De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 9 december pagina 17

9 december 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

IMTHUIZIGHEDEN Stadsinventaris Het aflossen van de wacht Wij zijn geen Londen, maar wij hebben: het aflossen van den wacht! Niet met statige berenmutsen en felle kleuren. In bescheiden veldgroen met stalen helmen. Maar wacht is wacht. De geschiedenis van dien wacht is kleurig. Het begon, in dezen oorlog, met het uitzetten van posten van den Burgerwacht, ietwat ongelijk gesorteerde stedelingen in groene uni formen met vervaarlijke karabijnen met bajonet die zeer on-krijgshaftig werkten, wat ik echter niet als een nadeel zie. Toen het een oogenblik op ernst leek, werden zij vervangen door rijkspolitie in het zwart, die er martialer, althans politioneeler uit zagen. Zij beerden ijs langs de vier zijden van het Paleis op den Dam en bewaakten met grimmigen ijver de werklieden, die de zolders leeghaalden. En thans is er een zuiver militaire be waking. En die wacht moet eiken dag eenige keeren afgelost worden. Ik schaam mij, te moeten erkennen, dat ik over de reglementaire bijzonder heden van dezen wacht slecht ge nformeerd ben. Ik sta mij er slechts aan te vergapen, als een keurig formatietje het Damterrein op komt marcheeren, in rechten hoek links uit de flank gaat en voorbij voor- en zijgevel marcheert om daar, de beide afdeelingen tegenover elkaar, den wacht over te geven en te nemen. Ik sta er bij als ontwapend toe schouwer en verlustig mij 'slechts, met de honderden, in het vriendelijk militaire schouwspel van deze Amsterdamsche aflossing van den wacht. Het is een vreedzaam tafereeltje in een vreeselijken tijd. Film De jonge Mr. Lincoln VAN de meeste historische beroemd heden, die het witte doek tot leven bracht, werd de grootheid in de film afgemeten naar het aantal geleverde veldslagen, naar de sierlijk heid, waarmee zij in werkelijkheid hun degen hanteerden of naar de veel vuldigheid van hun galante avonturen. De 2Oth Century Fox heeft het bestaan, ons een groot man voor te zetten in de gedaante van een onhandigen jonge ling van boersche afkomst, wiens grootste probleem dan nog is, een juiste plaats te vinden voor zijn te lange armen en beenen en die als beginnend advocaat in een landelijk Amerikaansch dorpje juist voldoende geestelijk niveau demonstreert om ons zijn toekomstige grootheid aannemelijk te maken. Zooals Henry Fonda in zijn onver gelijkelijke grime, houding en ge baren voortdurend den lateren Abraham Lincoln suggereert, zoo suggereert het filmverhaal in al zijn eenvoud en landelijkheid de voortdurende aanwe zigheid van een werkelijk groot man. Dit alles beteekent niet alleen het suc ces van den acteur, die den geest laat zegevieren over een weinig heroïek uiterlijk, maar tegelijk een overwinning van de film, die, zonder grootschen opzet, zonder moedige gevechten of een love-story", ons een historische beroemdheid ten voeten uit teekent. Diversen Kinderpostzegels Op de postkantoren en in groote magazijnen heeft men kraampjes neergezet voor den verkoop. Zoo'n kraampje is een huiselijk centrum temidden der nuchtere zaken. Er zitten dames in van een comité, die onder elkaar thee schenken en voor elkaar en voor het publiek damesachtige beleefdheden hebben, als wij midden in een jachtig postkantoor niet gewend zijn. Zulke kraampjes ademen poëzie. De mevrouwen en wel willende jongedames spreken met hun lieve, beschaafde stemmen en verkoopen norschen kantoorheeren de vriendelijke kinderzegeltjes. Meneer, bij het loket moet U zoo lang wachten; wilt U bij ons geen zegels koopen? Voor een goed doel!", en de meneer, verlokt door de vriende lijkheid en het goede doel koopt zijn postzegeltjes en offert zoo zijn centjes voor de kinderen. En als we even nadenken, doen we het allemaal. Als ik weer buiten kom, trekt een schooiertje me aan mijn jas: Meneer, hep-u buitenlandsche zegels?" Dat zijn óók. .. . kinderpostzegels ! MIJN VRIEND, DE THUISZITTER over: FEESTEN ,w (AT is", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij hapte goedgemutst in een stuk nog overgebleven banketletter, wat is de grootste fout van onze samenleving? Er zijn te weinig feesten! De menschen hebben te veel tijd om na te denken en natuurlijk ontdekken ze dan, dat ze ontevreden zijn. Maar als je ze feest laat vieren, vergeten ze al hun narigheid en loopen ze rond met tevreden gezichten. Daarom hadden ze, voor den oorlog, in Duitschland eiken dag een of andere nationaal-socialistische viering en daarom is het ook zoo dom dat ze, naar ik hoor, daar den tweeden Kerstdag willen afschaffen. Of zouden ze daar al zóó ontevreden zijn, dat ze op feestdagen ook nog ontevreden blijven? Maar hier niet. Want wat is het niet heerlijk, een cadeautje te krijgen, en het hoeft niet eens zoo duur te zijn, zooals ik je laatst al vertelde, dat je een heele goede flesch oude cognac voor mij al voor veertien gulden krijgt en als je wilt zal ik je straks het adres nog even geven. En het is voor jou beter om aan mij een mooi en goed ge schenk te geven, dan dat je van mij een of ander prul cadeau krijgt. Onze samenleving zou er op vooruit gaan, als we meer feesten kregen. St. Nicolaas, dan een Mid-Winterfeest met zang en dans; van Oud- en Nieuw moesten we een volksfeest maken, met vreugdevuren en twee dagen feest vieren. Dan een Lentefeest met on-politieke Maart-, April-, of Mei-boomen. En zoo voortl Misschien kon jij dat plan uitwerken en wellicht kwam er dan een eind aan de ontevredenheid van volk en oud-premiers en kreeg jij een positie als minister van het Ministerie van Feestviering. Jammer alleen, dat...." Ik weet al wat je zeggen wilt", zei ik, Jammer alleen dat diegoeie idee weer van jou moest komen. Maar ik vind haar heelemaal niet zoo goed." ONDER den drang der tijden die men benard zegt te zijn er waren altijd benarde tijden doch niet altijd voor ons ziet men de zonder lingste dingen gebeuren. Ik bedoel niet dat men de doode meesters, die al dood zijn, uit het Rijksmuseum verwijderde en er vervolgens levende neerhing, die meestal geen meesters schijnen te zijn en die men zoo gemakkelijk" evacueeren kan, heb ik gelezen. Hoe ze in een paniek zoo gemakkelijk hun meesterwerken terug vinden, is een andere kwestie. Doch men ontdekt in ons volk de behoefte om te getuigen en er komen allerlei begrippen op, zooals geestelijke mobilisatie" en evacuatie van angst", begrippen die men niet zoo dadelijk begrijpt, doch die ontstaan zijn uit de behoefte een meer aangename beteekenis te gevten aan dingen die niet aangenaam zijn, zooals mobilisatie en evacuatie. Eenige Nederlanders van goeden naam en faam hebben zich met een manifest tot de natie gericht en ons opgeroepen tot evacuatie van angst" en mobilisatie van gezond denken". Zij vertellen ons terecht dat wij dik wijls het juiste onderscheid vergeten tusschen: waar wij op het oogenblik aan toe zijn en wat wel eens zou kun nen gebeuren: hoewel dat ook weer relatief is, want de meeste staatsbur gers zijn in Januari aan hun beschrij vingsbiljet toe en weten tamelijk zeker wat er later gebeuren zal. Doch, zegt het manifest: wij worden geleefd door de moeilijke tijdsomstandigheden en leven daarom in angst en bezorgdheid Deze ontstaan doordat wij, menschen luisteren naar elkanders meening over, de toekomst. Enz. Deze en dergelijke bekentenissen zijn natuurlijk een uitvloeisel van angst, want waarom zouden wij plotseling het gezonde denken moeten mobiliseeren en de angst evacueeren, wanneer het gezonde denken niet door de angst ge vacueerd was? Beschouwen wij dus rustig het heidendom en de angst. Stel u voor dat ge plotseling een held moet zijn iets dat u in normale tijds omstandigheden niet gevraagd wordt. Ge zit in den vertrouwelijken of minof-meer-vertrouwelijken familiekring bij een kopje thee en ge spreekt over de algemeene politieke toestand en over den laatsten slechten film en dergelijke vreedzame dingen meer. Nemen we aan: er ontstaat plotseling een aard beving, of er explodeert een bom in uw kelder, er komt brand... of iemand drukt u een browning in de hand en verlangt dat ge schiet op uw vriend of op uw verwanten. Ge behoeft niet te glimlachen, want zulke dingen zijn voorgekomen. Hoe zult ge u gedragen en op welke wijze denkt ge het pijn lijke zwaktegevoel te overwinnen dat zich in uw knieholten manifesteert? Het manifest geeft er helaas geen antwoord op en het is toch met gees telijke dingen als met recepten: men neme ! Er zijn citaten die zoo bijzonder en nieuw zijn dat we op vergeefsche wijze naar beroemde voorbeelden zoeken, die ons houvast geven bij het bepalen van onze houding. Ik denk niet aan schip breuk en andere rampen. Wanneer een schip zinkt, weet men dat het tegen het protocol is zich aan vrouwen en kin deren voorbij te dringen. En bij aard bevingen moet men onder de deur posten gaan staan, waar men het vei ligst schijnt. Bij brand grijpt men naar het tafelzilver, bij gasaanvallen naar het gasmasker, of men kruipt onder de dekens. Maar ik denk nu aan moei lijker situaties, waarin het van uw be sluit afhangen zal of gij zelf voortleven zult, dan wel met opoffering van uw eigen existentie, anderen dat genoegen zult laten. GE zult er u over verwonderen hoe weinig menschen eigenlijk een begrip er van hebben wat men in zulke gevallen doen moet. pe geboren helden gedragen zich natuurlijk altijd juist, doch tot de geboren helden richt het manifest zich natuurlijk niet. Die be hoeven hun denken niet te mobili seeren om te weten dat zij zich vrij willig willen offeren om de medemenschen te redden. Zoo zegt men tenminste doch er worden weinig helden geboren. De gewone sterveling heeft in zulke gevallen meestal moeite het reeds aan geduide zwaktegevoel in de knieën te onderdrukken. En ook de handen en polsen hebben de eigenschap zich in watten te veranderen, op het moment dat men zich voor de eerste maal, met een schietwapen in de hand, tegen een aanvaller te verdedigen heeft. Of hem aanvallen moet, wat nog erger is. Het gevaar is op het oogenblik voor de merkwaardigste physieke reacties het spijsverteringssysteem dérailleert en de eigen huid voelt zoo on-eigen aan zoo koud of zoo heet. En het hoofd haar schijnt zich in verschillende rich tingen te bewegen. Edoch, men wordt zulke menschelijke dingen wel de baas met wat overreding en goeden wil. Want zoo verlangen het de goede zeden en zoo verlangt ook het manifest: de mensch zij geen lafaard ! Hij moet zijn natuurlijke instincten onderdruk ken en het gevaar koen" in de oogen zien. Men neme de litteratuur ter hand de vaderlandsche geschiedenis en zoo en het zal u niet ontbreken aan glorierijke voorbeelden. In de ure des gevaars behoort er een gedrang te ont staan voor de kruitkamer wie zal de lont werpen! Euvele menschen beweren dat heldendom een gebrek aan fantasie is. Degene die zich bewust is van het gevaar, kijkt het niet rustig in de oogen. Dus zou er heidendom uit domheid bestaan en dus zou diegene werkelijke heldenmoed toonen die den moed had er tusschen uit te trekken vooropgesteld natuur lijk dat er niemand op hem let. De heldenmoed tot de oprechtheid. Daar uit volgt dat men in de oogenblikken des gevaars eigenlijk zou moeten denken aan de opstellers van het mani fest en eenige andere lieden waarvoor men zich geneert, ten einde den moed te missen weg te loopen. Heidendom uit ijdelheid dus. Of uit angst. Tja, wat moet men nu eigenlijk doen, met zijn eigen arme zieltje en het mani fest der vier dappere Nederlanders in de handen? Held zijn of wegloopen? Ik heb het nu over de burgers en niet over degenen die door opvoeding, lot of verkiezing wel door hun fatsoen ge dwongen zijn held te wezen. Ik zou zeggen en ik meen hier mede een belangrijke ontbrekende alinea toe te voegen aan het manifest: als het afgeloopen is blijkt het eerst of men een held was of niet. Zelf kan men er weinig aan doen. En bom, een mijn en een granaat zijn geschikt u alle ideeën omtrent heidendom, alleen al door den luchtdruk, uit het hoofd te verwijderen. Doch men moge dankbaar zijn voor de goede bedoelingen die de vier be kende Nederlanders hebben bezield. En alle Nederlanders die ons aanmanen iets te doen of te laten. Het houdt ons tenminste bezig. NILS KORLIJN Was DE GROENE juist uitverkocht toen U er naar vroeg ? EEN GOEDE RAAD: NEEM EEN ABONNEMENT! PAG. 17 DE GROENE No. 3262

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl