De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 11 november pagina 7

11 november 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Is een opstand in Tsjechiëmogelijk? l N de eerste dagen] na het uitbreken van den oorlog werden door de Engelsche propagandadiensten berichten verspreid volgens welke in de Tsjechische landen ernstige onlusten zijn uitge broken welke de allures van een opstand dreigden aan te nemen. Degenen die de mentaliteit van het Tsjechische volk kennen, stonden in het begin nogal sceptisch tegenover deze berichten. Dat het in de opwinding van die dagen tot allerlei demon straties had kunnen en moeten komen, vonden zij weliswaar begrijpelijk, meer echter niet. Dat de volkomen onbewapende Tsjechen een op stand beraamd zouden hebben, is slechts een fan tastische veronderstelling die hoogstens nut gehad heeft voor propagandadoeleinden. De Tsjechen hebben immers willen vechten, ze hebben het zóó verwoed gewild dat die nacht in de laatste Septemberdagen van vorig jaar, toen de algemeene mobilisatie van het Tsjechische leger afgekondigd werd, voor hen het eenige lichtpunt geweest is in het ontstellende schouwspel van hun nationale tragedie; maar ze hebben willen strijden zoolang hun militaire macht die door het pathos van het geheele, terwille van eigen vrijheid tot het uiterste offer bereid zijnde, volk moreel gesteund werd, nog onaangetast was; en aldus bewapend zouden de Tsjechen geen seconde geaarzeld hebben om tegen alles ten strijde te trekken. Het besluit om voor het Engelsche-Fransche ultimatum te capituleeren werd door de Tsjechische regeering en tegen de wil van het volk genomen. Want wat zulk een capitulatie met zich mee zou brengen, dat was van het begin af iederen denkenden Tsjech duidelijk. De 156 Maart was eenvoudig het gevolg vooral ook in Zuid-Afrika, zal men moeilijk kunnen vinden. Te denken dat zelfs verstandige menschen daarheen zijn geëmigreerd om zich aan de Europeesche sfeer van rassenwaanzin te onttrekken.... In den anderen treinwaggon zag ik hem met zijn hoed rondgaan. Toen kwam hij bij ons. Hij stelde zich verdekt op en keek schuw vóór en achter zich of soms de conducteur, die zoo juist de kaartjes had geknipt, weer in de nabijheid was. Dat was niet het ge val. Vlug haalde hij daarom zijn mondharmonica te voorschijn en begon te spelen. Ik moest denken aan de mondharmonica's die ik als jongetje van acht jaar had bezeten, mooi-blinkende instrumenten, die een heerlijk-zouten smaak achterlieten na het bespelen. Dit kleine gebeuren liet een anderen nasmaak achter.... Vroeger had je kruisjas. Dat was het fijnste spel dat er was. Toen kreeg je pandoeren. Daarna klaver jas. Ook een fijn spel. Nu is het allemaal brits. En zoo zal het altijd doorgaan." jftldus een conducteur van lijn 10 tegen een van de passagiers. Er zijn folianten over de ontwikkeling der maat schappij geschreven waar niet veel meer in staat. KANTEKLEER van dit feit, en hoewel de meeningen uiteenloopen over de vraag of de tweede capitulatie die president E. Hacha te Berlijn onderteekend heeft, juist of noodzakelijk was; aan de onmogelijkheid voor de Tsjechen om zich toen tegen de Duitsche invasie te verzetten, kan redelijkerwijs niet getwijfeld worden. MEN heeft de stap van Hacha, in het bijzonder in het buitenland, ongunstig beoordeeld. Hetwas Hacha er om te doen te redden wat er nog te redden viel. En als men met aandacht de stappen van de Tsjechische protectoraatsregeering" volgt, die zij zonder ophouden neemt, komt men tot de conclusie dat zij zich in den ongelijken strijd met de Duitsche overmacht geen moeite ontzegt om den Duitschers zooveel weerbaarheid als mogelijk is te toonen. De Tsjechen nemen gewoonweg de in Oostenrijk beproefde strijdmiddelen ter hand. Wat hun regee ring" betreft, deze is er mee belast om positieve" politiek te onderhouden met de Duitsche instanties, maar zij verzet zich tegen de niet populaire Duitsche eischen met een wapen dat het geheele volk tegen de Duitschers ter hand heeft genomen: de passieve weerstand. Het volk, dat zich iedere mogelijkheid van een vrije wilsuiting, wenschen en hoop beroofd zag, dat zich veroordeeld ziet als een ondergeschikt, ja, bijna als een slavenvolk onder vreemde heerschappij te leven, kon tegenover de ongewenschte gasten, die zich van het eerste oogenblik af als heer en meester gedroegen met een volkomen gemis aan begrip voor de hun onbekende mentaliteit, en die dag in dag uit de heiligste gevoelens van de Tjechen wisten te kwetsen, slechts n houding aannemen: die van den algeheelen boycott. De Tsjechen hebben zich gewoonweg voor de Duitschers onzichtbaar gemaakt. Ze hebben zich als het ware in zichzelf teruggetrokken en zich zoo nauw aaneengesloten dat het den Duitschers onmogelijk werd om tot hen door te dringen. In hen is een bijna Chiliastisch geloof levend, een geloof aan hun overwinning in de naaste toekomst. Zij hebben wel zwaar te lijden onder de tegenwoordige omstan digheden, maar ze lijden er onder zooals een mensch onder een booze droom kan lijden. Ze prenten zich onophoudelijk de weinige bladzijden van hun nationale geschiedenis in, die waarachtig niet arm zijn aan tijden van verdrukking en periodes van glorie en opbloei; ze wenden zich tot hun natio naal cultureel erfdeel, tot de beste scheppingen van den Tsjechischen geest en tot de groote geesten die in hun midden geweest zijn. Het Tsjechische boek, het Tsjechische tooneel, de Tsjechische muziek worden weer een nationaal heiligdom, en wel op een veel intensievre wijze dan het tijdens het Tsje chisch nationaal herstel (in den loop der iqe eeuw) het geval was. Toen de Tsjechen een namaaksel van de Duitsche organisatie Kraft durch Freude" moesten invoeren, was een van hun eerste zorgen, het den arbeiders op grooten schaal mogelijk te maken de schouwburgen te bezoeken ! De Duitsche troepen trekken Praag binnen . MEN ziet dus dat dit alles zich in het innerlijk van het volk afspeelt, en het zichtbare resul taat is, in 't bijzonder voor een buitenlandsche toeschouwer, nauwelijks merkbaar. Het zou echter een vergissing zijn te denken dat de Tsjechische tegenstand met het bovenstaande volstaat. Naast hun energiek passief verzet probeeren ze op allerlei manieren de eigen en werkelijke wil van het volk op ondubbelzinnige wijze tot uitdrukking te brengen. Meestal zijn het symbolische gebaren, stille demonstraties welke met een zóó groote nationale discipline verricht worden, dat het niet mogelijk is ze te verhinderen. Hierbij komen dan nog de schaarsch voorkomende onomwonden demonstraties en sabotages die door de Duitschers scherp onderdrukt en bestraft worden. Maar al die kleine demonstraties zouden in een dergelijke hoeveelheid niet mogelijk zijn als ze niet op de een of andere manier georganiseerd werden. Inderdaad is direct na den i Jen Maart een georga niseerde bedrijvigheid ontstaan, teneinde een actieve tegenstand te organiseeren tegen de Duitsche bemoeiingen. In het begin waren er verschillende geheime organisaties, die geleidelijk voeling met elkaar kregen, zoodat deze tenslotte een eenheid konden vormen. De Duitschers weten van deze geheime organi saties af, en ze probeeren ze te ontdekken en onscha delijk te maken. De massa-arrestaties die de gestapo in de eerste oorlogsdagen verrichtte, hadden dit tot doel maar moesten als een mislukking beschouwd worden. Deze geheime organisaties worden name lijk door totaal onbekende, en hoofdzakelijk jonge mannen geleid en vertegenwoordigd, wier politieke loopbaan smetteloos is, waarom ze dan ook zoo moeilijk te arresteeren zijn. Men moet deze feiten echter niet idealiseeren door ze in een romantisch waas te zien, want de van nature nuchtere Tsjechen zijn in dit opzicht zeer zeker nuchter. Ze weten dat er voorloopig geen sprake is van gewapend verzet, maar dat ze desalniettemin alle maatregelen moeten nemen om voorbereid te zijn op het oogenblik waar op een opstand succes kan brengen. Er wordt veel gesproken over de wapenvoorraden die de Tsjechen gered zouden hebben; in Bohemen niet minder dan in het buitenland. Er wordt zelfs gesproken van groote hoeveelheden wapenen en munitie die in veiligheid gebracht zijn. In hoeverre allerlei geruchten daaromtrent op waarheid berus ten, is uiteraard moeilijk te beoordeelen. Zeker zullen de Tsjechen wel wat wapenen gered hebben, maar dat dit groote voorraden zouden zijn, is moeilijk aan te nemen. Het doel van deze geruchten is in hoofdzaak om bij het volk het zelfvertrouwen levend te houden dat het toch niet zoo machteloos en onbewapend is en dat het mogelijk zal zijn de Duitschers met wapengeweld uit het land te ver drijven. Hoe het ook zij, voorloopig kan er moeilijk succes verwacht worden van een gewapend verzet der Tsjechen; men doet beter dit tot de onmogelijk heden te rekenen in de huidige omstandigheden. BROCHES (foatet&s 2>cMta#25a2rite 2o$cu/zs PAG. 7 DE GROENE No. 3258

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl