een sfeer van rustige behagelijkheid (niet te verwarren met zelfgenoegzaamheid!) Prof. Telders kent de wereld, in letterlijken zin, want hij heeft er heel veel in rondgereisd (?privilege van den bachelor" noemde hij het) maar wij bedoelen hier vooral: in figuurlijken zin. Weinig dingen verbazen hem. Hij is een realist (zijn oogen verraden overigens een groot gevoel voor humor: De Kleine Krant" stelde hij bijzonder op prijs). Hij staat met beide beenen op den grond, wellicht nog sterker: in den grond. Dit realisme is zoo ver ont wikkeld dat het soms ietwat abstract, ietwat te realistisch schijnt, (Dat treft vooral in de buitenlandsche overzichten die prof. Telders voor De Gids schrijft, waarvan hij mederedacteur is). Wanneer men zich afvraagt welke de factoren zijn die bij deze realistische levensbeschouwing een rol hebben gespeeld, zal het niet overdreven zijn, het begrip erfelijkheid" te noemen. De Telders' zijn van vader op zoon advocaat geweest, en een advocaat heeft stellig in hooge mate met de werke lijkheid te maken, terwijl de jonge hoogleeraar mr. Telders van moeders zijde afstamt van de Vlielander Hein's, een naam die bij de ingewijden in de Nederlandsche politieke historie der vorige eeuw een goeden klank heeft. De realistische aard die prof. Telders wellicht dus van kindsbeen af eigen was, is later echter door andere factoren versterkt. In de eerste plaats wel door een zich volkomen inleven in de wijsbegeerte van den grooten Hegel. Niet via Bolland is Telders met den genialen Duitschen wijsgeer in aanraking gekomen: het toeval heeft gewild dat het eenige college dat hij van Bolland volgde, diens laatste is geweest. Niet hij was het, maar de bekende Hegeliaan K. J. Pen die den beschouwelijken geest van den jongen student ingewijd heeft in de gehei men van Hegei's alomvattende philosophie die hij trouwens nog steeds als mederedacteur van De Idee actief dient. In dezs philosophie heeft hem vooral de zin voor het betrekkelijke getroffen, door Goethe zoo schoon uitgedrukt in zijn Denn alles was entsteht Ist wert dasz es zugrunde geht. Wie aldus de noodzaak der betrekkelijkheid inziet, de noodzaak der onvolkomenheid, der eeuwige afwisseling, en wie van dit inzicht een levensvorm weet te maken, hem treffen de schokken der dagelijksche realiteit niet. Hij aanvaardt, om met Hegel te spreken, de ,,Weltgeschichte" als das Weltgericht". Het valt mij op," zeide prof Telders, dat vooral zij die thans omstreeks vijftig zijn, niet de jeugd, niet tegen de gedachte van den huidigen oorlog kunnen. Zij hebben illusies gekoesterd, de illusies van Briand en van zoovele anderen." Vele van zijn collega's zullen tot deze teleurgestelden behooren hij niet. Hij wist dat naast, en bij gelegenheid boven het recht het onrecht geldt. Verwacht U, professor, dat U dezen levensvorm zult kunnen handhaven wanneer U ooit op de een of andere wijze slachtoffer van het machtsstreven zou worden?" Dat hoop ik", luidt het bescheiden antwoord, maar met zekerheid kan dat niet gezegd worden. Wordt men zwaar getroffen, dan verliest men zijn philosophische kijk wel eens. Ik weet niet of wij alle maal als Job ons geloof op den mestvaalt zullen kunnen bewaren. Menschen zijn zwak," klinkt het berustend en toegeefelijk. Ik ook." DAT is een van die oogenblikken waarop de interviewer, uit vrees te persoonlijke snaren in trilling te brengen, de wijk neemt naar zakelijker gebieden. Het gesprek komt op den Volkenbond. Beneden: Frjf. Telders als jong student Boven : Prof. Telders als hoogleeraar Niet afschaffen", meent prof. Telders, maar wel buiten den strijd houden. En vooral art. 16, dat over de sancties, schrappen, want daarom is Amerika er buiten gebleven." Dergelijke overgangen komen herhaaldelijk in het gesprek voor. Zij vallen prof. Telders niet moei lijk. Het tegendeel zou trouwens verbazen bij iemand met een zoo veelzijdige werkzaamheid als de zijne. De hoogleeraar die honderden studenten onder zijn hoede heeft, is immers als voorzitter van de Liberale Staatspartij een zeer gezocht spreker. Schaarsch zijn de avonden, die hij, bij gebreke aan spreek beurten of vergaderingen, thuis kan doorbrengen. De interviewer durft hem dan ook ni;t al te lang te storen in den rust die van het alleenzijn in dit behagelijke, ruime en gezellige vertrek zal uitgaan. Den vertrekkenden gast die in een koude regen het Rapenburg afwandelt, blijft de warme jovialiteit van prof. Telders langen tijd bij, en onwille keurig mijmert hij na over de voltooide schoonheid van den patricischen levensvorm. Lang duurt het helaas niet. Aan het station zijn de kranten weer gevuld met uit Franschen bron komende berichten over Duitsche troepenconcen traties aan de Nederlandsche grens. Losse nummers van De Groene: 20 cent. Ouder dan 3 maanden: 60 cent. Toezending uitsluitend na ontvangst van het bedrag. PAG. s DE GROENE NO. 3257

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl