De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 2 februari pagina 17

2 februari 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Brieven uit Loenen (v) Loenen, Dinsdag. Waarde Vriend, Nog zou ik waar maken, dat Prof. van der Vlugt heel veel voor Fir.laid heeft gedaan. Het begin was als volgt: Midden in de zomervacantie van 1899 verscheen in het Algemeen Handelsblad" (26, 27, 28, 29, en 30 Juli en i Augustus) een serie artikelen onder den titel: Voor Finland" Wat was het geval? Tusschen Rusland en Finland be stond een unie. De regeerende en laatste Tsaar aller Russen had evenals zijn voorgangers als groothertog van Finland den eed van trouw aan Finlands rechten afgelegd. Op 15 Februari 1899 nu kwam als een donderslag uit helderen hemel een edict van den Tsaar af, waarbij deze zich voorbehield uit te maken, welke aangelegenheden gemeenschap pelijk tusschen beide landen behoorden te worden geregeld. De Tsaar der Russen ging als zoodanig de Finnen, over wie hij groothertog is, de wet voorschrijven, ofschoon deze laatsten niet aan zijn macht als Tsaar zijn onderworpen. Welk een rechtsschennis! Prof. van der Vlugt teekende er bij aan: Wat echter zonneklaar is in de oogen van een Nederlander, en, in het alge meen, van een beschaafden WestEuropeaan, is het daarom nog niet voor het denkvermogen zelfs van een beschaafden Rus." Waarmede men, voorzooveel die waarschuwing nog noodig is, ook in den jare 1940 gelieve rekening te houden! Ruim een half millioen Finnen tee kende binnen korten tijd een verzoek schrift aan den Tsaar. Hun afgevaar digden, die het petitionnement naar Petersburg brachten, werden door den heerscher zelfs niet ontvangen. Toen namen 1050 staatslieden, geleerden en letterkundigen uit de geheele wereld het voor de Finnen in een verzameling smeekschriften op, en zes hunner, waaronder de beroemde ontdekkings reiziger Nordenskió'ld en Prof. van der Vlugt troffen elkander op 25 Juni 1899 in Petersburg. Dagen en dagen werden de heeren daar van het kastje naar de muur gestuurd, totdat eindelijk het bericht kwam, dat de Tsaar noch hen, nó:h hun verzoekschriften in ontvangst wilde nemen. Doch de belangelooze beschermers van Finland kregen toch een korte, maar hevige revanche te incasseeren, toen zij door Finland terugreisden en heele volks menigten hen in Wyborgh, Helsingfors (de oude benamingen staan na tuurlijk nog in het reisverhaal van Prof. van der Vlugt) en Abo verwel komden en eerden. WIE Prof. van der Vlugt gekend heeft, weet, dat hij sedert zijn hart mede aan Finland moet hebben verpand. Ik sla nu vele geschriften over Finland over, en kom dan tot het belangrijke artikel: Het pleit van dwang of vrijheid heropend" in het tijdschrift Onze Eeuw" van 1909, dat geschreven is naar aanleiding van de ordonnantie van 1908, waarbij de Russische ministerraad in feite over Finland zou heerschen. Het zij mij veroorloofd een klein stukje uit de annotatie van Prof. van der Vlugt aan te halen; Hier wordt wel een wreedaardig, martelend spel gespeeld. Zoo ge on nadenkend soms uwe kat aldus ziet spelen met eene muis, kunt ge daarin wellicht behagen vinden. Het denk beeld van een machtig roofdier, dat zich zoo'n tijdverdrijf met opzicht tot ons zelven gunde, wekt ontzetting. Welnu, hier zien wij soortgelijk be drijf op groote schaal van volk tot volk vertoond." Toen kwam het groote feit van Finland's bevrijding van vreemde overheersching in 1918. Onmiddellijk stond Prof. van der Vlugt weer klaar om voor Finland te strijden. In Juli 1920 werd voor den Volken bond de vraag behandeld, of de Aalands-eilanden die tusschen Finland en Zweden liggen, aan Finland zouden toevallen. Hoe belangrijk deze eilanden zijn, moge blijken uit het feit dat tijdens de Septembercrisis van 1938 zoowel een Duitsch als een Russisch eskader naar deze groep opstoomde. Finland heeft deze eilanden gekregen, en het heet dat prof. Van der Vlugts pleidooi te Genève daarbij den door slag gaf. Tot op het einde zijns levens is hij voor Finland blijven strijden. Zijn laat ste werk vóór zijn afscheidsrede toen hij al ernsiig ongesteld was geweest was het omvangrijk» artikel ovej Oost-Kareliëin De Gids" van 1923. Het is een uitermate goed gedocumen teerd en lezenswaardig geschrift naar aanleiding van den noodkreet der Oost-Kareliërs ever de door de Russen gep'eegde wreedheden. Is het wonder, dat men in Finland dezen strijder voor de volksvrijheid vereert? Ik heb er nog eens de brief kaart op nageslagen, die de hoogleeraar mij op 16 Augustus 1921 in zijn be faamd, bijna geteekend schrift, van zijn buitengoed zond. Ik lees daarin: Zeer waarde N., Mijn dank voor Uw brief uit Loe nen.... Wij kwamen eergisteren uit Finland. Daar was het koel en nogal eens nat. Maar de menschen ont vingen er ons met weldoende dank baarheid. Het waren zes heerlijke weken. Moge Nederland zich in deze dagen op efficiënte wijze herinneren aan de voornamelijk door dezen grooten zoon van Nederland tusschen beide volken gewekte sympathie! je Nicolaas C. ©S feQ MtJHCHHAtlSiMjr. MIJN neef Baron Goudknots vierde op 30 Januari zijn verjaardag, zooals hij dat ieder jaar doet. Weken lang heb ik aan slapeloosheid geleden omdat ik geen geschikt cadeau voor hem wist te bedenken. Want hij heeft alles wat hij maar hebben wil, en alles wat hij niet had, heb ik hem in den loop der jaren gegeven en zelfs meer dan dat, want hij heeft nu bijna alles dub bel. Dat brengt hem wel eens in onge legenheid als hij na onze grootsche feesten laat in den ochtend thuiskomt omdat hij dan alles vier maal ziet waar van hij natuurlijk erg onder den indruk komt. Zoo herinner ik mij dat hij eens zijn vrouw vier maal voor zich zag staan en mij om raad vroeg. Het was op een van onze feesten en de situatie was erg pijnlijk; hoe moest ik die acht vrouwen uit die situatie redden ? Dank zij mijn welbespraaktheid wist ik hen te beduiden dat het een misverstand was terwijl mijn neven Baronnen Goud knotsen gerustgesteld de feestzaal ver lieten. Doch ter zake. Het verjaarsgeschenk dat ik voor mijn neef bedacht had, was een concert. Ik noodigde het Concert gebouworkest uit om tegen een redelijk honorarium op het landgoed van mijn neef te komen spelen, met vrij drinken. Om de onkosten eenigszins te dekken, noodigde ik tal van eeregasten uit om tegen betaling van honderd gulden het klankfestijn in de met kaarsen verlichte feestzaal bij te wonen. Mijn neef Baron Goudknots, die niet zooveel gasten verwacht had en reeds eenige flesschen whisky en dergelijke achter den rug had, bleek zich niet op zijn gemak te voelen. Voortdurend tel de hij de gasten op zijn vingers, wat hem niet gelukte, en schudde mismoe dig het hoofd. Zijn verbazing steeg echter ten top, toen, als hoogtepunt van den avond, de leden van het Concert gebouworkest stuk voor stuk binnen traden. Voorop liep de heer Van Beinum met zijn dirigeerstaf als een tamboer majoor; hij had een ongerust gezicht, wat ik niet van hem gewend ben omdat ik hem meestal van achteren zie. Na derhand hoorde ik van hem dat de orkestleden, toen deze in de hal aan het stemmen waren, de A niet hadden kunnen vinden en dat het orkest der halve slechts schoorvoetend het podium betrad. Toen het orkest plaats genomen en de heer Van Beinum het dirigeergestoelte beklommen had, kondigde deze laatste het dubbelconcert van Bach aan. Mijn neef Baron Goudknots keek mij achterdochtig aan. De dirigent tikte af, een doodsche stilte trad in, en zijn beide armen maakten in de lucht het meesterlijke gebaar dat groote dirigen ten eigen is. De violisten bewogen hun strijkstokken op en neer, maar tot ons aller verbazing bleef het doodstil in de zaal. De dirigent liet zich niet uit het veld slaan en hield \ ol, telkens sloeg hij een bladzijde van de partituur om en dat was het eenige geluid dat wij hooren konden. Louis Zimmermann zat naars tig te strijken, zijn hoofd werd er rood van. Het mocht niet baten, het was en bleef zó^ stil dat niemand in de zaal durfde te hoesten, wat ik daarom deed. Na eenigen tijd hield het gebeweeg op en sloeg de dirigent de partituur dicht, waarop wij als n man applaudiseerden. Tijdens de pauze die nu volgde, deelde de heer Van Beinum mij mede, dat de orkestleden het onderweg zeer koud hadden gehad, en dat hij gevreesd had dat de instrumenten in de koude schade zouden lijden. Plotseling hoorden wij muziek van het podium komen, het was Bach. Alle menschen lieten hun koffie staan en stroomden de zaal bin nen. De verbazing was onbeschrijfelijk. De muziekinstrumenten speelden uit eigen beweging en de muziek was won derschoon. Niemand begreep er iets van. De heer Van Beinum vond dat het vrij goed klonk. Toen schoot mij het verhaal van mijn oer-bet-overgrootvader te binnen, de ietwat overdreven ge schiedenis van den bevroren posthoorn die bij het ontdooien muziek maakte. Wegens een defect aan de centrale ver warming was het nogal koud geweest op het podium, en de instrumenten waren langzamerhand ontdooid. Een mooiere verrassing heeft mijn ? neef Baron Goudknots op zijn verjaar dag nooit gehad. KLEINE PERIKELEN DE jarige te Doorn zat op een zelf-vervaardigden boomstam en keek mij aan .... Vanwege de tijdsomstandigheden waren er wei nig telegrammen uit het buitenland gekomen ik troostte hem met de gedachte dat ze ongetwijfeld tegen zijn volgenden verjaardag zouden arriveeren en dat hij het niet kwa lijk moest nemen wanneer een achterdochtige censor in de veel heid en gelijkluidendheid van felici taties een gevaar zag. Ge zult u toch herinneren, uit uw eigen bewogen tijd, dat telegram men van uiterlijk onschuldigen aard een diepe beteekenis kunnen hebben?'' Moeder achteruitgaande'' was een schijnbaar onschuldig en bewogen bericht voor Miss Cavell is niet meer te redden". De baby is achttien gram aangekomen" beteekende: Wij vernemen dat acht tien divisies van het Westen naar het Oosten gedirigeerd worden." Verwacht waggonlading desinfecteerende middelen" kondigde de komst aan van Lenin en de zijnen aan de Russische grens. En op het oogenblik dat het groote Vaderland opnieuw in gevaar is en zich om singeld heeft of dreigt te worden, is voorzichtigheid de moeder van de porceleinkast. Het mag zijn dat ge betuigingen van trouw verwacht, doch alles is gerantsoeneerd heden ten dage en dat beteekent wel niet dat er zoo weinig van het artikel aanwezig is, doch dat men er aan den anderen kant zuinig mee om wil gaan.... War alles falsch ?" vroeg hij mij. Lang niet alles", zei ik op mon teren toon. Dat blijkt wel uit de continuïteit. Die zet met de wagon was meesterlijk en is om zoo te zeg gen door de geschiedenis gesanctionneerd. Ik weet niet wat voor het groote Vaderland van mér betee kenis is geweest: de geplombeerde waggon of de visite van Rib. Beide waren meesterlijk en beiden van ontploffende kracht. Surprises, zou je ze kunnen noemen. Het onaan gename is dat je nooit weet of ze van voren af gaan en evenmin op welk moment ze zullen ploffen. Aber falsch? Nein. Wat is ten slotte ver keerd of goed? De een kan aspirine verdragen en de ander krijgt er maagzuur van. Is aspirine nu falsch"? Het komt er maar op aan wie er mee in zijn maag zit. War es falsch dass Sie nach Hol land kamen? Geen kwestie van, want Holland is neutraal en wil het blijven dat hopen wij toch alle maal. U ziet er voortreffelijk uit en ik hoop dat wij het nog vele jaren mogen constateeren. Wat geeft het of een mensch gelijk heeft, en hij is dood? In zoo'n geval heb ik liever ongelijk en als ik dat bovendien nog wét, is er ten slotte geen man over boord, vooral als je in de materieele onmogelijkheid verkeert het over te doen, waarvoor de hemel ons in het algemeen bewaren zal." De oude heer keek me vriendelijk aan en schonk me een portret. Ik bewonderde zijn vaste hand, doch oefening baart kunst." J. VAN HOORN. BIJ DE KACHEL MET EEN KOP THEE, en DE GROENE! Daar is het nu precies goed weer voor. Doch zorgt dat U er niet uit hoeft om een exemplaar te gaan koopen. Laat DE GROENE bij U komen! Abonneert U a f 9.25 PAG. 17 DE GROENE No. 3270

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl