De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 januari pagina 15

13 januari 1940 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

rodie en persiflage Boven : De parodisti sche dons Ci///i Ci//i"; een parodie van twee ocrobotischec/owntjes; een grappige circusen variété-parafrase. Het lijkt haast ongeloofelijk dat het niet tweekleinemannekens, doch n vrouw is. Onder: Op deze foto kon men eenigsz/ns zien hoe het in elkaar zit. De voetjes" van het bovenste clowntje blijken de handen der danseres te zijn. Het bovenste hoofd is het hare, evenals de onder ste voeten. De rest is geieend". ALS er in het cabaret een dansnummer wordt aangekondigd, dan gaat meestal het doek open voor een vriendelijk jong meisje, dt_t min of meer vaardig tapdans" uitvoert, waarbij haar met blik versterkte zooien op de planken van het tooneel een rhythmisch getik laten hooren, dat in enkele gevallen, bij Amerikaansche groot heden, tot een vreugde voor oog en oor wordt, dat in de meeste gevallen slechts den goeden wil verraadt en geen andere aanleiding heeft, dan dat het altijd aardig is een aardig meisje op het tooneel te zien huppelen. Later komt het zelfde meisje, of komen de zelfde meisjes of komt het zelfde groepje dan nog eens terug, en dansen iets van Strauss in driekwartsmaat en een wolk van tulle en crèpe georgette", in teedere pastelkleuren. Op dit gebied weet een eenigszins geverseerd toeschouwer dan ook nauwkeurig, wat hem te wachten staat. Des te grooter is de verrassing als het dansnum mer nieuwe en onverwachte perspectieven opent. Ook in het cabaret Pirgain", dat op het oogenblik in het hoofdstedelijke Beatrix Theater optreedt, wordt een dansnummer aangekondigd: Cilli & Cilli, acrobaten". En dan, als het doek open gaat, staan daar twee kleine mannekens, twee minuscule acrobaatjes, de een op de schouders van den ander, en die beginnen een koddige voorstelling. Want zie maar hoe het bovenste acrobatische clowntje met voorzichtig en behoedzame balanceerende gebaren, met kleine schokkerige beweginkjes van de inspanning, boven op het hoofd van zijn benederpartner staat, hoe hij in komisch gespeelde equil:'brische inspanning, langzaam de handen van den partner los laat, trillend op n been boven op den kop van het onderste clowntje staat, om dan, gelukkig, weer terug te springen op zijn schou ders, waarbij dan weer de man op den grond" na den schok met vlugge pasjes zijn evenwicht moet hervinden. Hoe komisch wordt hier het circusnummer van de zwoegende en met een quasi-zorgeloos gezicht werkende parterre-acrobaten geparodieerd. Maar hoe zit dat in elkaar? Want het is toch onmogelijk, dat twee poppen samen zulk een toer, zulk een levende caricatuur tot stand zouden brengen. En dan begin je het langzamerhand te begrijpen: dat is n mensch, maar op welk een ingenieuze wijze is er gespeeld met mogelijkheden: en je ont wart dat de beenen van den ondersten acrobaat de beenen moeten zijn van de danseres Cilli Wang, die dezen dans uitvoert, dat de beenen van den bovensten kleinen circusman haar armen moeten zijn, dat alles wat er verder aan armen te zien is, namaak, illusie, is, en dat alleen het bovenste hoofd echt is. En om dezen vondst zou ie alleen al hartelijk lachen; maar daarbij komt nog de vol ledige illussiescheppende komische uitbeelding van zulk een nummer, het feilloos typeerende en parodieerende geheel van dansbewegingen. Een latere dans van Cilli Wang versterkt nog den indruk van de originaliteit van haar talent. Een gedanste parodie van het mondaine danspaar". Daar komen ze op, de heer in overkeurige rok, met geplakte scheiding, de vrouw, in over-languissant masker, in het verleidelijk vallende zijden gewaad; de mondaine" tooneelverliefdheid van zulk een paar in de langoureuze tango, in de quasi-vroolijke polka", in hun snel gewisselde woorden, wat ze toe zullen geven. Daar is de heele wereld van 2ulk een ball-roomdance" van café-chantant-élégance, fel, kleurig aan den kaak gesteld maar met welk een vriendelijkheid en grappigheid. HET is niet de eerste maal dat Cilli Wang in Nederland optreedt. Zij kwam hierheen met het onovertroffen cabaret van Erika Mann: Die Pfeffermühle". Aan dat cabaret zijn wij veel ver schuldigd, ook al bestaat het al lang niet meer. Want achteraf bezien hebben de tournees van dat kundige en bezielde gezelschapje een krachtigen stoot gegeven voor het opgewekte cabaret-leven dat hier de laatste jaren bestaat. In dat cabaret trad Cilli Wang op met het door haar tegelijk gesproken en gedanste gedichtje van Soep Hein". Hoe Soep Hein, door zijn weerzin tegen het eten van soep als maar magerder werd, totdat hij tenslotte van de magerheid overleed. En werkelijk, we zagen den dikken Soep Hein opkomen om, dik en welge daan, met zijn versje te beginnen. Maar naarmate dat verder ging werd hij hoe langer hoe magerder en zijn stemmetje werd hoe langer hoe ieler, tot er niets meer van over was. Ook in het A.B.C.-cabaret trad de danseres op. Toen danste daar plotseling een heel klein mannetje, de dwerg Dopey" uit de ,,Het Mondaine Danspaar", Cilli en partner": een lap zij, een masker . . . En het geheel een geestige caricatuur op de mondaine dansparen". film Sneeuwwitje", het manneke met de te lange kiel en de te lange mouwen. Ook toen die indruk van onwerk'lijkheid: het procédéwas de oorsprong voor de thans gedanste twéacrobaten: want Dopey's" beenen waren Cilli's armen. Toen zij zich een avond kleedde voor dezen dans, bedacht zij, hoe jammer het was, dat zij eigenlijk alleen maar de bovenste helft van zich zelf voor deze parodie noodig had, en dat de onderste er maar zoo'n beetie werkeloos bij was. En uit die gedachte werd in een flits geboren Cilli & Cilli, parterre acrobaten". DIT is typeerend voor haar werkmethode. Cilli Wang heeft een levendige fantasie. Zij ziet iets en als zij het dan uit gaan voeren, groeit het vanzelf. Zrlf maakt ze haar eigen costumes, zelf bedenkt zij de machinerieën". En hierin, in haar originaliteit, in de vondsten ligt het aantrekkelijke; in haar sterk komisch, mimisch talent. Natuurlijk is een grondige vorming voorafgegaan. Opgeleid voor het klassieke ballet, verder geschoold voor het tooneel in Weenen, beheerschte zij dus de techniek van dans en spreken. Maar", zooals zij zelf zegt, ik wist nooit wat het was, doch als ik iets heel ernstigs of tragisch danste, gingen de menschen altijd lachen. Ik kon niets doen, of zij lachten". Zoo groeide uit het samengaan van acteeren en dansen al gauw het ge-acteerde en gedanste gedicht. Mor^enstcrn, Wilhelm Busch werden zoo verc'anst. En vandaar raar de dans parodie was slechts een kletne stap. Maar zij is dien kleinen slap gegaan met zooveel originali eit, zooveel vond ten, z:ov el humor en zooveel paro distisch talent, dat het resultaat ieder, die gevoelig is voor gedansten humor, ter harte moet gaan. H. B. FORTUIN PAG.'15 DE GROENE Ne. 3267

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl