De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 2 december pagina 13

2 december 1939 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Een spiegel onzer dagen VAN Gorcum naar Gorcum kan een lange weg zijn, een verre reis de wereld in en een moei zame tocht weer terug. Pierre van Paassen is die weg gegaan en hij heeft er verslag van uitgebracht in een boek, dat eerst in Amerika verscheen en dat thans in het Hollandsch uitkomt. De dagen onzer jaren" i). Van Gorcum, veertig jaar terug, naar Gorcum nu. Van een jongetje, dat opgroeit in een school waarin geschreven staat: Dit is een school met den Bijbel. De vreeze des Heeren is het beginsel der Wijsheid", tot een journalist met liefde voor alles wat in werkelijkheid revolutionair is, die strijdt voor recht en verontwaardigd is over onrecht. De strenge Calvinistische, liefdelooze meester" bracht de eerste steenen aan voor het wezen van Pierre van Paassen, die later als journalist deze wereld doorkruist heeft. Zijn Oom Kees", de schil der, vereerder van Frankrijk, liefhebber der schoone kunsten, wijdde hem in in de vrijegedachtenwereld vanVoltaire, Rousseau, in de on-calvinistische wereld van de jonge Nederlandsche en Vlaamsche litera tuur van voor veertig jaar. Reeds in dit nauwe Hollandsche plaatsje komt Van Paassen in zijn gymnasiumtijd instinctief te staan aan de zijde der verdrukten; bij een strijdvraag over een op te rich ten volksuniversiteit, toen een politieke en religi euze kwestie, kiest hij den kant der strijdende arbeiders. Zijn ouders emigreeren naar Canada. Hier wilde hij de theologische studie volgen; de oorlog kwam en hij nam dienst. Niet uit sympathie voor België, dat door Duitschland overrompeld was. Maar omdat een mogelijke Fransche nederlaag hem de grootste ramp toescheen, die de beschaving kon overkomen. Hij neemt dienst als tolk maar het kwam anders: U zult in Frankrijk en Vlaanderen op het veld van eer met houweel en spade kunnen vertolken", zei de dikbuikige sergeant, bij tuien ik mijn beklag indiende. Inderdaad, het eenige gebruik, dat er onder dienst van mijn talenkennis gemaakt werd, bestond uit het schrijven van billets-doux", die mijn kameraden naar Fransche meisjes wilden zenden. Ook voerde ik achttien maanden lang de correspondentie voor een analphabetischen Fransch-Canadees, met zijn vrouw, die evenmin lezen of schrijven kon. Hij placht met haar brieven, die door een priester ergens in Nova-Scotia geschreven waren, bij mij te komen; opdat ik ze hem kon voorlezen. Na vier of vijf dagen nagedacht te hebben, verscheen hij dan weer bij mij om zijn antwoord te dicteeren. Dat bestond meestal uit raadgevingen op landbouwkundig gebied. Eens stelde ik hem voor eenige lieve en hartelijke woorden aan het slot van den brief te schrijven, want toen wist ik al, dat hij zijn chère Thérèse" en de kinderen innig liefhad. Hij stemde met een hoofdknik toe. De zinnen, die ik er nu aan toevoegde, lieten hem lachen op een verlegen, dankbare wijze. Kort daarna begon de onbekende priester in Canada dit te beantwoorden met een uitgezochte collectie lieve woordjes, totdat zich ten slotte zooiets als een wedstrijd in de termi nologie d'amour" tusschen den priester en mij ontspon. In 1918 maakte ik deel uit van de groep, die een eeresalvo boven het open graf van den Canadees loste. Na den oorlog keerde hij terug in Canada, waar hij van alles probeerde om weer aan den gang te komen. Toen ik op een goeden dag mijn pensioen ging halen, vertelde men mij, dat er weer een nieuwe lijst van beroepen opgesteld was, waarvoor wij opgeleid konden worden. De keuze was groot: van accountant af tot pianostemmer en worstbereider toe. Men ried mij aan, om het nog eens te probeeren. Met gesloten oogen wees ik met mijn vinger een plek op de lijst aan. Toen ik mijn oogen weer opende, zag ik dat ik het woord journalistiek" aangewezen had." EN als journalist heeft Van Paassen verder de wereld doorkruist. Hij is geweest, waar er geschiedenis gemaakt is, vooral nadat hij door de redactie van zijn blad naar Europa gezonden was. Hij woonde jaren in het innig geliefde Parijs waar hij ronddoolde en alles kende, wat naam of roep Dr. Hendrik Willem van Loon DE MENS EN ZIJN KUNST de kunstgeschiedenis waar u steeds weer naar grijpt. Koopt ze thans: zodra de beperkte 3e druk uitverkocht is, zult U tegen de lage prijs van f 7.5O niet meer kunnen aan schaffen. Prachtgeschenk voor het gezin. had. Hij zou liever geschreven hebben over de ellende of het onrecht dat hij zag, doch een Amerikaansche redactie dacht er anders over: Ik kan mij het aantal telegrammen niet meer herinneren, dat ik ontving met de vraag naar wat Carol en madame Lupescu uitvoerden in hun schuil plaats te Neuilly-sur-Seine; het liefdesnestmotief slaat nl. altijd in bij het Amerikaansche publiek. Ik volgde de beroemde Amanullah over heel Europa; kampeerde voor het dek van Nancy Millers kasteel, nadat zij met een Hindoe Radjah getrouwd was; ik vroeg La Belle Otéro" uit over haar vriendschap met Peter van Servië; Gaby Deslys over de hare met Manuël van Portugal; ik kocht op kosten van Messrs. Pulitzer parfum bij den Sjah van Perzië, die een winkeliersbestaan in de Rue Vivienne verkoos boven een teven op den Perzischen troon te Teheran; stond mijn mannetje in een schermutseling met een knecht van den Aga Khan, toen deze potentaat in 't huwelijk trad; maar dolf het onderspit tegen een dienaar van de geheime politie en nog wel een Hollander in Doorn, die achter Wilhelm von Hohenzollern aanliep op een landelijk weggetje in Doorn. De hoofdredactie in New-York scheen aan de illusie te lijden, dat een verslaggever slechts den naam van hun blad hoefde te fluisteren om onmiddellijk Foch's of Koning Alberts vertrouwelijke onthullingen in ontOffigst te kunnen nemen over Duitschland's vooroorlogsch gedrag; of van Gabriel d'Annunzio een kort verslag van zijn laatste liefdesavonturen te ontvangen. Je ontving b.v. een telegram om bij Zita" te gaan informeeren, wanneer zij verwachtte Otto op den Oostenrijkschen troon te kunnen brengen of om Kemal Pasha persoonlijk te vragen, waarom hij van zijn vrouw gescheiden was. Belangwekkend zijn zijn gesprekken met Clemenceau over Herzl en Dreyfus, met Lyautey over den agitator Christus", dien Lyautey, als hij in Pontius Pilatus' schoenen gestaan had, reeds veel eerder terecht-had doen stellen. Bart de Ligt is in Parijs zijn vriend en alles wat in het Quartier Latin of aan de Quai d'Orsay van belang is, spreekt hij of ondervraagt hij. Ook in Genève is Van Paassen. Ik herinner mij nog een cocktailpartij bij Prinses Starrhemberg, de moeder van Rudolf, aspirant-dic tator van Oostenrijk, en waar Litwinof, zijn gezicht n en al glimlach, troonde tusschen Hertogin Torlonia en Gravin Coudenhove-Kalergi, met eenige prin sessen van koninklijken bloede op tabouretten aan zijn voeten. EEN PROFETISCH BOEK VOOR DEZEN TIJD HIËRONYMÜSDEPASCoi" ?"* DICHTER DER VRIENDSCHAP (, Uit het Portugeesch vertaald door l \ A- V. Thelen en H. Marsman. ,%< \ Ing. l 3.90 - eb. f 4.90 C/W De Pascoaes heeft een FIGUUR VAN QROOTE DIMENSIES geschapen te. gen een achtergrond van ongerechtig heid, bijgeloof en geestelijke verwording. BEKLEMMEND ACTUEEL is deze imposante biografie wanneer wij Hieronymusaan het eind van zijn leven hooren zeggen: Al liggen da verkondigers der waarheid In boelen, de waarheid zalf zal niet overwonnen worden. i^s VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL Kijk eens naar Rasputin, zonder baard," zei van Beek en Donk, de correspondent van De Nieuwe Rotterdamsche Courant", toen ik binnenkwam. Het gesprek ging op dat oogenblik over kaviaar, een ge recht, dat, naar de groote man zeide, geregeld op het menu van het roode leger voorkwam. Iemand, ik geloof dat het Robert Dell van de Manchester Guardian" was, vroeg hem daarop langs zijn neus weg, hoe groot het dagelijksche rantsoen champagne der troepen was? De Hitler van vóór '33 vertelt hem ongeloofelijke doch sedertdien uitgekomen, dingen. Het is begrijpelijk, dat iemand die verre reizen doet, veel kan verhalen. Maar dat is op zich zelf niet interessant. Het wekt eerst onze belang stelling, indien deze man ook werkelijk iets te zeggen heeft. Van Paassen heeft dat; hij ziet scherp, heeft een aangeboren journalistiek talent (ondanks zijn blinde beroepskeuze), is daar, waar het" gebeurt en heeft voor alles, een groote liefde voor menschen, voor onderdrukten en lijdenden, voor beschaving en meededoogen en een felle haat tegen bruut geweld, onrecht en het verraad, die in deze wereld zoo welig blijken te tieren. En zoo is dit boek geworden een aanklacht, maar een aanklacht ge schreven in anecdotes, verhalen, ontmoetingen en levendige schilderingen. Abessinië's slavenhandel, de wanhoop van den Negus, de Spaansche burger" oorlog, de gevechten in Palestina. Van Paassen neemt bij dit alles geen doekje voor zijn mond. Hij heeft waargenomen, conclusies getrokken en deelt die mede. Aan wien de fout, dat zijn beeld van de wereld zoo fel wreed gekleurd, zoo hardvochtig, en afschuwelijk is? i) Uitgave Bigot en Van Rossum, te Amsterdam Gemengd nieuws Huwelijkstoespraken Hoe ouder ik word, des te meer moet ik ervaren, dat veel, waarnaar ik in jeugdige bewondering ge staard heb, minder wonderlijk, minder mysterieus en minder glanzend blijkt te zijn dan ik vroeger dacht. Ik spreek nu nog niet eens van Sint Nicolaas, maar ik denk aan een der laatste illusies, die mij is komen te ontvallen: het speechje van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand bij huwelijksvoltrekkingen. Ik heb steeds gedacht, dat dit spontaan opwelde uit zijn overvol ambtelijk gemoed. Maar ik weet nu, dat het een misverstand was. Hij doet het in de toekomst niet meer spontaan, maar naar beroemde voorbeelden, die zoo juist verschenen zijn: Huwelijkstoespraken" door den heer Chr. Pfeiffer Referendaris der Gemeente Secretarie te Utrecht, met een voorrede van Prof. Dr. M. J. A. De Vrijer. De heer Chr. Pfeiffer zegt zelf over de taak van den ambtenaar om de jonggehuwden te wijzen op de beteekenis van het huwelijk": Vooral in den huidigen tijd maakt dit zijn ambtelijke taak tot een bijzonder belangrijke en een zeer mooie, doch stelt tevens eischen aan zijn persoon, die eigenlijk verder reiken dan strikt te vorderen ambtelijke capaci teiten". De heer Chr. Pfeiffer bezit deze verder reikende capaciteiten, en zoo heeft hij een passend woord met een passend citaat voor elk bruidspaar: niets is hem te uitzonderlijk. Voor een Jong Paar" spreekt hij met het zelfde gemak als voor: Een dokter met een verpleegster", dien hij onder veel meer toevoegt: In de literatuur wordt dan ook herhaal delijk op treffende wijze de beteekenis van het werk van den dokter voor de samenleving uitgebeeld. On willekeurig denk ik bij u aan den dokter, die Maclaren in Harten van Goud" ons op zoo onvergetelijke wijze schildert". Dat onwillekeurig" denken is overi gens een specialiteit. Chr. Pfeiffer denkt onwillekeurig aan vele dichters en dichteressen. Bij Een Zeeman", is het de stormwind" die wel eens over uw beider hoofden zal gaan", bij allen is het een weg, dien gij tezamen moet gaan". Bij Vrienden van den ambtenaar" is het een idylle" die ik van uit het venster mijner woning van den aanvang af heb zien ontluiken". Officieren van het Leger des Heils" hebben gezamenlijk liefdewerk", ongeveer als Twee naturisten, kennissen van den ambtenaar". Bij den Musicus" zijn het instrumen ten die moeten samenklinken", Twee vegetariërs" moeten het doen met: De bekende pionier voor het vegetarisme hier te lande, Ir. Felix Orrt wijst daarop in zijn boek: Het Probleem der ziel." Hij zegt daarin o.m....'' Een letterkundige krijgt, terecht, mede: Ten aanzien daarvan merkt Dr. P. H. Ritter Jr. in zijn roman De Goede Herder op....". Een .jongere collega" krijgt te hooren: Toen wij elkander nu ongeveer veertien jaar geleden voor het eerst ontmoetten, hebben wij beiden zeker niet verwacht, mijnheer B., dat ik nog eens uw huwelijk zou voltrekken". Ruikt gij de ambtelijke sfeer? Hij krijgt als tekst mede: Want zooals Prof. Dr. J. Waterink in zijn essai: Wie is geschikt voor ambtenaar?, opgenomen in het boekwerk: Het orkest der overheid, ambtenaren op hun post", zegt..." Allen gaan hand in hand" een heerlijken weg", zooals reeds Vondel, Dirk Coster, Van Eeden, Bilderdijk, Staring, Allard Pierson en anderen zeggen ten bate van twee, drie tot en met zeven, of acht, negen, tien, elf etc. tot en met zestien bruidsparen, om daar bij den dichter Ter Haar niet te vergeten. Met dit boek in de hand is ieder in staat de juiste ambtelijke sfeer, de juiste mate van vooze rhetoriek en goedgemeende oppervlakkigheid te treffen, die bij de openbare huwelijkssluiting behoort. En na dezen bundel welsprekendheid gelezen te hebben zou ik voor mij het meest voelen voor Zonder inleiding of toe spraak" : Ik wensch U geluk met uw huwelijk. De voltrekking van het burgerlijk huwelijk is hiermede geëindigd". Ha. PAG. 13 DE GROENE No. 3261

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl