De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 januari pagina 14

6 januari 1940 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

UITHUIZIGHEDEN l* V' f . Stadsinventaris itverkoopen ARME-Chineezen op weg naar het schavot met in hun oogen reeds de droeve weerschijn van het flikke rende beulszwaard. Een schip, ver laten door de bemanning, een seconde voor het den doodenden torpedo in het stalen lijf gedrongen voelt. Een biggetje op weg naar het abattoir. Zoo schijnen mij de mannen, aan den arm hunner gade meegetroond naar de itverkoopen: Ik koop nists zonder mijn man. Hij moet het góéd vindenl" Begrijpt gij heel het leed van een zulke, die veroordeeld is tot den strop met den glimlach? Ze zwerven door de winkelstraten dezer stede. Ze stribbelen tegen in winkelingangen en geven het verzet op temidden van den krans gelukkig aanprijzende winkeljuffrouwen. En er wordt gekocht. Verrukkelijke lapjes, die lat 2r nog zoo heerlijk te gebruiken zijn voor een avondblouse of een kussentje voor den hond of anders als tulband bij een badpak zooals ze vorig jaar zeiden dat volgend jaar gedragen zou worden. Vrouwen strijken als roofvogels op de rekken en vitrines der groote en kleine magazijnen: denk je in, kor tingen tot 1300%" En lang gespaarde huishoudkassas, voor opcenten zorg vuldig gefokte tegoeden, bridge- en uitgaansfotjes worden omgezet in winkelbonnetjes en min of meer twijfelachtige aankoopen. Er zijn vrouwen, die er een half jaar naar uitkijken. Die met koopen wach ten om dan extra goed en extra voordeelig te krijgen. Er zijn vrouwen, die elk jaar weer door den uitverkoop overrompeld worden als door een ver rukkelijke, kostbare lawine. En de mannen.. .. ? Hier past slechts eer biedig stilzwijgen. Een minuut stilte voor den onbekenden echtgenoot. Film Pip gaat met vacantie (Tuschinski) DE film Pip gaat met vacantie" is apotheose van Hollywoods nieuwste jonge-meisjester Gloria Jean, een perfect zingende, acteerende en ?é. Gloria Jean sentimentaliseerende jongedame. Glo ria Jean is de kruising tusschen Shirley Durbin en Deanna Temple. En daarmede is alles gezegd; voor wie het zoo voelt: ten nadeele; voor het meerendeel echter: ten voordeele. De wereld beeft NIET alle Fransche films zijn goed, net zoo min als Erich von Stroheim altijd te genieten is. Hij is film-fetichist: altijd is hem een voor werp dat hij in de handen houdt, of een uniform die hij draagt, belang rijker dan al het andere. In zulk een voorwerp ligt voor hem de heele rol en ditmaal draagt hij als avonturier bankier een dikken wandelstok van rotting. Maar zelfs die helpt hem, noch ons, over de zandbanken der onwaarschijnlijkheid en sentimenta liteit. Een jong uitvinder heeft een machiHet leeftijdmeettoestel ne geconstrueerd, waarmee precies uitgerekend kan worden hoeveel jaren, dagen, muniten, seconden een mensch nog te leven heeft. De wereld staat er van op z'n kop en iedereen, die er hts mee te maken heeft gehad moet het bekoopen met den dood, die anders echter ook op het zelfde oogenblik ge komen was. Dus waar maken ze zich druk om? Cabaret Cabaret Pinguïn (Beatrix Theater) De Pinguin" is een gezellig dier, en het Cabaret Pinguin" is een ge zellig cabaret. En het wordt soms zelfs aller-eerstc-klas cabaret als de danseres Cilli Wang haar parodistische dansen toont, wat gelukkig vaak gebeurt. Zooveel humor en zooveel kunnen is een ruime belooning voor een tocht door de koude. Gaat dat zien, gaat dat zien! En het verdere gezelschap doet zijn best een origineel programma sam'n se st ll?n: Er zijn vele gags" tusschen de scènetjes; er is een ver heugende pantomime, door het heele gez Ischap, waarin op verkwikk~nda wijzs de gedanste spot fedr^ven wordt m t het de Klant is Koning." Nu hier aan de voorwaarde der originaliteit voldaan is, neem je op den koop toe, dat niet alles volmaakt uitgewerkt is en zelfs, dat het een en ander niet sterk is. Want deze menschen, hun namen vindt u in het progaat, hebben iets nieuws gezocht; en op dien speurtocht hebben zij ver schillende grappige invallen gehad. Tooneel De Kellnerin (Carré) HONDERDEN genieten, avond aan avond, in Carrévan Bouber en ?Elsensohn's Amsterdamsche schets": De Kellnerin. Het oude volkstooneel herleeft in het oude Carréen aan beide kan de toeschouwer veel deugd beleven. Want hier is het eenvoudige alledaagsche volksleven aan het woord: hier snikt men mee met de heldin, die door haar man, den werkloozen kellner (Harry Boda) mishandeld wordt. Hier voelt men haar schande als zij door schuld en armoede, om haar dochtertje te kunnen onderhouden, in handen komt van tante Fie"; en hier is men intens verheugd, als alles goed afloopt: als de moordaanslag op haar wettigen man haar niet aangerekend wordt omdat ze voor haar kind streed en zij tenslotte met den braven zeeman trouwt. En hier lacht men gul en hard om Heintje Davids, die de flinke vrouw van den slappen man (Joh. Boskamp) is. Annie Verhulst, de Kellnerin, geeft eerlijk, sterk spel, met ruime doseering van de accenten. En wij allen leefden mee, intens mee. KLEINE PERIKELEN HOE het ook zij, men weet tegenwoordig niet meer wat men kiezen, en ternauwernood wat men wenschen zal. Ter ge legenheid van den eersten dag des jaars is mij dat weer eens goed ge bleken bij een toevallige ontmoeting met mijn buurman van rechts op den hoek. Ik zie den man anders nooit onze buurt is een stille en hoogst fatsoenlijke, wat je niet zeggen zou aan het geringe aantal besteljongens dat er door heen komt, maar fatsoen is nu eenmaal poover heden ten dage en ik ben een geslagen vijand van buur ten, sinds.... Maar Gisse wil liever niet dat ik daarover spreek. De buurman van rechts echter duikt altijd bij bijzondere gelegen heden plotseling op, en het begin des jaars is nu eenmaal een bij zondere dag, al weet niemand precies waarom.. Van het voorjaar hebben we vrede", zegt hij na de gebruikelijke heilwenschen en plichtplegingen. In Amerika zijn ze er volkomen zeker van. Te beginnen met Roosevelt, tot de schoenpoetsers op straat." Als gemobiliseerde uit den vorigen oorlog ben ik nooit meer de in zinking van mijn vertrouwen in het gelijkluidende oordeel van over heid en massa te boven gekomen, en ik beantwoord mijn optimistischen buurman met een overigens niet onwelwillend bedoeld schouder ophalen. Hier in Europa...." waag ik in het midden te brengen. Maar mijn buurman vat vlam en orakelt: Hier in Europa weten we zelf niet waar wij aan toe zijn. We hebben het zicht op onzen eigen toestand verloren. Objectiviteit is afstand, en zonder objectiviteit begin je niets." Met of zonder objectiviteit, het is geen pretje om in Europa te zit ten, en als we dan toch voor de haaien gaan, heb ik er niets op tegen een rat te zijn, die het zin kend schip verlaat. Ik ben niet een van die geloovigen die meenen: Buiten Europa is er nergens heil. Het gele gevaar wil ik niet looche nen, en Aziëis een griïzelig wereld deel; veel te groot trouwens. Maar er zijn streken in Noord-Afrika, in Midden- en Zuid-Amerika, in Australië, nou .... Je behoeft nieteens zoo ver te gaan als het Paascheiland of Hawaii, dat overigens ook al een marinebasis geworden is." Heeft u de berichten over Anatoliëdan niet gelezen?" vraagt mijn buurman volkomen ongeschokt. Van zulke ontzettende aardbevingen hebben wij in ieder geval niet de lijden."^En vergeefs tracht ik te betoogen, dat bombar dementen ook een soort aardbe vingen zijn. Niet overal tegelijk, in alle wijken en steden," predikt mijn buurman. Gelooft u mij, waarde heer, het grootste gevaar voor Europa is het verlies aan ver trouwen waar we nu aan gaan laboreeren wanneer we niet op passen. Als de staatslieden meer vertrouwen gehad hadden in elkaar en in de toestand, zou er dan oorlog gekomen zijn?" Gisse beweert, dat ik ni;t zoozeer een pessimist ben, dan wel iemand die moeilijk kan toegeven dat ande ren de dingen beter inzien dan hij zelf. Verpletterend heb ik mijn buurman gevraagd: Zullen ze dan plotseling in het voorjaar dat vertrouwen hebben, als er niets meer over is, waarvoor je elkaar vertrouwen kunt? Of denkt u de wereld met uw eigen vertrouwen te bezielen?" Dat is het, meneer!" jubelt de onverbeterlijke. Dat is het! Vertrouwen moet ergens beginnen. Het is als een epidemia tsn goede. Het lijkt een beetje dom, maar heusch, het is het eenige wat ons nog overblijft." Ik help het hem wenschen. En.... eigenlijk ben ik daarmee ook tot zijn opvatting bekeerd. J. VAN HOORN MIJN VRIEND, DE THUISZITTER over: GOEDE VOORNEMENS In deze weken", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij liet de kurk knallen van een overgebleven flesch champagne, in dsze esrste wek^n van het nieuwe jaar is de heele wereld vol goede voornsmens. Wijs mij een mensch zonder goede voornemens en ik schenk je een glas van deze overheerlijken champagnewijn in. Maar dat kun je niet en dat is maar goed ook, want een zoo kostelijk nat is maar verspild aan jouw dorstigen keel die gewend is met ordinair bier besproeid te worden. Goede voornemens", aldus mijn vriend, en hij roerde in het parelende vocht en dronk het be slagen glas vervolgens behagelijk uit, goede voornemens vindt men nog bij bankroovers en grootvadermoordenaars. Alleen bsstaan de hunne uit het vaste voornemen, zich dit jaar niet 11 latïn snappen en nog meer ban ken te rooven en nog meer grootvaders te moorden. En in de politiek is het net zoo. En daarom", aldus mijn vriend en hij keek mij scherp aan, zijn goede voornemens niet altijd zoo voordelig voor de wereld. Immsrs, anders zag het er in de wereld nu beter uit, zooals ik week aan week hier moet vaststellen. Zoo weet ik ook zeker", aldus mijn vriend en hij schonk zijn glas nog eens vol met het schuimende vocht, dat jij ook goede voornemens zult hebben. Je wilt waarschijnlijk harder werken, meer verdienen, je ziel in een betere conditie brengen en vriendelijker zijn tegen je medemenschen of zulke burgerlijke idealen. Is het niet zoo? Welnu ! Wat is er van die voornemens ooit terecht gekomen? Je raac't al, waar ik heen wil. We moe ten het omgekeerd doen. Als de klok twaalf heeft geslagen denk m we slechte voornemens: kleine kindertjes van het trottoir duwen, snoepen uit doozen bonbons, aangeschoten thuiskomen, je werk laten slabakken en er maar op los leven." Prachtig", zei ik. Want als de menschheid dat doet, dan reageert zij met het haar eigen zedelijke bewustzijn en wordt zij dubbel zoo edel als met de beste voornemens. Geweldig ! Ik doe mee. Ik ga me als een beest gedragen !" Bravo", zei mijn vriend en hij schonk het staartje in. En bovendien zal je dat niet moeilijk vallen, het is je tweede natuur. Jammer alleen, dat de goede idee weer van mij moest komen !" PAG. H DE GROENE Na. 3266

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl