Historisch Archief 1877-1940
f ?
D E GROENEAMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie : Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f.'10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummeringaan, doch alleen tegen het einde vaneen jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
2 DEC.
1939
L .
hDe oorlog der fabrieken
Wordt Duitschland door de totale export-blokkade
economisch vernietigd?
DE Duitsche wijsgeer Hegel heeft (het is een
overbekend citaat!) gezegd: Het eenige wat
de geschiedenis leert, is dat de menschen nooit iets
uit de geschiedenis geleerd hebben." Zonder ons
verder in de argumenten vóór of tegen deze scep
tische stelling te verdiepen, mag geconstateerd
worden dat zij niet geldt voor den wereldoorlog
althans niet in alle opzichten. Want de menschheid
mag uit dien wereldoorlog niet geleerd hebben hoe
hij voorkomen moest worden, zij heeft er wél uit
geleerd hoe zij hem voortaan beter zou kunnen
voeren. Haar strategische talenten hebben er
althans de les uit getrokken dat het bij een oorlog
niet op het front, maar op het achterland aankomt,
dat men zich moet voorbereiden ? niet op n
verrassenden veldslag, maar op een reeks van uitput
tende campagnes die maandenlange voorbereiding
vergen, kortom: dat de oorlog totaal" moest zijn.
Het is de Fransche generaal Herr geweest die dit
inzicht tot uitdrukking bracht door eenige jaren
geleden den modernen oorlog te betitelen als: de
oorlog der fabrieken.
De oorlog der fabrieken l
. Wanneer de moderne oorlog dat inderdaad is, dan
zullen de tegenstanders elkander minder direct dan
wel indirect gaan bestoken. Het offensief wordt,
wanneer hun krachten aan elkaar gewaagd zijn,
dan niet de inleiding maar de afsluiting van een
langduriger! strijd waarin zij de economische weer
standskracht van den vijand zooveel mogelijk onder
mijnd hebben. De slag wordt pas toegebracht wan
neer men er zeker van is dat hij raak zal zijn, d.w.z.
dat het régime van den tegenstander in economisch,
sociaal, politiek en moreel opzicht vermolmd is
geworden.
Ziedaar het uitgangspunt van den economischen
oorlog dien de Geallieerden tegen Duitschland
voeren. Alvorens de Geallieerden den grooten aanval
op Duitschland willen wagen, moet deze gevaarlijke
tegenstander aan den rand van den afgrond staan.
Dan zal de militaire overwinning het gevolg zijn
van een na veel moeite behaalde economische zege:
het nationaal-socialistisch régime zal afvallen als
een beursch geworden vrucht.
TOEN de Geallieerden dit krijgsplan opstelden,
stond hun waarschijnlijk het feit voor oogen dat
het Duitschland van 1939 in vele opzichten zwakker
was dan het Duitschland van 1914. Wilhelm II
beschikte op i September 1914 over een goud
voorraad van meer dan drie milliard gulden en over
een deviezenvoorraad die nog vier maal zoo groot
was. Wat bezat Hitler op 3 September 1939? De
laatste opgave van zijn goud- en deviezenvoorraad
beliep ruim vijftig millioen gulden: een druppel op
een gloeiende plaat. En dat, terwijl de
grondstoffenvoorraden van het Derde Rijk aanzienlijk geringer
waren dan die van het Wilhelminische Duitschland !
Het Derde Rijk zou den oorlog slechts kunnen vol
houden wanneer het de deviezen in handen kreeg
waarmee het daar wel niemand op crediet zou
willen leveren de onontbeerlijke industrieele
grondstoffen in handen zou krijgen, de Zweedsche
ijzerertsen bij voorbeeld. Hoe moet het aan die
deviezen komen, die het niet in voorraad had? Dat
ging slechts op n wijze: door te exporteeren. De
noodzakelijke import moest door den export betaald
worden. Exporteeren of sterven!" dat had de
Führer" zelf nog op 30 Januari van dit jaar uitge
roepen. Het eerste gedeelte van deze melodrama
tische aansporing werd opgevolgd: toen de oorlog
een feit werd, had Duitschland enorme stapels
goederen voor den export gereed liggen. Consumptie
artikelen werden in gigantische hoeveelheden ge
produceerd. Voor de binnenlandsche markt? Neen:
voor den export.
Er kwam echter een kink in de kabel: de Geal
lieerden gingen de Duitsche handelsbeweging over
zee stopzetten. Eerste slag. Toen kon Duitschland
nog via de neutrale mogendheden exporteeren. Dat
gaf een mogelijkheid om aan den dans te ontsprin
gen: Italiëwas bijvoorbeeld zoo vriendelijk, den
geheelen Duitschen handel in Zuid-Amerika waar
te nemen; de Duitsche handelsagenten werden aan
de Italiaansche legaties verbonden, en de Duitsche
artikelen vonden als te voren hun weg naar Argen
tiniëen Brazilië. Zou de blokkade der Geallieerden
falen? Neen: zij werd uitgebreid en eerst recht doel
treffend gemaakt: alle Duitsche export, ook op
neutrale schepen, is voortaan verboden. Tweede
slag.
Zal het de genadeslag zijn? Zal het Duitsche
volk, nu het exporteeren" gedeeltelijk onmogelijk
is, moeten sterven" ? Ziedaar de vraag die door de
verscherping van den oorlog ter zee gesteld wordt.
LAAT ons eerst de schade opnemen.
Wanneer men van de verhoudingen van
vorig jaar uitgaat, is door de complete blokkade
verondersteld dat zij compleet blijft! minstens
de helft van den Duitschen invoer weggevallen,
terwijl de uitvoer waarschijnlijk voor meer dan twee
vijfde onmogelijk is geworden. Duitschland verliest
daarmee mér dan twee-vijfde van zijn deviezen,
want met een groot deel van de landen waarmee het
nog handel kan voeren, past het rechtstreekschen
goederenruil toe waarbij deviezen overbodig zijn.
Beteekent dat nu dat ook Duitschland's import
met de helft zal terugloopen en dat het dus stellig
den oorlog zal verliezen bij gebreke aan grond
stoffen? Om te beginnen dient bij deze cardinale
vraag te worden opgemerkt dat het
grondstoffentekort zich eerst waarlijk dreigend zal voordoen
wanneer de oorlog op veel grooter schaal wordt
gevoerd dan thans het geval is. Wanneer aan het
front niet of nauwelijks geschoten wordt, wordt ook
geen staal, nikkel en petroleum verbruikt. Zonder
levendige militaire actie zullen de Geallieerden
Duitschland dan ook niet binnen afzienbaren tijd
op de knieën krijgen.
Echter: ook wanneer de militaire actie levendiger
wordt, staan Duitschland nog verschillende hulp
middelen ten dienste die een nederlaag zullen ver
tragen. Allereerst kan het pogen de handelsrelaties
met die landen die hem producten leveren in ruil
voor Duitsche producten, uit te breiden. Hiervoor
komt in de eerste plaats de Balkan in aanmerking.
Duitschland voert daar ook inderdaad een grootsch
handelsoffensief, waarbij deze week bij voor
beeld de anti-Duitsche minister van handel van
Roemeniëgesneuveld is. Een moeilijkheid is echter
dat de communicatielijnen met den Balkan zwak
zijn (in dit verband dient echter vermeld te worden
dat een geslaagde leening van een half milliard mark
op het oogenblik de Duitsche Spoorwegen in de
gelegenheid stelt, het materieel te vernieuwen en
uit te breiden wat dringend noodig was).
Duitschland kan voorts pogen, den invoer die het
vóórdien met deviezen betaalde, af te rekenen in
Duitsche producten. Dit schijnt een belangrijk punt
te zijn geweest bij de onderhandelingen die Duitsch
land, voorloopig met negatief resultaat , gevoerd
heeft met Zweden. Verondersteld echter dat Zweden
en andere landen zouden toestemmen in recht
streekschen ruil, doet zich dan niet weer een nieuwe
moeilijkheid voor? Kan Duitschland", zoo zal
men vragen, die producten waarmee het wil ruilen,
wel voortbrengen? Kan de Duitsche industrie die
reeds in de behoeften van leger, vloot en luchtmacht
moet voorzien, ook nog produceeren voor een uit
gebreider export?"
ALS op alle vragen die in dit artikel ter sprake
komen, is ook op deze een definitief antwoord
niet te geven. Intusschen kan er wel op gewezen
worden dat men er verkeerd aan doet, de productie
mogelijkheden van het huidige Duitschland te
onderschatten.
Er wordt op het oogenblik in Duitschland hard
gewerkt, harder dan vóór den oorlog. De arbeids
tijden zijn verlengd. Het geheele volk is in de pro
ductie ingeschakeld. Zooveel mogelijk worden de
arbeiders op de hun passende plaats ondergebracht.
Horlogemakers en goudsmeden worden en masse"
naar de wapenfabrieken gezonden. Uitbreiding der
wettelijke bepalingen heeft het nu elkeen verboden
zonder officieel verlof van werkkring te veranderen.
De arbeidsdienstplicht geldt in den meest rigoureusen
vorm, bij voorbeeld voor alle vrouwen van vijftien
tot en met zeventig jaar.
De verlenging van den arbeidstijd vergroot het
productie-volume, dat overigens door de mobili
satie wel eenigszins gedaald zal zijn, vergeleken met
de periode vóór den oorlog. Wordt de arbeidstijd
nog meer verlengd, wordt nog minder vacantie
gegeven (teneinde te voorkomen dat door dit alles
de gezondheid van den arbeider al te veel schade
lijdt, is het medisch onderzoek uitgebreid), dan
wordt de productie nog grooter. Terwijl en dat is
een belangrijk punt de burger-consumptie voort
durend wordt ingekrompen. Ten deele zijn de
consumptie-artikelen die de menschen zouden
willen koopen, er eenvoudig niet; ten deele hebben
de menschen er het geld niet meer voor. Alle
arbeiders-loonen zijn immers verlaagd tot het peil van
1936, terwijl de regeering van nieuwe belasting
maatregelen een verdubbeling van de opbrengst
verwacht. Dat is overigens niet voldoende om den
oorlog te financieren, maar de verschillende soorten
leeningen worden nog steeds goed opgenomen,
terwijl er slechts in zeer lichte mate van inflatie
sprake is.
De luxe-productie is vrijwel afgeschaft (waardoor
op het oogenblik eenige werkloosheid is ontstaan),
terwijl de standaardiseering en normaliseering
voortdurend worden uitgebreid. Wel biedt de voeding
derbevolkingmoeilijkheden, maar deze mogen voor
loopig niet onoverkomelijk geacht worden, vooral
niet wanneer men zich voor oogen houdt welke
ontberingen het Duitsche volk in den Wereldoorlog
doorstaan heeft. Het verdient tenslotte de aandacht
dat ondanks den oorlog regelmatig nieuwe fabrieken
worden geopend en bestaande uitgebreid. Ten deele
worden daardoor geëvacueerde bedrijven uit het
Saargebied en het Rijnland vervangen.
BETEEKENT dat alles dat Duitschland onover
winnelijk is?
Hierop zou ik me't klem ontkennend willen ant
woorden. Want als de oorlog zich uitbreidt
hetgeen wellicht volgende lente het geval zal zijn ,
zal het tekort aan grondstoffen op den duur, naar
men mag aannemen, fnuikend zijn voor het Derde
Rijk. Tenzij. .. . Tenzij de Sowjet-Unie van zins is,
door groote grondstoffen-leveranties Duitschland
aan de overwinning te helpen. De Sowjet-Unie heeft
Duitschland reeds zeventien ton goud geleverd en
gaat n millioen ton aan veevoeder zenden (waar
mee twee millioen varkens opgefokt kunnen worden),
maar van andere, groote zendingen is tot dusver niets
vernomen. Afgezien daarvan zijn de
verkeersmogeHjkheden in Oost-Europa beperkt: deze kunnen
echter uitgebreid worden.
De quintessence van dit artikel is dus niet, dat
Duitschland onoverwinnelijk is; naar wij hopen zal
men echter op grond van het bovenstaande beter
beseffen dat Duitschland's nederlaag, ook onder de
voor Duitschland ongunstige omstandigheden (strik
te neutraliteit der Sowjet-Unie), van de Geallieerden
de inspanning van alle krachten zal vergen. Zij
zullen de overwinning niet behalen wanneer zij niet
tot eenzelfde soort oorlogseconomie overgaan als
Duitschland thans heeft. Ook zij zullen harder
moeten werken en de binnenlandsche consumptie
tot het minimum moeten beperken.
Dat de volkeren van Engeland en Frankrijk zich
deze ontberingen zullen getroosten, is zeker niet
uitgesloten. Daarvoor zijn noodig: groote figuren,
inspireerende leiders (die waarlijk geen dictatoriale
allures behoeven aan te nemen, getuige de vroegere
Lloyd George en de huidige Roosevelt). Of deze
groote figuren en inspireerende leiders in de huidige
Fransche en Engelsche regeering de teugels in
handen hebben, laten wij hier in het midden. Zoo
niet, dan zullen zij bij de intensifieering van den
oorlog wel van het politiek tooneel verdwijnen.
Immers om met Hegel te eindigen, gelijk wij
met hem begonnen zijn ,,Die Weltgeschichte
ist das Weltgericht." L. DE JONG
PAG. 3 DE GROENE No. 3261