De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 11 november pagina 16

11 november 1939 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Vrouwen en vrouwenleven Italiaansch* Hollandsche ceramiek HET is waarschijnlijk niet vast te stellen, wanneer de eerste mensch er toe gekomen is, uit klei en leem een nap te maken, en die in de felle stralen van de zon te droogen. In ieder geval is het vele tienduizenden jaren geleden en de kunst is sedertdien niet meer verloren gegaan. Het zal wel ergens bij de oude wereldzee geweest zijn, rondom de Middellandsche Zee. Daar is de oude kunst levend gebleven. En vandaar heeft zij zich in jongere tijden over de wereld verspreid. Maar nog geschiedt het er, zooals eeuwen geleden. In Faenza is een oude ceramische school, waar de jongste generaties van dit oude beroep opgeleid worden. De thans in Holland woonachtige potten bakker, de Lerma, heeft hier zijn op leiding genoten. Later werkte hij on der een Duitscher, die te Vietri bij Na pels moderne kunstzinnigheid entte op een overoud bedrijf van boerenaardewerk. Met hem schiep de Lerma kost baarder ceramiek, die niet meer voor de eenvoudige Zuid-Italiaansche boe renbevolking maar voor verzamelaars en liefhebbers in de heele wereld be stemd was. Samen met zijn vrouw, de Holland sche teekenares, Mevrouw de Lerma van der Does de Willebois, trok hij verder, door de wereld, heel oude rei zen, als voor duizenden jaren, tot het echtpaar op Rhodos een staatsopdracht kreeg de, vermoedelijk oude Rhodesische ceramische cultuur weer tot leven te brengen. In een geheel nieuw opge richte fabriek begon het echtpaar de oude op Rhodos gevonden borden na te maken: het waren oude Perzischachtige motieven en deze borden, even zeer als de na ruim twee duizend jaar nagemaakte borden, waren schoon van teekening. Na Rhodos Florence. En na Florence Groenekan Oost, provincie Utrecht. NA de stralende zon van het Zuiden, waar arbeid in de open lucht plaats vond, waar potten, borden en de groote spaghettischotels in de brandende zon droog werden, de kille mist van de lage Utrechtsche weilanden. Maar in deze, thans natte, herfstige dreven plotseling, als een Zuidelijk eilandje, het atelier, met de kleurige vazen, de beschilderde schotels, de vroolijke bekers en de vrome, stemmig getinte madonna's. Mevrouw de Lerma boetseert de vrou wefiguurtjes en de grappige dierplastiekjes; vaak ook beschildert zij de bor den, die haar man draaide. De techni sche behandeling gebeurt geheel door de Lerma. De menging van de soorten poederklei met water, het zorgvuldig zeven, het scheiden van water en kleimassa, het doen wegzuigen van het laatste water in de poreuze gipsbakken. En dan: het draaien op het oude, haast klassieke pottenbakkerswiel. En na het droogen het dompelen in de met water aangemaakte glazuur, het weer droogen en het beschilderen, op de poederachtige glazuur, in nog doffe, wat grauwe kleur, vóórdat de gloeiende hitte van het oventje de grauwe klei de doffe kleur en het poederachtig matte glazuur tot een stralend, kleurig en marmerhard glinsterend gebruiks voorwerp omtoovert. Dat is het wonder van de pottenbakkerij, het steeds terug keerend, nimmer zichzelf gelijkblijvend wonder. Want dit andere klimaat, de andere materialen eischten na de werk zaamheid in het Zuiden een geheele verandering, die thans na drie jaar vol tooid is. De andere lichtval eischt an dere kleuren. Er leeft hier, op borden, op theeser viezen, vazen en schotels, een liefe lijke wereld, vol speelsche fantasie. En eiken dag groeit die wereld, door een scheppende werkzaamheid, die elk stuk met liefde en blijde verwachting geboren ziet worden. De paardjes, de engeltjes, bloemen en guitaren, Heiligenkoppen, vischjes, boeketjes en vogels leven in vriende lijke kleuren in het glanzende gla zuur, op en in kommen, borden en koppen en wat niet al. Een wareld van Zuidelijk geluk in het kille Noorden. poging Met den gebruikelijken nadruk is in Augustus te Parijs de wederopstanding van de queue de Paris" afgekondigd. Het was een vondst, die succes beloofde: Februari-collecties hadden al omzichtig in deze richting gedoeld, en het voldongen feit was dus rijp, om in het najaar de wereld voorgezet te worden. En nu? Wat wordt er van deze ver nieuwing der mode? Voor de winkelruiten bespeurt men slechts enkele modellen, die een heel lichte draperie ter plaatse van de queue" vertoonden. Iedereen is erop bedacht, Meeren te koopen, die een heelen tijd mee kunnen. Zal dus deze poging van de couturiers tot mislukking gedoemd blijken? of zal het nieuwtje toch. langzaam maar zeker, doordringen, en over eenigen tijd ondanks alles den zegepraal behalen? Niemand kan het voorspellen. Amerikaansche bladen publiceeren, met Amerikaansche openhartigheid, afbeeldingen van de corsetten, die men zal moeten dragen om deze japonnen met hun wespentaille geheel tot hun recht te laten komen. Die corsetten lijken werkelijk sprekend op de harnassen, waarin men zich vroeger placht te snoeren. Zs zijn misschien toch iets luchtiger: wij zijn nu eenmaal slanker geworden. Maar de verwezenlijking van het een zoowel als van het andere hangt in de lucht. En in ons land althans legt men de gewons beschroomdheid ten op zichte van deze mode-vernieuwing aan den dag. Toch is een model a's het hiernaast afgebeelde, van blauw satijn met zwarte nopjes en garneering van zwarte kant, een nadere beschouwing ten volle waard. «Er WEET U DAT DE ROODE ster-appelen, die nu in de groente-win kels het allereerst in 't oog springen, ook heel goed als compote te gebruiken zijn? Als ge dit wilt probeeren, neem dan voor 4 d 5 personen een half fleschje bessensap, doe dit in de pan met 2 d.L. water, 4 afgestreken eetlepels suiker en een stukje citroenschü. Wanneer het geheel flink kookt, dompel dan de partjes geschilde appel erin en laat ze zoolang meekeken totdat U, door middel van een vork, weet dat ze van buiten zacht en van binnen nog hard zijn. Stort dan de appels meteen in uw wachtende compote-schaal en bind nu met 2 afgestreken eetlepels maizena en water de overgebleven bessensap in uw pan. Giet deze bessensap over uw appeltjes. Wilt ge dit nu als compote houden, laat het dan bekoelen. Voelt ge iets voor een nieuw dessert, zorg dan dat ge een klein cartonnetje met gember in nat tijdig in huis gehaald hebt (is niet duur1.) Snijd de stukjes gember fijn, roer dit met het gembernat door de bessensap en giet nu alles over uw rose appeltjes (room hierover is natuurlijk lekker, maar niet noodig). PAG. 16 DE GROENE No. 3258

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl