De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 20 januari pagina 12

20 januari 1940 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

r Vrouwen en Vrouwenleven Potlood en Taal WAT een mensch zooal uit kan richten met papier en schrijfstift is niet gering. Er wordt niet veel in een menschenbrein geboren wat niet in cijfers, teekens, woorden en schetsen kan worden vastgelegd. Berekeningen en begrootingen, ge dachten en emotie's, belevingen en inspiratie dat alles kan door middel van potlood en papier in vaster vorm gegoten worden. Onze spraak en ons potlood het zijn voor de meesten van ons nood zakelijke voorwaarden tot leven en levensbestaan. Het vlot hanteeren van spraak en schrijfstift- dat zijn volwassenen-volkomenheden, waar het kind chronisch over verwonderd is en waarvoor het eveneens diepe bewondering koestert. Ik herinner me twee dingen die me als kind stil en sprakeloos konden maken: een huiskamer waarin door groote menschen over politiek werd gepraat waarschijnlijk noemde ik alles waarbij stemmen werden ver heven en met gefronste voorhoofden voorspellingen werden gedaan poli tiek" en een kantoorlokaal waar pennen geruischloos over het papier vlogen en lange rijen cijfers of dicht beschreven regels het smettelooze wit gestadig vulden. Hoe is het mogelijk dat iemand zoo lang en zoo moeilijk" praten, kan welke diepzinnigheden schuilen er achter die inktfiguren, die zoo maar" uit de pen vloeien ? Dat zijn levensproblemen voor het kind waarmee het zich geleidelijk moet leeren verstaan. AAN belangstelling van de kant van het kind ontbreekt het niet: als het zes maanden is, begint het al te experimenteeren met z'n eigen brabbeltjes en keelgeluidjes; niet lang daarna, in het grijpstadium, is zijn voorkeur voor een potlood opvallend. Over dat potlood wilde ik deze keer wat verder praten. Er zijn namelijk vaders en moeders, die niet veel heil zien in de papier- en potlood-ontladingen van hun kleuters. Ze flodderen maar wat meer naast het papier dan er op al die krabbels en spinnewebben hebben geen zin wacht daar maar mee totdat ze naar school gaan". ledere krabbel, ieder rondje en ieder krassen-ensemble heeft echter zin, en daarom beperkt u de ontwikk' lingsmogelijkheden van uw kind, als u hem de gelegenheid tot wat u knoeien" noemt, ontneemt. Het teekenen heeft gewichtige beteekenis voor de ontwikkeling van het kind, speciaal in den tijd, dat zijn taal nog ontoereikend is voor het gebruik. Dat eischt nadere toelichting. Psychologisch gezien ligt in het wezen van de taal zelf haar drie voudige functie besloten. De taal is het middel om uit te drukken wat er binnen in ons omgaat; tegelijkertijd kan ze op een ander inwerken, zoodat den ander duidelijk wordt wat de spreker beleeft, en ver volgens is daar de functie die de taal bij uitstek tot een menschelijk ver mogen stempelt: we kunnen door mid del van de taal dingen meedeelen, die zich buiten ons afspelen, die dus niet aan het moment van doorleving ge bonden zijn. Voor ons volwassenen zitten deze drie componenten doorgaans te zeer verweven dan dat ze ieder afzonderlijk op zouden vallen. Een voorbeeld ter verduidelijking: als u uw verjaardagscadeaux uitpakt en daar ligt de ring, waarvan u nooit gedacht had, dat hij nog eens aan uw vinger zou schitteren, dan bedient zich uw blijde verwonde ring van de taal: Ooo .. .." In deze uitroep is de eerste functie duidelijk gegeven: U drukt uit, wat er in u omgaat, niet om op een ander in te werken, want ook als u alleen bent, uit u uw bewondering en blijdschap op deze manier. Als 'n expert in griezelverhalen u vergast op z'n laatste succesnummer, kan het u halverwege te machtig worden. U roept dan de taal te hulp: houd toch op.. ..". Hier is de eerste en de tweede functie gegeven. U geeft uitdrukking aan uw onprettig gevoel en wil tegelijk inwerken op den ander. De nadruk valt hier op de tweede sociale functie die hetgeen u beleeft, kenbaar maakt aan den ander. Het meedeelende, objectieve moment komt het sterkst naar voren als u al wandelende tegen uw begeleider zegt: Ze beginnen aardig op te schieten met den nieuwen weg". Beweert u daar entegen: Wat een zeldzaam mooie lucht vanavond", dan zit daar behalve de meedeeling ook de uitdrukking van 'n beleving en de inwerking daarvan op het gezelschap in besloten. MET de kindertaal is dat anders. Het duurt wel haast tot het derde jaar voor de kleuter z'n taal in de derde, objectieve, meedeelende functie gebruiken kan. Hij praat meerendeels met n woord tegelijk en tracht daarmee zijn heele inventaris van gevoelens, verlangens, vreugde en verdriet te uiten; z'n losse woordjes hebben geenszins een constateerende, meedeelende beteekenis, ze moeten opgevat worden als juich-, klaag- en wenschwoordjes. Dan komt het potlood, dat in deze behoefte kan voorzien ! Als het kind zoover is dat het het causaal verband tusschen zijn schrijf bewegingen en het graphisch effect heeft ontdekt, krijgt het enorm veel plezier in zijn krabbels. De volwassenen komen, en geven z'n product een naam. Dat verbijstert hem.... maar het verhoogt z'n genot, want z'n krabbels krijgen zin! Daarom maakt hij tallooze soortgelijke krabbels en geeft dezelfde benaming. Hij gaat constateeren, objectief mee deelen met z'n krabbels in een tijd dat hij met z'n taal alleen maar ge voelens en wenschen uit kan drukken. Op deze manier opgevat, betcekenen zijn eerste zinvolle teekeningen pro cessen, waardoor het kind zich de MODE IN OORLOGSTIJD PARIJS ontkent met groote na drukkelijkheid, dat er sprake zou zijn van zooiets als een oorlogsmode". Daar wordt dan mee bedoeld: japonnen of mantels of hoeden met een militair cachet. Na den schrik der eerste oor logsweken, waarin het modebedrijf even geheel stil lag, en enkele der beroemde mode-koningen naar Ame rika zijn overgestoken hetgeen door de achterblijvers als een weinig natio nale daad beschouwd werd gaat men in kalm tempo verder, mode te ont werpen en te export eren, en hoe meer die mode haar natuurlijken ontwikkelirgsgang gaat, des te beter is het. Dat zeggen de scheppers der mode; maar deze dames en heeren staan van ouds bekend om hun voortreffelijk inzicht in de psychologie van hun publiek; en zoo zal het hun dan ook wel niet ontgaan zijn, dat de vrouwen w liswaar niet om een bepaald mili taire mode, maar toch wel om speciale kleeding vragen, waarin zij haar diensten ten bate van het vaderland kunnen uitoefenen. De aardigheid van veel, en geraffineerde japonnen gaat er wel een beetje af, als de mannen naar het front zijn; en bovendien zijn de tijden dan toch ernstig genoeg, en hebben wij nu heusch wel iets anders aan 't hoofd. En dus ziet men, alle verzekeringen ten spijt, zoo hier en daar dan toch een enkel militair modelletje opduiken, als dat van de foto, van khak'-kleurige wollen stof, dat ondanks zijn streng cachet toch voldoende charme heeft overgehouden ja, misschien steekt een deel der charme juist in die strengheid! inhoud van begrippen die betrekking hebben op de dingen uit zijn omgeving, langs motorischen weg eigen maakt. Bekijken we de zinvolle kleuterteekeningen, dan valt het ons op, dat z'n menschen, boomen en beesten, planten, huizen en treinen uiterst schematisch gegeven zijn. Hij teekent niet wat hij ziet of wat hij zich voor stelt, hij teekent kennelijk alleen, wat hij van het ding weet. Als hij z'n poppetjes alleen maar een hoofd en een paar beenen geeft, dan komt dat, omdat in zijn kindergeest de definitie van mensch nog niet uitgebreider is: hij staat recht op, hij is lang en heeft een hoofd en beenen. Geleidelijk aan zien we de schema's n de definitie's vollediger worden. Was een paard eerst alleen maar een buik met twee pooten, na verloop van tijd completeert de kop, de staart en nog twee pooten het geval. Dit is zér belangrijk, omdat de in de teekenhandeling besloten motoriek niet alleen uitdrukkingsmiddel van bijkomstige beteekenis is, maar als scheppend moment optreedt, in zoover ze de inhoud der begripswereld van het kind vermeerdert, ordent en ver heldert. Het zou waarschijnlijk al voldoende aansporing zijn om uw kleuters hun papier en hun potlood te laten, als u duidelijk was dat het kind teekent, omdat en wat hij weet. Een veel krachtiger motief echter ligt in de overtuiging, dat het weet, omdat hij teekent, d.w.z. dat hij, al teekenende, de begrippen en definities ontdekt dat zijn onhandige, dikwijls zinloos-knoeierige manoeuvres in dienst staan van het aanschouwelijke en abstracte denken dat hij tegelijk met z'n potlood begrippen hanteert ! U mag natuurlijk eischen dat hij allén op het daarvoor bedoelde mate riaal teekent maar aan de behoefte daaraan moet u ook rijkelijk voldoen. Sis HEYSTER ,,Cnochi" GNOCHI" KAN ZICH IN ons land helaas niet in algemeene bekendheid verheugen. Voor een Hollandsche keuken met een oven is dit Italiaansche gerecht, als vervanging van vleesch, echter nog lang zoo kwaad niet. 2 kopjes griesmeel plus 3/4 liter half melk half water samen koken, flink roeren en zorgen dat het niet aanbrandt. 2 Theelepeltjes zout bijvoegen. Van 't vuur nemen en er 3 eetlepels geraspte Parmezaansche kaas doorheen roeren (de heele hoeveel heid noodig voor deze schotel is i1/» ons). Uw (liefst platte) vuurvaste schotel ongeveer voor de helft met deze warme pap vullen. De rest van de pap wordt op een schaal uitge spreid en wanneer deze rest goed afgekoeld is, in reepjes ge sneden. Deze koude reepen worden nu schuin of kruiselings over Uw half gevulde vuurvaste schotel gelegd. Strooi de rest van de geraspte kaas hierover en leg een paar kluitjes boter er op. Tot slot: een flinke warme oven gedurende 1/i uur totdat de schotel van boven er iets bruin uitziet. Als er gevraagd wordt: ,,wat eten we?", dan is het antwoord: njokkie". PAG. 11 DE GROENE No 3268

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl