Historisch Archief 1877-1940
Voor ieder kanon zijn in het -achterland gemiddeld 80 arbeiders-aan het werk
Wat kost de oorlog*?
Enkele economische proble
men die de moderne oorlog
met zich brengt
DE oorlog is van oeroude tijden af een kostbaar
tijdverdrijf geweest. Men behoeft slechts over
weinig historische kennis te beschikken, om dat
te weten. En er is niet mér economisch inzicht
voor noodig om de voornaamste problemen van
de oorlogseconomie, die in alle eeuwen dezelfde
zijn geweest, te beseffen.
De regeering die oorlog voert, moet dit aller
belangrijkste vraagstuk oplossen: hoe verschaf ik
mij de middelen om dezen oorlog vol te houden?
Hoe gecompliceerder de maatschappij, des te moei
lijker is deze oplossing. Men doet er verkeerd aan,
dit probleem te beschouwen als een probleem van
in de eerste plaats financieelen aard. Het probleem
draagt een economisch karakter. Immers, wanneer
een regeering de financieele middelen verzameld
heeft, dient zij eerst met behulp van deze het
oorlogsapparaat aan te vullen. Men voert geen
offensief met bankbiljetten.
Oorlog beteekent dat een gigantische hoeveelheid
eindproducten zooals dit heet: improductief gecon
sumeerd wordt. Van de afgeschoten granaten blijft
niet veel over dat bruikbaar is. En gegeven de
enorme materiaalverslinding in den modernen
oorlog (tijdens den wereldoorlog werden in de
groote veldslagen millioenen projectielen per dag
afgeschoten), beteekent dat, dat een groot deel van
's lands nijverheid in dienst wordt gesteld van den
krijg. Het achterland dient er voor te zorgen dat
het front bestaat. De frontsoldaat steunt op het
werk der gewone arbeiders achter het front. Mil
lioenen arbeiders zijn daarvoor noodig. Volgens
Fransche berekeningen zijn b.v. voor ieder veld
kanon gemiddeld tachtig man constant aan het
werk. De schattingen van het aantal arbeiders
dat noodig is om n frontsoldaat aan het werk
DECOSTDIE VOORDEBAETGAET
Dat is 'n PROEF die zeker inslaat!
Samen te stellen in overleg met U
bieden wij U aan gedurende
November en December, een kistje
Apéritif-, Tafel- en Dessertwijnen:
6 flesschen voor f 9.60
12 18.75
franco huis, excl. glas en emballage.
Stelt ons op de hoogte van Uw per
soonlijke voorkeur.
HUNGARIA" WIJNIMPORT
HEERENGRACHT 338
Telefoon 31040
te houden, varieeren nogal, maar schommelen
meestal om de 10, hetgeen dus beteekent dat het
eigenlijke leger steunt op de arbeid van een tien
keer zoo groot leger.
De organisatie van dat laatste leger is een ont
zaglijk gecompliceerde arbeid. Immers, men schept
millioenen arbeiders niet uit het niet. Zoolang een
staat over een werkloozen-reserve beschikt, is het
verhoudingsgewijs gemakkelijk om een oorlogs
economie op te bouwen. Maar zoodra door de
staatsopdrachten de werkloosheid verdwenen is
(hetgeen bijv. in Engeland binnenkort het geval
ware geweest, ook als de huidige oorlog niet was
uitgebroken), doet zich de groote moeilijkheid
voor: waar moeten de arbeiders vandaan komen
om de oorlogsproductie op peil te houden? Daarbij
moet nog rekening gehouden worden met het feit
dat een deel (en vaak het beste deel) der arbeiders
te velde is. Aldus is Engeland in het begin van den
wereldoorlog ongeveer 3.000.000 arbeidskrachten
te kort gekomen voor de oorlogsindustrie.
De meestal aanvaarde oplossing van dit moeilijke
probleem is: het overbrengen van arbeiders van
de ,,vredes"-bedrijven naar de ,,oorlogs"-bedrijven.
Wanneer men in plaats van boter kanonnen wil
maken, moet men landarbeiders veranderen tot
metaalbewerkers. Dat deze oplossing in de practijk
het overwinnen van duizenderlei problemen met
zich brengt, behoeft geen betoog. Vooral in Engeland
zullen zich deze problemen gaan voordoen. Dat
land beschikt immers door den hoogen levens
standaard over een groote oorlogsproductie-reserve.
De weelde-uitgaven vormen er bijna de helft van
de totale uitgaven voor consumptieve dojleinden.
Waar is deze weelde in oorlogstijd voor noodig?
Het overbrengen van arbeiders naar den oorlogs
sector heeft tot gevolg, dat de productie van nor
male consumptie-goederen naar verhouding sterk
ingekrompen wordt. Dit verschijnsel doet zich in
alle oorlogvoerende landen voor. Men kan het
op het oogenblik met klassieke duidelijkheid in
Japan constateeren waar in het jaar 1938 de pro
ductie van ijzer, staal en machines met een vijfde
gestegen, die van textielgoederen daarentegen met
een achtste gedaald is. Oorlog is niet te voaren
zonder een intense economische revolutie.
HET tegenwoordige Duitschland had deze revo
lutie in de afgeloopei zes jaar reeds vol
trokken. Immers, de nationaal-socialistische econo
mie was in wezen een oorlogs-economie. Bij het
opbouwen van deze corlogs-economie (een organi
satorische prestatie van den eersten rang) heeft de
Duitsche regeering er consequent naar gestreefd,
de fouten uit den Were'.doorlog te vermijden.
Wanneer men eenig denkt eeld wil hebben van
dezen opbouw, is het voldoende te weten dat er
volgens Hitler-zèlf een bedrag van 90 milliard Mk.
mee was gemoeid. Er is reden om aan te nemen
dat deze mededeeling niet sterk overdreven is.
Wanneer men met dat bedrag de totale
rechtstreeksche oorlogskosten van Duitschland uit den
Wereldoorlog vergelijkt, die 165 milliard Mk. be
liepen, dan beseft men met welk een energie de
Duitsche herbewapening is uitgevoerd. Toen de
oorlog uitbrak, was Duitschland organisatorisch
gereed. Dat is een belangrijk feit. Grondstof
tekorten worden er echter niet mee wég-gerede
neerd.
Frankrijk en Engeland waren organisatorisch
niet gereed. De vele diensten die in Duitschland
reeds jarenlang functioneerden, moesten zij moei
zaam gaan opbouwen (waarbij reeds vele fouten
zijn gemaakt). Deze opbouw is een absolute nood
zaak. De Fransche en Engelsche regeering beseffen
dat deze oorlog het uiterste kan gaan eischen. Daar
op moeten zij zich voorbereiden. Men kan dezen
oorlog niet volhouden met de financieele reserve's
waarover de beide staten beschikken. Deze zijn
groot, maar niet groot genoeg. Volgens mededeeling
van het Economisch-Statistisch-Maandberichtzouden
Engeland en Frankrijk hun vredesimport met hun
goudvoorraad slechts voor ruim een jaar, en met
hun deviezenbezit voor nogmaals een jaar kunnen
betalen. Maar daarna zouden zij niets meer hebben !
Neen: de oorlogseconomie moet normaal
functioneeren, en de reserve's mag men slechts gebruiken
om de gaatjes te stoppen.
Ten gevolge daarvan doet zich het paradoxale
feit voor dat Frankrijk en Engeland in den strijd
tegen het nationaal-socialisme, zélf wezenlijke
trekken van het bestreden stelsel moeten overne
men. Ook zij moeten de bewegingsvrijheid van den
mensch gaan beperken. De arbeidsduur wordt ver
lengd; de arbeiders worden aan de bedrijven ge
bonden.
WANNEER men de vraag stelt, hoeveel de
tegenwoordige oorlog zal gaan kosten,
spreekt het vanzelf dat het antwoord daarop geheel
afhankelijk is van de ontwikkeling van den oorlog
zelve. De Wereldoorlog heeft oorlogvoerenden en
neutralen volgens Amerikaansche schattingen recht
streeks 225 milliard dollar gekost. Telt men
iedere seconde n dollar neer, dan heeft men on
geveer achtduizend jaar noodig om dat bedrag te
bereiken.
In het jaar 1939 zou echter, wanneer de oorlog
niet was uitgebroken, reeds drie-vijfde aan oorlogs
doeleinden zijn uitgegeven van wat in den Wereld
oorlog jaarlijks daaraan was gespendeerd. De over
gang tusschen oorlog en vrede is ditmaal dan ook
wel zeer geleidelijk geweest, en ook wanneer de
oorlog thans zou ophouden, zou dat niet beteekenen
dat wij van de oorlogseconomie verlost waren.
Het technische probleem van de financiering van
den oorlog is een probleem op zichzelf. Het is onmo
gelijk gebleken, een oorlog uit belastingen te bekos
tigen. Engeland dat het daarin het verst heeft ge
bracht, heeft toch slechts ruim een derde van de
kosten van den Wereldoorlog uit belastingen kun
nen dekken. De rest moet de staat zich rechtstreeks
toeëigenen (de Italiaansche regeering heeft den
Abessijnschen oorlog vrijwel geheel kunnen dekken
door kapitaalsheffingen) of door middel van leenin
gen verschaffen. Dat is de eenvoudigste
financierings-methode. Zij wordt dan ook door alle groote
mogendheden toegepast. Hun staatsschulden stijgen
in een ongekend-snel tempo.
DE verst ontwikkelde oorlogseconomie heeft
Japan. Wanneer men weten wil, welke gevol
gen de oorlog voor de werkende menschheid heeft,
ook wanneer hij zich niet op het grondgebied van
den staat die hem voert, afspeelt, dan zie men naar
Japan. Ten behoeve van den oorlog in China wordt
meer dan een derde van het nationale inkomen van
Japan aan de defensie" besteed. Men bedenke wat
men van Japan zou kunnen maken, wanneer dat
derde gedeelte dat thans in improductief oorlogs
materiaal verdwijnt, productief belegd werd !
In Europa wordt nog geen derde van het inkomen
aan den oorlog besteed. Wij bewegen ons echter al
in die richting. In Frankrijk benaderen de
defensieuitgaven een kwart van het nationaal inkomen, in
Duitschiand zijn zij er waarschijnlijk al overheen.
Hoever zij zich nog zullen uitbreiden, is niet te voor
zien.
De conclusie dat de oorlog de laatste decennia
een steods f iller gessel voor de menschheid is gewor
den, zelfs in vredestijd, is echter reeds gerecht
vaardigd.
NV. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
VOOR NEDERLAND
HYPOTHECAIR KAPITAAL
BESCHIKBAAR
De Directie:
Mr J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. O. VAN EVERDINGEN
PAG. 4 DE GROENE No. 3258