De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 januari pagina 3

6 januari 1940 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie : Keizersgracht 3S5, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement (. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd 6 JAN. 1940 De dreigende verdeelincj van Roemeni Democratiseering van het régime is het eenige redmiddel . Van onzen Balkan-medewerker DOOR de goede zorgen van de censuur is het Roemeensche volk onkundig gebleven van Stepanow's artikel in het orgaan van de Komintern, waarin deze den wereld kond deed van Moscou's ware bedoelingen jegens Roemenië. Niettemin circuleeren te Boekarest dienaangaande tal van ver ontrustende" geruchten, die de regeering tot dusverre niet in staat was te ontzenuwen, terwijl zij zelve, ondanks het geruststellende démenti van den Russischen zaakgelastigde, met de grootste zorg de verdere ontwikkeling schijnt af te wachten. Het van sommige zijden geuite optimisme, dat de tegenslagen in- Finland Stalin wel van verdere ondernemingen, afkeerig zullen maken, wordt te Boekarest slechts door weinigen gedeeld. Veeleer gelooft men, dat de Russische plannen ten opzichte van Roemeniëreeds een .uitgemaakte zaak zijn, die men tegen het voorjaar zal trachten te ver wezenlijken. In hoeverre deze vrees gerechtvaardigd is, zal eerst door de komende gebeurtenissen komen vast te staan, maar opmerkelijk is het nauwe contact, hetwelk Moscou op het oogenblik met Bulgarije onderhoudt, dat weliswaar eveneens ten opzichte van Roemeniëgeruststellende verklaringen aflegt, maar nooit verzuimt gelijktijdig te bevestigen, dat zijn rechtmatige aanspraken op de Dobroedsja onverminderd gehandhaafd blijven. Onheilspellend is ook de houding van Hongarije. ? Te Boedapest hoort men nu algemeen en openlijk de meening uitspreken, dat tegen het voorjaar de Zerenburgsche quaestie tot oplossing gebracht zal worden en alsdan de Hongaarsche vlag weder over dit gebied geheschen zal worden. Zonder directe afspraken ten grondslag te willen leggen aan de gelijktijdige bedreigingen van Moscou en Boeda pest, kan men zich toch niet onttrekken aan den indruk, dat voor den merkwaardigen ommekeer in de Hongaarsche politiek, die nog kort geleden uit angst voor het Russische gevaar tot toenadering tot Roemeniëbereid scheen, maar zich nu nauwe lijks meer van een dergelijk gevaar bewust schijnt te zijn, toch in dien richting een verklaring gezocht dient te worden. Deze zou dan ook volgens diplo matieke kringen te Boekarest hierop berusten, dat Duitschland en de Sowjets tot volkomen over eenstemming betreffende hun politiek in Z.O. .Europa gekomen zijn, waarbij Hongarije geheel buiten de Russische invloedssfeer blijft,' maar tot een algeheele verdeeling van Roemeniëbesloten zou zijn. Ernstig verzet van Italiëhiertegen zou uitblijven, aangezien juist diens beide favorieten, Hongarije en Bulgarije, niet slechts buiten spel zouden blijven, maar bovendien hun hartewenschen vervuld zouden krijgen. Duitschland zelve zou zich tevreden stellen met de Roemeensche petroleumvelden en een vrijen toegangsweg tot dit gebied. WANNEER wij ons aldus met de verdeeling van Roemeniënaar Poolsch voorbeeld bezig houden, zijn wij er ons wel van bewust, dat het onomstootelijk bewijs voor het bestaan van het snoode plan, de f mis Romaniae" te bewerkstel ligen, geenszins geleverd kan worden en ook, wanneer dit het'geval ware, nog tal van factoren de uitvoering ervan zouden kunnen verhinderen. Aangezien echter vaststaat, dat nergens de inter nationale conflictstof zoo opgehoopt ligt als in Roemeniëen men te Boekarest zelve het bovengeschetste gevaar allerminst denkbeeldig acht, schijnt het wel de moeite waard eens na te gaan, op welke hulp Roemeniëzou kunnen rekenen en over welke Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE materiële en moreele kracht het land zelve be schikt om zijn weerstand te organiseeren. Hulp van de Balkanentente schijnt vrijwel uit gesloten. Eenerzijds is het Balkanpact geen alge meen militair-defensief verdrag, maar slechts gericht tegen Bulgarije, dat waarschijnlijk rustig zijn beurt zou afwachten, tot de strijd practisch beslecht is, anderzijds zullen Zuid-Slaviëen Grie kenland niet dan in uiterste noodzaak hun neutraliteits-positie opgeven. Blijft de vraag, welke houding Turkije, de vierde partner van de Balkanentante, zal aannemen en of ei in hoeverre Engeland en Frankrijk de garantie, die zij Roemeniëgaven, willen en kunnen nakomen. ledere voorspelling ten deze lijkt uiterst gewaagd, maar wel ligt de overweging voor den hand, dat Turkije zich niet voor niets in zijn verdrag met de geallieerden zijn volledige afzijdigheid in geval van een oorlog met de Sowjet-Unie voorbehouden heeft, een standpunt, dat het ondanks zijn groot belang bij de handhaving van den status quo op den Balkan wel niet zal wijzigen. Het kan echter de Engelsch-Fransche oorlogsvloot de Dirdanellen laten passaeren en zoodoende een steunactie der Westersche dsmocratieë.i mogelijk maken. Zullen deze echter den tot nog toe vermeden oorlog met de Sowjets aanbinden ter wille van het dictatoriale Roemeniëen ter nakoming van een garantie, die in feite onder geheel andere omstandigheden gegeven werd tegen Duitschland? Hoe staat tenslotte Roemeniëer zelf voor in geval van oorlog ? Op papier heeft het land een leger van ruim. 2.000.000 man, maar met een taxatie van n anderhalf millioen zal men het werke lijke aantal wel betar benaderen. Met dit leger, dat ondanks vele aangebrachte verbeteringen op het gebied der motoriseering nog sterk ten achter en wegens de slechte verbindingswegen moeilijk te manoeuvreeren is, moet men den Russischen, den Hongaarschen en den Bulgaarschen grens bewaken. Slechts aan den Hongaarschen grens bestaat een verdedigingslinie met tal van kleine kunstwerken, die door Fransche experts gecontroleerd is. Aan den Russisch-Bessarabischen grens is men bezig met het aanleggen van versterkingen langs den Dnestr, waar de terreinsgesteldheid zich goed leent voor een krachtige verdediging. Bsssarabiëzelf is een vlak land, dat een gunstig operatiegebied aan een krachtigen aanvaller biedt. Het grootste gevaar schijnt echter aan den Noordgrens te dreigen, waar een Russisch offensief uit Galiciëdoor de Boekowina veel kans op succes zou hebben. Een zeer kwetsbaar punt is ook het groote aantal soldaten, welhaast 1/3 van ds totale sterkte, dat uit de minderheden gerecruteerd is, wier loyaliteit in den ure des gevaars aan gerechte twijfel onder hevig mag zijn. EN hiermede is men tevens bij het zorgwekkende vraagstuk van Roemenië's moreele kracht aangeland. De vraag, of de Roemeensche regeering, afgezien nog van de minderheden, op de eensgezinde en krachtdadige ondersteuning van het Roemeen sche volk kan rekenen, moet ontkennend beant woord worden wegens het simpele feit, dat dit volk zelve hiertoe te weinig vertrouwen in zijn re geering stelt. Hier gelden in nog sterkere mate de verhoudin gen, dij Polen noodlottig werden. De Roemeensche dictatuur stsunt op een handjevol menschen, die met het Roemeensche volk weinig uitstaande heeft, maar naar welgevallen over dit volk pleegt te be'schikken met behulp der bajonetten. Dit regime heeft zich geleidelijk van den macht meester gemaakt door een listig spel met de democratische constitutie en een onafzienbare reeks intrigues tegen allen die vasthielden aan hun democratische be ginselen. Dit regime is verpersoonlijkt in Korling Carol, die, sinds hij tien jaren geleden berouwvol en met schulden beladen uit zijn ballingschap terugkeerde om als constitutioneel Koning de re geering van den democratischen Roemeenschen staat van zijn zoon over te nemen, er in geslaagd is n van Europa's rijkste en machtigste vorsten te worden en heden met het volste recht kan zeggen: ,,1'état, c'est moi". Het Roemeensche volk echter heeft zijn demo cratische gezindheid geenszins afgelegd. Niets ligt ook meer voor den hand. Dit volk, dat eeuwenlang onderdrukt werd door vreemde heerschers en ge PAG. 3 DE GROENE No. 3166 hunkerd heeft naar het vrije burgerlijke bestaan, dat slechts de democratie geven kan, heeft niet zijn vrijheidsstrijd voor de eenheid en onafhanh^ijkheid van zijn staat gestreden om opnieuw en na in het eigen land onder de tyrannie te geraken van een naar willekeur regeerende dictatuur. Onmachtig tot openlijk verzet is het niettemin in zijn groote meerderheid trouw gebleven aan die genen van zijn vroegere leiders, die bereid bleken hun eigen belang op te offeren aan hun beginselen en idealen. Juliu Maniu, een staatsman van volkomen integriteit, die vooral in Zevenburgen de aanbeden volksleider gebleven is, Mihalache, de bekende boerenleider, de Bratianu's, wier naam een monu ment is in de Roemeensche geschiedenis, en tal van anderen, zij allen staan afzijdig van het heerschende regime of zijn hiermede in open conflict. Tatarescu, sinds kort weder Koning Carol's minister-president, die zich de onpopulariteit van het regime terdege bewust is, heeft gevoeld met het oog op den ernst der tijden en ter geruststelling van het volk toch iets te moeten doen. In plaats echter, zooals men verwachten mocht, te streven naar een werkelijke verzoening met de leiders der oppositie, die op dit oogenblik mogelijk geweest zou zijn, mits aan het dictatoriale bewind een einde werd gemaakt, heeft hij de voorkeur gegeven aan het enscèneeren van een politieke intrigue, waarbij hij met behulp van zijn propaganda-ministerie en onder veel misbaar de oppositie-leiders openlijk tot samenwerking heeft opgevorderd op voorwaar den, die hij onaanvaardbaar wist. Na het misluk ken van zijn zoogenaamde onderhandelingen, gaat hij hen nu met verdubbelde kracht te lijf. Speciaal schijnt deze actie tegen Maniu gericht te zijn, wiens aanhangers en politieke vrienden de laatste weken in groote getale in hechtenis zijn genomen of uit hun ambten zijn ontzet, terwijl hij zelve vrijwel een gevangene in zijn woning is. ' TATARESCU'S manoeuvre, die door het Roe meensche volk volkomen doorzien is, laat nogmaals een scherp licht vallen op Roemenië's innerlijke verdeeldheid en op het gevaar, dat een dergelijk regime in geval van oorlog oplevert voor het land zelve en voor de mogendheden, die in gevolge hun garantie hulp zouden verleenen. Zouden deze niet moeten vreezen, dat na de eerste tegenslagen de weerstand van Roemeniëreeds een gevoelige inzinking zou vertoonen? Zou Zeven burgen met zijn groote Hongaarsche en Duitsche minderheden, dat wegens zijn meer westersche cultuur zich nooit aan de Boekarester neutraliteit hseft kunnen gewennen en steeds gewend was op moeilijke oogenblikken naar het wachtwoord van Maniu te luisteren, niet een te gemakkelijke prooi voor den aanvaller worden? Maar bovenal: wat zou de moreele rechtvaardiging zijn voor een hulp actie der Westersche democratieën aan een land, waar de dictatuur van een kleine heerschende groep de beginselen van recht en vrijheid, waarvoor zij in den strijd zijn gegaan, met voeten treedt, waar het anti-semitisme een onderdeel van het regeeringsbeleid vormt, aan een millioen Joden practisch het burgerrecht ontnomen is en een minister van Justitie zetelt, bij wien Julius Streicher nog in den leer kan gaan? Wij hebben tijdens een langdurig verblijf in Roe meniëgeleerd, het Roemeensche volk te waardeeren en zijn dappere volharding onder zware levensom standigheden naar waarde te schatten. Zijn aargeboren intelligentie, zijn hoffelijkheid en gastvrijh.id, geven het zonder twijfel recht op een eervolle plaats in de rij der onafhankelijke staten. Juist daarom gelooven wij, dat het zaak is voor de Roemeen sche regeering, nog tijdig het roer om te werpen en zoodanige wijzigingen in het regime aan te brengen, dat een grootere eenheid van het Roemeen sche volk gewaarborgd wordt en zekere steenen des aanstoots uit den weg geruimd worden, die het het buitenland moeilijk zouden kunnen maken het in den ure des gevaars met zijn sympathie en ook metterdaad te steunen. Is het ten deze niet veelzeggend, dat Polen's nieuwe premier, generaal Sikorski, zich gehaast heeft een verklaring af te leggen over de democratische beginselen, die aan het nieuwe Polen ten gronslag zullen liggen? Koning Carol heeft het in de hand alsnog het schip van staat in andere richting te sturen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl