Historisch Archief 1877-1940
Is een opstand in Tsjechiëmogelijk?
l
N de eerste dagen] na het uitbreken van den
oorlog werden door de Engelsche
propagandadiensten berichten verspreid volgens welke in de
Tsjechische landen ernstige onlusten zijn uitge
broken welke de allures van een opstand dreigden
aan te nemen. Degenen die de mentaliteit van het
Tsjechische volk kennen, stonden in het begin
nogal sceptisch tegenover deze berichten. Dat het
in de opwinding van die dagen tot allerlei demon
straties had kunnen en moeten komen, vonden zij
weliswaar begrijpelijk, meer echter niet.
Dat de volkomen onbewapende Tsjechen een op
stand beraamd zouden hebben, is slechts een fan
tastische veronderstelling die hoogstens nut gehad
heeft voor propagandadoeleinden.
De Tsjechen hebben immers willen vechten, ze
hebben het zóó verwoed gewild dat die nacht in
de laatste Septemberdagen van vorig jaar, toen de
algemeene mobilisatie van het Tsjechische leger
afgekondigd werd, voor hen het eenige lichtpunt
geweest is in het ontstellende schouwspel van hun
nationale tragedie; maar ze hebben willen strijden
zoolang hun militaire macht die door het pathos
van het geheele, terwille van eigen vrijheid tot het
uiterste offer bereid zijnde, volk moreel gesteund
werd, nog onaangetast was; en aldus bewapend
zouden de Tsjechen geen seconde geaarzeld hebben
om tegen alles ten strijde te trekken. Het besluit
om voor het Engelsche-Fransche ultimatum te
capituleeren werd door de Tsjechische regeering en
tegen de wil van het volk genomen. Want wat
zulk een capitulatie met zich mee zou brengen,
dat was van het begin af iederen denkenden Tsjech
duidelijk. De 156 Maart was eenvoudig het gevolg
vooral ook in Zuid-Afrika, zal men moeilijk kunnen
vinden. Te denken dat zelfs verstandige menschen
daarheen zijn geëmigreerd om zich aan de
Europeesche sfeer van rassenwaanzin te onttrekken....
In den anderen treinwaggon zag ik hem met zijn
hoed rondgaan. Toen kwam hij bij ons. Hij stelde
zich verdekt op en keek schuw vóór en achter zich
of soms de conducteur, die zoo juist de kaartjes had
geknipt, weer in de nabijheid was. Dat was niet het ge
val. Vlug haalde hij daarom zijn mondharmonica te
voorschijn en begon te spelen. Ik moest denken aan de
mondharmonica's die ik als jongetje van acht jaar
had bezeten, mooi-blinkende instrumenten, die een
heerlijk-zouten smaak achterlieten na het bespelen.
Dit kleine gebeuren liet een anderen nasmaak
achter....
Vroeger had je kruisjas. Dat was het fijnste spel
dat er was. Toen kreeg je pandoeren. Daarna klaver
jas. Ook een fijn spel. Nu is het allemaal brits. En
zoo zal het altijd doorgaan." jftldus een conducteur
van lijn 10 tegen een van de passagiers.
Er zijn folianten over de ontwikkeling der maat
schappij geschreven waar niet veel meer in staat.
KANTEKLEER
van dit feit, en hoewel de meeningen uiteenloopen
over de vraag of de tweede capitulatie die president
E. Hacha te Berlijn onderteekend heeft, juist of
noodzakelijk was; aan de onmogelijkheid voor de
Tsjechen om zich toen tegen de Duitsche invasie te
verzetten, kan redelijkerwijs niet getwijfeld worden.
MEN heeft de stap van Hacha, in het bijzonder
in het buitenland, ongunstig beoordeeld.
Hetwas Hacha er om te doen te redden wat er nog
te redden viel. En als men met aandacht de stappen
van de Tsjechische protectoraatsregeering" volgt,
die zij zonder ophouden neemt, komt men tot de
conclusie dat zij zich in den ongelijken strijd met
de Duitsche overmacht geen moeite ontzegt om
den Duitschers zooveel weerbaarheid als mogelijk
is te toonen.
De Tsjechen nemen gewoonweg de in Oostenrijk
beproefde strijdmiddelen ter hand. Wat hun regee
ring" betreft, deze is er mee belast om positieve"
politiek te onderhouden met de Duitsche instanties,
maar zij verzet zich tegen de niet populaire Duitsche
eischen met een wapen dat het geheele volk tegen
de Duitschers ter hand heeft genomen: de passieve
weerstand.
Het volk, dat zich iedere mogelijkheid van
een vrije wilsuiting, wenschen en hoop beroofd zag,
dat zich veroordeeld ziet als een ondergeschikt, ja,
bijna als een slavenvolk onder vreemde heerschappij
te leven, kon tegenover de ongewenschte gasten,
die zich van het eerste oogenblik af als heer en
meester gedroegen met een volkomen gemis aan
begrip voor de hun onbekende mentaliteit, en die
dag in dag uit de heiligste gevoelens van de Tjechen
wisten te kwetsen, slechts n houding aannemen:
die van den algeheelen boycott. De Tsjechen hebben
zich gewoonweg voor de Duitschers onzichtbaar
gemaakt. Ze hebben zich als het ware in zichzelf
teruggetrokken en zich zoo nauw aaneengesloten
dat het den Duitschers onmogelijk werd om
tot hen door te dringen. In hen is een bijna
Chiliastisch geloof levend, een geloof aan hun
overwinning in de naaste toekomst. Zij hebben
wel zwaar te lijden onder de tegenwoordige omstan
digheden, maar ze lijden er onder zooals een mensch
onder een booze droom kan lijden. Ze prenten zich
onophoudelijk de weinige bladzijden van hun
nationale geschiedenis in, die waarachtig niet
arm zijn aan tijden van verdrukking en periodes
van glorie en opbloei; ze wenden zich tot hun natio
naal cultureel erfdeel, tot de beste scheppingen van
den Tsjechischen geest en tot de groote geesten
die in hun midden geweest zijn. Het Tsjechische
boek, het Tsjechische tooneel, de Tsjechische muziek
worden weer een nationaal heiligdom, en wel op
een veel intensievre wijze dan het tijdens het Tsje
chisch nationaal herstel (in den loop der iqe eeuw)
het geval was. Toen de Tsjechen een namaaksel
van de Duitsche organisatie Kraft durch Freude"
moesten invoeren, was een van hun eerste zorgen,
het den arbeiders op grooten schaal mogelijk te
maken de schouwburgen te bezoeken !
De Duitsche troepen trekken Praag binnen .
MEN ziet dus dat dit alles zich in het innerlijk
van het volk afspeelt, en het zichtbare resul
taat is, in 't bijzonder voor een buitenlandsche
toeschouwer, nauwelijks merkbaar. Het zou echter
een vergissing zijn te denken dat de Tsjechische
tegenstand met het bovenstaande volstaat. Naast
hun energiek passief verzet probeeren ze op
allerlei manieren de eigen en werkelijke wil van
het volk op ondubbelzinnige wijze tot uitdrukking
te brengen. Meestal zijn het symbolische gebaren,
stille demonstraties welke met een zóó groote
nationale discipline verricht worden, dat het niet
mogelijk is ze te verhinderen. Hierbij komen dan
nog de schaarsch voorkomende onomwonden
demonstraties en sabotages die door de Duitschers
scherp onderdrukt en bestraft worden. Maar al
die kleine demonstraties zouden in een dergelijke
hoeveelheid niet mogelijk zijn als ze niet op de
een of andere manier georganiseerd werden.
Inderdaad is direct na den i Jen Maart een georga
niseerde bedrijvigheid ontstaan, teneinde een actieve
tegenstand te organiseeren tegen de Duitsche
bemoeiingen. In het begin waren er verschillende
geheime organisaties, die geleidelijk voeling met
elkaar kregen, zoodat deze tenslotte een eenheid
konden vormen.
De Duitschers weten van deze geheime organi
saties af, en ze probeeren ze te ontdekken en onscha
delijk te maken. De massa-arrestaties die de gestapo
in de eerste oorlogsdagen verrichtte, hadden dit tot
doel maar moesten als een mislukking beschouwd
worden. Deze geheime organisaties worden name
lijk door totaal onbekende, en hoofdzakelijk jonge
mannen geleid en vertegenwoordigd, wier politieke
loopbaan smetteloos is, waarom ze dan ook zoo
moeilijk te arresteeren zijn. Men moet deze feiten
echter niet idealiseeren door ze in een romantisch
waas te zien, want de van nature nuchtere Tsjechen
zijn in dit opzicht zeer zeker nuchter. Ze weten dat
er voorloopig geen sprake is van gewapend verzet,
maar dat ze desalniettemin alle maatregelen moeten
nemen om voorbereid te zijn op het oogenblik waar
op een opstand succes kan brengen.
Er wordt veel gesproken over de wapenvoorraden
die de Tsjechen gered zouden hebben; in Bohemen
niet minder dan in het buitenland. Er wordt zelfs
gesproken van groote hoeveelheden wapenen en
munitie die in veiligheid gebracht zijn. In hoeverre
allerlei geruchten daaromtrent op waarheid berus
ten, is uiteraard moeilijk te beoordeelen. Zeker
zullen de Tsjechen wel wat wapenen gered hebben,
maar dat dit groote voorraden zouden zijn, is
moeilijk aan te nemen. Het doel van deze geruchten
is in hoofdzaak om bij het volk het zelfvertrouwen
levend te houden dat het toch niet zoo machteloos
en onbewapend is en dat het mogelijk zal zijn de
Duitschers met wapengeweld uit het land te ver
drijven.
Hoe het ook zij, voorloopig kan er moeilijk
succes verwacht worden van een gewapend verzet
der Tsjechen; men doet beter dit tot de onmogelijk
heden te rekenen in de huidige omstandigheden.
BROCHES (foatet&s 2>cMta#25a2rite 2o$cu/zs
PAG. 7 DE GROENE No. 3258