Historisch Archief 1877-1940
De brievenbesteller is een
bekende figuur in zijn
wijk. Hij kent iedereen en
velen kennen hem.
Er heerscht veel grietf',
zegt hij, bijna in elk huis
zijn zieken". Dan mag je
ook wel oppassen", meent
Mevr. Vogel.
Wie altijd zoo door weer
en wind moet, doet veel
meer kou op dan een an
der".
Jawel, maar ik heb altijd
Wybert-tabletten bij me, ziet
U, dan krijg je het niet gauw
te pakken. Wybertjes voorko
men veel narigheid".
WAAR ZIJN
Piet Moeskops
PIET Moeskops. En ik weet zeker,
dat U weer zegt: Oh ja". En
het is geen wonder, dat U zich
dien naam herinnert, want er zijn
er niet veel in de sportwereld, die
zoo'n klank behouden hebben. En
toch: hoeveel keer in de laatste
jaren hebt u aan Piet Moeskops
gedacht?
Van Piet Moeskops weet u nog:
die fietser". Ja, die fietser! De
beroemdste naam in Nederland; in
Frankrijk, België, Amerika de be
kendste Hollander. Big Pete", de
Lange", Ie géant hollandais", de
blonde reus". Huldigingen in Den
Haag, met duizenden, die hem van
het station kwamen halen. Pagina's
vol sportcopy" en zelfs
vlagincidenten". Vijfmaal werd Moes
kops wereldkampioen. In Amerika
versloeg hij de kampioenen, hij
fietste in alle landen, in alle hoofd
steden, op alle groote wielerbanen
tegen alle grooten van zijn tijd. En
hij versloeg ze allen. Hij was de
grootste tacticus"; de man met de
denkende beenen".
Zijn grootste roem ligt tusschen
1920 en 1930.
EN nu, nog geen tien jaar later ?
Peter Moeskops? Ja, die heeft
een caféin de Warmoesstraat. Ik
ga vragen. Een der met pluche en
spiegels aangekleede kleine bars:
Cabaret Piet Moeskops".
Meneer Moeskops is er niet.
Morgen om twaalf uur komt hij
hier".
Den volgenden dag: Meneer
Moeskops? Maar die is hier al drie jaar weg!" En
men zei mij hier gisteren... . ?"
Oh, ze bedoelen den tegenwoordigen eigenaar.
Dien noemen ze ook wel Moeskops".
De directeur van het Amsterdamsche stadion
geeft tenslotte vriendelijk uitsluitsel. Moeskops
heeft een caféin Den Haag, Koningstraat.
De Haagsche Koningstraat is wat grauw en lang.
Een caféin de huizen- en winkelrij: Caféde
Sportwereld". Piet Moeskops".
Over een verlicht groen biljart rollen hobbelend
de ballen. Een wat somber, hol lokaal, met ijzeren
zuiltjes, een breede tapkast, waarachter de obligate
spiegel. Op een kruk, wat sikkeneurig in elkaar
gedoken: de groote oud-renner, wat slordig aange
kleed, de hoed op het goedige, zware hoofd, noncha
lant maar niet onvriendelijk in zijn houding en
gebaren, onverschillig zonder ongevoelig te zijn.
Achter de bar zijn vrouw, een bedrijvige en vrien
delijke Zwitsersche. De echtlieden converseeren
in vloeiend Zwitschers Fransch. Moeskops heeft
EVEN?
Piet Moeskops met jhr. v. d. Bergh y. Heemstede en zijn seigneur na een zijner triomfen
op zijn buitenlandsche reizen goed talen geleerd.
Of hij op die reizen zijn onloochenbare intelligente
beschaving opgedaan heeft, of dat het een der
oorspronkelijke deelen van zijn persoonlijkheid
was, zou ik niet durven zeggen. Ik vermoed het
laatste, want de opmerkelijke geschiedenis van
zijn triomfen veronderstelt een man van zeer ver
fijnde gespecialiseerde intelligentie, van karakter,
doorzettingsvermogen en een sterken wil, maar
vooral van een zuiver karakter. En zoo is de om
geving van zijn persoonlijkheid ruim, aangenaam
en vertrouwenwekkend.
Nu zit hij daar wat mokkend in dat niet schitte
rend verlichte café, dat een beetje het begrip
voorstad" suggereert. De biljartende jongemannen
spreken met brallende stemmen en Moeskops
mengt zich een enkelen keer in het gesprek met
een goedmoedigen kwinkslag.
Moeskops zegt, geen contact meer te hebben met
de sportwereld, al ging hij dezen Tour de France
nog mee als chauffeur. Het spijt me, dat het door
den oorlog nou niet door zal
gaanIk had de Hollandsche jongens
wat kunnen helpen met de taal
en zoo".
Met de tegenwoordige
wielerwereld heeft Moeskops niet veel op.
De bonden" zitten er te veel
tusschen. Dat geeft alleen maar
middelmatige rijders.
Moeskops is zelf opgekomen
buiten alle bonden om. Zoon van
een jachtopziener, later poelier; de
jongen op de fiets kippen verkoopend
en koopend, een stoutmoedige fiet
ser, die zoo maar door een amateur
renner opgemerkt werd en van den
eersten dag op de renbaan het gevoel
had: ik ben renner".
Een geschiedenis, die merkwaar
dig is, die den grooten sportsman
als een soort kunstenaar doet zien.
Dit leven is dan ook vastgelegd:
Temidden der Kampioenen" door
den sportjournalist Joris van den
Bergh. Een geheel boek gewijd aan
Moeskops, zijn tactiek, zijn tegen
standers, zijn wedstrijden, zijn wel
en wee. Een leven van gevechten,
van leeren bij nederlagen en over
winningen, van nimmer aflatende
waakzaamheid en belangstelling,
altijd op, om en bij de fiets en de
fietsers, zooals een virtuoos alleen
leeft in zijn gebied.
Kijkt u maar, daar aan de
muur, dat kreeg ik nog van den
Franschen bond. Een diploma waar
al mijn vijf wereldkampioenschap
pen op vermeld staan". Er naast
hangen krantenknipsels waarop
renners in of na matches afge
beeld zijn.
Komen er nu nog veel renners
bij u, meneer Moeskops?"
Nee, er zijn er niet zoo veel in Den Haag. En
dan, ik heb geen contact meer met ze. Ze willen
allemaal hooren, dat het geweldige rijders zijn en
als je ze vertelt, dat ze er de qualiteiten niet voor
hebben, dan worden ze boos en komen ze niet meer
terug. De bonden wel, die. ..."
En het gesprek komt weer op de bonden, wien
het niet om het spel, maar om de knikkers
gaat.
En dat is het eenige moment dat de goedmoedige
reus, de leeuw ,,en pantouffles" zich opwindt.
Dan komt het avondblad. De berichten er in
worden bekeken, en eenige weemoedige woorden
vallen over de bruutheid dezer dagen, de
menschelijke wreedheid en onverzoenbaarheid. De onver
zoenlijke strijder van de wielerbaan, de man, wiens
spurt" spreekwoordelijk is gebleven, wiens tem
perament en vechtlust onvergelijkbaar zijn, wiens
kracht en snelheid haast onnavolgbaar zijn ge
bleken, is een goedmoedig caféhouder en een huise
lijk echtgenoot geworden.
PAG. II DE GROENE No. 3229