De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 januari pagina 6

13 januari 1940 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Ir ? WDe Geallieerden zetten door De Duitsche pers heeft in de afgeloopen maanden menigmaal den indruk pogen te wekken, als zou Frankrijk den strijd niet van ganscher harte voeren, sterker: als zou in Frankrijk zelf het gevoel bestaan dat het land door Engeland op sleeptouw wordt genomen. Van andere zijden is den laatsten tijd menigmaal de verzuchting geslaakt dat het beter ware dat Europa den broederstrijd" opgaf om in stee daarvan tezamen en in vereeniging tegen de Sowj ;t-Unie op te trekken. In Amerika hebben reeds velen, w. o. de heeren Hoover en Lindbergh dat denkbeeld bepleit. Ook in Nederland gaan dergelijke stemmen op. De noodzakelijkheid van overleg en samenwerking dringt zich op, meer dan ooit, nu een gemeen schappelijk gevaar, het bolsjewisme, zijn waren aard opnieuw toont, nu het meent in een uitgeput Europa weldra een grijpbaren prooi te zullen vinden. Voor een vrede, gebouwd op billijkheid en verstand, zou de bodem thans inderdaad vruchtbaarder kunnen blijken dan tevoren." Aldus lazen wij in het Algemeen Handelsblad" van vorige week Donder dagavond. Het hierbij aangesneden onderwerp draagt vele aspecten. Slechts een enkele kantteekening kunnen wij er hieraan wijden. De vraag waarop 't aankomt, is (naar het ons voorkomt) deze: zal Duitschland, wanneer thans de oorlog beëindigd zou worden, afzien van zijn voornemen, anderen staten in Europa een levensvorm op te leggen die niet de hunne is? Geen twijfel dat men het in Berlijn als een over winning van de eerste grootte zou beschouwen, wanneer thans Parijs en Londen het bijltje er bij neer legden. Het is al heel weinig waarschijnlijk dat dan plotseling vrede en vertrouwen zouden terugkeeren. Aan de zijde der Geallieerden is dan ook niets te bemerken van angst of aarzeling. Oorlogshande lingen van eenig gewicht bleven ook in de afge loopen week uit. De winter is weinig geschikt voor groote operaties, althans: in lente, zomer en herfst gaat het gemakkelijker. Het eenige wat de Geallieerden dan kunnen doen, is: er op hameren dat zij den oorlog tot het einde zullen voortzetten. Chamberlain heeft dat deze week wederom gedaan in zijn jaarlijksche rede in Mansi n House". Merkwaardig was dat hij zeide dat, wanneer de oorlog tot een goed einde was gebracht, de reeds bestaande economische samenwerking tusschen Frankrijk en Engeland wellicht tot andere naties in Europa, wellicht ook tot de geheele wereld uitge breid zou kunnen worden. Een dergelijke uiting is intusschen wel uitermate vaag. Wat er met Duitschlaad moest gebeuren, stipte Chamberlain nauwelijks aan. Hatias echter meldde dat Frankrijk het eens was met Chamberlain's woorden (die niet in den Nederlandschen tekst stonden....) dat er slechts vrede gesloten zou worden wanneer Duitschland werkelijke waarborgen" zou geven. Men mag hopen dat zulks niet beteekent dat men Duitschland in stukken wil hakk;n. Dit dwaze en misdadige plan vindt in reactionaire Fransche kringen nogal wat aanhangers, de laatste maanden. Intusschen gaat de oorlog verder. Het aftreden van Hore Belisha Geheel onverwacht voor het Engelsche publiek is, einde vorige week, Leslie Hore Belisha, de minister van oorlog, afgetreden tezamen met den minister voor inlichtingen, lord Macmillan. Deze is door den vroegeren directeur van de B.B.C., Sir John Reith, gene door Oliver Stanley, daarvóór minister van handel, vervangen. Het ontslag van Hore Belisha heeft ontsteltenis gewekt. Waarom moest een minister verdwijnen die bewezen had, groote organisatorische capaci teiten te bezitten? Het publiek haakte naar inlich tingen. Vele bladen uitten groote ongerustheid. De inlichtingen echter, zijn niet gekomen. Men tast omtrent dit ontslag in het duister. Het waarschijnlijkste is dat er conflicten zijn ontstaan tusschen den minister en de hoogere leger leiding. De hoogere legerleiding kon, naar het scheen, minder goed met Hore Belisha opschieten. Deze had veel gedaan voor de democratiseering van het leger. De generaals hebben hem dat wellicht nooit vergeven, en nu hun macht door den oorlog is gestegen,zagen zij hun kans schoon. Het is mogelijk dat er ook zuiver technische geschilpunten tusschen den minister en zijn medewerkers zijn ontstaan. Hoe het ook zij, ondanks het vele dat reeds van dit ontslag is gezegd: wat er werkelijk achter steekt, weet men niet. Voor het zoover is, moet de oorlog eerst afgeloopen zijn. Italiaansche belangstelling Het wordt van dag tot dag duidelijker dat Mussolini zich onbehagelijk gaat voelen door de mogelijk heid van een Russische actie op den Balkan, een mo gelijkheid, die volgens bevoegde beoordeelaars ter plaatse reeds een waarschijnlijkheid genoemd moet worden. De Duce is vooral bevreesd voor Roemenië. Koning Carol heeft weliswaar in een redevoering, af geste k'n te Kisjinew, gewezen op het Roemeensche karakter van Bessarabiëhet landsdeel dat de Sowjet-Unie begeert , maar of men te Moskou v e! respect zal hebben voor deze opvatting, staat nog te bezien. Ware de Sowjet-Unie de eenig mogelijke vijand van Roemenië, dan zou de zaak eenvoudiger zijn. In feite echter zit Boelgarijëte stoken in den rug van Boekarest, en eischt Hongarije Zevenburgen terug. Zuid-Slaviëgedraagt zich opmerkelijk kalm, den laatsten tijd. De bedoeling van Itali is nu, een verzoening tusschen Roemeniëen althans Hongarije, wellicht ook Boelgarijëtot stand te brengen. Daartoe hebben Ciano en Csaky, de Hongaarsche minister van buitenlandsche zaken, uitvoerig te Venetiëgeconfereerd in het afgeloopen weekend. Welk resultaat deze besprekingen hebben gehad, is op het oogenblik nog onbekend. Nieuw overleg zou nog volgen. Velen veronderstellen echter reeds dat Rome op Roemeniëaandrang zou uit oefenen om Boelgarijëen Hongarije te geven wat zij begeeren. De moeilijkheid is echter, dat Zeven burgen waarop Hongarije aanspraak maakt, een in hoofdzaak door Roemenen bewoond gebied is, die door een ring van Hongaren van de rest van Roemeniëzijn afgesneden. Een staatkundige orde ning op ethnografischen grondslag is in Zuid-OostEuropa volslagen onmogelijk. Zou Roemeniëde Roemenen van Zevenburgen willen laten schieten? Dat is weinig waarschijnlijk. Trouwens, zou de Sowjet-Unie een beter bewijs kunnen verlangen van Roemenië's angst dan een regeling waarbij Hongarije, wellicht ook Boelgarij krijgen wat zij wenschen? Zou niet juist dan het Roode Leger doorzetten? De situatie wordt dus wel heel gecompliceerd, langzamerhand. Want hier is ook nog n factor buiten beschouwing gelaten: Turkije. Ook Turkije vreest Rusland's oprukken op den Balkan, en het schijnt dat de Boelgaren, zouden zij Roemeni aanvallen, op hun beurt in den rug aangevallen zouden worden door Turkije. Brandstof genoeg op den Balkan ! Intusschen weet men niet of de Turksche militaire kracht niet sterk geleden heeft onder de verwoestende aardbeving die reeds veertig duizend slachtoffers heeft geëischt en die de regee ring noopt, voorloopig alle aandacht te wijden aan den heropbouw van de verwoeste districten. De rest van het jaar zal ons leeren wat er in den heksenketel van Zuid-Oost-Europa gebrouwen wordt. Weinigen slechts, verwachten dat het er rustig zal blijven. Finsche successen De Finnen hebben in de afgeloopeji week weer eenige groote successen behaald. Wederom is een Russische divisie, die zich na onvoldoende voor bereiding te ver vooruit had gewaagd, omsingeld en in de pan gehakt. De Finsche troepen ver plaatsen zich snel en effectief en zij bezetten de Russische verbindingslijnen, en dan doet de koude in vele gevallen de rest. Van leeftcchtversteken, komen de soldaten van het Roode leger om. In het uiterste Noorden konden de Finnen eenige tegenaanvallen ondernemen. De Russen hebben echter nog steeds Petsamo in hun bezit. In het Zuiden schoten de Russen niet verder op. Ten Noorden van het Ladoga-meer konden zij geen vorderingen meer maken. Summa summarum: het schijnt een slechte week voor het Roode leger te zijn geweest. Zekerheid daaromtrent hebben wij echter niet. Want de be richtgeving over den Finschen oorlog is menigmaal uiterst onbetrouwbaar. Havas meldt den eenen dag dat het Russische oorlogsmateriaal niets waard is, en den volgenden dat de Finnen de overwinning hebben behaald dank zij de wapenen die zij op de Russen hebben buitgemaakt. Het valt echter niet te ontkennen dat treffende Russische successen uitgebleven zijn. De oorzaak daarvan is, naar het ons voorkomt, het gebrek aan goede verbindingslijnen achter het Russische front. Daardoor kunnen de Russen van hun numerieke overmacht geen gebruik maken. Slechts door betere verbindingslijnen kan dit veranderen, maar die aan te leggen is geen werk van dagen. Trouwens, daar voor moet eerst de koude zijn geweken. Houden de Finnen het tot zoolang uit, dan zullen zij het in den zomer kwaad te verduren krijgen. Dan is wellicht ook hun leger oververmoeid. Hulp is dan ook dringend noodzakelijk, zoowel in manschappen als in materiaal. De V.S. hebben steun toegezegd. Chamberlain verklaarde in zijn bovengenoemde redevoering dat ook de Geallië;rden Finland hulp zouden bieden. Men moet afwachten wat van deze beloften terecht komt. LIT DE GROEXE GRABBELTOX UN VIN EXCELLENT kruq brul DE heer P. C. Labrijn, redacteur van Allen Weerbaar, het maandelijksche bijvoegsel van de Vereeniging Volksweerbaarheid" bij het tijd schrift Ons Leger", uit in het jongste nummer zijn verontwaardiging over enkele uitingen van Nederlanders, die van merkbare sympathie voor de Geallieerden getuigen. Daaronder valt o.a. een redevoering van mr. G. H. Slotemaker de Bruine, die tijdens een N.C.S.V.-conferentie zeide dat Frankrijk en Engeland strijden voor datgene wat de kerk van de samenleving vraagt". De heer Labrijn: \Va?rlijk, wij staan even verbijsterd over zóóverl blirdheid voor de nK.terieële motieven, welke Groot-Brittanniëten oorlog drijven, gespeend als zij blijven van recht en ideaal. Of was hit recht d .t het verdrag van Versailles uit het Duitsche lichaam Danzig en den Corridor losscheurde? Enkele vragen die de heer Labrijn, voorzoover wij weten, nog nimmer heeft gesteld: was het recht dat Tsjechoslowakije overweldigd is? Was het recht dat Polen werd vertrapt? De heer Labrijn is overigens de eenige niet die door het herinneren aan het aan Duitschland toegevoegde onrecht (waartegen uit deze rechtscbe kringen in het algemeen indertijd slechts zwak is geprotesteerd!) het huidige optreden van het Derde Rijk in wezen niet slechts verklaren" wil maar ook rechtvaardigen. Op grond van zijn verwijzing naar de materieele motieven, welke Groot- Brittanniëten oorlog drij ven" zij de heer Labrijn tenslotte gaarne bij de gesmade school der historisch-materialisten in gedeeld. ALS het waar is, dat een goed begin het halve werk is, dan zullen de opvolgers van het ter ziele gegane maandblad Werk" nog heel wat te stellen hebben, na het begin dat zij maakten om deze mislukking te vervangen door Criterium", een nieuw maandblad voor kunst. Het komt te staan onder redactie van de heeren Ed. Hoornik, Cola Debrot en Han Hoekstra, dewelken de ver klaring hebben afgelegd, dat zij er zich voor zullen hoeden slaaf te worden van de Verlichting, ander zijds zich niet willen laten overheerschen door een averechtsche romantiek." Dit ietwat raadsel achtig voornemen schijnt intusschen niet in strijd te willen komen met het gewone menschenverstand, want de verklaring vervolgt meteen: Het gezonde verstand waarvan zij gaarne gebruik maken, zal voor hen middel, en nimmer doel zijn." Toch prettig dat men zichzelf zooveel gaarne" gebruikt gezond verstand" toekent! HET jongste nummer van ,,De Sowjet-Unie"., maandblad gewijd aan de ontwikkeling van de politiek, de economie en de cultuur der U. d. S.S.R.", bevat een artikel over het Finsch-Russisch conflict inclusief voorgeschiedenis. Het spreekt vanzelf dat bij deze voorgeschiedenis breedvoerig Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA C ART E PAG. 6 DE GROENE No. 3U7

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl