De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 25 november pagina 3

25 november 1939 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gent. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 25 NOV. 1939 Onze Kunst van Heden*? y f' " r VELE weken heeft men in het Rijksmuseum naarstig gewerkt aan het inpakken en ver zorgen van de kunstschatten, die daar gewoonlijk ten toon staan, maar nu ter beveiliging tegen het oorlogsgevaar naar elders zijn overgebracht. Nauwelijks twee weken nadat men daarmede gereed was, hangt en staat kant en klaar in hetzelfde gebouw een monsterexpositie van schilderijen en beeldhouwwerken, die met de naam Onze kunst van Heden" is vereerd. Op het eerste gezicht lijkt het al dadelijk ietwat zonderling, dat er blijkbaar geen bezwaar tegen be staat onze kunst van heden en masse bloot te stellen aan dezelfde risico's, waaraan men zoo juist en ijlings het historisch kunstbezit heeft onttrokken. Maar dat hoeft toch nog niet te wijzen op een gebrek aan appreciatie van het .nieuwe. Een verzameling als de onderhavige kan, als het gevaar acuut wordt, weder snel gedistribueerd worden, terwijl de evacuatie van een blijvend museumbezit geruimen tijd- vordert. Dat maakt een groot verschil. Neen, in principe kan men het in Minister Bolkestein slechts prijzen, dat uit de neerslachtigheid, die zich van hem meester maakte bij het aanschouwen van de ontredderde museumzalen, het verlangen geboren werd deze aan een meer ephemeer doel dienstbaar te maken. Dat getuigt van veerkracht, en het doet deugd, een minister in tijden als de tegen woordige te hooren verklaren, dat de kunst in haar velerlei vorm niet maar een uiterlijke franje van het leven is, maar een intrensiek en noodzakelijk deel eener volle levensgemeenschap. En als dan anderen een uit dergelijke overwe gingen geboren initiatief nog wat opsmukken met frases van nationale manifestaties, solidariteitsbesef en uit onzen volksaard groeiende cultuurwaarden, naar den zin waarvan in het gegeven verband het reeds onkiesch is alleen maar te informeeren, dan laadt men al spoedig het odium op zich van een zich in negativisme vermeiende nurks te zijn, wanneer men het waagt tegen den opzet van de onderhavige door het geuzenmotief der ineengeslagen handen gedekte onderneming bezwaren in te brengen. Niettemin is dat noodzakelijk voor wie het ernstig neemt met de verdediging der waarden, die een deel der organisatoren gelooft en anderen voorgeven te willen dienen met de thans in ons nationale museum geopende tentoonstelling. MEER dan 3200 werken van meer dan 900 inzenders vullen thans in een compacte massa 74 zalen van het Rijks-museum. Minister Bolkestein, die deze expositie opende, meende dat wat nog nooit mogelijk bleek, hier tot stand zou zijn gekomen: een algemeen overzicht van den stand der hedendaagsche Nederlandsche beeldende kunst. . Maar'de Minister vergiste zich daarin deerlijk. Van de honderd werken, waarmede men in vier of vijf zalen van het museum een werkelijk verant woord en karakteristiek, voor een iegelijk bevattelijk, beeld van de hedendaagsche kunst in Nederland, Beeldhouwers die in het Rijksmuseum ontbreken i. Marie Andriessen. 2. Prof. Bronner. 3. F. van Hall. 4. Joh. Polet. 5. John Radecker. 6. L. H. Sondaar. 7. H. Wezelaar. 8. L. Zijl. Tot niets in staat door de voortdurende hinder van Uw zenuwen? Kalmeer en sterk ze dan door Mfjnhardt's Zenuwtabletten Zenuwstillend Zenuwsterkend Buisje 75 et. Bij Apothekers en Drogisten. voorzoover die inderdaad en wellicht blijvend cul tureel belang heeft, had kunnen geven, zijn er op deze tentoonstelling nauwelijks tien aanwezig en ontbreken zeker de vijf en negentig belangrijkste. Van de omstreeks dertig schilders en acht of tien beeld houwers, die tot deelneming aan een dergelijke expositie zouden moeten worden uitgenoodigd, hebben er thans misschien zes gevolg gegeven aan het algemeen appèl". Is er n ter zake kundige in Nederland, die het zou bestaan vol te houden, dat een expositie, waarop het gros der op de hiernevens opgenomen lijsten vermelde kunstenaars ontbreekt, de qualificatie verdient, die de Minister er, onge twijfeld in alle oprechtheid, aan meende te mogen verleenen? De vergissing van den Minister is intusschen vergeeflijk en zelfs alleszins begrijpelijk. Zij is daardoor een te bedenkelijker symptoom van de gevaren, die dez« expositie met zich brengt. MET verbluffende technische vaardigheid en een toewijding, een veel betere zaak waardig, heeft de Directeur van het Rijksmuseum zich ge kweten van de vrijwel onvervulbaar lijkende taak in de hem toegeschoven schilderijenchaos een zekere orde en daaruit een althans toonbaar geheel te scheppen. Indien zaken als Van der Karbargeboer en Jacques Aa al, en niet ten onrechte, aanvankelijk ongerust zijn geweest, dat het Rijksmuseum hun juist in den Sinterklaastijd oneerlijke concurrentie zou gaan aandoen, kunnen zij tevreden zijn. De Directeur van het Rijksmuseum heeft wat bij hen thuishoort en hem thans in overvloed werd toege zonden, meesterlijk weggecomponeerd, deels ver strooid tusschen ander werk, deels geplaatst in afdeelingen der expositie, die door het gros der tevoren reeds doodelijk vermoeide en in ieder geval in hun gezichtsvermogen sterk gestoorde bezoekers waarschijnlijk niet eens meer bezocht zullen worden. Wij hadden bij het inrichten der tentoonstel ling veel meer moeite om het goede tot zijn recht te brengen dan om de dingen, die wij liever gemist hadden, weg te werken", verklaarde Dr. Schmidt Degener niet zonder cynisme bij een persconferentie. Ontkend mag niet worden, dat het uiterlijk effect, dat hij bereikte onder de gegeven omstandig heden, bij oppervlakkige beschouwing verrassend goed is. Maar om dat effect te bereiken, heeft men dan ook alles opgeofferd, wat voor een werkelijke manifestatie van de mogelijkheden van de beeldende kunst dezer dagen van wezenlijk belang zou zijn ge weest. Er is gehangen zonder aanzien des persoons", zoo heeft de Heer Schmidt Degener ook nog ver klaard. Inderdaad, en dat in den meest absoluten zin des woords. Men heeft voor de persoonlijkheid der inzenders zelfs zoo weinig respect gehad, dat men het niet noodig vond hun inzendingen ook maar tennaastebij bij elkaar te houden. Zoo kan het gebeuren, dat wanneer men geboeid is door een werk en zich voor den maker gaat interesseeren, een dwaaltocht op goed geluk en zonder eenige aanwijzing door lange reeksen van zalen onderno men moet worden om een tweede werk van denzelf den kunstenaar te ontdekken. Waarschijnlijk zal niemand er in slagen om in een vollen dag alle ingezonden werken van meer dan vijf of zes wille keurig gekozen schilders op te sporen. ZELFS voor het best geschoolde oog is het een vrijwel absolute onmogelijkheid op een dus danig georganiseerde monster-tentoonstelling ook maar bij benadering een kritisch overzicht over het gebodene te krijgen. Bij het groote publiek, en daartoe richt men zich, kan zij slechts leiden tot verwarring en ondermijning van ieder mogelijk oordeel des onderscheids, dat de basis is voor alle liefde tot de kunst. Het is onder dergelijke omstandigheden geen wonder, dat de groote meerderheid van hen, die door hun gestagen arbeid van iederen dag de waar de, waarom het hier gaat, metterdaad en het beste dienen, zich afzijdig heeft gehouden van deze onder neming, die misschien goed bedoeld was, maar slechts averechtsche gevolgen kan hebben? Nadat gebleken was, dat vrijwel alle prominenten onder onze beeldende kunstenaars dezer dagen Schilders die in het j Rijksmuseum ontbreken \ i. 2. 3 4 56. 78. 910. 11. 12. 1314. 1516. 1718. 19. 20. 21. 22. 2324. 2520. 27. 28. 29. 30. J. Bendien f Jeanne Bieruma Oosting. H. Chabot. Edgar Fernhout. Leo Gestel. Jan van Herwijnen. Raoul Hynckes. Eduard Karsen. Toon Kelder. D. Ket. Pyke Koch. Willem van Konijnenburg. H. Kruyder f M. Lau. B. van der Leek. Dirk Nijland. John Radecker. Otto van Rees. Charles Roelofsz. W. Schuhmacher. Jan Sluyters. Teixeira de Mattos. Quiryn van Tiel. Charley Toorop. H. van der Velde. J. Voerman. H. Wiegersma. Mathieu Wiegman. Piet Wiegman. A. C. Willink. iiiiiltiillillinillllillliiitiiiliiiiiiimiiniiiiniiiiii? eigener beweging en voor zoover bekend ook zonder eenig onderling overleg in het Rijksmuseum ver stek zouden laten gaan, heeft De Groene de moge lijkheid overwogen, hun gelegenheid te geven hun werk op een afzonderlijke, en dan werkelijk re presentatieve tentoonstelling te exposeeren. Er werd een lijst samengesteld van ruim dertig schilders en acht beeldhouwers van allerlei richting en ge aardheid, die voor deelneming aan een dergelijke expositie in aanmerking zouden komen. De eenige kritiek, die van deskundige zijde op deze lijst werd geoefend ,was, dat zij nog niet selectief genoeg was. Nu de tentoonstelling in het Rijksmuseum geopend is, blijkt dat slechts een vijftal der daarop vermelden vertegenwoordigd is. Drie daarvan behooren tot een bepaalde groep en twee hunner hadden ook gaarne aan de andere expositie deelgenomen. De desbetreffende plannen werden opgegeven, omdat het practisch onmogelijk bleek in zoo korten tijd als daarvoor beschikbaar was, een collectie bijeen te brengen, die werkelijk voor alle stroomingen van eenig belang representatief zou zijn en in ieder opzicht den toets eener zeer strenge kritiek zou kunnen doorstaan. De Nederlandsche Regeering is de laatste jaren al buitengewoon weinig gelukkig in haar contact met de wereld der beeldende kunsten. Het poovere figuur, dat daarmede op de laatste Parijsche wereld tentoonstelling werd geslagen, is nog nauwelijks vergeten. Het is nog maar iets mér dan een jaar geleden, dat tegen onze deelneming aan de tentoon stelling te New-York een formeele en georganiseerde boycott der kunstenaars werd afgekondigd. En nu weer deze spontane afwijzende reactie der belang rijksten individueel! Het ware te wenschen, dat men eindelijk uit een en ander de juiste lessen trok. De tegenwoordige leiding van het daarvoor verantwoordelijke Depar tement geeft althans blijk van belangstelling voor dergelijke problemen. Het moet niet moeilijk zijn, adviseurs van erkende autoriteit te vinden en .... naar hen te luisteren. Laat ons er het beste van hopen. A Aeven wagen owze. aandacht BOEIEND, LEERZAAM, MET EEN SCHAT VAN FOTO'S EN TEEKENINQENI i PAG .3 DE GROENE No. 3260

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl