Historisch Archief 1877-1940
F
p
FILMMOEHEID ?
?j
'l
in het huidige tijdsgewricht speciaal in den gunst
van het publiek verheugen, dit neemt niet weg,
dat in theaters, die kennelijk stijl" in hun exploi
tatie (en dus niet in de laatste plaats ook in hun
advertenties"!) vertoonen, juist ook diep-ernstige,
dikwijls naar vorm en wezen nieuwe" films
brillante successen bleken. Zeven weken draait thans
reeds voor onophoudelijk volle zalen "Goodbye
Mr. Chips": een film die met eenigen moed aan de
markt gebracht moest worden en twee jaar geleden
eenvoudig als een vrome illusie" in de pen der
scenario-schrijvers zou zijn gebleven, en waarvan
men ook thans nog het kassucces" van tevoren
allerminst had kunnen garandeeren. Kort daar
voor draaide een diep-ernstig, uiterlijk toch bitter
weinig glorieus en niet op de cliché-motieven der
filmfantasie berustend chef d'oeuvre der Fransche
filmkunst, Hotel du Nord", meer dan twee maanden
achtereen. Dit was in de eerste plaats een
regieprestatie van Marchel Carné: een der jongeren met
een eigen stijl en nieuwe vormgeving, waarvan den
Heer Boost dan blijkbaar de taal", die hij tot hem
sprak, ontgaan is.
DE Heer Boost noemt de oude namen: Pudowkin,
Eisenstein en RénéClair. Namen die de film
met eere hebben gediend en wellicht nog zullen
dienen. Maar het is alsof men een boer hoort praten
over de eerste grassprietjes van Maart, terwijl
rondom hem thans de akker vol rijpend graan staat!
Deze namen zullen voor altijd die van pioniers
blijven uit den tijd, toen inderdaad de industrie
regisseur nog dikwijls het manusje-van-alles, dat
achter de sterren aan hijgde, was en zijn naam in de
advertenties (en misschien ook in de brieven der
productie-leiders) zoo niet vergeten, dan toch ver
keerd gespeld werd. Maar doet het iets aan de his
torische zoowel als aan de essentiëele beteekenis
dier pioniers af, dat naast hen vele, vele anderen
met een niet minder eigen, innoveerende stijl zijn
komen te staan: niet alleen Lubitsch, Josef von
Sternberg, W. S. van Dijke II, King Vidor, Henry
Hathaway. Maar ook formidabel geladen kunste
naarsnaturen, die zich in de industrie wisten dóór
te zetten: Richard Thorpe, Frank Borzage, Julien
Duvivier. En vooral ook jongeren, zooals de acteur
regisseur Leslie Fenton zooals de jonge
Amerikaansche student S. Sylvan Simon zooals de
Hollywood wonderboy" en enfant chéri der
Amerikaansche kunst-critiek Garson Kanin.
Indien wij van het bioscoopbedrijf den stijl dezer
regisseurs zelfs zouden weten te herkennen, als zij
er niet voor teekenden" zooals men uit het
rhytme van een vers zelfs den anoniemen dichter
van importantie kan determineeren en de Heer
Boost deze niet herkent, indien zij met naam en
toenaam in de veelgesmade advertenties vermeld
staan, dan wagen wij de veronderstelling uit te
spreken, dat niet de industrie, niet het publiek
achterlijk of filmmoe" is, doch de Heer Boost,
die zijn kijk op film evenmin gescherpt heeft als
zijn parate kennis.
HOE weinig heeft het naar voorlichting en leiding
hunkerende publiek, dat in een blad als De
Groene" toch zonder twijfel zijn beste gidsen zou
moeten vinden, aan critici, wier oogen gesloten
bleven voor wat er tien jaar na de eerste stoot der
filmvernieuwing gebeurde wier geest en kennis
blind bleef voor wat er in die industrie wezenlijk
veranderd is en nog dagelijks pleegt te veranderen!
Waren de tijden anders en onze fondsen grooter,
wij zouden de stoomboot van Sinterklaas willen
charteren om deze critici een Hollywood te laten
zien zooals het waarlijk is". En wij zijn er zeker
van dat zij zelf trotsch zouden zijn als zij er dan ein
delijk eens met een diploma voor Meer Uitgebreid
Lager Onderwijs in Film-inzicht zouden
terugkeeren: niet om de wijn der persconferenties of de
oogen van een filmactrice, maar omdat zij van man
tot man hadden kunnen spreken met de regisseurs,
de scenario-schrijvers, ja vooral met die gevaar
lijke geldmagnaten zelf. In 1940 en niet, zooals zij
het eenmaal uit de tweede hand leerden, in 1925!
Nu wijlen Irving G. Thalberg was zulk een geld
magnaat. Hij occupeïrde zich 15 jaar geleden ook
met andere films dan op het moment dat hij stierf, en
de wereld Romeo en Julia", het aan hem opge
dragen De Goede Aarde" en zelfs het uitgewerkte
plan voor Goodbye Mr. Chips" achterliet...
De geldelijke successen van geen dezer films
stonden bij voorbaat vast en zijn misschien ten deele
ook niet gerealiseerd. Maar er is voor de nagedach
tenis van een Irving G. Thalberg geen eerloozer
laster denkbaar, dan waarmee de Heer Boost thans
nog een naar ik meen meer dan tien jaar oude
uitspraak van Léon Moussinac meent te moeten
onderstrepen: de bankiers
wachten op de resultaten van
hun speculaties en er is dus
geen tijd om te experimen
teeren". Het is tegenover de
pogingen van de moderne
filmindustrie, die enorme ri
sico's op zich durft nemen om
met het millioenenapparaat
van de film niet altijd den
weg van den geringsten weer
stand te volgen, maar naar
vorm en inhoud een rol van
cultureele beteekenis te spelen
in deze wereld, onwaardig om
het lezend publiek het tegen
deel te willen suggereeren door
zulk oppervlakkig, onverant
woordelijk en zelf naar vorm
en inhoud verouderd schrijf
sel als van den Heer Boost.
Het gaat zelfs niet in de
eerste plaats om financieële
offers, die de filmindustrie
zich bij haar voortdurend ex
perimenteeren getroost heeft:
er zijn andere offers gevallen
en ook een Irving G. Thalberg
stierf niet met de satisfactie
van een rijk man, maar....
overwerkt temidden van zijn
strijd om de betere film, toen
hij nog maar nauwelijks 37
jaar oud was.
Voor anderen in deze in
dustrie is dit een aansporing
om des te energieker zijn
levenswerk voort te zetten.
Daarbij wordengeen scenario's
aan de regisseurs opgelegd",
geen sterren hem opgedron
gen! Talrijk zijn de voor
beelden, waarbij de industrie
tonnen verloor, omdat een scenario niet aan de ver
wachtingen bleek te voldoen, een rol verkeerd bezet
bleek. Conflicten met regisseurs zullen hieruit van
zelfsprekend voortkomen. Maar het zijn conflicten
tusschen gelijke partijen", conflicten die de film
zelf gezonder maken, omdat zij ontstaan uit een
opbouwende samenwerking tusschen zakelijk en
artistiek inzicht, en vrij wat minder destructief dan
het dogma van een verouderde kunstcritiek in
conflict met de reeds zooveel, zij het onbewust,
fijner genuanceerde verlangens van het publiek.
DE Heer Boost laboreert daaraan dat hij sommige
vorm-principes, die belangrijk waren in een tijd
dat de film nog geen eigen taal" had en de meeste
regisseurs nog geen eigen stijl" en artistieke
waardigheid, nog altijd voorop stelt en niet ziet dat
met het volle behoud van vormexperiment in
regie en montage (bij voorbeeld het montage-werk
van den avantgardist Vorkapich, die begon met het
door den Heer Boost als exceptie genoemde "Crime
Without Passion", in tal van ,,gewone"
publiekfilms, ja operettes!) de groote stuwkracht en
opgang ligt in de wezenlijk hoogere vorm van
"story-telling" scenario, gegeven en
wijze-van-behandelen, waardoor de filmindustrie juist thans
meer dan ooit bezig is school" te maken onder de
regisseurs en de jongeren, onder de spelers en niet
in de laatste plaats onder het meer en meer zelfstan
dig oordeelend publiek.
Want als laatste conclusie durven wij te beweren,
dat lijnrecht tegenover deze verouderde vorm van
filmcritiek de reactie staat van het publiek zelf,
"Mr. Average-man", dat wel degelijk komt om film
te zien, en gaat naar dat theater, waarvan hij min
of meer bewust weet, dat eenzelfde, continue stijl"
in zijn wekelijksche vertooningen brengt en hem
daardoor zooveel mogelijk de materieele teleurstel
ling van een verkeerd belegd" entree-biljet be
spaart, en voorop stelt wat het witte doek zelf te
brengen heeft. Het is aan den Heer Boost om zich
in te schakelen als critische middelaar tusschen
film en publiek, die hem beiden ver vooruit zijn,
in plaats van in een boos hoekje te zitten herkauwen
wat eenmaal tien of vijftien jaar geleden
noodig en nuttig was om te zeggen.
Maar wat nu eerder film-moe" is dan wat de
Heer Boost aanvalt zonder het te kennen noch
te begrijpen!
Mr. Henrik Scholte
Antwoord
ZIE DE BON
OP PAG. 23
ETER dan in te gaan op bovenstaande
pathetische verdediging van Hollywood laten wij
Mr. Henrik Scholte, publiciteits-chef van de
MetroGoldwyn-Mayer, beantwoorden door Mr. Henrik
Scholte, oud-publicist en oud-hoofdredacteur van
Fimliga":
De groote fundamenteele fout van de filmindustrie,
een fout die tenslotte door geen technische perfectie,
door geen virtuoze habiliteit van verfilming en
storytelling kan worden goed gemaakt, is hare afhankelijk
heid van het wachtwoord van den dag: zij kan het
zich niet veroorloven te leiden en voor te gaan, zij kan
hoogstens zoo vlug mogelijk aanpassen, onmiddellijk
overnemen en binnen de limiet, die het maken van
een film toch altijd nog stelt (acht d tien weken) uit
drukking geven aan wat het als murmureerende
wensch van Jan Publiek heeft, of wel meent te hebben,
opgevangen."
(?Filmliga" Juni '35)
En na het seizoen 1934?'35, waarin o.m. It
happened one Night", Bengal Lancers", Crime
without Passion", The thin Man", No greater
Glory", Men in White" en The scarlet Empress"
vertoond was, constateerde onze opponent-van-het
oogenblik filmmoeheid een moeheid, die wel
in de allereerste plaats het gevolg is van een al te
straf centralisatie- en nivelleeringssysteem, dat
Hollywood blijft toepassen, als ware de film nog een
nieuwtje en het leven een kermis van oncritische
potverteerders."
(?Filmliga" Juni '35)
Het komt ons voor, dat de hier boven geciteerde
uitlatingen van den criticus Scholte, die een jaar
vóór zijn in dienst treding bij de Metro neerge
schreven werden, meer objectieve waarde bezitten
dan zijn huidige verdediging.
C. BOOST
PAG. 13 DE GROENE NO.MM