De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 18 november pagina 18

18 november 1939 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

Aan «Ie jeugd 'é* " ^^ ? en de jeugd moet sterk zijn, want de toekomst kan zwaar zijn. Ir.wjn maw zooveel kracht en gexonrfheiti al* En wat maakt Blue Band lol zulk een bij zonder voedsel ? Niet alleen de hooge voedingswaarde, door de Natuur ge schonken aan de zuivere vetten, waaruit Blue Band is samengesteld. Blue Band geeft mér. Hel bevat Vitaminen, onmis baar om weerslandsvermogen legen ziekte Ie vormen en beendsrgestel en gebil krachtig te houden. Zonder deze Vitaminen - zeggen de doktoren - is een goede ge zondheid niet mogelijk. Daarom is Blue Band vél meer dan een goede voeding: het is energie-voeding. Smeer Blue Band rijkelijk op de boterham, het smaakt niet alleen ieder een goed, maar het doet ook iedereen goed. ' BLUE BAND BLUE BAND BB1-018" ONZE LIMERICKPRIJSVRAAG Herhaling van de opgave Getrouw aan de traditie die wil dat De Groene" eens per jaar een limerick-prijsvraag organiseert, heeft de redactie bij dezen de eer, |de lezers op te wekken, limericks 4 in te zenden over de volgende onder werpen : Minister Albarda De schuilkelders Prof. Goudriaan De suikerdistributie Chamberlain's paraplu De heer Stalin ledere mededinger mag ons een onbeperkt aantal limericks inzenden maar komt slechts voor n prijs in aanmerking. Als hoofdprijs wordt uitgeloofd een fraai ingelijste reproductie naar een schilderij van Vincent van Gogh. Als troostprijs: twee dito fraaie re producties, echter niet ingelijst. De inzendingen moeten vóór Dinsdag 21 November in ons bezit zijn. Op het couvert s.v.p. vermel den: Prijsvraag". PAG. 18 DE GROENE No. 3159 KLEINE PERIKELEN DE benedenburen, menschen met geld ? hun auto staat altijd vlak voor de deur, met het gevolg dat als een enkele keer wij zelf met een taxi uitrijden, het heele effect bedorven wordt, om dat wij tien meters verder moeten instappen ontwikkelden den laatsten tijd een geweldige acti viteit, zooals dat in de communiqué's heet. Je hoorde timmeren en je zag werklieden sjouwen en deze week kregen wij een invitatie voor een instuif. Dat was op Maandag. Gisse was er tegen omdat wij met de benedenburen op niet te goe den voet staan dit vanwege een emmer water die dezen zomer op hun tuinameublement terecht ge komen is, op het oogenblik dat het ameublement bezet was met de familie. Het water was niet al te frisch en de thee stond op tafel.... Wij gingen echter, omdat men in deze tijden, nu het gevaar aan de muren staat en de heele wereld snakt naar vriendschap, de uitge stoken handniet magweigeren. Een uitgestokenhand is een uitgestoken hand en die bekijk je niet te critisch op zeepgebruik, nagelrandjes enz. Een instuif", zei Gisse nog venijnig. Ze wonen er al drie jaar. Maar enfin. ..." Een keurig dienstmeisje deed ons open en grinnekte. Het is hetzelfde carogne dat altijd doet of ze van niets weet wanneer onze wasch in den tuin waait. De familie was in den salon en er waren nog enkele buren en we snapten niets van de instuif, als u het begrijpt. De begroeting had iets kouds en verlegens, doch de buurman sloeg op een gegeven oogenblik voor, de instuif te be ginnen. .. . Zijn we nog niet begonnen?" vroeg Gisse. Integendeel", sprak de gast heer en terwijl ik nog peinsde over het tegendeel van een begin, daal den wij allen af naar.... den kelder. De plechtigheid had ten doel de schuilkelder in te wijden en de menschen samen te brengen die het recht hadden, van nu af aan en vanwege de invitatie, in tijden van nood aan te bellen. De kelder was door kaarsen ver licht en had iets van een kleine taverne. Er stonden tafels en ban ken, voorzien van kussens en doordat het geheel geschraagd was door balken, had het iets roman tisch verkregen. Er hingen ham menen worsten van de zoldering en hier en daar viel het oog verrast op rekken die vele flesschen droe gen. Nooit was de nood en de doods angst in aangenamer vorm voor onze verbijsterende oogen ver schenen- Er waren primuskokers, potten en pannen, levensmiddelen van verschillenden aard, glazen, borden en boterpotjes, enfin, wij begonnen een souper dat duurde tot het morgengrauwen. .. . Aardige menschen", zei Gisse, toen we naar onze tage klommen. Er is een warme vriendschap ontsproten tusschen onzen benedenbuurman en mij, en voor het gemak zitten wij in den schuil kelder, nu en dan. Met mevrouw is een verkoeling ontstaan en het is of Gisse mij niet met hetzelfde enthousiasme ontvangt wanneer ik thuis kom. Is men echter niet verplicht zich aan het schuilen te gewennen? De vrouwen hebben zich thans aaneengesloten en breien. J. VAN HOORN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl