De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 25 november pagina 13

25 november 1939 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Geluidfilm-studio's Problemen en oplossingen LT F?' IA: i ' IN alle kranten, week- en maand bladen, die bij millioenen van de drukpersen afrollen; van de Times" tot een obscuur provincie-blaadje en van Esquire" tot de Humorist", krijgt het publiek elke dag, elke week en elke .maand nieuws over de film te lezen. Bij een dergelijke overstelpende vloed van propaganda, berichten, anecdotes en ernstige beschouwingen", zou men kunnen verwachten, dat het groote publiek eenigermate is ingelicht omtrent de grondproblemen, die de filmindustrie in het algemeen stelt. Als minimum zouden we kunnen ver wachten, dat zij, die zich op een ge, geven oogenblik voor de omstandigheid geplaatst zien, zich financieel voor de film te interesseeren, weten waaraan zij beginnen, voorbereid zijn op de normale moeilijkheden, tegenslag en teleurstellingen. Dit echter is jammer genoeg heelemaal niet het geval, de aspirant opdrachtgever laat zich meesta ? door relaties mét ervaring" een film«?techTiicus aanbevelen, die na eenige besprekingen van artistieken en finarcieelen aard zoo'n opdracht in de wacht sleept. De opdrachtgever denkt, dat binnen een bepaald aantal weken of maanden de film opgeleverd zal worden; en de filmtechnicus weet, mits hij werkelijk over ervaring beschikt, dat hij zijn financier zeker voor eenige teleurstellingen zal moeten stellen of hevige ruzie met hem zal krijgen. De vloed van informaties, die op de hier boven geschetste wijze over het publiek wordt uitgestort, beoogt dan ook niet . een beeld te geven van de moeilijk heden van de filmproductie, maar glorificèert haar a tort et a travers. In dit verband is het zeer opmerkelijk, dat er zoo weinig vaktijdschriften bestaan; er zijn er wel enkele, die er zich meestal toe bepalen de inhoud te bewerken van het laatst verschenen exemplaar van de Journal of the society of matton picture engineers, dat in Amerika uit komt en in Nederland o.a. ter inzage ligt in de openbare leeszalen van : De stad Amsterdam, de Octrooiraad te Den Haag en de Universiteitsbiblio theek te Delft. De verscherpte internationale toe stand schept voor onze kwijnende na tionale filmindustrie, die er zich in de laatste jaren toe beperkte op schuchtere wijze i of 2 films per jaar te produceeren, onverwachte mogelijkheden. In het begin van de vorige maand reeds was de daling van import van films duidelijk te merken bij het bureau van de Centrale filmkeuring. De vraag is nu, of de technische outillage in ver gelijk met het buitenland in staat zal zijn in de nieuwe behoefte te voor zien, en of van deze mogelijkheid een intelligent gebruik gemaakt zal worden. Het minderwaardigheidscomplex van de Nederlanders voor alles wat van eigen bodem is ten opzichte van het buitenlandsche product, treedt in hun filmappreciatie wel overduidelijk aan den dag. Een Nederlandsche film mag heel aardig zijn, maar wat in Amerika en Frankrijk gemaakt wordt is zooveel beter en daar zou men beschikken over een zoo perfecte technische appara tuur, dat een dergelijk product door Nederlanders in Nederland toch nooit te bereiken is. Hierbij worden twee factoren ver geten: ten eerste, dat Nederland de room van de buitenlandsche produc ties voorgezet krijgt en ten tweede, dat de invloed van de perfectie van de technische outillage op het eindpro duct veel geringer is, dan men hier 'aanneemt. De Fransche film, die zich hier in het afgeloopen jaar over een buitengewone populariteit verheugen rriag, wordt meestal vervaardigd in een studio, die in vergelijking met de Neder landsche studio's een stal is; terwijl de technische outillage, zqoals bijv. de geluidsopname-apparatuur en het lam penpark in de Nederlandsche studio beter onderhouden is. WELKE zijn nu de elementaire eischen, die gesteld moeten worden a'an een geluidfilm-studio? In de eerste plaats moet de studio ruimte geluiddicht" zijn d. w. z., dat geen storende geruischen van buiten in de opnameruimte mogen doordrin gen. Hiertoe wordt een studiohal ge bouwd als een huisje in een huisje", ofwel om een technische term te ge bruiken, voorzien van spouwmuren", dat zijn dubbele gemetselde muren, de buitenste iJ/2 steen dik en de binnenste i steen dik met een onderlinge afstand van 15 a 25 cm. Alle toegangen tot de studio moeten voorzien zijn van dub bele deuren en er moet een dubbel dak op. Een ander probleem in verbrand met de geluiddichtheid is de verwarming en ventilatie. De mooiste oplossing hier voor is het systeem der air conditioning", waarbij een verwarmde of gekoelde luchtstroom al naar gelang het jaargetijde, regelmatig in de studio geperst en afgezogen wordt. Wanneer het verwarmings-, respectievelijk koelapparaat en de daarbij behoorende pompen ver genoeg van de studio ver wijderd zijn; en de ventilatiegangen voorzien worden van verticale schot ten, die elkaar om beurten overlappen is een dergelijk oplossing ideaal, maar erg kostbaar. Een andere, hier te lande toegepaste methode, is de centrale verwarming met stoom en niet met water omdat dit een geluid-leider is, waarbij ermee rakening gehouden moet worden, dat de doorvoeren van aan en afvoerbuizen door de spouwmuren heen van rubberbuis zijn omdat anders op deze plaatsen een geluid-lek zou ontstaan. Hiermede is echter het ventilatie-probleem niet opgelost, hetgeen in de prak tijk niet zoo erg dringend is, omdat ge durende de productie altijd gelegen heid te over is, de groote studio-deuren even open te zetten om te spuien. Naar verhouding tot den inhoud van de studiohal zijn maar weinig radia toren noodig, zij behoeven eigenlijk alleen maar te dienen om de eerste koude wég te nemen, want als de lam pen eenmaal een paar minuten gebrand hebben, verlangt niemand meer naar extra warmte. UITERSTE zorg dient besteed te worden aan de constructie van het dak en de vloer. Het effect van een kletterende regenbui op het dak is zeer moeilijk te bestrijden en de microfoon is er uiterst gevoelig voor. Het dak wordt dan ook dubbelwandig gebouwd en van buiten bekleed met een relatief zachte massa. Aan de vloer van de studio worden twee eischen gesteld, namelijk door de camera en door de geluid-apparatuur. De vloer moet vlak zijn, opdat een rijdende camera er niet over zal hobbelen maar glijden, de vloer moet absoluut kraakvrij zijn, opdat de acteurs er zich vrijelijk over zullen kunnen bewegen; er mag geen holle ruimte onder de vloer zijn, opdat zij anders zou werken als klankbodem, hetgeen aanleiding zou geven tot reso nantie-verschijnselen, vooral bij muziek opnamen. Dus moet de natuurlijke ruimte onder de vloer dichtgegooid worden met fijn zand of met turfmolm. Een rubber tapijt over de geheele oppervlakte van de studio is zeer aan te bevelen, maar erg kostbaar. Wat de binnen-bekleeding van de studio betreft, dient rekening gehouden te worden met de bestemming van de studio als muziek- of spraak-opname ruimte; een opname hal is meestal een groot en hoog geval van 40 bij 20, bij 12 m. Deze inhoud is noodig om er decors van behoorlijke afmetingen in te kunnen bouwen . Dezelfde studio, moet niet alleen geschikt zijn voor een groot, maar ook voor een klein decor, of meerdere kleine decors tegelijkertijd. Als een klein, intiem decor, bestaat uit drie wanden (van de vierde wand uit wordt n.l. gefotografeerd) en geen plafond heeft, waardoor immers het bovenlicht moet komen; en staat in een groote ruimte, dan mag bij dialoogopnamen nooit de acoustische ruimte werking van de studio merkbaar zijn, met andere woorden: de eenige toe laatbare acoustische reflectie, ofwel reverberatie moet komen van de wan den van het decor zelf en niet van de studio-wanden. Anders uitgedrukt: al het geluid, dat het decor verlaat, mag daarin niet, in den vorm van een echo terugkeeren. Dus moeten de studiowanden bekleed zijn met een materiaal, dat voor 100 pCt. acoustisch absor beert, of deze waarde eenigszins bena dert. Dit dood" zijn van de studiewanden kan door verschillende bekleedselen worden bereikt, zooals bijv.: herakliet, dat zijn platen van geperst stroo, celotex, kapok met linnen of katoen bekleed, beschermd door kippengaas; en een mengsel van asbest en gemalen glas. Dit laatste voldoet zeer goed en is nog brandvrij ook. Een hulpmiddel tot het acoustisch dood maken van een opname-studio is het afhangen" van het decor met molton gordijnen, het decor staat dan met inbegrip van lampen en personeel in een soort tent. Deze afhang-stoffen moeten brandvrij gemaakt worden, waardoor ze sterk vocht-absorbeerend worden; dit heeft een nadeelrge invloed op het normaal functioneeren van de ademhaling en spraak-organen; en menschen, die eenigen tijd in zoo'n decor-tent verblijven, krijgen last van een drooge keel en hoofdpijn. Dit is natuurlijk vooral voor de acteurs hoogst onaangenaam. De studio-ruimte, bestemd voor muziek-opnamen moet aan andere acous tische eischen voldoen. In dit geval is een zekere mate van acoustische leven digheid of reverberatie zeer gewenscht en wel zoo, dat hoe grooter het op te nemen orkest is, des te meer rever beratie aanwezig moet zijn. DE algemeene bouwplattegrond van een studio-complex legt zooveel mogelijk de kantoren, cantine's, kleeden kapkamers om de ei" ;ke studio's heen. Door deze natuui og^nS van de bijgebouwen, zullen iudio's zoo veel mogelijk van het . ->as van de buitenwereld afgesloten ? ijn. De Nederlandsche film. 'ud'o's vol doen in het algemeen wel aan de hier boven gegeven omsch/ijving, zoodat gezegd mag worden, dat het technische apparaat voor Nederlandsche film productie klaar staat. C. J. WILDE Een Engelsche film-stud!o met doode" wanden. PAG. 13 DE GROENE No. 3260

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl