De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 30 december pagina 10

30 december 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

\ekensommen met een FUNESTE UITKOMST! Het is nog altijd ontstellend, hoeveel kin deren hun huiswerk maken bij een tekort aan licht, met het risico, dat zij vermoeid en overprikkeld raken en hun teere oogen voor altijd bedorven kunnen worden. Veel kinderverdriet kan worden voor komen, door streng op de huisverlichting te letten. Door lichtmetingen is vastgesteld, dat in het middenlicht van Uw vertrekken een Philips ,,Bi-Arlita" lamp van ten min ste 150 dekalumen aanwezig behoort te zijn Bovendien is een extra lamp op de plaats waar gewerkt wordt een verdere daad van veiligheid. Er is trouwens geen enkele reden, om U den zegen van over vloedig licht te ontzeggen: de zuinige Philips Bi-Arlita" lamp vraagt voor een heelen avond van royaal licht maar een paar centen aan .stroom. PHILIPS BI-ARLITA" LAMPEN Brieven uit Loenen LOENEN, Kerstmis. Mijn waarde vriend, Je zult wel gedacht hebben: hoor ik nog ooit iets van hem? Je moet maar denken: geen tijding, goede tijding, maar je moet niet zoo ongeduldig worden. Je weet toch, dat als ik niet schrijf, ik daarvoor goede redenen heb. Begrijp dan wel, dat jullie Amsterdammers misschien denken het mono polie te hebben van lange begrootingsdebatten, maar dat dat niet wegneemt, dat wij plattelanders inet minstens even groote nauwgezetheid er op toezien, dat onze gemeentefinancirn niet in het honderd loopen. Wanneer je nu, zooals ik, voor het eerst aan het vaststellen van een gemeentebegrooting moet medewerken, dan kost dat heel wat voorbereiding en je kunt dus wel begrijpen, dat je tot de feestdagen hebt moéten wachten, vóórdat je eenjg bericht van me krijgt. Nu, ik moet zeggen: er kwam veel meer bij kijken, dan ik gedacht had. Daar heb je nu b.v. de kwestie, dat de gemeentebode wat meer verdient dan de veldwachter. Zoo iets geeft natuurlijk haken en oogen. Is het dus niet duidelijk, dat de Raad uit hoofde van sociale rechtvaardigheid aan zulk een ongewenschten toestand een einde maakt? Ik voelde me tenminste trotsch, dat ik mijn stem heb gegeven om daaraan eens en voor altijd een einde te maken. Maar jullie dan in Amsterdam. Je kakelt, dat het een lust heeft, maar je doet niks. Dat komt, om dat jullie het alleen maar hebt over z.g. algemeene beginselen en daardoor zwam je in de ruimte. Allemaal niks dan partijpolitiek. Onze partij is de grootste in den Raad, d.w.z. we kregen het grootste aantal stemmen en toch zijn we geen partij, want we zijn den politieken strijd uitdrukkelijk ingegaan met de kreet, dat we tegen elke politieke partij waren. Ik had gedurende dien verkiezingsstrijd voor den Gemeenteraad eens echt het gevoel vrijaf te hebben, een politieke straatjongen te zijn, en toen ik een paar dagen na mijn verkiezing weer braaf in het Hoofdbestuur van mijn partij meepraatte, kon ik met vernieuwden moed beginnen. Ik heb ander mijn best gedaan bij het begrootingsdebatt Ik heb niet alleen medegedaan, maar ik heb ook heel wat wenschen geuit. Je weet wel hoe droog het van den zomer is geweest. Toen ik eens 's ochtends vroeg over den weg liep, sprak ean van mijn buurvrouwen me aan. Ze zei me hoeveel last ze had van het stof op den weg en hoe naar het was voor haar kinderen, al dat stof. Of ik daar niets aan kon doen ? Toen nu het begrootingsdebat naderde, dacht ik aan die buurvrouw en aan die vele andere buur vrouwen, die ik heb. Je weet toch wel, dat ik met voorkeurstemmen in den Raad ben gekomen en nu heb ik zoo'n hoop, dat mijn buurvrouwen dat bewerkt hebben. Daarom ben ik maar over dat stof en dien weg begonnen en ik zal er over door blijven praten, totdat er geen stof meer op den weg ligt. Alleen: er moeten niet meer opcenten geheven worden om het stof kwijt te raken. Dat heb ik er niet voor over! IK zal je niet vervelen met alle andere belangrijke kwesties, die ik behandeld heb. Maar ik dacht: die weg zal je wel interesseeren want als je de visschen bij me komt verschalken, dan moet je ook over dien weg. Meld me eens, of jij resp. de visch daar ook last van hebben. Toen ik de Gooi- en Smijtlandcr kreeg, ben ik onmiddellijk gaan tellen, wie er meer in vermeld werd, de socialistische fractie-leider of ik. Ik heb het verloren met 6 tegen 7, maar dat zal me een ander jaar niet weer gebeuren! Wat een verschil overigens met verleden jaar! Toen was het hier onstookbaar koud. De plas van hier naar Loosdrecht was goed begaanbaar, gelukkig met zulk een dikke laag sneeuw, dat de menschen op schaatsen er zich niet op waagden. Met de kin deren en do honden hadden wij vrij baan. Anders is het in den winter onveilig door de schaatsers en in den zomer door de fietsers. De menschen zijn toch ook nooit tevreden met hun natuurlijke krachten. Maar om op het verschil terug te komen: dezen Kerstdag was het een en al druilerigheid. Ik wed, dat jij zelfs de visch niet zoudt hebben kunnen zien, die je aan je hengel had gekregen. Overigens net een dag voor een mensch als jij om roerloos op een hengel te turer ! Een normaal mensch was allang versteend. Als je weer komt visschen, sluip dan niet weg, maar meld je even af bij je vriend NlCOLAAS C. Meneer Adelbert besluit een goed vaderlander te zijn PAG. 10 DE GROENE No. 3265

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl