Historisch Archief 1877-1940
Het Renouveau Catholique"
JEen belangrijke geestesstrooming in Frankrijk
Dr. Anton van Duinkerken
i
f.
*.
I:
*VT
v
I;DE krachtige beweging in het Fransche geestes
leven, die als Renouveau catholique" wordt
aangeduid, en die ook in Nederland grooten invloed
Uitoefende, dateert uit de negentiger jaren van de
vorige eeuw: men laat haar gewoonlijk beginnen
in 1889, toen Paul Bourget zijn spiritualistischen
roman Le Disciple" in het licht gaf. Zij heeft
verscheidene aspecten, doch haar voornaamste
Operatie-basis bleef tot vandaag de bellettrie. Ze
WOrdt dan ook meestal als een letterkundige bewe
ging gewaardeerd, maar het zou onjuist zijn, haar
tébeschouwen als een letterkundige school. Daar
voor is zij te breed van programma en vereenigt
Zij in -een algemeen verlangen naar katholiek
herstel te verscheiden persoonlijke strevingen. Een
beweging, waartoe men zulke scherpe
tegenstel$ngen kan rekenen als het werk van Paul Bourget
en het werk van Léon Bloy, de pcëzie van Andr
'X*fen en die van Paul Claudel, vertoont geen
schoolsch karakter. Haar bindkracht is geen stijl
beginsel, doch een levensbegrip. Haar kracht ligt
ook niet uitsluitend bij de litteraire meesterwerken,
welke zij voortbracht, doch mede bij haar werking
naar buiten; dit beteekent in het onderhavige
geval: haar manifestatie van een katholieken
levenswil voor een leekenpubliek.
, Voor een goed deel is het Renouveau een
leekenbeweging, zelfs een beweging van leeken, die groo
tendeels op later leeftijd den weg naar de katholieke
kerk vonden of terugvonden. Men kan niet zeggen,
dat tevoren de katholieke litteratuur ontbrak of
? arm was. Heel de negentiende eeuw door heeft
Frankrijk groote katholieke schrijvers opgeleverd,
wier spiritualistische wereldbeschouwing bewust
.n strijd was met de heerschende strevingen van het
'positivisme, het materialisme en het naturalisme:
Chateaubriand, De Maistre, De Bonald,
Montalembert, Dupanloup, Veuillot, Barbey d'Aurévilly,
Villier de l'Isle-Adam, Ernest Hello en Paul
Verlaine, die Sagesse" schreef, werkten vóór het
eigenlijke Renouveau en hetgeen zij schreven
drong door buiten de beperkte groep der clericalen,
die zich allengs meer in de minderheid voelden
sedert de Fransche romantiek als
oorspronkelijkkatholieke beweging mislukte. Het Renouveau
zette dus een traditie voort, maar het drong deze
traditie, die door het groote publiek en de officieele
deskundigen meer en meer veronachtzaamd werd,
met kracht naar den voorgrond. Het paste zich
daarenboven aan bij de zienswijzen en methoden
der modernen. Het polemiseerde met de meenin
gen van den dag. Traditioneel, was het tevens
gloed' nieuw. En het wekte verbazing door de resultaten
zijner overredingskracht, toen allerhande leidende
figuren man voor man tot de katholieke
levenspractijk, die zij sinds lang hadden verwaarloosd,
met een belijdenis op de lippen terugkeerden.
JORIS Karl Huysmans, Francois Coppée,
Adolphe Rettéschreven hun
bekeeringsverhalen, Ferdinand Brunetière constateerde La
renaissance de l'idéalisme" en werd een katholiek
beoordeelaar van de stroomingen des tijds. Op het
positieve denken reageerden de spiritualistische
wijsbegeerte van Maurice Blondel en het intu
tionisme van Henri Bergson, dat verscheidene zijner
leerlingen en tenslotte den meester zelf tot een
dieper studie en" oprechte aanvaarding van de katho
lieke mystiek en dogmatiek zou voeren. Het symbo
lisme in de geschiedenis der dichtkunst bleek een
overgang naar een dichtwijze, die haar inspiratie
zou vinden bij de metaphysische gegevens van de
oude kerkleer. Of Jean Arthur Rimbaud persoonlijk
d<We ontwikkeling doormaakte tot de eindphase
toe, moge betwijfeld worden, het is een feit, dat hij
aan Paul Claudel den weg wees naar het religieuze
?dichterschap.
In 1905 keerde Francis Jammes, onder invloed
van zijn vriend Claudel, tot de katholieke belijdenis
weer; terzelfder tijd verklaarde de smartelijke
dichter Charles Guérin, te willen sterven onder het
kruisbeeld, dat boven zijn wieg had gehangen. In
.September 1908 hervond de groote Charles Péguy,
bezield door de edelste maatschappelijke strevingen
van onzen tijd, het geloof zijner kinderjaren, en op
Witten Donderdag 1910 volgde hem zijn vriend
Joseph Lotte naar de kerk. Emmanuel Delbousquet,
Jean Thorel, AndréLafon, Charles de Bordeu,
schrijvers en dichters van naam in die dagen, be
keerden zich tusschen 1908 en 1910; in 1911 was
het Albert Fleury, in 1912 Charles Morice en Charles
Francis Gaillard. In Februari 1913 ging de klein
zoon van Ernest Renan, die den voornaam van zijn
beroemden grootvader droeg, Ernest Psichari, tot
het katholicisme over, korten tijd later volgde hem
zijn vriend Henri Massis.
Deze stroom van bekeerlingen nam toe tijdens den
grooten oorlog van 1914?1918; beeldende kunste
naars sloten zich aan en vormden de Association
de Catholiques des Beaux-Arts" met Maurice Denis,
Georges Desvallières, J. P. Laurens, Luc-Olivier
Merson, Injalbert, Commerre, Poilpot, Marqueste,
Hulot, Théodore Dubois, Vincent d'Indy, Widor.
O der invloed van Léon Bloy bekeerden zich de
wijsgeer Jacques Maritain en zijn echtgenoote,
de dichteres Raïssa Maritain, zoomede de
Nederlandsche schrijver Pieter van der Meer de
Waleneren, die kort na den oorlog als verzorger der letter
kundige rubriek van het weekblad De Nieuwe
Eeuw" de gedachten van het Renouveau catholique
in Nederland propageerde en hiermede de jongere
generatie van Nederlandsche katholieke schrijvers
bezielde. Bloy stierf in 1917. Hij werd na zijn dood
in steeds wijder kring bekend als de felle criticus
van den modernen geest, onmeedogend toorner
tegen wantoestanden, ook binnen de kerk. Zijn
temperament, dat hem voorbestemde, een uitzon
deringsfiguur te blijven, heeft hem bij de bepaling
zijner persoonlijke gedragslijn, hetzij tegenover
vroegere vrienden als Huysmans, hetzij tegenover
zijn eigen schrijversfaam, die hij blindelings met de
eer van God vereenzelvigde, soms afkeurenswaardige
middelen doen kiezen; hij verlaagde welbewust de
letterkundige kritiek tot maatschappelijke reputa
tieschennis en ontzag zich daarbij niet de gemeenste
beschuldigingen zonder nadere verantwoording te
lanceeren, maar de grondgedachten van zijn stormig
bewogen proza zijn aangrijpend door de felle ver
voering en het onuitbluschbaar metaphysisch heim
wee. Zijn positieve ideeën komen met die van
Nietzsche overeen, wiens karaktereigenschappen hij
ook in het minder gunstige deelde en wiens kritiek
hij door scherpte van woordkeus en helderheid van
bedoeling overtrof. Hij verheerlijkte den heiligen
haat en werd hierdoor in concrete gevallen onrecht
vaardig tot ver over de schreef van het
verontschuldigbare, maar hij kende de heilige liefde en zij gaf
hem bladzijden in, die geen auteur zijner dagen
evenaarde.
MAURICE Barrès en AndréGide appelleerden
buiten de katholieke kerk aan het menschelijk
geweten, beide onderling zoozeer tegenstrijdige
schrijvers hebben door hun richting naar de traditie
de een, naar het persoonlijke gewetensonderzoek de
ander, jongere auteurs beïnvloed, die de tendenzen
van het Renouveau zouden overnemen: Henri Ghéon,
Francois Mauriac, Daniel Rops, Georges Bernanos.
Het was geen toeval, dat het Renouveau begon tij
dens het pontificaat van Leo XIII. Twee idealen
van dezen Paus vinden wij er in terug: het sociale
rechtvaardigheids-ideaal, waarvan Péguy de groote
voorstrijder werd en dat in de Kamerpractijk werd
verdedigd door Albert de Meen en Georges Goyau;
het ideaal der christelijke wijsbegeerte, dat gereali
seerd werd door Maurice Blondel, Jacques
Chevallier, Jacques Maritain, Etienne Gilson, RenéJouvet,
Yves Simon, en den wijsgeer-dramaturg Gabriel
Marcel.
Eigen organen heeft het Renouveau nooit gehad,
al vereenigden zich sommige groepen om bepaalde
bladen als de Revue des Jeunes", Les Lettres",
en in den laatsten tijd Temps Présent". Overtuigd
dat de katholieke wereldbeschouwing en haar tra
ditie niet uitsluitend van belang zijn voor de
Roomschen, maar voor allen, die hoe dan ook iets van
het evangelische idealisme in zich dragen of eerbie
digen, werken de katholieke schrijvers in Frankrijk
loyaal met de anderen samen. Zij komen rond voor
hun opvatting uit, maar verdragen daarnaast de
eerlijkheid van ieder eerlijk man. Ook hierin zijn
zij leermeesters van de jonge Nederlandsche katho
lieken geworden, die de onverwrikbaarheid hunner
dogmatiek niet tot een voorwendsel tot vereenzelvi
ging maken, doch aan de evangelische bereidheid
tot erkenning van al het goede, waar het zich ook
laat vinden, een persoonlijke verdraagzaamheid
ontleenen, die de onbelemmerde samenwerking met
anderen voor het gemeenzaam heil veroorlooft.
Het perspectief der jeugdwerkloosheid
MET minister Romme zijn de plannen voor de
Jeugdregistratie en de veel straffer georga
niseerde combinatie van opvoeding en werkloos
heidsbestrijding der jeugsd van het tooneel ver
dwenen. En de hoofdambtenaar, die door zijn
bewondering voor de Duitsche Arbeitsdienst"
aanzienlijk tot de argwaan tegen deze plannen had
bijgedragen, is nu op een geheel andere wijze aan
het eind van zijn carrière gekomen
Daarmede is het vraagstuk van de jeugdwerk
loosheid nog niet van de baan, al is de omvang en
intensiteit van dit euvel tijdelijk wel verminderd.
Het is daarom in deze situatie niet slecht gezien
van minister Van den Tempel om alles op de kaart
van de herscholing te zetten: er is een grooter be
drag uitgetrokken voor werkkampen, centrale
werkplaatsen en werkobjecten; terwijl de posten
voor cursuswerk zijn verlaagd. Ook deze laatste
maatregel getuigt van realiteitszin: bij langdurige
werkloosheid krijgt zelfs de futste jongen genoeg
van E.H.B.O., talen-die-hij-niet-kan-toepassen,
sport, dammen en schaken. Vooral in de groote
steden was er op ait gebied overvloed van keuzes:
men kon Roomsen dammen en Protestantsch
schaken, socialistisch turnen, vrijzinnig boek
houden en omgekeerd. Thans is de jeugdwerk
loosheid te zeer afgenomen, dan dat men het
zuivere ,,van-de-straat-houden" nog volgens de
vier of vijf zuilen" zou moeten organiseeren.
De groote vraag bij de plannen van dr. Van den
Tempel is thans echter: zal er na de herscholing
vooral als daar op den duur demobilisatie bij
komt voldoende werk voor deze herschoolden
zijn? Daarvoor moet men twee dingen weten. Waar
Nerveuze Angstaanjagingen
verdwijnen snel en worden voorkomen door
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Zenuwstillend Zenuwsterkend
Buisje 75 et. Bij Apothekers en Drogisten
PAG. 4 DE GROENE No. 3262
in de toekomst werkgelegenheid zal zijn en hoeveel
en wat voor soort jonge werklozen er zijn.
Wa*- dit laatste betreft, daarvoor had prof. Romme
uitgebreide plannen inzake Jeugdregistratie. Deze
zijn nu ook onder de tafel gewerkt en dat is jammer.
Want daarin lag hét middel om goede leiding voor
werkkampen en jeugdobjecten uit te zoeken n
om het wantrouwen der jeugdigen tegen het amb
telijk apparaat, dat door vele arbeidsbeurzen jaren
lang is aangekweekt. Daarom schuilen er groote
gevaren in het plan om nu deze Jeugdregistratie
weer aan de arbeidsbeurzen te gaan toevertrouwen.
Immers de over- overgroote meerderheid der
werklooze jongeren in de groote steden vindt geen werk
via de arbeidsbeurs, maar op advertenties, relaties
of eigen initiatief; de ervaring is maar al te vaak,
dat de werkgever, die geen advertentie wil betalen,
maar zich van de Arbeidsbeurs bedient, een slecht
betalende werkgever is, zooals de ervaring der
werkgevers in vele steden is, dat het jongere per
soneel dat door de Arbeidsbeurs gestuurd wordt
van een dergelijk gemengd gehalte is, dat men
liever op andere wijze zijn werknemers uitkiest.
Tenslotte is op sommige Arbeidsbeurzen de be
handeling van achter het loketje niet zoodanig,
dat dit het problematische nut der inschrijving
doet aanvaarden. Daarom, wanneer de minister
de Jeugdregistratie met alle geweld door de Arbeids
beurzen wil laten doen, dan mag hij wel zorgen,
dat het op een paedagogische manier gebeurt en
door speciale ambtenaren.
En zekerheid omtrent de toekomstige werk
gelegenheid bestaat in het geheel niet: daarvoor
is een algemeen industrialisatie-plan noodig.
Derhalve is het bestrijdingsmiddel der
jeugdwerkloosheia, dat de regeering aanbiedt, niet meer
dan een speculatie. Het kan in combinatie met een
industrialisatie-plan de goede oplossing zijn. Maar
zonder dat plan kunnen wij alleen maar hopen,
dat de speculatie gelukkig uitvalt.
MR. W. VERKADE