Historisch Archief 1877-1940
WAAR ZIJN ZIJ GEBLEVEN?
De vlieger
Van Meel
Wanneer, zooals nu, de toe
komst er niet veelbelovend
uitziet, heeft men de neiging,
weer eens in het verleden te
zien ; wat is er over van de
headlines in de bladen van
tien, twintig jaar geleden ?
Op het gebied van de sport,
van de politiek, van de
kunst, zelfs op dat van de
wetenschap waren er feno
menen, wondermenschen die
op een zeker oogenblik de
grootste koppen" in de
kranten kregen. Zoo zelfs,
dat alleen het vermelden van
hun voornaam al voldoende
was. Eén jaar later was de
beroemdheid al weer
weggeëbd. En tien, twintig jaar
later.....
Hieraan zullen wij een
aantal reportages wijden.
HERINNERT gij u nog den tijd van de op
komst van de vliegerij, van At Olieslagers,
van Wijnmalen, Mulder en Van Meel ? Ja,
bij al die namen begint gij u dat alles weer te
herinneren.... Wijnmalen, Van Meel ? Weet u
nog? Aviatiek" heette het en in de bladen stond
het onder Sport en wedstrijden" na voetbal" en
na cricquet". Het was meer iets voor waaghalzen.
Er waren rondvluchten door Europa! Er waren
record-snelheden, die in weinige jaren stegen van
40 K.M. per uur tot 195 K.M. Er waren, in de
geïllustreerde bladen van dien tijd, plaatjes van
vliegers", in monoplan's en biplan's, gemaakt uit
draden, linnen en buizen. Ja, ja, Van Meel. Wat is
dat al een tijd geleden. Zeker al meer dan vijfen
twintig jaar!
EN hoe ziet dat alles er thans uit? Wat er met
de vliegsport gebeurd is, weet iedereen. Maar
wat geschiedde met die eerste beoefenaars der
aviatiek? Bakker is dood, Mulder zoo'n beetje
verdwenen. De Olieslagers leven in België. Wijn
malen heeft een groot buiten in Engeland;
die zijn dus niet zoo makkelijk meer te bereiken.
Maar Van Meel? Ja, Van Meel zit in Rotterdam.
Inderdaad: het telefoonboek zegt het: Marinus
van Meel, Dir. N.V. Motor Zeevaart Mij., Witte
Huis.
Het Witte Huis is zelf een stukje verleden.
Architectonisch wonder van het vroegere Rotter
dam. Daar zijn de kantoren. Meneer van Meel
is nog op de beurs". Hij komt direct, gaat u even
zitten. In de directiekamer zit de compagnon van
den ex-vlieger. Maar die weet ook alles ! Er wordt
hier zoo vaak over gepraat". En ik hoor al veel
dingen, die ik wilde weten. Als hij het niet nauw
keurig meer weet, komt de stem van den bediende
in de daarnaast gelegen kamer, die meeluistert en
de feiten nog weer nauwkeuriger weet.
Maar dan komt al de veteraan zelf binnen: een
sportieve oudere heer, grijs haar, groot postuur,
zorgvuldig gekleed, gezond uiterlijk. Nog veel van
den sportsman van voor 25 jaar. En dan komen
de verhalen los. Hier op deze directiekamer in het
Witte Huis, met de zware leeren stoelen, met het
tafeltje met, onder glas, de kolensoorten die u;t
Belgiëhier geïmporteerd worden, met de kisten
sigaren en aan den wand de foto's met
vliegherinneringen, hier gaat het verleden weer leven.
Uit een la komen foto's. Mannen met snorren en
petten achterstevoren op hun hoofd, zittend tusschen
de buizen van zoo'n linnen ding, met de Gnoom
motor, die de aviatiek eerst mogelijk gemaakt had".
Dat is een uitvinding van de Franschen geweest.
De aviatiek is Fransch. De Duitschers maakten
van die zware dingen. Dat was niks. Trouwens nou
is het nog geweldig, wat die Franschen maken.
Vorig jaar was ik op een vliegerbanket in Parijs.
Daar waren ze allemaal: Vuillemin ook. En toen
waren ze erg ontevreden over hun materiaal. Maar
dat is in n jaar kolossaal verbeterd ! Trouwens,
die Engelschen ook, dat zijn fenomenale vliegers I"
Het heden i s nu binnengekomen. Ze waren op
de beurs heelemaal niet te spreken over die nieuwe
bedreiging van de neutrale scheepvaart. Neemt u
me niet kwalijk, meneer, ik heb m'n hoofd niet
bij de vliegerij. Ik moet net aan 'n paar belangrijke
zaken denken".
Ja, in 1909 vloog ik al. En toen heb ik in
Frankrijk mijn brevet gehaald. Daar heb ik van
Henri Farman een Farmantoestel gekocht en daar
mede ben ik gaan oefenen in België, in
KiewitHasselt. Toen wilde ik meedoen aan het circuit,
maar ik was te laat. Ik had nooit kunnen denken,
dat die aviatiek nog zoo zou komen. Wel voor
verkenningen. Maar dat het zoo'n verwoesting zou
geven, nee, dat had ik niet kunnen vermoeden."
(Het klinkt haast als een verontschuldiging). In
1913 is te Soesterberg opgericht de Militaire
Luchtvaartafdeeling. Maar die hadden geen toestel.
Toen heb ik ze twee toestellen verkocht. Ik heb
ook zelf geconstrueerd. Zoo b.v. De Brik". En
ook een hydravion. Toen ik een toestel afleverde
aan de regeering stond er in het contract, dat het
toestel 10 minuten in de lucht moest blijven op
50 meter hoogte. Het contract moet ik hier nog
i
De vlieger Van Meel met passagiere in zijn l
Farman Tweedekker (1909) l
ergens hebben. Toen maakte ik verkenninkjes met
als waarnemer van Heyst. Ook heb ik nog eens
een hoogterecord gehaald: 1810 meter. Tot 1918
ben ik in Soesterberg geweest. Ze hebben me
daarvoor nog de Oranje Nassau gegeven. Toen ben
ik een tijd naar Amerika geweest. Maar daarna
ben ik al in mijn tegenwoordigen werkkring ge
komen. In 1938 hebben ze me in Tiel nog gehuldigd.
Vroeger ben ik daar met m'n watervliegtuig opge
stegen. Daar ging het zoo goed. En toen waren we
daar met al die oudjes nog eens bij elkaar; Olie
slagers, Bakker, dat was wel aardig".
Vliegt u nog wel?"
Alleen voor zaken".
En nu het woord zaken gevallen is, en de
Hollandsche vertegenwoordiger van het Belgische
kolensyndicaat begint te informeeren naar aan
tallen tonnen" die al of niet gekomen zijn, trekt
de zoo vriendelijk ontvangen verslaggever zich
terug om verder op zoek te gaan naar headlines
uit het verleden !
GEMENGD NIEUW
Eerbied in gevaar
J~\E eerbied voor de bronzen
U knoop, voor de uniformkraag
is bij menschen diep geworteld. De
toovenaars der wilden dragen vee
ren en schedels als uniform. De
post draagt uniformen, de con
ducteur, de verpleegster en de
marechaussee. Een gezagsdrager
zonder uniform is niet veel waard.
En nu doet zich het onaange
name geval voor, dat de omhul
lende kracht van het uniform mis
bruikt wordt door moordenaars te
Leidschendam, die zich als korpo
raal verkleeden en door lieden van
een politieke partij, die die unifor
men naar een naburig land uit
voeren.
Als men voortaan een agent ziet,
een soldaat of een veldwachter die
ons uit hoofde van zijn ambt en
waardigheid iets zat gelasten of
verzoeken, zal men hem moeten
antwoorden: Geachte korporaal
(of agent, e tutti quanti) ik zal
doen wat gij zegt zoo gij geen
verkleede moordenaar zijt en zoo gij
het woord Schreierstorenuitkijk"
zonder eenig accent kunt uit
spreken".
Ik heb het gevoel, dat dit echter
het vertrouwen in de uniform op
den duur heftig moet gaan schokken.
Geruchten
7AN tijd tot tijd, als de span
ning weer eens wat heviger
wordt, duiken geruchten op. Vrien
den komen plotseling op bezoek,
met angstige gezichten en trillende
handen. En als ze dan weer weg
zijn, trillen ieders handen en staat
ieders gezicht ernstig.
Onheilsberichten verspreiden zich
met sneltreinsvaart door het land.
Als iemand nog van niets weet,
storten de ingelichten zich met
gretigheid op hem om hem ook in
te lichten in de booze vermoedens.
Zulke gesprekken zijn cumulatief.
Als iemand iets naars of angstigs
bedacht heeft, vallen anderen in,
die tot nu toe hebben zitten luiste
ren; ondertusschen hebben ze dan
weer iets ergers bedacht en met
zekere wellust luchten ze hun
vermoedens.
Net zoo lang tot de angstige ver
moedens al bijna zekerheid ge
worden zijn. Dan is er niets
aardigs meer aan en gaat men
heen, ieder naar zijn eigen huis
om daar, na eerst de
huisgenooten opgewonden te hebben, alles
weer te vergeten. Tot een volgenden
keer.
De huidige mensch is onge
lukkig door de vele sensaties. Maar
er zonder is hij nog veel ongeluk
kiger.
Wapenslilstandsdag
il November is
wapenstilstandsdag. Dat was de wapenstilstand uit
den vorigen oorlog. Het
vredesoffensief van de beide vorsten der
neutrale landen komt juist vóór
dien n-den November. Echo's uit
de wereld maken een succes echter
twijfelachtig.
Die ude November is blijkbaar
wederom een critische datum. De
vorige maal is het in orde gekomen.
Zou het een wapenstilstandsdag in
het quadraat worden? Of zou het
nu eerst echt beginnen? Ha.
PAG. 13 DE GROENE No. 3258