De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 januari pagina 18

13 januari 1940 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

KLEINE PERIKELEN HET heeft eenige dagen geducht gevroren in Nederland en ik voelde in niet geringe mate de heldenborst zwellen, vanwege het na tuurlijke element waarin wij ons bevonden, zij het na vele jaren. Het mag dan zijn dat de Nederlandsche Maginot-linie min of meer bevroren was, hetgeen ten slotte de zaak is van den generalen staf en van De fensie. Zie ik echter de foto's van den eenigen generaal dien wij be zitten en die op geen receptie ont breekt, dan ben ik gerust, ook al omdat de gestalte van den Opperbe velhebber iets Napoleontisch heeft. Hij glimlacht steeds en zijn glim lach is onze defensie.... Bevriest Nederland, zoo over peinsde ik, (en het natte Nederland is op het oogenblik van zeer groote bet:ekenis) dan zal een vijand zich licht laten verleiden over het ijs onze landen binnen te dringen. Ik verraad wellicht een historisch ge heim, wanneer ik vertel dat onze goede -oude Geuzen den Spanjaard als horzels in den nek gezeten heb ben, toen deze lieden, die het ijs zelfs niet kenden als verfrisschingsmaterie in een whiskey-soda, met zware wapenrustingen (vergelijk de tanks) probeerden onze kleine natie neder te slaan en te smoren in geweld. Wij trokken onze schoe nen uit en onze sokken aan, bonden de Friesche hardloopers onder en zwermden uit, gewapend met lichte zwaarden en kapmessen. Als de wind trokken wij op den vijand toe, gaven hem een tik tegen zijn zebrakachelglans-harnas en terwijl de arme kerel op het ijs verder en ver der gleed, op de naastbijliggende bijt toe, schimden wij op den vol genden vijand af en brachten ook hem tot glijden en vallen. Als je met dertig kilo Toledosche pantser plaat om je ribben ergens op het ijs van een Zaansch binnenwatertje van de sokken geslagen was, kwam ie niet meer overeind en dat was natuurlijk de mop, om niet te zeggen het geheim van onze vaderlandsche oorlogsvoering tegen een overmachtigen vijand. Van al deze overwegingen tot Finland is natuurlijk slechts een stap. Als onze vijand slechts wach ten wil tot Nederland bevroren is ! Want de Nederlander is een geboren schaatsenrijder en wanneer hij het geluk heeft dat gedurende zijn leef tijd het water in Nederland enkele malen bevriest, wordt hij element in onze nationale verdedigirg. Wie heeft niet enkele rralen in zijn leven schaatsen gereden? Wie heeft niet, althans bij overlevering, vernemen dat men van Amsterdam naar Mar ken zich begeven kon op de schaats ? Ik bond dus onder. Want wie kan weten wanneer het vaderland roept en de Finsche skiloopers een pendant vinden, cm het zoo maar te zeggen, in den Nederlandschen schaatsenrijder? Ik kwam met een vaart tegen een goedgepolsterte" dame aan, die mij ver weet dat ik niet uitkeek en Gisse, die zeer goed uitgekeken had, ver weet mij dat ik niet tegen het koeken-zoopie gebotst was, dat volgers haar meer in de vuurlinie lag. Ik wilde remmen en sloeg mijn hielen in het ijs. Toen lag ik. Er was geen enkele Lot^a in de buurt en met een formidabele scheut in mijn !e:den ben ik raar huis gestrompeld, want er waren geen taxi's, omdat het g ad was. Vele uren later kwam Gisse en bekeek mij zoo verachtelijk als ware ik een Rus geweest uit ce Karelische landengte, met een on klaar machinegeweer en een vage notie van Das Kapital". Geef mij maar dooiweer ! J. VAN HOORN DE laatste dagen die zich kenmer ken door een nogal lage tempe ratuur buitenshuis, doen mij denken aan lange jaren geleden, toen ik met mijn ocm Baron Goudknots zaliger in Grcenland op Ijsberen- en Eskimojacht was. Mijn oom had daar als zomerverblijf een houten huis laten bouwen; hij noerrde het zijn jachtslot, hoewel het van hout was. Het gebeurde toen op zekeren dag dat we op jacht togen; met onze hondensleden zaten we een troep ijsberen op de hielen die zich voortdurend in Noordelijke richting uit de voeten maakten. We bleven zoo doende eenigen tijd onderweg. De ijs beren profiteerden op handige wijze van de gladheid van het ijs, zij gleden er met een steeds grootere snelheid over voort. Onze honden, het waren er eenige duizenden (mijn oom overdreef alles altijd erg) kwamen langzamer hand onder de ijzel te zitten. Ik nam het initiatief, de honden vlak naast elkaar te laten loopen, zoodat hun rug gen n compacte ijslaag vormden. C ver dit snel vooruitschuivende ijsveld begaven mijn oom en ik zich per hon denslee met een dubbele snelheid voor uit. Precies midden op de Noordpool hadden we de beren ingehaald. Van de luchtspiegelingen die door de koude ontstaan waren, maakten we gebruik door ons duizendvoudig, met geladen geweer, aan de beren te vertoonen. Zij werden angstig en hokten samen. Ondertusschen hakte ik een bijt in het ijs en gooide een stuk spek in het water. Als "n man stortten de bjren zich in het wak, dat ik meteen met een ijsschol MUMCHHAUSENjr. «0 afsloot. Een half uur later vischten we ruim achthonderd ijsberen uit het ijs op, zoodat de honden rijkelijk van voedsel voorzien konden worden. Op den terugweg werden we door de Pool nacht ingehaald, want de hondenpooten waren door het lange loopen en glijden vrijwel geheel versleten. Eindslijk kwamen we in het jachthuis. Het ijs zat twee meter dik op de ra-nen. In alle vier de hoeken en in het midden van de kamer stookten we de kachels roodgloeiend. Nochtans kwam onze adem als een sneeuwstormpje uit onze neuzen en monden. Buiten hoorden wij onophoudelijk doffe slagen. Het waren de bevroren rookzuilen die tel kens van de schoorsteenen afbraken. Niet voor niets was het December. Het vroor zóó hevig, dat de lichtstralen stolden. Daardoor zag ik mijn oom bij alle vijf kachels tegelijk zitten. Allengs kregen we last van natte vos ten. De oorzaak hiervan was de vloei bare lucht die enkele centimeters hoog op den vloer stond. Omdat we niets te drinken hadden, leschten we onzen dorst met vloeibare lucht. Mijn oom vreesde terecht dat hij nu wel list van wintervoeten zou krijgan. De vloei bare lucht steeg onrustbarend, de ka:hels gingen uit en we raa'ctan be wusteloos. Toen we weer bij kwamen, hingen mijn oom Baron Goud knots zaliger en ik tegen het plafond. Blijkbaar was het gaan dooien, de vloeibare lucht in onze magen was gaan koken en wegens de hevige gasvorming waren we als luchtballonnen aangezwollen en opgestegen. Mat tegen woordigheid van geest openden wij een dakraampje en lieten ons door een zachten Noordwestenwind naar Europa drijven, waar wij behouden daalden. WHMiiilMimiHimiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiitiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiMHiiiiuMiiiiwiwiiiiiiim^ i f Als een kristal ^iinuniiiuiiiuiiiiHuiiHiiiiuitniiiiitiiiiiiiiituitiiituiiiiiiiiiiuuininuiiiiiHiiiiuniiniiiiiiiiiiiiniiiiiiuniiiiiiiitiiHiiiiiiHuiiiiiiiHiitiiiiiii* . met veel facetten... De Groene is veelzijdig De Groene blijft zich zelf ABONNEERT U .... BON Ondergeteekende: Adres: Plaats: abonneert zich voor het jaar 1940 op De Groene. , op postgirorekening 7'880 ... Hij zendt daartoe f 10. :?: aan de administratie per poMiwissel van De Groene Amsterdammer, Keizersgracht 355, Amsterdam C. UIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIII? CHARIVARIA Vrijwelitis Bijna, haast, schier, bijkans, nagenoeg, zoo goed als, ongeveer, zoowat worden vrijwel niet meer gebruikt. In vrijwel elke kolom van vrijwel iedere krant vindt men vrijwel geregeld vrijwel. Wij zagen de gezanten van vrijwel alle mogendheden. De spionnage zal vrijwel steeds zoo geheimzinnig mo gelijk geschieden en het zal vrijwel nimmer mogelijk zijn den naam van den buitenlander te vernemen, liet schip was vrijwel niet meer in staat om te vechten. Bovendien bestond er vrijwel sinds Roosevelt aan de macht gekomen was, groote angst," (R.W) Dan worden de slakken vrijwel even vlug gedood." (Syllabus) Vrijwel de helft der bruggen was vernield." (H.D.) De bevolking is vrijwel uitsluitend prostestant." (De Magistratuur) Hiervan is vrijwel niet gebleken." (M.v. A.) Vrijwel steeds gaat alles goed." (P.T.T.Nieuws) Waarom zien we die hoeden vrij wel nooit meer?" (G.) Op de glibberige paden Zien wij niet alom dat de voelhorens der onstoffelijke ziel bij het donkerder worden der tijden met onbluschbaar verlangen en ondelgbare overtuiging de geestelijke werkelijk heid aftasten ?" (De R.K. Staatspartij) ,,De lans-pro Belisha die zij breken is in den grond eenanti-Ch.imberlainsche steek onder water." (H.) Het verraderlijke woord De misère zette zich onmeedoogenloos voort." (Zwart l'ront) Wij, polyglotten Hotel Williams, Restaurant, taveerne, lounche." (Adv.) What also happend in our life, I am always yours." (Adv.) The right man on the right place." Angcla, die wij al dien tijd hadden behandeld, tegemoet waren gekomen en meelij mee hadden gekoesterd als een beklagenswaardige zieke, was even gezond als Frances zelf." (R.) Koester dus niet lichtvaardig iemand meelij mee. Mejuffrouw De Vos overhandigde mevrouw van den Bergh van Eysi: ga een geschenk onder enveloppe en verzocht haar daaraan een bestem ming te geven." (R.) Dat beloof ik," zei mevrouw. Daarom, zoo besloot spr., de leeraar in het staatsrecht moet geen lor zijn." (R.) Accoord. l l = i i HIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllll IIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIINIII llllMlllflIIIIIIIHIIHl Illllllllll tlllllllllllllllllllllllllllfllllllll Correspondentie L. te A. In Van Gelderen Duitsch woordenboek vind ik woordebock, yorstehuis, heereartikelen, vrouwearts, enz. Of de schrijver ook spelt 's-Heereberg en 's-Gravehage ? Antw. Waarscl ijlijk niet. Ook niet Scheveige en Groige. Onderteekem'ng:... PAO. ra GROENE NO. 3167

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl