Historisch Archief 1877-1940
KLEINE PERIKELEN
HET heeft eenige dagen geducht
gevroren in Nederland en ik
voelde in niet geringe mate de
heldenborst zwellen, vanwege het na
tuurlijke element waarin wij ons
bevonden, zij het na vele jaren. Het
mag dan zijn dat de Nederlandsche
Maginot-linie min of meer bevroren
was, hetgeen ten slotte de zaak is
van den generalen staf en van De
fensie. Zie ik echter de foto's van
den eenigen generaal dien wij be
zitten en die op geen receptie ont
breekt, dan ben ik gerust, ook al
omdat de gestalte van den Opperbe
velhebber iets Napoleontisch heeft.
Hij glimlacht steeds en zijn glim
lach is onze defensie....
Bevriest Nederland, zoo over
peinsde ik, (en het natte Nederland
is op het oogenblik van zeer groote
bet:ekenis) dan zal een vijand zich
licht laten verleiden over het ijs
onze landen binnen te dringen. Ik
verraad wellicht een historisch ge
heim, wanneer ik vertel dat onze
goede -oude Geuzen den Spanjaard
als horzels in den nek gezeten heb
ben, toen deze lieden, die het ijs
zelfs niet kenden als
verfrisschingsmaterie in een whiskey-soda, met
zware wapenrustingen (vergelijk
de tanks) probeerden onze kleine
natie neder te slaan en te smoren
in geweld. Wij trokken onze schoe
nen uit en onze sokken aan, bonden
de Friesche hardloopers onder en
zwermden uit, gewapend met lichte
zwaarden en kapmessen. Als de
wind trokken wij op den vijand toe,
gaven hem een tik tegen zijn
zebrakachelglans-harnas en terwijl de
arme kerel op het ijs verder en ver
der gleed, op de naastbijliggende
bijt toe, schimden wij op den vol
genden vijand af en brachten ook
hem tot glijden en vallen. Als je
met dertig kilo Toledosche pantser
plaat om je ribben ergens op het ijs
van een Zaansch binnenwatertje
van de sokken geslagen was, kwam
ie niet meer overeind en dat was
natuurlijk de mop, om niet te zeggen
het geheim van onze vaderlandsche
oorlogsvoering tegen een
overmachtigen vijand.
Van al deze overwegingen tot
Finland is natuurlijk slechts een
stap. Als onze vijand slechts wach
ten wil tot Nederland bevroren is !
Want de Nederlander is een geboren
schaatsenrijder en wanneer hij het
geluk heeft dat gedurende zijn leef
tijd het water in Nederland enkele
malen bevriest, wordt hij element
in onze nationale verdedigirg. Wie
heeft niet enkele rralen in zijn leven
schaatsen gereden? Wie heeft niet,
althans bij overlevering, vernemen
dat men van Amsterdam naar Mar
ken zich begeven kon op de schaats ?
Ik bond dus onder.
Want wie kan weten wanneer het
vaderland roept en de Finsche
skiloopers een pendant vinden, cm het
zoo maar te zeggen, in den
Nederlandschen schaatsenrijder? Ik kwam
met een vaart tegen een
goedgepolsterte" dame aan, die mij ver
weet dat ik niet uitkeek en Gisse,
die zeer goed uitgekeken had, ver
weet mij dat ik niet tegen het
koeken-zoopie gebotst was, dat volgers
haar meer in de vuurlinie lag. Ik
wilde remmen en sloeg mijn hielen
in het ijs. Toen lag ik.
Er was geen enkele Lot^a in de
buurt en met een formidabele
scheut in mijn !e:den ben ik raar
huis gestrompeld, want er waren
geen taxi's, omdat het g ad was.
Vele uren later kwam Gisse en
bekeek mij zoo verachtelijk als
ware ik een Rus geweest uit ce
Karelische landengte, met een on
klaar machinegeweer en een vage
notie van Das Kapital".
Geef mij maar dooiweer !
J. VAN HOORN
DE laatste dagen die zich kenmer
ken door een nogal lage tempe
ratuur buitenshuis, doen mij denken
aan lange jaren geleden, toen ik met
mijn ocm Baron Goudknots zaliger in
Grcenland op Ijsberen- en Eskimojacht
was. Mijn oom had daar als
zomerverblijf een houten huis laten bouwen;
hij noerrde het zijn jachtslot, hoewel
het van hout was. Het gebeurde toen
op zekeren dag dat we op jacht togen;
met onze hondensleden zaten we een
troep ijsberen op de hielen die zich
voortdurend in Noordelijke richting uit
de voeten maakten. We bleven zoo
doende eenigen tijd onderweg. De ijs
beren profiteerden op handige wijze
van de gladheid van het ijs, zij gleden
er met een steeds grootere snelheid
over voort. Onze honden, het waren er
eenige duizenden (mijn oom overdreef
alles altijd erg) kwamen langzamer
hand onder de ijzel te zitten. Ik nam
het initiatief, de honden vlak naast
elkaar te laten loopen, zoodat hun rug
gen n compacte ijslaag vormden.
C ver dit snel vooruitschuivende ijsveld
begaven mijn oom en ik zich per hon
denslee met een dubbele snelheid voor
uit. Precies midden op de Noordpool
hadden we de beren ingehaald. Van
de luchtspiegelingen die door de koude
ontstaan waren, maakten we gebruik
door ons duizendvoudig, met geladen
geweer, aan de beren te vertoonen.
Zij werden angstig en hokten samen.
Ondertusschen hakte ik een bijt in het
ijs en gooide een stuk spek in het water.
Als "n man stortten de bjren zich in
het wak, dat ik meteen met een ijsschol
MUMCHHAUSENjr.
«0
afsloot. Een half uur later vischten we
ruim achthonderd ijsberen uit het ijs
op, zoodat de honden rijkelijk van
voedsel voorzien konden worden. Op
den terugweg werden we door de Pool
nacht ingehaald, want de
hondenpooten waren door het lange loopen en
glijden vrijwel geheel versleten.
Eindslijk kwamen we in het jachthuis. Het
ijs zat twee meter dik op de ra-nen.
In alle vier de hoeken en in het midden
van de kamer stookten we de kachels
roodgloeiend. Nochtans kwam onze
adem als een sneeuwstormpje uit onze
neuzen en monden. Buiten hoorden
wij onophoudelijk doffe slagen. Het
waren de bevroren rookzuilen die tel
kens van de schoorsteenen afbraken.
Niet voor niets was het December. Het
vroor zóó hevig, dat de lichtstralen
stolden. Daardoor zag ik mijn oom
bij alle vijf kachels tegelijk zitten.
Allengs kregen we last van natte vos
ten. De oorzaak hiervan was de vloei
bare lucht die enkele centimeters hoog
op den vloer stond. Omdat we niets
te drinken hadden, leschten we onzen
dorst met vloeibare lucht. Mijn oom
vreesde terecht dat hij nu wel list
van wintervoeten zou krijgan. De vloei
bare lucht steeg onrustbarend, de
ka:hels gingen uit en we raa'ctan be
wusteloos. Toen we weer bij kwamen,
hingen mijn oom Baron Goud
knots zaliger en ik tegen het plafond.
Blijkbaar was het gaan dooien, de
vloeibare lucht in onze magen was
gaan koken en wegens de hevige
gasvorming waren we als luchtballonnen
aangezwollen en opgestegen. Mat tegen
woordigheid van geest openden wij een
dakraampje en lieten ons door een
zachten Noordwestenwind naar Europa
drijven, waar wij behouden daalden.
WHMiiilMimiHimiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiitiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiMHiiiiuMiiiiwiwiiiiiiim^
i f
Als een kristal
^iinuniiiuiiiuiiiiHuiiHiiiiuitniiiiitiiiiiiiiituitiiituiiiiiiiiiiuuininuiiiiiHiiiiuniiniiiiiiiiiiiiniiiiiiuniiiiiiiitiiHiiiiiiHuiiiiiiiHiitiiiiiii* .
met veel facetten...
De Groene is veelzijdig
De Groene blijft zich zelf
ABONNEERT U ....
BON
Ondergeteekende:
Adres:
Plaats:
abonneert zich voor het jaar 1940 op De Groene.
, op postgirorekening 7'880 ...
Hij zendt daartoe f 10. :?: aan de administratie
per poMiwissel
van De Groene Amsterdammer, Keizersgracht 355, Amsterdam C.
UIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIII?
CHARIVARIA
Vrijwelitis
Bijna, haast, schier, bijkans,
nagenoeg, zoo goed als, ongeveer,
zoowat worden vrijwel niet meer
gebruikt. In vrijwel elke kolom
van vrijwel iedere krant vindt men
vrijwel geregeld vrijwel.
Wij zagen de gezanten van vrijwel
alle mogendheden. De spionnage zal
vrijwel steeds zoo geheimzinnig mo
gelijk geschieden en het zal vrijwel
nimmer mogelijk zijn den naam van
den buitenlander te vernemen, liet
schip was vrijwel niet meer in staat
om te vechten. Bovendien bestond
er vrijwel sinds Roosevelt aan de
macht gekomen was, groote angst,"
(R.W)
Dan worden de slakken vrijwel
even vlug gedood." (Syllabus)
Vrijwel de helft der bruggen was
vernield." (H.D.)
De bevolking is vrijwel uitsluitend
prostestant." (De Magistratuur)
Hiervan is vrijwel niet gebleken."
(M.v. A.)
Vrijwel steeds gaat alles goed."
(P.T.T.Nieuws)
Waarom zien we die hoeden vrij
wel nooit meer?" (G.)
Op de glibberige paden
Zien wij niet alom dat de
voelhorens der onstoffelijke ziel bij het
donkerder worden der tijden met
onbluschbaar verlangen en ondelgbare
overtuiging de geestelijke werkelijk
heid aftasten ?" (De R.K. Staatspartij)
,,De lans-pro Belisha die zij breken
is in den grond
eenanti-Ch.imberlainsche steek onder water." (H.)
Het verraderlijke woord
De misère zette zich
onmeedoogenloos voort." (Zwart l'ront)
Wij, polyglotten
Hotel Williams, Restaurant,
taveerne, lounche." (Adv.)
What also happend in our life,
I am always yours." (Adv.)
The right man on the right place."
Angcla, die wij al dien tijd hadden
behandeld, tegemoet waren gekomen
en meelij mee hadden gekoesterd als
een beklagenswaardige zieke, was
even gezond als Frances zelf." (R.)
Koester dus niet lichtvaardig
iemand meelij mee.
Mejuffrouw De Vos overhandigde
mevrouw van den Bergh van Eysi: ga
een geschenk onder enveloppe en
verzocht haar daaraan een bestem
ming te geven." (R.)
Dat beloof ik," zei mevrouw.
Daarom, zoo besloot spr., de
leeraar in het staatsrecht moet geen
lor zijn." (R.)
Accoord.
l
l
=
i
i
HIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllll IIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIINIII llllMlllflIIIIIIIHIIHl Illllllllll tlllllllllllllllllllllllllllfllllllll
Correspondentie
L. te A. In Van Gelderen Duitsch
woordenboek vind ik woordebock,
yorstehuis, heereartikelen, vrouwearts,
enz. Of de schrijver ook spelt
's-Heereberg en 's-Gravehage ?
Antw. Waarscl ijlijk niet. Ook
niet Scheveige en Groige.
Onderteekem'ng:...
PAO. ra GROENE NO. 3167