Historisch Archief 1877-1940
Geluidfilm-studio's
Problemen en oplossingen
LT
F?'
IA:
i '
IN alle kranten, week- en maand
bladen, die bij millioenen van de
drukpersen afrollen; van de Times"
tot een obscuur provincie-blaadje en
van Esquire" tot de Humorist",
krijgt het publiek elke dag, elke week
en elke .maand nieuws over de film te
lezen. Bij een dergelijke overstelpende
vloed van propaganda, berichten,
anecdotes en ernstige beschouwingen",
zou men kunnen verwachten, dat het
groote publiek eenigermate is ingelicht
omtrent de grondproblemen, die de
filmindustrie in het algemeen stelt.
Als minimum zouden we kunnen ver
wachten, dat zij, die zich op een
ge, geven oogenblik voor de omstandigheid
geplaatst zien, zich financieel voor de
film te interesseeren, weten waaraan
zij beginnen, voorbereid zijn op de
normale moeilijkheden, tegenslag en
teleurstellingen. Dit echter is jammer
genoeg heelemaal niet het geval, de
aspirant opdrachtgever laat zich meesta
? door relaties mét ervaring" een
film«?techTiicus aanbevelen, die na eenige
besprekingen van artistieken en
finarcieelen aard zoo'n opdracht in de
wacht sleept. De opdrachtgever denkt,
dat binnen een bepaald aantal weken
of maanden de film opgeleverd zal
worden; en de filmtechnicus weet, mits
hij werkelijk over ervaring beschikt,
dat hij zijn financier zeker voor eenige
teleurstellingen zal moeten stellen of
hevige ruzie met hem zal krijgen. De
vloed van informaties, die op de hier
boven geschetste wijze over het publiek
wordt uitgestort, beoogt dan ook niet
. een beeld te geven van de moeilijk
heden van de filmproductie, maar
glorificèert haar a tort et a travers. In dit
verband is het zeer opmerkelijk, dat
er zoo weinig vaktijdschriften bestaan;
er zijn er wel enkele, die er zich meestal
toe bepalen de inhoud te bewerken
van het laatst verschenen exemplaar
van de Journal of the society of matton
picture engineers, dat in Amerika uit
komt en in Nederland o.a. ter inzage
ligt in de openbare leeszalen van : De
stad Amsterdam, de Octrooiraad te
Den Haag en de Universiteitsbiblio
theek te Delft.
De verscherpte internationale toe
stand schept voor onze kwijnende na
tionale filmindustrie, die er zich in de
laatste jaren toe beperkte op schuchtere
wijze i of 2 films per jaar te
produceeren, onverwachte mogelijkheden.
In het begin van de vorige maand reeds
was de daling van import van films
duidelijk te merken bij het bureau van
de Centrale filmkeuring. De vraag is
nu, of de technische outillage in ver
gelijk met het buitenland in staat zal
zijn in de nieuwe behoefte te voor
zien, en of van deze mogelijkheid
een intelligent gebruik gemaakt zal
worden.
Het minderwaardigheidscomplex van
de Nederlanders voor alles wat van
eigen bodem is ten opzichte van het
buitenlandsche product, treedt in hun
filmappreciatie wel overduidelijk aan
den dag. Een Nederlandsche film mag
heel aardig zijn, maar wat in Amerika
en Frankrijk gemaakt wordt is zooveel
beter en daar zou men beschikken over
een zoo perfecte technische appara
tuur, dat een dergelijk product door
Nederlanders in Nederland toch nooit
te bereiken is.
Hierbij worden twee factoren ver
geten: ten eerste, dat Nederland de
room van de buitenlandsche produc
ties voorgezet krijgt en ten tweede, dat
de invloed van de perfectie van de
technische outillage op het eindpro
duct veel geringer is, dan men hier
'aanneemt. De Fransche film, die zich
hier in het afgeloopen jaar over een
buitengewone populariteit verheugen
rriag, wordt meestal vervaardigd in een
studio, die in vergelijking met de Neder
landsche studio's een stal is; terwijl de
technische outillage, zqoals bijv. de
geluidsopname-apparatuur en het lam
penpark in de Nederlandsche studio
beter onderhouden is.
WELKE zijn nu de elementaire
eischen, die gesteld moeten
worden a'an een geluidfilm-studio?
In de eerste plaats moet de studio
ruimte geluiddicht" zijn d. w. z., dat
geen storende geruischen van buiten
in de opnameruimte mogen doordrin
gen. Hiertoe wordt een studiohal ge
bouwd als een huisje in een huisje",
ofwel om een technische term te ge
bruiken, voorzien van spouwmuren",
dat zijn dubbele gemetselde muren, de
buitenste iJ/2 steen dik en de binnenste
i steen dik met een onderlinge afstand
van 15 a 25 cm. Alle toegangen tot de
studio moeten voorzien zijn van dub
bele deuren en er moet een dubbel dak
op. Een ander probleem in verbrand met
de geluiddichtheid is de verwarming
en ventilatie. De mooiste oplossing hier
voor is het systeem der air
conditioning", waarbij een verwarmde of
gekoelde luchtstroom al naar gelang
het jaargetijde, regelmatig in de studio
geperst en afgezogen wordt. Wanneer
het verwarmings-, respectievelijk
koelapparaat en de daarbij behoorende
pompen ver genoeg van de studio ver
wijderd zijn; en de ventilatiegangen
voorzien worden van verticale schot
ten, die elkaar om beurten overlappen
is een dergelijk oplossing ideaal, maar
erg kostbaar.
Een andere, hier te lande toegepaste
methode, is de centrale verwarming
met stoom en niet met water omdat
dit een geluid-leider is, waarbij ermee
rakening gehouden moet worden, dat
de doorvoeren van aan en
afvoerbuizen door de spouwmuren heen van
rubberbuis zijn omdat anders op deze
plaatsen een geluid-lek zou ontstaan.
Hiermede is echter het
ventilatie-probleem niet opgelost, hetgeen in de prak
tijk niet zoo erg dringend is, omdat ge
durende de productie altijd gelegen
heid te over is, de groote studio-deuren
even open te zetten om te spuien. Naar
verhouding tot den inhoud van de
studiohal zijn maar weinig radia
toren noodig, zij behoeven eigenlijk
alleen maar te dienen om de eerste
koude wég te nemen, want als de lam
pen eenmaal een paar minuten gebrand
hebben, verlangt niemand meer naar
extra warmte.
UITERSTE zorg dient besteed te
worden aan de constructie van
het dak en de vloer. Het effect van een
kletterende regenbui op het dak is zeer
moeilijk te bestrijden en de microfoon
is er uiterst gevoelig voor. Het dak
wordt dan ook dubbelwandig gebouwd
en van buiten bekleed met een relatief
zachte massa. Aan de vloer van de
studio worden twee eischen gesteld,
namelijk door de camera en door de
geluid-apparatuur. De vloer moet vlak
zijn, opdat een rijdende camera er niet
over zal hobbelen maar glijden, de
vloer moet absoluut kraakvrij zijn,
opdat de acteurs er zich vrijelijk over
zullen kunnen bewegen; er mag geen
holle ruimte onder de vloer zijn, opdat
zij anders zou werken als klankbodem,
hetgeen aanleiding zou geven tot reso
nantie-verschijnselen, vooral bij muziek
opnamen. Dus moet de natuurlijke
ruimte onder de vloer dichtgegooid
worden met fijn zand of met turfmolm.
Een rubber tapijt over de geheele
oppervlakte van de studio is zeer aan
te bevelen, maar erg kostbaar.
Wat de binnen-bekleeding van de
studio betreft, dient rekening gehouden
te worden met de bestemming van de
studio als muziek- of spraak-opname
ruimte; een opname hal is meestal een
groot en hoog geval van 40 bij 20, bij
12 m. Deze inhoud is noodig om er
decors van behoorlijke afmetingen in te
kunnen bouwen . Dezelfde studio, moet
niet alleen geschikt zijn voor een groot,
maar ook voor een klein decor, of
meerdere kleine decors tegelijkertijd.
Als een klein, intiem decor, bestaat
uit drie wanden (van de vierde wand
uit wordt n.l. gefotografeerd) en geen
plafond heeft, waardoor immers het
bovenlicht moet komen; en staat in een
groote ruimte, dan mag bij
dialoogopnamen nooit de acoustische ruimte
werking van de studio merkbaar zijn,
met andere woorden: de eenige toe
laatbare acoustische reflectie, ofwel
reverberatie moet komen van de wan
den van het decor zelf en niet van de
studio-wanden. Anders uitgedrukt: al
het geluid, dat het decor verlaat, mag
daarin niet, in den vorm van een echo
terugkeeren. Dus moeten de
studiowanden bekleed zijn met een materiaal,
dat voor 100 pCt. acoustisch absor
beert, of deze waarde eenigszins bena
dert. Dit dood" zijn van de
studiewanden kan door verschillende
bekleedselen worden bereikt, zooals bijv.:
herakliet, dat zijn platen van geperst
stroo, celotex, kapok met linnen of
katoen bekleed, beschermd door
kippengaas; en een mengsel van asbest
en gemalen glas. Dit laatste voldoet
zeer goed en is nog brandvrij ook.
Een hulpmiddel tot het acoustisch
dood maken van een opname-studio
is het afhangen" van het decor met
molton gordijnen, het decor staat dan
met inbegrip van lampen en personeel
in een soort tent. Deze afhang-stoffen
moeten brandvrij gemaakt worden,
waardoor ze sterk vocht-absorbeerend
worden; dit heeft een nadeelrge invloed
op het normaal functioneeren van de
ademhaling en spraak-organen; en
menschen, die eenigen tijd in zoo'n
decor-tent verblijven, krijgen last van
een drooge keel en hoofdpijn. Dit is
natuurlijk vooral voor de acteurs hoogst
onaangenaam.
De studio-ruimte, bestemd voor
muziek-opnamen moet aan andere acous
tische eischen voldoen. In dit geval is
een zekere mate van acoustische leven
digheid of reverberatie zeer gewenscht
en wel zoo, dat hoe grooter het op te
nemen orkest is, des te meer rever
beratie aanwezig moet zijn.
DE algemeene bouwplattegrond van
een studio-complex legt zooveel
mogelijk de kantoren, cantine's,
kleeden kapkamers om de ei" ;ke studio's
heen. Door deze natuui og^nS van
de bijgebouwen, zullen iudio's zoo
veel mogelijk van het . ->as van de
buitenwereld afgesloten ? ijn.
De Nederlandsche film. 'ud'o's vol
doen in het algemeen wel aan de hier
boven gegeven omsch/ijving, zoodat
gezegd mag worden, dat het technische
apparaat voor Nederlandsche film
productie klaar staat.
C. J. WILDE
Een Engelsche film-stud!o met doode" wanden.
PAG. 13 DE GROENE No. 3260