De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 11 november pagina 4

11 november 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Voor ieder kanon zijn in het -achterland gemiddeld 80 arbeiders-aan het werk Wat kost de oorlog*? Enkele economische proble men die de moderne oorlog met zich brengt DE oorlog is van oeroude tijden af een kostbaar tijdverdrijf geweest. Men behoeft slechts over weinig historische kennis te beschikken, om dat te weten. En er is niet mér economisch inzicht voor noodig om de voornaamste problemen van de oorlogseconomie, die in alle eeuwen dezelfde zijn geweest, te beseffen. De regeering die oorlog voert, moet dit aller belangrijkste vraagstuk oplossen: hoe verschaf ik mij de middelen om dezen oorlog vol te houden? Hoe gecompliceerder de maatschappij, des te moei lijker is deze oplossing. Men doet er verkeerd aan, dit probleem te beschouwen als een probleem van in de eerste plaats financieelen aard. Het probleem draagt een economisch karakter. Immers, wanneer een regeering de financieele middelen verzameld heeft, dient zij eerst met behulp van deze het oorlogsapparaat aan te vullen. Men voert geen offensief met bankbiljetten. Oorlog beteekent dat een gigantische hoeveelheid eindproducten zooals dit heet: improductief gecon sumeerd wordt. Van de afgeschoten granaten blijft niet veel over dat bruikbaar is. En gegeven de enorme materiaalverslinding in den modernen oorlog (tijdens den wereldoorlog werden in de groote veldslagen millioenen projectielen per dag afgeschoten), beteekent dat, dat een groot deel van 's lands nijverheid in dienst wordt gesteld van den krijg. Het achterland dient er voor te zorgen dat het front bestaat. De frontsoldaat steunt op het werk der gewone arbeiders achter het front. Mil lioenen arbeiders zijn daarvoor noodig. Volgens Fransche berekeningen zijn b.v. voor ieder veld kanon gemiddeld tachtig man constant aan het werk. De schattingen van het aantal arbeiders dat noodig is om n frontsoldaat aan het werk DECOSTDIE VOORDEBAETGAET Dat is 'n PROEF die zeker inslaat! Samen te stellen in overleg met U bieden wij U aan gedurende November en December, een kistje Apéritif-, Tafel- en Dessertwijnen: 6 flesschen voor f 9.60 12 18.75 franco huis, excl. glas en emballage. Stelt ons op de hoogte van Uw per soonlijke voorkeur. HUNGARIA" WIJNIMPORT HEERENGRACHT 338 Telefoon 31040 te houden, varieeren nogal, maar schommelen meestal om de 10, hetgeen dus beteekent dat het eigenlijke leger steunt op de arbeid van een tien keer zoo groot leger. De organisatie van dat laatste leger is een ont zaglijk gecompliceerde arbeid. Immers, men schept millioenen arbeiders niet uit het niet. Zoolang een staat over een werkloozen-reserve beschikt, is het verhoudingsgewijs gemakkelijk om een oorlogs economie op te bouwen. Maar zoodra door de staatsopdrachten de werkloosheid verdwenen is (hetgeen bijv. in Engeland binnenkort het geval ware geweest, ook als de huidige oorlog niet was uitgebroken), doet zich de groote moeilijkheid voor: waar moeten de arbeiders vandaan komen om de oorlogsproductie op peil te houden? Daarbij moet nog rekening gehouden worden met het feit dat een deel (en vaak het beste deel) der arbeiders te velde is. Aldus is Engeland in het begin van den wereldoorlog ongeveer 3.000.000 arbeidskrachten te kort gekomen voor de oorlogsindustrie. De meestal aanvaarde oplossing van dit moeilijke probleem is: het overbrengen van arbeiders van de ,,vredes"-bedrijven naar de ,,oorlogs"-bedrijven. Wanneer men in plaats van boter kanonnen wil maken, moet men landarbeiders veranderen tot metaalbewerkers. Dat deze oplossing in de practijk het overwinnen van duizenderlei problemen met zich brengt, behoeft geen betoog. Vooral in Engeland zullen zich deze problemen gaan voordoen. Dat land beschikt immers door den hoogen levens standaard over een groote oorlogsproductie-reserve. De weelde-uitgaven vormen er bijna de helft van de totale uitgaven voor consumptieve dojleinden. Waar is deze weelde in oorlogstijd voor noodig? Het overbrengen van arbeiders naar den oorlogs sector heeft tot gevolg, dat de productie van nor male consumptie-goederen naar verhouding sterk ingekrompen wordt. Dit verschijnsel doet zich in alle oorlogvoerende landen voor. Men kan het op het oogenblik met klassieke duidelijkheid in Japan constateeren waar in het jaar 1938 de pro ductie van ijzer, staal en machines met een vijfde gestegen, die van textielgoederen daarentegen met een achtste gedaald is. Oorlog is niet te voaren zonder een intense economische revolutie. HET tegenwoordige Duitschland had deze revo lutie in de afgeloopei zes jaar reeds vol trokken. Immers, de nationaal-socialistische econo mie was in wezen een oorlogs-economie. Bij het opbouwen van deze corlogs-economie (een organi satorische prestatie van den eersten rang) heeft de Duitsche regeering er consequent naar gestreefd, de fouten uit den Were'.doorlog te vermijden. Wanneer men eenig denkt eeld wil hebben van dezen opbouw, is het voldoende te weten dat er volgens Hitler-zèlf een bedrag van 90 milliard Mk. mee was gemoeid. Er is reden om aan te nemen dat deze mededeeling niet sterk overdreven is. Wanneer men met dat bedrag de totale rechtstreeksche oorlogskosten van Duitschland uit den Wereldoorlog vergelijkt, die 165 milliard Mk. be liepen, dan beseft men met welk een energie de Duitsche herbewapening is uitgevoerd. Toen de oorlog uitbrak, was Duitschland organisatorisch gereed. Dat is een belangrijk feit. Grondstof tekorten worden er echter niet mee wég-gerede neerd. Frankrijk en Engeland waren organisatorisch niet gereed. De vele diensten die in Duitschland reeds jarenlang functioneerden, moesten zij moei zaam gaan opbouwen (waarbij reeds vele fouten zijn gemaakt). Deze opbouw is een absolute nood zaak. De Fransche en Engelsche regeering beseffen dat deze oorlog het uiterste kan gaan eischen. Daar op moeten zij zich voorbereiden. Men kan dezen oorlog niet volhouden met de financieele reserve's waarover de beide staten beschikken. Deze zijn groot, maar niet groot genoeg. Volgens mededeeling van het Economisch-Statistisch-Maandberichtzouden Engeland en Frankrijk hun vredesimport met hun goudvoorraad slechts voor ruim een jaar, en met hun deviezenbezit voor nogmaals een jaar kunnen betalen. Maar daarna zouden zij niets meer hebben ! Neen: de oorlogseconomie moet normaal functioneeren, en de reserve's mag men slechts gebruiken om de gaatjes te stoppen. Ten gevolge daarvan doet zich het paradoxale feit voor dat Frankrijk en Engeland in den strijd tegen het nationaal-socialisme, zélf wezenlijke trekken van het bestreden stelsel moeten overne men. Ook zij moeten de bewegingsvrijheid van den mensch gaan beperken. De arbeidsduur wordt ver lengd; de arbeiders worden aan de bedrijven ge bonden. WANNEER men de vraag stelt, hoeveel de tegenwoordige oorlog zal gaan kosten, spreekt het vanzelf dat het antwoord daarop geheel afhankelijk is van de ontwikkeling van den oorlog zelve. De Wereldoorlog heeft oorlogvoerenden en neutralen volgens Amerikaansche schattingen recht streeks 225 milliard dollar gekost. Telt men iedere seconde n dollar neer, dan heeft men on geveer achtduizend jaar noodig om dat bedrag te bereiken. In het jaar 1939 zou echter, wanneer de oorlog niet was uitgebroken, reeds drie-vijfde aan oorlogs doeleinden zijn uitgegeven van wat in den Wereld oorlog jaarlijks daaraan was gespendeerd. De over gang tusschen oorlog en vrede is ditmaal dan ook wel zeer geleidelijk geweest, en ook wanneer de oorlog thans zou ophouden, zou dat niet beteekenen dat wij van de oorlogseconomie verlost waren. Het technische probleem van de financiering van den oorlog is een probleem op zichzelf. Het is onmo gelijk gebleken, een oorlog uit belastingen te bekos tigen. Engeland dat het daarin het verst heeft ge bracht, heeft toch slechts ruim een derde van de kosten van den Wereldoorlog uit belastingen kun nen dekken. De rest moet de staat zich rechtstreeks toeëigenen (de Italiaansche regeering heeft den Abessijnschen oorlog vrijwel geheel kunnen dekken door kapitaalsheffingen) of door middel van leenin gen verschaffen. Dat is de eenvoudigste financierings-methode. Zij wordt dan ook door alle groote mogendheden toegepast. Hun staatsschulden stijgen in een ongekend-snel tempo. DE verst ontwikkelde oorlogseconomie heeft Japan. Wanneer men weten wil, welke gevol gen de oorlog voor de werkende menschheid heeft, ook wanneer hij zich niet op het grondgebied van den staat die hem voert, afspeelt, dan zie men naar Japan. Ten behoeve van den oorlog in China wordt meer dan een derde van het nationale inkomen van Japan aan de defensie" besteed. Men bedenke wat men van Japan zou kunnen maken, wanneer dat derde gedeelte dat thans in improductief oorlogs materiaal verdwijnt, productief belegd werd ! In Europa wordt nog geen derde van het inkomen aan den oorlog besteed. Wij bewegen ons echter al in die richting. In Frankrijk benaderen de defensieuitgaven een kwart van het nationaal inkomen, in Duitschiand zijn zij er waarschijnlijk al overheen. Hoever zij zich nog zullen uitbreiden, is niet te voor zien. De conclusie dat de oorlog de laatste decennia een steods f iller gessel voor de menschheid is gewor den, zelfs in vredestijd, is echter reeds gerecht vaardigd. NV. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK VOOR NEDERLAND HYPOTHECAIR KAPITAAL BESCHIKBAAR De Directie: Mr J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. O. VAN EVERDINGEN PAG. 4 DE GROENE No. 3258

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl