Historisch Archief 1877-1940
. huis, gericht was op de herinnering aan zijn kinder
jaren. En dat bracht hem tot het besluit beiden af te
zweren. Hij mocht zich niet overgeven aan senti
menteel gedroom, hij had nog een heel leven voor
den boeg. Niettemin, onverwacht, en schijnbaar
zonder oorzaak, kon het verleden zich nog aan hem
opdringen met groote kracht: dat meisje, dat huis.
HET was na langen tijd dat hij als gevestigd man
op een doorreis een etmaal in de stad zou
verblijven. Zijn ouders waren er uit weggetrokken,
hij had de stad in wie weet hoeveel jaren niet
weergezien, hij had een kamer in een hotel bij het station,
geheel aan den anderen kant. De stad was hem min
of meer vreemd geworden, in het warnet van straten
van het oudste gedeelte had hij, op zoek naar zaken
relaties, soms nauwelijks zijn weg geweten. Moe
van het heen en weer sjouwen en het confereeren
dien warmen zomermiddag kwam hij in zijn hotel
terug en at met graagte. Langzamerhand viel, al
etend, zijn vermoeidheid van hem af, hij kreeg weer
belangstelling voor andere dingen dan zijn spijzen;
en toen de kellner het fruit op tafel zette schoot
hem iets in de gedachte, en vroeg hij naar de gracht.
Hij wist niet hoe de herinnering daaraan plotseling
bij hem opkwam.
Is ze soms gedempt? vroeg hij, en wist ook
niet waarom hij juist die vraag stelde.
De kellner keek op hem neer, het was een ander
soort blik, niet meer die van een kellner, maar van
een mensch, zij het van een kleinen mensch. Neen,
de gracht was niet gedempt, maar.... met bedenke
lijke gelsat$trefcke.n verviel de kellner in fluister
toon. ...
Dien avond dan, na vele jaren vanverwaarloozing,
bracht hij eindelijk zijn ontelbare malen voorge
nomen bezoek aan de gracht. Een gevoel van be
klemming drukte zijn borst. Was het de warmte van
den zomeravond ? Neen, het was wat de kellner ge
fluisterd had: dat het een beruchte gracht was ge
worden, dat er slechte vrouwspersonen huisden. En
al loopende hoopte hij dat het gele huis zou zijn
gespaard, of liever nog dat het zou zijn gesloopt. Hij
hoopte hét zoo vurig, dat hij zich een dwaas vond,
en toch hoopte hij het.
Maar zijn verwachting ging niet in vervulling.
Al aan het begin van de gracht zag hij ia de verte
het gele huis, en zijn beklemming nam toe. Eerst
echter zou hij het andere zien; dat kwam straks.
Ja, de gracht was verpauperd, alsof de altijd armoe
dige overkant zijn besmetting naar hier, naar de
rijke zijde had weten uit te breiden. De rijkdom
vergaan, de grootheid vervallen, de huizen haveloos
en verveloos, sommige onbewoond en zwart, andere
met dat zoetig rose licht van verfoeienis, van zonde,
en geschilderde schepsels aan het raam. Alles was
krank geworden aan die gracht, de boomen hadden
de iepziekte, door de fletse bladarme kronen keken
de sterren op hem neer.
Nog eer hij voor het gele huis stond zag hij dat
ook dit onherstelbaar had geleden, de zuil die
zoo tenger en fier het balkon had getorst wegge
broken, het balkon eveneens. Maar een imposant
pompeus huis was het niettemin met zijn groote
blokken in het lantarenlicht nog altijd geel, het
vierkantte machtig omhoog. En de ontucht ook hier.
Hij liep er reeds snel voorbij toen driftig tikken
aan het raam hem opeens als een beeld deed stil
staan. Het raam, haar raam. Ja, daar had een
vrouw getikt tegen de spiegelruit, hij zag haar nu
haastig opstaan en verdwijnen, en even later werd de
voordeur wijd opengegooid. De vrouw stond donker
tegen den rose verlichten achtergrond der gang.
Het binnenste van het huis, voor het eerst in
zijn leven, en daarvóór een groote, rijzige vrouw.
Kom je niet es bij me ? vroeg een grove stem,
die licht lispelde door het ontbreken van enkele
tanden.
Hij stond, onder den kroonzieken olm, nóg als een
beeld. Want ja, o ja, de vrouw had zachtblond haar,
en hij zag, neen hij verbeeldde het zich, neen hij zag:
een hardblauw oog, een poppenoog dat zonder
herkennen hem aankeek, fel.
Maar hij keerde om, hij liep opeens terug, het
leek haast draven, wegvluchten voor het schorre
lachen der groote vrouw. Eerst voorbij de gracht
bemerkte hij dat alles aan hem trilde.
Zij ! dacht hij dien nacht in zijn hotelbed. Zij!
Zij? vroeg hij zich af. Neen, onmogelijk. Zij was
toch blijkbaar een meisje van stand geweest, het
was onbestaanbaar dat zij tot deze diepte zou zijn
gezonken. Een toevallige gelijkenis, misschien gén
gelijkenis. Hij had haar* in het avondduister niet
goed kunnen opnemen. Neen, dergelijke dingen
bestonden niet. Een speling van het lot.
Zij ? vroeg hij weer. Een speling van het lot? Alles
was mogelijk, dit was mogelijk.
Hij kwam met zichzelf niet tot klaarheid, hij
wilde het ook niet komen. Hij wilde alleen vergeten,
voor eeuwig vergeten.- En nooit meer dat huis.
Dien ochtend heel vroeg, na slapeloozen nacht,
reisde hij weg van de stad, weg naar de bevrijding.
lllllUltlltllIllllllllllpllIIIIIIIIIIIIIIIIIllIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllltllllllllllIIIMIIIIIIIl
Waar
was
hij
geweest?
I""\E politie van het
grens1-^ plaatsje Snuggerade ar
resteert een verdachte zwer
ver die sinds eenige dagen
in het plaatsje verblijf houdt.
Het fototoestel dat hij in
zijn bezit blijkt te hebben,
wordt in besiag genomen, en
de film ontwikkeld waar acht
opfiamen op waren gemaakt.
(Twee opnamen van
Hollandsche verdedigingswerken
mogen hierbij niet gepubli
ceerd worden). De verdachte
beweert dat hij niet in het
buitenland is geweest, en de
politie van Snuggerade zit
met de handen in het haar
omdat zij niet weet waar de
foto's genomen zijn. Na een
kruisverhoor valt de ver
dachte door de mand, hij
blijkt het fototoestel gestolen
te hebben van een rijke Ame
rikaan. Volgens het signale
ment is deze Amerikaan geen
Amerikaan maar een spion
die in Augustus een "groote
reis door Europa gemaakt
moet hebben en wiens spoor
men bijster is. De politie van
Snuggerade roept daarom de
hulp in van onze lezers en
vraagt om de meest nauw
keurige plaatsaanduidingen
van de foto's. De foto's zijn
genomen in zes verschillende
landen. De minimum eisch
die aan de mededingers naar
de hoofdprijs wordt gesteld,
is dat zij op zijn minst de
namen van de landen in
volgorde vermelden.
De inzender van de meest
volledige plaatsaanduiding
van ds foto's krijgt de hoofd
prijs: een kleurenreproductie
van Vincent van Gogh in lijst.
(Bij verschillende volledige
oplossingen beslist het lot).
Verder worden er als troost
prijzen twee niet ingelijste
reproducties uitgereikt. In
zendingen moeten uiterlijk
18 December in het bezit van
de redactie zijn. Aan de
adreszijde s.v.p. vermelden:
Prijsvraag."
i
I
l
i
i
i
i
'iiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
1111111'^
i
i
|
i
PAG. 21 DE GROENE No. 3262