Historisch Archief 1877-1940
AN EUROPA'5 KUNST
Elijke taal des geestes onder de volken van Europa
kunnen vormen, en al sinds eeuwen gevormd
?hebben. Beperken wij ons tot het laatstgenoemde,
de kunst, dan zien wij, hoe op het gebied der muziek
de kerkelijke toonkunst overal een zelfde vervor
ming gegeven heeft aan de toch. zo verscheiden
volkszang der naties. Vocale meerstemmigheid en
contrapunt bloeien in Engeland en de Nederlanden
gelijk de instrumentale in de Romaanse landen. Er
komt een algemeen-Europese literatuur, die ondanks
alle taalverschillen met gemeenschappelijke thema's
de mythen der afzonderlijke naties voorgoed ver
dringt. Romaanse en gothische bouwstijl verspreiden
zich als een mode door heel de Westerse wereld; in
overeenstemming daarmede de plastiek, terwijl meer
nog dan uit de fresco's der kerkwanden een zelf
standige schilderkunst zich ontwikkelt uit de
allerwege ontstane miniaturen der kloosterlijke
handschriften. Er zijn hele perioden in de geschie
denis der kunsten, waarvan het gemakkelijker valt
op morfologische gronden een indeling volgens de
tijd, dan een volgens de landen van herkomst door
te voeren.
Maar zo gauw het bewustzijn van de persoonlijk
heid begint te ontwaken, de feudale maatschappij
samenschrompelt en uit de opkomende burgerij het
individu naar een eigen ontplooiing begint te streven,
krijgt ook de kunst in verschillende landstreken
meer en meer een zelfstandig karakter, al blijven
enge wisselwerkingen nimmer uit. Het is alsof in de
Renaissance ook de naties steeds sterker hun eigen
individualiteit gaan vertonen; en persoonlijkheid
is specialisatie, is onvermijdelijke eenzijdigheid of
zelfbeperking. De Nederlanden kunnen niet zozeer
door koophandel en vrijheidsoorlogen in beslag
worden genomen, of zij ontwikkelen zich nog tot
een paradijs van kunstlievende musici en
natuurlievende schilders. En terwijl de musici doodbloedden
aan steriele schoolsheids, hun contrapuntische
'kunst door de Duitsers werd overgenomen en tot
sublieme bloei opgevoerd, ontplooide zich de schil
derkunst in deze landen tot dat wat in alle toe
komende eeuwen voortaan onze nationale glorie
zou worden: het rijke realisme van Rembrandt en
zijn tijdgenoten. In een soortgelijk proces verdrongen
in Italiëde dramatische muziek en de beeldhouw
kunst de aanvankelijke zo sterk opkomende letter
kunde, en de schilderkunst die zich iets beter in
enkele grote figuren handhaafde. Maar het is geen
toeval dat een Leonardo da Vinci niet allén schilder
kon zijn. In de nieuwe bloeitijd zou Frankrijk het
uitverkoren land van dichtkunst en vooruitstrevend
proza worden; met, op het laatstgenoemde gebied
vooral, Spanje gedurende vele eeuwen als een
ernstige rivaal, totdat dit land met zijn overzees
Imperium, dat slechts verenigen kon waar het onge
naakbaar was, zich als een gulzige rijkaard tot
stompzinnigheid toe volvrat aan de rijkdommen
uit koloniale gebieden waar nooit de zon maar wel
de cultuur der inboorlingen onderging. In Engeland
ontwikkelde zich het drama tot ongekende hoogte,
en uit het drama weer een nieuwe romankunst;
in beide uitte zich op artistieke wijze de Britse
realiteitszin, die ook met zulk een verwonderlijke
zuiverheid werd overgeplant naar Noord-Amerika,
een aparte wereld van tastende experimenten, die
ook op het gebied der kunst nog alle mogelijkheden
in zich bergt, en ons elke dag voor de grootste ver
rassingen kan doen staan.
p AADSELACHTIG in het licht van deze eeuw
|\ is het Duitsland der musici, der lyrische
dichters die hun aanverwante broeders zijn, der
gemakkelijke adaptatie aan allerlei stromingen
uit andere streken. Het onvermoeibaar vermogen
op ieder gebied om over te nemen, zelfstindig verder
te ontwikkelen en te vervolmaken, moest
noodlottigerwijze samengaan met een overdreven accen
tueren van oorspronkelijkheid, een streven naar
autarkie, daar waar ternauwernood nog een natie
in de eigenlijke zin des woords bezig was zich te
vormen. En onderwijl konden de Scandinavische
landen nog in kinderlijke half-slaap dromen tussen
blauwe fjorden en groene bossen, blij in het aan
vaarden, traag in het uitwisselen. En het grote
Russische rijk, kon men het feitelijk in dit opzicht
al tot Europa rekenen? Kan men het vandaag?
Het beeld verliest aan klaarte, hoe verder men zich
verwijdert van de oceanen, die de ruimste
cultuurwegen schijnen, althans de ontvankelijkste gebieden
omspoelen. Voor het overbrengen van kunst en
cultuur is zelfs de Atlantische Oceaan een minder
groot obstakel geweest, dan Kaukasus en Oeral,
of zelfs de Alpen op een gegeven ogenblik. Het is
dan ook niet zonder reden dat sommigen tegen
woordig geneigd zijn te spreken van thalassische"
cultuur versus tellurische"; het beweeglijke, ver
anderlijke, snel-groeiende tegenover het
statischconservatieve en afweren. De receptiviteit der
kust-gebieden tegenover de weerbarstige besloten
heid van het binnenland.
Zijn dit geen factoren die zich ook zullen blijven
doen gelden als de oude droom van een verenigd
Europa ooit verwerkelijkt wordt? Wel is er ondanks
alle kunstmatige grenzen en slagbomen, bij een
steeds grotere cultuur-uitwisseling in Europa een
onafwendbaar internationaliseringsproces 'der kun
sten gaande; wel moet elke poging tot autarkie
op het gebied der kunst tot verarming voeren. Maar
de vijfentwintig eeuwen mensheidsgeschiedenis die
wij enigermate kunnen overzien, zijn niet meer dan
een dag van het Brahma-jaar waarin zich de
werkelijk grote gebeurtenissen voltrekken. En zou
een verenigd Europa geen gróte gebeurtenis zijn?
Het schijnt nog veraf; maar de kunst althans
geeft hoop. .. . Lou LICHTVELD
fi/j DE AFBEELDINGEN
Rechts boven : Crieksch mummie-portret uit Egypte
impressionisme van twintig eeuwen her.
Links onder: Christus-kop van het Gerokruis in
den Keulschen Dom Expressionisme van 1000
jaar geleden
Rechts onder: Terracotta-kop van Mazzoni
Specimen van Renaissance-realisme
tv
tr'