Historisch Archief 1877-1940
IBt **
" ' ?, % -?,1S,%
'Waar zijn
j- £0/c" cfe Korver
9 9
!f?Bok" de Korver (met het X) zittend temidden
van zijn mede-Spartanen wier aanvoerder hij was,
en het elftal der tegenpartij, voor den wedstrijd
temidden van toegewijde supporters gefotographeerd.
r
"' £
MOEDER," zei Juliaantje onlangs tot Hare
Majesteit, moeder, wat staan onze portret
ten toch dikwijls in de bladen, veel mér dan van
endere menschen."
Neen, Juliaantje l"
Wat zegt u, moeder?"
Er is n mensen, Juliaantje, wiens portret
mér in de bladen staat dan het onze. En dat is
mijnheer De Korver uit Rotterdam."
O ja", zei Juliaantje, die een echt bijdehand
kind is, maar Bok is ook een voetballer, wij zijn
Koningin, hèmoe?"
De Koningin zweeg.
Ik weet dit gesprek van den Chineeschen gezant,
die in een zijkamertje op een audiëntie zat te
wachten en het toevallig hoorde. Zijn tolk heeft
dezelfde kruidenier als ik."
Zoo begint de journalist D. Hans een huldigings
artikel over Bok de Korver, den grooten voet
baller van het Rotterdamsche Sparta, toen hij in
1918 zijn 350-sten wedstrijd gespeeld had en naar
aanleiding daarvan gehuldigd werd. Hij speelde
toen in Sparta's eerste elftal reeds van 1902 af;
en hij zou het nog doen tot in 1923 toe.
Nu U dit leest, herinnert U zich natuurlijk weer
alles. Bok" l Het is historie van ruim 20 jaar
voetbal, Rotterdamsche voetbal en Nederlandsch
voetbal, en negen jaar internationaal voetbal, toen
Bok van 191.5?'14 spil was van het Nederlandsche
elftal en 30 interland-wedstrijden" speelde. Hoor
maar, wat D. Hans verder schreef:
Bok de Korver was Sparta's, was Holland's
grootste speler. Rijk is het genot geweest, dat hij
duizenden vele jaren schonk door zijn machtig,
ridderlijk, geniaal spel: een spel vol soepelheid, vol
verrassingen, vol intellect. Want hij magnetiseerde
den bal. Alles leek zoo eenvoudig, als Bok het deed,
maar het was zoo prachtig van berekening, van
tactiek, van overleg, van intuïtie."
Het feit dat iemand gedurende 20 jaar van zijn
leven, van zijn negentiende tot zijn veertigste jaar,
een zoo domineerende plaats in de Nederlandsche
voetbalwereld inneemt, moet wel te herleiden zijn
uit buitengewone capaciteiten op voetbalgebied.
Tijdgenooten spreken van zijn onwankelbare rust.
Het scheen, of overwinning noch nederlaag zijn
stemming kon verstoren, terwijl zijn
voetbaltemperament en zijn koppigheid en doorzettings
vermogen hem toch tot een fel speler maakten. Een
nimmer verloochende fairness tenslotte maakte hem
tot het voorbeeld van een sportman en al die
eigenRein en Witter dan Wit
worden uw tanden l V D D H l
als Upoetst met l V U H U L
schappen te samen tot een held voor al wat sport
bedreef of sportief voelde. Het is ondoenlijk, om de
historie van Bok in die vele jaren na te gaan. Ver
meld over hem vindt men allerwege den bijzonderen
wedstrijd tegen Engeland in 1913, toen voor het
eerst onze ploeg een opzienbarende zege wist te
verkrijgen. Het is even ondoenlijk, alle lovende
commentaren van Maandag na den wedstrijd in de
Nederlandsche dagbladpers te vermelden. Bok"
viel telkens opnieuw weer op als de beste van het
veld, tusschen zijn soms twintig jaar jongere col
lega's en had ook in snelheid en uithoudingsver
mogen niets ingeboet. Zijn spreekwoordelijke rust,
zijn feillooze techniek en tactiek leidden hem van
overwinning naar overwinning.
NU, ruim 16 jaar na den datum, dat Bok de
Korver voor het laatst als captain van het
Sparta-elftal het veld betrad, ben ik hem op gaan
zoeken in zijn Rotterdamsche woning, ergens aan een
rustig pleintje aan den rand van de stad. Waar Bok
is gebleven? Nergens anders dan waar hij zijn
heele leven was. Bij het voetballen en de voet
ballers.
Aan zijn bureau in het groote Rotterdamsche
stadhuis. Want hij is ambtenaar, en de laatste jaren
leider van de Stichting Lichamelijke Opvoeding
ten stadhuize, een pas opgerichte instelling die de
lichamelijke opvoeding van de Rotterdammers,
jong en oud en ook van de tijdelijke bewoners,
de soldaten in hun O & O, behartigt. Nu heeft de
stevige kop van den oud-voetballer al plooien ge
kregen. Zoo te zien domineert de ambtenaar over
sportsman, zooals die gemeenlijk afgebeeld wordt.
Hij is tenger en zijn rust schijnt eerder die van het
bureau dan van het groote groene veld. Maar daar
was hij dan ook om beroemd.
De radio speelt de Boléro van Ravel in de gezel
lige warme kamer. Mevrouw de Korver schenkt
een kop thee en dan komen de verhalen. Allereerst:
al is de Korver geen voetballer meer, toch is hij:
bestuurslid van Sparta, secretaris van de Sport
van O & O, lid van de Medische Sportkeuring,
heeft zitting in vele commissies en is leider van
Sparta's eerste elftal. Hij reist nog met de jongens
mee, geeft den trainer zoo noodig aanwijzingen,
en voelt zich vader van zijn sportzonen. Dit ligt
bij hem niet zoo ver af, want begin van deze maand
vertrok zijn zoon naar Indië, de jonge De Korver,
die tot dien in het Sparta-elftal de zelfde spilplaats
vervulde, die zijn vader voor hem had. Dit vervult
vooral Mevrouw De Korver met gepaste
moedertrots. Hoewel ze vroeger ook immer uitvoerig deel
nam aan het heele voetballeven van haar man.
Als hij een wedstrijd speelde, stond zijn vrouw met
de twee kinderen langs de lijn, te kijken naar vader.
Wellicht een unicum.
In deze kamer zijn de heiligdommen de foto's van
den zoon die naar Indiëvertrok en de gedenk
boeken over voetbalsport, als dat van Sparta en
van de Kon. Ned. Voetbal Bond, waarvan De Korver
trouwens eerelid is. De verdere lectuur is verzameld
in een klein kastje en ook daaruit krijg ik den
indruk dat voetbal en sport hier de grootste plaats
innemen naast en in het werk. De warme kamer,
een sigaar, de, onder het gesprek doorspelende,
radio maken dit ophalen van herinneringen tot een
gezellige bezigheid. En als er later de oude foto's
bijgehaald worden, verdiept het echtpaar zich in
vroeger tijden: Gunst, daar heb je Kessler, en
daar staat Boutmy. En dat was, toen je den beker
hebt gewonnen".
Als hij spreekt over de techniek van het spel,
constateert hij, dat alles veel gecompliceerder
geworden is. Trouwens de heele voetbalwereld is
naar alle richtingen gegroeid. Vroeger waren het
een stelletje jonge kerels, die alles maar zoo'n
beetje onder elkaar regelde. Nu zijn er ouderen,
met veel ervaring, en ontstond er iets als een
hiërarchie.
Als ik De Korver vraag naar zijn gevoelens
vroeger bij het spel, als ik hem vraag, wat zijn
bijzondere eigenschappen volgens hemzelf waren,
krijg ik niet veel antwoord. De Korver heeft zich
nooit erg met zichzelf beziggehouden. Dat hebben
honderdduizenden anderen voor hem gedaan. Hij
heeft gevoetbald, zoo goed als hij kon. En nu doet
hij zijn werk in besturen, commissies en in functies,
zoo goed als hij kan. En dat is hem altijd voldoende
geweest en dat is hem nog voldoende.
Waar Bok" de Korver gebleven is? Hij is ner
gens gebleven. Hij is gebleven bij zijn oude liefde:
bij het voetbal. Hij is nooit weg geweest en hij zal
er altijd blijven.
Rouw op De
A. M* Hammacher
In memoriam Mevr. Kröller-Müller
HET is niet de gewoonte, verzamelaar van kunst
te herdenken in het openbaar. Er is soms een
neiging, tijdens het leven den verzamelaar voorra g
te geven ten opzichte van den kunstenaar. De dienst
van den verzamelaar wordt gaarne als een gunst ten
bate der kunst voorgesteld. In werkelijkheid is het
andersom. De kiezende en koopende verzamelaar
blijft toch altijd de afhankelijke van den scheppen
den kunstenaar. Op dit punt moet altijd iets worden
recht gezet. Men moet de waarheid zoeken, ook bij
het herdenken van verzamelaars.
Kunstzinnigheid en geld, zich met elkander ver
bindende tot actie, kunnen tijdelijk van eenigen
invloed zijn, doch indien de belangstelling niet een
bepaalden door geest gedreven vorm krijgt en niet
berust op iets meer dan een particuliere liefhebberij,
is een herdenking niet verantwoord. Het feit, dat de
belangstelling voor kunst en het beleid van Mevrouw
Kröller-Müller heeft gevoerd tot het resultaat, dat
Nederland een kunstverzameling op de Hooge
Veluwe rijk is geworden, die een internationale
beteekenis heeft gekregen, mag zeker bij het ver
scheiden van de stichtster tot een nabetrachting
aanleiding zijn.
PAG. 10 DE GROENE No.32£4