De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 januari pagina 8

13 januari 1940 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

Brieven uit Loenen <io ' Loenen, Nieuwjaar Maar man, BEN je nu dol geworden? Je bent wel laag gevallen. Daar schrijf ik je nu met veel moeite een brief en .het eenige wat je weet te doen, is, er onmiddellijk geldelijk voordeel uit te slaan en mijn pennevrucht in je blad te publiceeren. Ik wist niet, dat je zoo'n gebrek aan copy had. En ook niet, dat jij niet eens weet, wat in jouw branche mag en wat niet. Mensch, bedenk het wel: je hebt m'n grondrecht geschonden. Want er staat in onze hoogste wet geschreven: Het geheim der aan den post of andere Openbare instelling van vervoer toe vertrouwde brieven is onschendbaar, behalve enz." En met dat behalve heb jij niets te maken. Weet je wat dat beteekent voor iemand als jij, die zich nog wel democraat noemt? Dat ben je pok niet, je bent een ellendige courantier, een Lkquretwy 1111% & a?rrrrrrr Ik moest even weg en daar is mijn dochtertje aan mijn schrijfmachine gekomen. De brief is al te ver, om hem over te tikken. Nu, dat heeft tenminste het voordeel, dat je dit epistel althans niet in je krant kunt laten afdrukken. Onzalige, dat je nu juist die brief publiceerde. Ik sta duizend angsten uit vanwege die passage over mijn buurvrouwen. Dat je dat een net mensch aandoet. Maar je straf zal je hebben. Niet van mij, daar ben ik te goedig .voor. Maar je visch ontgaat je. Je moet dan weten, dat de visch bij mij van hoogerhand met prikkeldraad is afgezet. Als je nu zou willen komen visschen, dan moet je óf de prikkel draadversperring innemen, of door het draad gaan hengelen. Het eerste breng je er niet levend af en bij het tweede zal de visch wel ontijdig in vrijheid worden gesteld. Doch hoe dat ook zij, het is je verdiende loon. Het is overigens wel merkwaardig, zooals de dieren'van de geciviliseerde wereld worden afgesneden. Bij den boer naast me is de versperring door de heele breedte van het land kort achter de boerderij gelegd, zoodat geen koe of varken er meer in of uit kan. Deze dieren zijn aldus aardig beschermd, naar ik hoop ook tegen menschelijke peuzelzucht, maar je belasting biljet is het minder goed, Vader, want hl dergelijke gevallen zal de ontdane landbouwer, als oorlogstijd achter den rug is, met een aardige schadevergoe ding voor den dag komen en, tenzij de wet gewijzigd wordt, zal hij haar krijgen ook. Maar zoo raak ik van mijn a propos af. Ik wilde het in dezen brief heelemaal niet hebben over mijn rurale zorgen, maar over jou en je laagheid. Daarover alleen. Man, dat jij, die me dit alles aandoet, nu ook nog weer moest boffen. Want daar heb ik het ongeluk, dat mijn raadsvrouw ziek is. Je kent haar wel, dat is Rie Dijk. Ik doe niets zonder haar en zeker niet een officiëelen aanval op een mensch als jij. Je zoudt wat beleefd hebben, als het anders had mogen zijn. Een regen van scherpzinnige juridische argumenten vermengd met snaaksche invallen zou dat knappe (knap in den zin van verstandig) hoofdje ontvloden zijn en je eer, je figuur en tenslotte ook je portemonnaie hebben verteerd. Want zoo is mijn advocate ! Als ze begint, laat ze niet los. Zelfs als wijlen Kenau de olie van den Delftschen wonderdokter had gehad, zou het effect niet grooter hebben kunnen zijn. Maar wat niet is, kan nog komen. Houd je dus gedekt. Beef, naar gelang je Rie Dijk kent. Als ze maar in leven blijft. Ik weet het niet. Toen ik haar het laatst in Augustus zag, was ze getooid met een Russischen hoofd doek. Ze zag er vreemd uit. Diep lagen haar oogen in heur kassen, toen zij zich tot spreken zette. Ze begon te orakelen over het gedrag, dat haar Rusland juist met een andere groote mogendheid, waarvan den naam te noemen mijn hevige neutraliteit mij verbiedt, had ingesloten. Dat was toen een donderslag, die zelfs aan een zeer bewolkten hemel opviel. In het gezel schap, waarin Rie en ik waren, begreep niemand iets ervan. En toch waren dat mij alleen uit bescheidenheid uitgezonderd allen zonder uitzonde ring politieke bolleboozen. Alleen Rie wist wat het te beteekenen had en ze gaf daarvan met alle scherpzinnigheid, waarover ze beschikt, een veelvuldigen en telkens weer anderen uitleg. Aan het slot begreep ik er eerst recht niks meer van en ik dacht toen al: lieve kind, je wordt er nog eens ziek van. En nou is ze het l Ach, ach, wat treft dat slecht. De doktoren hebben een nieuwe ziekte bij haar geconstateerd. Ze heeft Finsche griep, moet je weten! Nou, ik ben maar een eenvoudi ge landman en ik moet niets van nieuwe vindingen der medische weten schap hebben. Als ze er maar goed door komt. Zeg, als jij soms wat over haar hoort, laat me dat dan weten. Of liever gezegd: laat me maar niet weten, want onze betrekkingen worden bij deze om U begrijpelijke redenen verbroken. Met hoogachting, althans achting, indien en voorzoover verschuldigd NlCOLAAS C. Tnhet Vriendelijk oordcel! Korten tijd geleden ontmoette ik een man die Engeland heel goed kent. Hij vertelde mij, dat hij zich altijd had afgevraagd waar de kinderen in Engeland vandaan kwamen, want de Britsche samenleving is gegrondvest op clubs, uitsluitend voor heeren of voor dames. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de homosexualiteit in Engeland het grootst is. De laatste jaren is wel ge bleken hoe gedegenereerd, achterlijk en laf de Engelsche leiders zijn. Als een redelijk menschelijk wezen schudt men zijn hoofd en vraagt zich af hoe Engeland een zoo achterlijke politiek kon voeren als het sinds 1933 heeft gedaan. (Der Angriff, Berlijn) Dcmocratiseering van Ned. OostIndiëis noodzakelijk. De positie van de Hollanders in Ned. Indiëis slecht. Indische nationalisten van alle rangen en standen wenschen een Japausche overwinning. Ik ben er van overtuigd, dat in geval Japan nu een aanval zou doen op Ned.-Indië, maar heel weinig nationalisten de zijde van Holland zouden kiezen. Of deze houding verstandig is, laat ik in het midden, maar ze is algemeen. De duidelijkste verklaring voor dit alles wordt gevonden in het karakter van de verhouding tusschen de Nederlandsche regeering en de nationalis tische elementen. Gedurende vele jaren is deze verhouding zeer gespannen ge weest, en werd weinig resultaat geboekt. De nationalisten volgden voor het meerendeel een politiek van niet-samenwerking, hoewel in den laatsten tijd hun houding blijkbaar veranderd is. Wat de Regeeringspolitiek ten opzichte van deze elementen betreft, deze bestaat grootendeels, zoo niet geheel, uit ver hoogde politioneele activiteit, huiszoe kingen, rechterlijke vervolgingen, ge vangenisstraffen, interneering zonder voorafgaand onderzoek en dergelijke. (Prof. Bousquet in ,,Pacific Affairs", New York) Christendom en anti-semitisme Jezus is naar het vleesch Israëliet. Op dit eenvoudige feit stuit voor den Christen elk anti-semitisme af. Elke poging dit toe te lichten of uit te werken zou het verzwakken. Ieder Christen, die iets van anti-semitisme in zich voelt opkomen en gebeurt ons dit niet allen ? heeft dit eenvoudig te bedenken en beschaamd te zwijgen. Vooral mag hij niet pogen het goed te praten door te beweren, dat dit zelfde uitverkoren volk Jezus heeft verworpen. Dat is inderdaad voor onze verhouding tot de Joden het tweede, alles overheerschende punt. Wat het inhoudt, zullen we moeten aangeven. Het is niet eenvoudig, maar dit is zeker: de goedkoope vergoelijking van het anti semitisme, dat de Joden toch een ellendig volk zijn, omdat zij Jezus hebben ge kruisigd, is volstrekt ongeoorloofd. Daar mee wordt het feit niet ongedaan ge maakt, dat Jezus tot dit volk hoorde. Het is niet aan ons, op de kindskinderen der Joden te verhalen, wat hun voor ouders deden, toen ze van Püatus de kruisiging eischten. Niet wij mogen Gods gerechtigheid in handen nemen. (Prof. Jl/>. P. Schollen in Woorden Wereld", Nijkerk). Heeft "Von Kibbcntrop berouw ? Zelfs Von Ribbentrop probeert nu de verantwoordelijkheid van het DuitschRussische pact van zich af te schuiven door te zeggen dat Stalin hem heeft bedrogen. Deze bekentenis werd gemaakt voor generaal Wilhelm Keitel, den Nazi-Opper bevelhebber, tijdens een bijeenkomst die kort geleden werd gehouden en waarbij Hitler aanwezig was. Rapporten uit Parijs geven een beschrijving van de^e stormachtige samenkomst. Keitel wenschte te weten wat Duitschland met het sluiten van het pact gewonnen had. Rusland leverde geen voorraden en handelde op een onvergeeflijk zwijnachtige manier". Hij voegde hieraan toe, dat het leger als gewoonlijk weer Duitsch land uit het politieke moeras moest trekken, maar hij wist niet hoe. Ribben trop had berouw. Stalin had hem gezegd, dat alleen door het aannemen van de Russische voorwaarden, Duitschland be wijzen kon, dat zijn houding ten opzichte van Rusland veranderd was. Bovendien wees ,,Rib" er op, dat in het begin het leger volkomen tevreden was met wat hij had gedaan voor het pact, toen het bij de Geallieerden verwarring wekte. Hierop antwoordde Keitel Verwarring is niet genoeg. We voeren oorlog", en hij liep de kamer uit, kokend van woede. (News Review, Londen) Fictief Volkenbondswerk Polen is in vuur en vlam gezet, Duitsch land en Rusland hebben het verdeeld. Maar Carl Burckhardt is nog steeds commissaris van den Volkenbond in Dantzig. Wij kunnen op blz. 9 van ,,het rapport over het werk van den Volken bond van Juli tot November 1939" uit gegeven bij de opening van de Assemblee, lezen: Tengevolge van het voorgevallene in het begin van September is de Hooge Commissaris van den Volkenbond naar Genève teruggekeerd. Zijn rapport zal door de raadgevende commissie, die belast is met het volgen van de ont wikkeling van den toestand te Dantzig, nauwkeurig worden bestudeerd". Zoo doende vinden de werkzaamheden van Burckhardt voortgang. Hij heeft een bureau gekregen in het Volkenbondspaleis. Daar wordt het be roemde rapport samengesteld dat in 48 uur had kunnen worden opgemaakt zonder dat iemand daar aan iets had te kort gekomen. (L'Europe Nouvelle, Parijs) Over de toonbank gehoord Mijn dochter sprak ook nog over een ander boek: van Plato tot Berlijn of zoo iets.... (Durand: Van Socrates tot Bergson). STAL/N. EENS EN THANS Waarvan wordt de beklaagd» beschuldigd?" Hij heeft In 1917 vrijheid voor de Finnen geëischt." (Forward, Glisgow) Wat een lange puttees hadderTze in dien tijdj" (Canard Enchainé, Parijs) PA6. 8 DE GROENE No.3267

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl