De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 16 december pagina 10

16 december 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

TK * , itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimimimi iniiiiiiim iiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiinii iimmiiiiiiiiiimiiiiiiiiim aawwi is een abonnement op DE GROEN E" zoo'n kostelijk bezit? De Groene" Nederland's boeiendste weekblad is. belangrijke politieke artikelen actueele reportages interessante knipsels wetenschappelijke bijdragen afwisselende vrouwenpagina's natuurhistorische varia boeiende verhalen en . in velerlei vorm: Charivaria, Kleine Perikelen", leuke puzzles en prijsvragen en .. JLNVU» 3NI31X 30 <^lh t Vult den bon in die op pagina 31 in dit nummer staat. niiniiiiHnHiiiiiiiiHiiiiitiuiittititiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiMiiiniuitiiuitTiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiMMiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiliuuiiiiinniMiiiiiiiiiinMiHrr Hoe IVedei De merkwaardige lotgevallen van*ons gemeenebest een les voor Vereenigd Europa MAARTEN van Rossem, dezelfde die zijn naam gegeven .heeft aan een bekend tabaksmerk, kan hoop geven aan hen die het bestaan, naar Vereenigd Europa" te streven. Niet omdat de plundertochten die hij in de veertiger jaren der zestiende eeuw verrichtte, een lofwaardig voorbeeld zijn ! Neen, maar omdat de figuur van dezen onbesuisden condottiere, huurling van den hertog van Gelre, het ons duidelijk maakt dat er een tijd is geweest dat de deelen die thans den Staat der Nederlanden vormen, voor onderling wapengeweld niet terug schrokken. De kloof die thans Duitschers van Franschen scheidt, lijkt onoverbrugbaar. Leek de afstand tusschen de Hollanders en de Gelderschen den zestiende-eeuwschen Noord-Neder lander minder groot? Er is meer. Want de verwoede strijd die Karel van Gelre tegen andere deelen van de Nederlanden voerde, is niet het eenige bewijs dat de geschiedenis ons levert voor de stelling dat ook de Vereeniging der Nederlanden, thans door ons als simpel feit aanvaard, eerst na een langdurig historisch proces en na velerlei verwikkelingen tot stand is gekomen. Men behoeft in de Middel eeuwen slechts in geringe mate op de hoogte te zijn, om te weten dat zij een tijd vormen waarin Noord en Zuid, Oost en West van ons land in voort durend conflict waren met elkaar. De bisschop van Utrecht was meestal een geducht strijder en niet slechts voor het heil der Kerk. Herhaaldelijk stroopten de Friezen Holland's Noor derkwartier af. De vader van Graaf Floris liet op een veldtocht bij Stavoren het leven. Holland en Vlaanderen lagen gedurig overhoop over het bezit van Zeeland. Ook de Brabantsche hertogen poogden herhaaldelijk hun gebied uit te breiden. Kortom: met veranderde namen lijkt de geschiedenis der Nederlandsche gewesten in de Middeleeuwen als twee druppels water op de geschiedenis van verdeeld Europa in de laatste twee, drie eeuwen. Intusschen werd deze Middeleeuwsche verdeeldheid meer en meer een £U>J L»* \^3 u^j MUMCHHAUSEMjf. 'T* OEN ik onlangs langs de grenzen ?* van mijn landgoed reed, deed ik de onaangename ervaring op dat ik steeds om de acht uren op hetzelfde punt terug kwam. Daarbij denkende aan mijn 500 jachthonden, mijn stalknechts, mijn tuinman en den ouden gepensionneerden vice-palfrenier, kwam ik tot de conclusie dat mijn landgoed gebrek had aan levensruimte. Aan mijn landgoed grenzen eenige andere landgoederen en Rijksgronden. Het eigendomsrecht van de bezitters dier gronden was op niets gebaseerd; hoogstens konden zij hun rechten doen gelden op grond van een uit sleur van geslacht op geslacht overgegane gewoonte. Ik liet een brief aan de om mij wonende z.g. grondeigenaars zenden, waarin ik hen verzocht hun grond aan mij af te staan, en dat het om hun bestwil ging. Gelijktijdig organi seerde ik een groote jachtpartij en zonder noemenswaardige incidenten en slechts 20 verdwaalde kogels werd ik meester van een dozijn landgoederen. Omdat ik vreesde in conflict met het Rijk te komen, spoedde ik mij per vliegtuig naar de radiostudio. Na in de antenne geland te zijn en langs de mast naar beneden gegleden te zijn, betrad ik de studio, en proclameerde mijzelf tot dictator van het land. Ik beloofde verlaging der be lastingen, de acht-urige werkweek, loonsverhooging aan de arbeiders, loonsver laging aan de werkgevers, nooit meer oorlog en vrede en alles wat mij maar ta binnen schoot. In alle hoeken des lands werd zoo hevig geapplaudiseerd en Leve Münchhausen.'" geroepen, dat de grond trilde alsof het een aardbeving was. Mij uit de studio begevende, ont waarde ik voor den ingang een compacte massa huldigende menschen. Over hun hoofden loopende wist ik mij met mijn gevolg te verwijderen. Den volgenden dag stak ik voor de radio redevoeringen in alle talen af. Ik betuigde alle landen, te beginnen met de naburige, warme vriendschap en zei dat ik gaarne de vrede met hen wilde bewaren. Er was toch nergens vrede, en omdat een groot deel der menschheid niet wist waar ze politiek en economisch aan toe was, had ik heel Europa dadelijk op mijn hand. Ik riep mijzelf uit tot president van Vereenigd Europa. Maar nu restte mij een andere moeilijkheid: de kans dat ik met de andere werelddeelen in conflict zou komen. Hoewel ik het feitelijk geen oorlog zou willen noemen, was ik na een paar dagen heer en meester over de wereld, voornamelijk dank zij de vestzakslagschepen die ik in groote hoeveel heden bij me had. Omdat ik het werk langzamerhand allén niet af kon (ik moest me hier en daar laten zien, bij voorbeeld bij het leggen van de eerste steen van een IJslandsch zwembad of bij de opening van een Zoeloebazar) creëerde ik een enorm aantal doubles, wat niet zoo eenvoudig was omdat er geen menschen te vinden waren die ook maar in de verste verte in de scha duw van mijn aristocratische uiterlijk kunnen staan. Deze doubles leken echter, dank zij mijn grimeerkunst zoo sprekend op me, dat ik mijzelf soms verwarde met enkelen hunner, wat mij wel eens in ongelegenheid bracht. Iedereen zou verwachten dat de wereld nu gelukkig zou zijn, nu alle landen n waren. Het tegendeel was eerder waar, dat had ik trouwens voorzien. De men schen begonnen zich op den duur te vervelen met de vrede. De taak van wereldpresident was een ondankbare. Naar een congres in het oude Genève, dat ik zou leiden, zond ik al mijn doubles, van iedere nationaliteit n. De consternatie was groot, mijn doubles die van eikaars bestaan niet hadden afgeweten, kregen hevige ruzie. Ondertusschen zat ik op mijn oude landgoed te visschen 'ik ving 86 snoeken op n ochtend) en in een minimum van tijd was de wereld in haar oude toestand', alle landen waren weer in oorlog met elkaar. PAG. 10 DE GROENE No.3263

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl